GEAVANCEERDE AUDIO-INTERCOMSET

J036522013-01-30

ALGEMEEN

Setnummer

76440-06

Modellen

Voor de modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).

Vereiste aanvullende onderdelen

OPMERKING

Zelfs als deze set niet wordt geïnstalleerd door een Harley-Davidson-dealer, moet de intercom software flash ( afzonderlijk aangeschaft) worden uitgevoerd voor de radio, die is geïnstalleerd op de motorfiets bij de dealer, voordat deze set wordt geïnstalleerd.

Voor ALLE modellen is de aanvullende aanschaf vereist van OF:

een Premium stereo helmkoptelefoon (onderdeelnr. 77147-98), OF
een handheld CB-microfoonset (onderdeelnr. 76312-98).

Aanvullende onderdelen zijn nodig voor de juiste installatie van deze intercomset op uw motorfiets. Raadpleeg de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig) voor een lijst met alle benodigde onderdelen of accessoires voor uw model.

WAARSCHUWING

De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)

OPMERKING

In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.

Setinhoud

Tabel 1. Setinhoud

Beschrijving (aantal)	Onderdeelnummer
Draadboom voor passagierskoptelefoon	Niet afzonderlijk verkrijgbaar
Draadbinder (10)	10006

INSTALLEREN

Laat een Harley-Davidson-dealer de intercom software flash ( afzonderlijk aangeschaft) uitvoeren voor de eerder geïnstalleerde AM/FM/CD-radio.
Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van het zadel en de linker zadeltas.
Volg de instructies in de servicehandleiding voor het verwijderen van de hoofdzekering.
Zie Afbeelding 1. Haal de draadboom voor de passagierskoptelefoon (5) uit de set. Klik met het koptelefooncontact (6) naar voren wijzend, het contact vast in de steun aan de onderkant van de linker behuizing van de achterspeaker.
Als de geavanceerde audio hoogvermogen-versterker is geïnstalleerd onder de Tour-Pak: Pak de draadbinder (7) aan het uiteinde van de vinylveerhuls (8) en gebruik een draadbinder uit de set om het uiteinde van de veer te bevestigen aan het lipje aan de linker onderkant van de kentekenplaathouder. Als een sterkere koptelefooncontactsluiting gewenst is, kan de veer uit de set worden vervangen door de veer 76300-06 (afzonderlijk verkrijgbaar). Als geen versterker is geïnstalleerd: Pak de draadbinder (7) aan het uiteinde van de vinylveerhuls (8) en haak de huls en het uiteinde van de veer vast aan het lipje aan de rechter bovenkant van de kentekenplaathouder.
Leid de draadboom naar voren op de motorfiets:
1. Langs de linker Tour-Paksteun. Bevestig de draadboom met behulp van de draadbinder uit de set aan de steun.
2. Leid de draadboom nog verder naar voren en duw deze naar de binnenkant van de framebuis, waarbij de voorste montageboutkop van de zadeltasbescherming moet worden vermeden, zodat de draadboom niet door het zadel wordt afgekneld. Bevestig de draadboom met behulp van vier draadbinders uit de set aan de framebuis.
3. Leid de draadboom langs de linkerkant van de accuruimte en draadboombak naar de achterkant van de brandstoftank.

1	35-polige contacthuis [28] naar AM/FM-radio
2	6-polig pinhuis [6A], gemarkeerd 'Interconnect' (verbinding)
3	8-polige pinhuis [76] naar passagierskoptelefoon
4	12-polige pinhuis [53] naar consolehuls
5	Kabelboom voor passagierskoptelefoon
6	Achterste koptelefooncontact
7	Draadbinder op veer en hulsuiteinde
8	Veerhuls
9	8-polige contacthuis

Afbeelding 1. Draadboomaansluitingen

OPMERKING

Indien nog niet gemonteerd, kunnen nu de kuipspeakerschakelaar en linker bedieningsschakelaar (afzonderlijk aangeschaft of als onderdeel van de communicatieschakelaarset) worden gemonteerd volgens de onderstaande instructies.

