Verplaatsingsset richtingaanwijzers voor modellen met passinglampen
J020692013-11-01
ALGEMEEN
Setnummer
68603-01
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
INSTALLEREN
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, dient u voordat u verder gaat de accukabels (de minkabel (-) eerst) los te koppelen. (00307a)
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
1. Ontkoppel de minkabel van de accu.
2. Bij modellen met de richtingaanwijzers op de bovenste balhoofdplaat gemonteerd: Bij modellen met de richtingaanwijzers op de spiegel gemonteerd:
a. Zie Afbeelding 1. Verwijder de klembout waarmee de rechter richtingaanwijzer aan de bovenste voorvorkpoot bevestigd is. Gooi de bout weg.
b. Neem een nieuwe klembout (onderdeelnr. 4351) uit de set en monteer deze in de bovenste balhoofdplaat in plaats van de bout die in stap a verwijderd is. Haal de bout aan tot 33,9-40,7 N·m (25-30 ft-lb).
c. Verwijder de bout en borgring waarmee de richtingaanwijzer aan de steun bevestigd is. Gooi de bout, borgring en steun weg.
d. Herhaal dit voor de linkerkant.
e. Verwijder de rechter richtingaanwijzer en gooi alle bevestigingsmaterialen weg behalve de borgring met binnenvertanding.
f. Zie Afbeelding 2. Monteer de dopmoer uit de set om de rechter spiegel vast te zetten. Als de dopmoer niet verder kan worden aangedraaid, maar de spiegel nog niet vast zit, plaats dan de tweede afstandsring uit de set op de aangegeven plaats.
g. Verwijder de linker richtingaanwijzer en gooi de bevestigingsmaterialen weg. Laat de steun waarmee de spiegel aan de richtingaanwijzer bevestigd is op zijn plaats. Draai eventueel de dopmoer vast.
OPMERKING
Bij motorfietsen met richtingaanwijzers met drie draden is de derde zwarte draad een massadraad. Controleer het type richtingaanwijzer (standaard of bullet) en let op hoeveel draden aangesloten zijn. Voer vervolgens de stappen uit de juiste procedure uit.
  • Standaard richtingaanwijzer met twee draden verplaatsen.
  • Standaard richtingaanwijzer met drie draden verplaatsen.
  • Bullet richtingaanwijzer met drie draden verplaatsen.
1Klembout
2Steunbout
3Borgring
Afbeelding 1. Richtingaanwijzers op bovenste balhoofdplaat
1Spiegel
2Standaard afstandsring
3Borgringen met binnenvertanding (één boven en één onder de bevestigingssteun)
4Dopmoer
5Afstandsstuk (uit de set)
Afbeelding 2. Montage rechterspiegel
A. Standaard richtingaanwijzer met twee draden verplaatsen:
OPMERKING
Knip eerst de draadbinders door waarmee de draden bevestigd zijn en controleer of de draden lang genoeg zijn om de onderkant van de passinglampsteun te bereiken. Knip dan pas de draden bij de richtingaanwijzer door. Voer de stappen 1 t/m 10 uit als de draden te kort zijn. Ga naar stap 12 als de draden lang genoeg zijn.
  1. Knip de draden van de rechter richtingaanwijzer door op 50,8 mm (2 in) afstand van het huis van de richtingaanwijzer.
  2. Maak ongeveer 9,5 mm (5/16 in) isolatie bloot op de twee draden.
  3. Klem stootverbinders uit de set op de twee draden die van de motorfiets komen.
  4. Splits één kant van de draad met twee verschillend gekleurde aders uit de set over 50,8 mm (2 in) en strip 9,5 mm (5/16 in) isolatie van de draaduiteinden.
  5. Schuif een stuk krimpkous uit de set over de beide in stap 4 gestripte draadeinden en klem de draden in de in stap 3 gemonteerde stootverbinders. Let op dat de zilver- en koperkleurige draden aan dezelfde kleur draden worden aangesloten.
  6. OPMERKING
    Draad met verschillend gekleurde aders wordt gebruikt om er zeker van te zijn dat de bedrading juist wordt aangesloten. Eén van de draden is zilverkleurig, de andere is koperkleurig. Draadkleuren van gesplitste draden moeten overeenkomen met de draadkleur van de oorspronkelijke draden van de richtingaanwijzers.
