verchroomde extra lampset
J034362013-11-01
ALGEMEEN
Setnummer
69284-05
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
OPMERKING
Extra-/​mistlampen zijn niet opgenomen in deze set. De gewenste stijl lamp dient afzonderlijk aangeschaft te worden. Op HDI-motorfietsen (internationaal) mogen slechts goedgekeurde mistlampen gebruikt worden.
Setinhoud
Bij modellen waarbij de richtingaanwijzers gemonteerd zijn op de bovenste of onderste balhoofdplaat is ook een verplaatsingsset voor de voorste richtingaanwijzers nodig (onderdeelnr. 68603-01). Deze moet apart aangeschaft worden bij uw Harley-Davidson-dealer.
MEDEDELING
U kunt u het oplaadsysteem van het motorvoertuig overbelasten indien u te veel elektrische accessoires aanbrengt. Als de op een bepaald moment gebruikte accessoires samen meer stroom verbruiken dan het laadsysteem kan opwekken, kan de accu als gevolg van het stroomverbruik leegraken waardoor er schade aan het elektrische systeem van de motorfiets kan ontstaan. (00211d)
OPMERKING
Deze lampen hebben 2,9 A stroom van het elektrische systeem van de motor nodig.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
INSTALLEREN
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de minkabel (-) van de accu worden losgekoppeld. (00048a)
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
1. Raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder het zadel en koppel de accukabels los, de minkabel (-) eerst.
WAARSCHUWING
Zet de motor af tijdens het tanken en bij onderhoud aan het brandstofsysteem. Zorg ervoor dat er geen brandende sigaretten, open vuur of vonken in de buurt van brandstof komen. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00002a)
2. Raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder de brandstoftank.
3. Zie Afbeelding 1. De montagesteunen (1) en klemmen (2) zijn zijkantspecifiek. Selecteer de rechter of de linker steun en klem en monteer deze onderdelen aan de bovenste voorvorkpoot, met behulp van de twee bolkopschroeven (3) uit de set.
OPMERKING
Draai eerst de buitenste schroef vast.
1Montagesteun
2Klem
3Bolkopbouten (draai eerst de buitenste vast)
Afbeelding 1. Montagesteun op de bovenste voorvorkpoot installeren (rechterkant afgebeeld)
4. Haal de bouten aan tot 8-9 N·m (70-80 in-lb).
5. Zie Afbeelding 2. Voer de lampdraad (1) door het gat in de montagesteun (2) en bevestig de lamp (3) met behulp van een klemblok (4), borgring (5) en borgklem (6) uit de set aan de steun. Haal de borgklem aan tot 22-24 N·m (16-18 ft-lb).
6. Zie Afbeelding 11. Zorg dat u de buitenste sierring (24), binnenste pasring (27), bout (25) en moer (26) bij de hand heeft.
7. Zie Afbeelding 3. Plaats de binnenste pasring op de gloeilamp. Sluit de zwarte draad op de vlakke aansluitpen naast het vanglipje van de gloeilamp (1) aan. Steek de grijze draad op de overgebleven vlakke aansluitpen.
8. Bevestig de gloeilamp en de pasring met behulp van de in stap 6 genoemde sierring, schroef en moer.
9. Schuif de draadbuis (7) uit de set op de lampdraad.
10. Herhaal stap 3 t/m 9 voor de tegenoverliggende kant.
OPMERKING
Zie Afbeelding 4 voor het identificeren van de draadboomonderdelen.
MEDEDELING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen om beschadiging van de bedrading of kortsluiting te voorkomen, die het elektrische systeem kunnen beschadigen. (00579b)
11. Zie Afbeelding 5. Installeer de draadboom. Plaats het relais (1) in de opening in de zadelpan en voer de lange tak van de draadboom (3) langs de bovenste framebuis door. XL-modellen van 2004 en later: Zie Afbeelding 6. Verwijder de moeren waarmee de ontstekingsmodule (1) bevestigd is en plaats de module tijdelijk zoals getoond. Plaats het relais in de uitsparing (2) van het oliereservoir. Installeer de ontstekingsmodule. Leid de lange tak van de draadboom langs de bovenste framebuis. Alle modellen van 2003 en eerder: Zie Afbeelding 4. Snijd de connector van de witte stroomdraad af en vervang deze met de ringklem uit de set. Sluit de witte draad met de ringklem aan op de koperen tapeindaansluiting (BAT) van de hoofdstroomonderbreker. Alle modellen vanaf 2004 en later: Sluit de witte draad met de connector aan op de B+ connector van de draadboom van de motorfiets.