Verwijder op de kuipkap de linker gatafdekplug aan de binnenkant. Zie KUIPKAPSCHAKELAARS (FLHTC/U) in de servicehandleiding. Monteer de kuipspeakerschakelaar als volgt in de opening: Indien er WEL een cruise-controlschakelaar aanwezig is: Raadpleeg het hoofdstuk KUIPKAPSCHAKELAARS (FLHTC/U) in de servicehandleiding. Monteer de kuipspeakerschakelaar (afzonderlijk aangeschaft of als onderdeel van de communicatieschakelaarset) in de opening en sluit de reeds aanwezige bedrading aan. Indien er GEEN cruise-controlschakelaar aanwezig is:
1. Pak de speakerschakelaar-adapterdraad (afzonderlijk aangeschaft of als onderdeel van de communicatieschakelaarset) en de bij de speakerschakelaar geleverde stootverbinder.
2. Zie AFGEDICHTE STOOTVERBINDERS in de servicehandleiding. Verbind de adapterdraad met de zwart/groene speakerschakelaardraad.
3. Steek het afgesloten uiteinde van de adapterdraad in holte 12 van de connector [105B] van de kuipkapschakelaar.
Verwijder de standaard (OE) linker bedieningsschakelaar zoals beschreven in STUURSCHAKELAARS; VERWIJDEREN; BEDIENINGSELEMENTEN OP LINKER STUURHELFT in de servicehandleiding.
Monteer de nieuwe linker bedieningsschakelaar (afzonderlijk aangeschaft of als onderdeel van de communicatieschakelaarset).
Verwijder de kuip en het windscherm. Zie VERWIJDEREN VAN DE KUIP/HET WINDSCHERM in de servicehandleiding.

INSTALLEREN (vervolg)

ALLE modellen: Monteer de consolehuls.

a. Noteer het verloop van de hoofddraadboom, brandstofpeilzender/brandstofpompleiding en ontluchtingsslang voor brandstofdampen onder de console.

b. Snijd de verankerde draadbinder voorzichtig los waarmee de hoofddraadboom, brandstofpeilzender/brandstofpompleiding en ontluchtingsslang voor brandstofdampen aan de linkerkant van de bovenste framebuis zijn bevestigd.

c. Open de brandstofklep op de console. Verwijder de twee inbusbouten aan de binnenkant van de stootrubbers. Met deze bouten is de console bevestigd aan de klemmoeren op de overkappingsbeugel. Alle modellen BEHALVE FLHX: Verwijder de inbusbout om de flens aan de achterkant van de console los te maken van de klemmoer op de lasconstructie van de brandstoftank. FLHX-modellen: Verwijder de bout (met platte onderlegring) aan de achterkant van de brandstoftank om de consolesteun los te maken. Daardoor komt ook de achterkant van de tank los van de bovenste framebuis. Verwijder de twee bouten waarmee de brandstofklep aan de console is bevestigd en verwijder de klep. Verwijder de scharniermontageklem en de scharnierpen. Bewaar deze onderdelen voor montage.

d. Leg een schone werkplaatsdoek op het voorste gedeelte van het achterspatbord. Verwijder de vuldop uit de nek van de brandstoftank. Alle modellen BEHALVE FLHX: Verwijder de console en leg deze omgekeerd op de werkplaatsdoek. Plaats de vuldop. FLHX-modellen: Verwijder de console en gooi deze weg. Plaats de vuldop. Pak de nieuwe brandstoftankconsole ( afzonderlijk aangeschaft). Bevestig de brandstofklep aan de nieuwe console en draai deze stevig vast. Leg de console omgekeerd op de werkplaatsdoek. Draai de bout (met platte onderlegring) er in om de achterkant van de brandstoftank van de bovenste framebuis te bevestigen. Haal de bout aan tot 20-27 N·m (15-20 ft-lb).

e. Leid het pinhuis en de consolehulsleiding door de bovenkant van de console, waarbij u de consolehuls ( afzonderlijk aangeschaft) in de uitsparing laat zakken. Draai drie kruiskopbouten ( afzonderlijk aangeschaft) er vanaf de onderkant in om de huls aan de console vast te maken. Haal de bouten om de beurt aan tot 0,7–1,2 N·m (6–11 in-lbs). Leid de hulsdraadboom naar de voorkant van de console.