  7. Knip gepolariseerde draden af op de lengte die nodig is voor de aansluiting op de draden van de verplaatste richtingaanwijzer. Zorg dat u voldoende speling houdt om de draadboom langs de bovenste voorvorkpoot te leiden.
  8. Splits de andere kant van de draad met twee verschillend gekleurde adres uit de set over 50,8 mm (2 in) en strip 9,5 mm (5/16 in) isolatie van de draaduiteinden.
  9. Schuif een stuk krimpkous over elk van de twee draaduiteinden.
  10. Verbind de verbindingsdraden met stootverbinders uit de set aan de draden met dezelfde kleur van de richtingaanwijzer.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van gasbranders. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00465c)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
  • Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
3. Schuif de krimpkous over de in de stappen 5 en 9 gemonteerde stootverbinders. Verwarm de krimpkous met een UltraTorch UT-100, een heteluchtpistool of een föhn en let op het volgende:
4. Herhaal stappen 1 t/m 10 voor de richtingaanwijzer aan de andere kant.
5. Als er al een passinglamp op de motorfiets gemonteerd is, moet de draad van de passinglampset in de buurt van de stuurklem zo dicht mogelijk bij de stootverbinder worden afgeknipt. Knip de stootverbinder af. Deze wordt door een nieuwe stootverbinder uit de set vervangen. Knip de draadbinders door waarmee de draad aan de voorvorkpoten bevestigd is. Zie Afbeelding 3. Maak de sluitmoer volgens de afbeelding los van de passinglamp en gooi de sluitmoer weg.
Afbeelding 3. Sluitmoer verwijderen
6. Zie Afbeelding 4. Monteer de sluitmoer (onderdeelnr. 68323-01) uit de set op de richtingaanwijzerbehuizing en druk deze op zijn plaats. Verwijder de lens van de richtingaanwijzerbehuizing.
1Richtingaanwijzerbehuizing
2Sluitmoer (uit de set)
3Lens verwijderen
Afbeelding 4. Sluitmoer uit set monteren
7. Zie Afbeelding 5. Leid de draden van de passinglamp door de nieuwe sluitmoer de richtingaanwijzer in. Schroef de passinglamp op de richtingaanwijzer. Mogelijk moet de passinglampsteun los worden losgemaakt en voorover gekanteld om voldoende speling te hebben om de lamp te kunnen draaien.
1Leid de draden van de passinglamp door de sluitmoer de richtingaanwijzer in
2Passinglampsteun
3Richtingaanwijzer
Afbeelding 5. Passinglamp op richtingaanwijzer monteren
8. Zie Afbeelding 6. Stap iets naar achteren als de richtingaanwijzer op zijn plaats zit om te kijken of alles goed uitgelijnd is. Leid de draad van de passinglamp door de contramoer (onderdeelnr. 7912) en zet de moer op zijn plaats.
1Draad passinglamp
2Contramoer
Afbeelding 6. Contramoer monteren
9. Leid de draad van de passinglamp verder naar buiten door de doorvoertule in de richtingaanwijzerbehuizing (dezelfde route als de bedrading van de richtingaanwijzer).
10. Zie Afbeelding 7. Breng beide draden van de passinglamp naar de verbinder. Knip de draden op de juiste lengte af, waarbij u ongeveer 25,4 mm (1 in) van de draad langs de stootverbinder uit laat steken. Snijd de kabelbuis op ongeveer 38,1 mm (1-1/2 in) van het uiteinde van de draad af.
11. Verwijder ongeveer 9,5 mm (3/8 in) van de isolatie van het uiteinde van de draden van de passinglamp.
12. Steek de uiteinden van de twee draden van de passinglampen in de elektrische verbinder en klem de draden met een H-D 38125-8 Krimpgereedschap in de verbinder.
1Krimpkous
2Zwarte draad
3Afgedichte stootverbinders
4Draadbuis
5Draden passinglamp
Afbeelding 7. Bedrading passinglamp aansluiten
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
WAARSCHUWING
Zorg dat u de instructies van de fabrikant volgt wanneer u het Robinair heteluchtpistool of een ander stralingswarmteapparaat gebruikt. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00379a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
  • Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
OPMERKING
Bescherm de krimpkous tegen de warmtebron terwijl u de elektrische verbinder opwarmt.