1Draad
2Montagesteun
3Lamp
4Klemblok
5Borgring
6Borgklem
7Draadbuis
Afbeelding 2. Installeer de lampen (rechterkant afgebeeld)
1Centreernok van de gloeilamp
2Vlakke aansluitklem (2)
3Vanglipje aan de pasring (modeljaren vanaf 2002)
Afbeelding 3. Aansluitingen extra gloeilamp
1Relais
2Zwarte draad (naar voertuigmassa)
3Lampschakelaar
4Witte draad (naar de lampen)
5Draad zonder aansluitklem (naar de koplamp – gele [dimlicht] draad)
6Witte draad (naar connector)
7Zekeringblok
8Lange tak van de draadboom
Afbeelding 4. Identificatie van de draadboomonderdelen
12. Zie Afbeelding 4. Sluit de zwarte massadraad (2) met de ringklem aan op het massatapeind onder het zadel, of op een willekeurig ander punt met goede massa. Bevestig de setbedrading met kabelbinders (onderdeel 16) aan de naastliggende draadbomen uit de set.
MEDEDELING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen om beschadiging van de bedrading of kortsluiting te voorkomen, die het elektrische systeem kunnen beschadigen. (00579b)
13. Zie Afbeelding 4. Voer de draadboom langs het balhoofd door en voer de tak van de draadboom, waaraan de lampschakelaar (3) zit, langs de linkerzijde van het stuur naar de koppelingsbediening.
14. Zie Afbeelding 11. Haal de schakelaarmontagesteun (item 19) uit de set. Schroef de dop van de lampschakelaar af en monteer de schakelaar in de steun. Breng het beschermrubber weer op de schakelaar aan.
OPMERKING
Indien de dop versleten of beschadigd is, of verloren gegaan is, dient u het te vervangen om te voorkomen dat vocht in de schakelaar naar binnen dringt. Zie de afbeelding met de serviceonderdelen (item 11).
15. Zie Afbeelding 7. Verwijder de onderste bout (1) en onderlegring van de koppelingbedieningsklem, en monteer de lampschakelaar met steun (2). Bevestig de bout en de onderlegring en haal aan tot 7-9 N·m (60-80 in-lb). Voor internationale toepassingen: Breng de sticker (3) met het mistlampschakelaarsymbool op de koppelingbedieningsklem aan.
16. Zie Afbeelding 11. Bevestig de tak van de kabelboom, waar de lampschakelaar aan zit, aan het stuur met behulp van de kabelboomborgklemmen (item 18). Klik de borgklemmen in de gaten in het stuur.
17. Raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder de koplamp.
OPMERKING
Als de bedrading als volgt aangesloten wordt, kunnen de extra lampen alleen gebruikt worden als het dimlicht van de hoofdkoplamp ingeschakeld is. Hierdoor wordt aan vele wettelijke bepalingen op provinciaal en plaatselijk niveau voldaan.
18. Zie Afbeelding 8. Voer de draad zonder aansluitklem (1), die vanaf de schakelaar komt door de doorvoertule in de koplampbehuizing. Koppel deze draad aan de gele (dimlicht) draad (2), met behulp van de Scotchlok® elektrische verbinder (item 14) uit de set.
OPMERKING
Duw een tot een haakje omgebogen stukje draad vanaf de binnenzijde van de koplampbehuizing door de doorvoertule, om de draad door de doorvoertule te voeren. Breng wat zeep op de tuimelschakelaardraad aan en trek deze met gebruikmaking van de omgebogen draad terug door de doorvoertule.
Bij sommige toepassingen kan het gebeuren dat de draad uit de draadboom van de set niet door de doorvoertule in de koplampbehuizing past. Indien dit het geval is, koppelt u de zwarte draad buiten de koplampbehuizing aan de gele draad, en wikkelt u vervolgens tape om de stekker heen om deze tegen vocht te beschermen.
19. Raadpleeg de servicehandleiding. Installeer de koplamp.
1Relais
2Massacontactpunt
3Lange tak van de draadboom
Afbeelding 5. De draadboom installeren (Dyna-model afgebeeld)
1Ontstekingsmodule
2Uitsparing
3Stekker B+
Afbeelding 6. De draadboom installeren (modellen van 2004 en later)
1Onderste klembout
2Lampschakelaar en steun
3Sticker voor de lampschakelaar
Afbeelding 7. Installeer de lampschakelaar op de koppelingsbedieningsklem (1996 en later afgebeeld)
20. Zie Afbeelding 9 en servicehandleiding. Schuif de krimpkous (1) over de witte draad (2), die uit de draadboom uit de set komt, en krimp de elektrische verbinder (3) met behulp van het krimpgereedschap (onderdeelnr. H-D 38125-8) op de draad.
21. Breng beide lampdraden (4) naar de verbinder. Knip de draden op de juiste lengte af, waarbij u ongeveer 25 mm (1 in) van de draad langs de stootverbinder uit laat steken. Snijd de kabelbuis (5) op ongeveer 38 mm (1-1/2 in) van het uiteinde van de draad af.