WAARSCHUWING

Tijdens het monteren van de console mag de brandstofoverloopleiding niet worden geknikt of afgekneld. Door een geblokkeerde leiding kan een overvolle tank gaan lekken. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00264a)

OPMERKING

Controleer of het rubberen profiel (nieuw rubberen profiel 71294-89 bij FLHX-modellen) over de gehele lengte goed op de bodem van de console ligt.

FLHX-modellen: Bevestig de metalen draadklem met plakstrook (onderdeelnr. 10103) aan de onderkant van de console waarmee de hulsdraadboom en de intercomdraadboom zijn vastgemaakt.

Bevestig de kunststof draadklem (onderdeelnr. 10120) aan de onderkant van de console om de ontluchtingsslang voor brandstofdampen vast te maken.

Monteer de console op de tank.
1. Verwijder de vuldop. Plaats de console over de vulnek op de overkapping. Leid de intercomdraadboom naar voren onder de linker achterrand van de console. Leid de kabels van onder de console op dezelfde wijze als oorspronkelijk het geval was. Leid de hulsdraadboom en de intercomdraadboom naar voren langs de linkerkant van de overkapping van de brandstoftank en vervolgens naar buiten onder de linker voorrand van de console. Zorg ervoor dat de slangen en kabels tijdens de montage niet door de console worden afgekneld. Plaats de vuldop.
2. Alle modellen BEHALVE FLHX: Bevestig de inbusbout die eerder was verwijderd om de achterflens van de console te bevestigen aan de klemmoer van de lasconstructie van de brandstoftank. FLHX-modellen: Bevestig de 1/4-20 klemmoer ( afzonderlijk aangeschaft) op de steun op de brandstoftank. Monteer het consoleverlengstuk (ook afzonderlijk aangeschaft) op de achterkant van de console met de bolkopbout ( afzonderlijk aangeschaft) en klemmoer. ALLE modellen: Haal de bout aan tot 2,8-3,4 N·m (25-30 in-lb).
3. Open de brandstofklep op de console. Draai de twee inbusbouten erin om de voorkant van de console te bevestigen aan de klemmoeren op de overkappingsbeugel. Haal de bouten om de beurt aan tot 2,8-3,4 N·m (25-30 in-lb).
4. Steek het anker van een draadbinder uit de set in het gat aan de linkerkant van de bovenste framebuis. Trek de draadbinder strak zodat de hoofddraadboom, intercomdraadboom, brandstofpeilzender/brandstofpompleiding en ontluchtingsslang voor brandstofdampen goed vastzitten. Knip het overtollige deel van de kabelbinder af.
5. Leid de hulsdraadboom en intercomdraadboom omlaag direct naar de brandstoftank en maak deze met een draadbinder stevig vast aan de hoofddraadboom, zo dicht mogelijk tegen de brandstoftank aan.
6. Leid de draadbomen verder naar voren tot in de kuip, waarbij u draadbinders gebruikt om deze aan de hoofddraadboom te bevestigen.

WAARSCHUWING

Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)

Zorg ervoor dat de draden niet te strak worden getrokken als het stuur geheel naar links of rechts wordt gedraaid.

Pak de overlaydraadboom (afzonderlijk verkrijgbaar), tenzij deze al is gemonteerd.
1. Zie Afbeelding 1. Steek het contacthuis (9) aan het uiteinde van de intercomdraadboom in het 8-polige pinhuis [76] van de overlaydraadboom (item 3).
2. Steek het 35-polige radiocontacthuis [28] (1) in de radio.
3. Zoek de audiostekker [6B] van de verbindingsdraadboom aan de achterkant van de radio. Steek het 6-polige pinhuis [6A] (2) van de overlaydraadboom in het contacthuis [6B].
4. Steek het 12-polige pinhuis (4) van de overlaydraadboom gemarkeerd 'intercom' [53] in het contacthuis van de consolehuls.
Maak met behulp van de draadbinders uit de set de intercom- en overlaydraadbomen vast aan de bestaande draadbomen in de kuip.
Controleer of de contact-/lichtschakelaar in de stand OFF (uit) staat. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het installeren van de hoofdzekering.

Controleer of de intercom en de rest van het geluidssysteem goed werken.
Installeer de kuip en het windscherm. Zie INSTALLEREN VAN DE KUIP/HET WINDSCHERM in de servicehandleiding.
Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het bevestigen van de linker zadeltas en het zadel.

WAARSCHUWING

Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)