22. Verwijder ongeveer 10 mm (3/8 in) van de isolatie van het uiteinde van de lampdraden.
23. Steek de uiteinden van beide lampdraden (4) in de elektrische verbinder (3) en krimp de draden met behulp van het krimpgereedschap aan de verbinder vast.
OPMERKING
Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
OPMERKING
Bescherm de krimpkous tegen de warmtebron terwijl u de elektrische verbinder opwarmt.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
24. Schuif de krimpkous (1) weg van de stootverbinder en verwarm de gekrompen stootverbinder met behulp van de UltraTorch UT-100 (H-D 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een ander geschikt stralingswarmteapparaat, om de stootverbinding volledig in te kapselen. Richt de warmte vanuit het midden van de krimp naar de krimpuiteinden aan de buitenkant toe, totdat het krimpmiddel aan beide uiteinden van de verbinder naar buiten treedt. Laat de verbinder afkoelen.
25. Schuif de krimpkous weer op de stootverbinding terug en gebruik hetzelfde stralingswarmteapparaat om de krimpkous te verwarmen en de stootverbinding volledig in te kapselen. Verwarm de krimpkous vanuit het midden naar beide uiteinden toe.
MEDEDELING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen om beschadiging van de bedrading of kortsluiting te voorkomen, die het elektrische systeem kunnen beschadigen. (00579b)
26. Bevestig de draden aan de onderste balhoofdplaat met behulp van de zelfklevende klemmen (item 15) uit de set.
1Draad zonder aansluitklem vanaf de lampschakelaar
2Gele (dimlicht) draad
Afbeelding 8. Draad zonder aansluitklem van de schakelaar naar de gele (dimlicht) koplampdraad splitsen
1Krimpkous
2Witte draad uit de draadboom uit de set
3Stootverbinder
4Lampdraden
5Draadbuis
Afbeelding 9. Aansluiten van de lampdraden aan de draadboom uit de set
1Gestripte kabeluiteinden in de stootverbinder gestoken
2Gekrompen draaduiteinden in de stootverbinder
3Stootverbinder nadat hitte is toegepast
Afbeelding 10. Installeren afgedichte stootverbinders
WAARSCHUWING
Zet de motor af tijdens het tanken en bij onderhoud aan het brandstofsysteem. Zorg ervoor dat er geen brandende sigaretten, open vuur of vonken in de buurt van brandstof komen. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00002a)
27. Raadpleeg de servicehandleiding. Installeer de brandstoftank.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a)
28. Sluit de accukabels aan, de pluskabel eerst.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
29. Raadpleeg de servicehandleiding. Bevestig het zadel.
WAARSCHUWING
Controleer voordat u gaat rijden of de koplamp, het achter- en remlicht en de richtingaanwijzers naar behoren werken. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00478b)
30. Controleer of het dimlicht en het grootlicht van de koplamp, en de extra lampen goed werken. Stel de extra lampen af en haal de montagemoeren van de lamp aan.
Afbeelding 11. Serviceonderdelen
Tabel 1. Serviceonderdelen
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Passinglamphuis (2)
68276-02
2
Afgedichte unit (afzonderlijk aangeschaft)
alleen verwijzing
3
Steun, lampmontage (rechts)
Niet verkrijgbaar
4
Klem, lampmontage (rechts)
Niet verkrijgbaar
5
Steun, lampmontage (links)
Niet verkrijgbaar
6
Klem, lampmontage (links)
Niet verkrijgbaar
7
Bout, inbus, 1/4-20 x 3/4 inch, borgend (4)
927A
8
Klemblok, extra lamp (2)
68720-62
9
Borgring, binnenvertanding, 3/8 inch (2)
7130W
10
Borgklem, lampmontage (2)
Niet verkrijgbaar
11
Dop, schakelaar
67880-94
12
Sticker, lampschakelaar, HDI (alleen internationaal)
68604-01
13
Stootverbinder, voorgemonteerde isolatie, afgedicht
70586-93
14
Verbinder, elektrisch (Scotchlok®, blauw)
70576-68
15
Klem, zelfklevend (4)
10102
16
Draadbinder, 19,8 cm (7,8 in) (12)
10181
17
Krimpkous
72266-94
18
Draadboomklem (4)
70345-84
19
Steun, schakelaarmontage
Niet verkrijgbaar
20
Draadbuis, PVC, 38,1 cm (15 in) (2)
Niet verkrijgbaar
21
Kabelboom
Niet verkrijgbaar
22
Ringklem
9858
23
Schakelaar
70370-00
24
Sierring
68725-62A
25
Bout
3514
26
Moer
7606
27
Binnenste pasring
68331-02