13. Schuif de krimpkous (1) weg van de stootverbinder en verwarm de geklemde stootverbinder met behulp van de UltraTorch UT-100 (H-D 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een stralingswarmteapparaat. Richt de warmte vanuit het midden van de krimp naar de krimpuiteinden aan de buitenkant toe, totdat het krimpmiddel aan beide uiteinden van de verbinder naar buiten treedt. Laat de verbinder afkoelen.
14. Schuif de krimpkous over de stootverbinder en verwarm de krimpkous met behulp van de UltraTorch UT-100 (H-D 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een stralingswarmteapparaat om de stootverbinding in te kapselen. Verwarm de krimpkous vanuit het midden naar beide uiteinden toe.
MEDEDELING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen om beschadiging van de bedrading of kortsluiting te voorkomen, die het elektrische systeem kunnen beschadigen. (00579b)
15. Plaats de kabelboom langs de bovenste voorvorkpoot en bevestig hem met kabelbinders.
16. Test de werking van richtingaanwijzers en rijverlichting. Als de werking niet juist is, controleer dan of de draadsplitsingen goed werden uitgevoerd.
17. Lijn het geheel uit en draai alle bevestigingsmaterialen vast. Vervang de lens op de richtingaanwijzer. Gebruik hiervoor Loctite 243 (blauw).
B. Standaard richtingaanwijzer met drie draden verplaatsen:
OPMERKING
Knip eerst de draadbinders door waarmee de draden bevestigd zijn en controleer of de draden lang genoeg zijn om de onderkant van de passinglampsteun te bereiken. Knip dan pas de draden bij de richtingaanwijzer door. Voer de stappen 1 t/m 14 uit als de draden te kort zijn. Als de draden lang genoeg zijn, ga naar stap 16.
  1. Knip zorgvuldig 101,6 mm (4 in) van de draadommanteling om de draden van de rechter richtingaanwijzer.
  2. Knip de richtingaanwijzerdraden op de volgende lengten af van de richtingaanwijzer.
    1. Blauwe draad: 31,7 mm (1-1/4 in) vanaf de richtingaanwijzer
    2. Paarse draad: 57,7 mm (2-1/4 in) vanaf de richtingaanwijzer
    3. Zwarte draad: 82,5 mm (3-1/4 in) vanaf de richtingaanwijzer
  3. OPMERKING
    De draden worden op verschillende lengte afgeknipt zodat de stootverbinders ten opzichte van elkaar verschoven zijn en er een dikke bult in de kabelboom wordt voorkomen.
  4. Strip 9,5 mm (5/16 in) isolatie van de afgesneden uiteinden van de drie richtingaanwijzerkabels die in stap 2 afgesneden waren.
  5. Klem stootverbinders uit de kit op de drie draden die van de motorfiets komen.
  6. Knip een stuk van 152,4 mm (6 in) van de zwarte, blauwe en paarse draden in de set af.
  7. Strip 9,5 mm (5/16 in) isolatie van één uiteinde van elk van de overbruggingsdraden, verbind de draden met gelijke kleur aan elkaar en krimp de draden in de stootverbinders (vanaf de motorfiets) die in stap 4 gemonteerd zijn.
  8. Schuif krimpkous uit de set over de klemverbindingen. Activeer de krimpkous met een heteluchtpistool of een haardroger.
  9. Knip een stuk plastic buis met een binnendiameter van 9,5 mm (5/16 in) uit de set af. Let op dat de buis voldoende lang is.
  10. Schuif deze buis over de drie draden die in stap 6 zijn aangesloten en over de bestaande draadbuis.
  11. Knip de drie aangesloten draden op de juiste lengte af om deze aan de draden van de richtingaanwijzer te verbinden. Let er goed op dat er genoeg speling is om de kabelboom langs de bovenste voorvorkpoot te leiden.
  12. Schuif krimpkous over de drie draaduiteinden.
  13. Strip 9,5 mm (5/16 in) isolatie van de resterende draaduiteinden en verbind gelijk gekleurde draden aan de richtingaanwijzer met stootverbinders uit de set.
  14. Verwarm de krimpkous met een UltraTorch UT-100, een heteluchtpistool of een föhn en let op het volgende:
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
WAARSCHUWING
Zorg dat u de instructies van de fabrikant volgt wanneer u het Robinair heteluchtpistool of een ander stralingswarmteapparaat gebruikt. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00379a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
  • Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
  1. Schuif de plastic buis met de binnendiameter van 9,5 mm (5/16 in), die in stap 9 gemonteerd is, over alle nieuwe verbindingen heen.
  2. Herhaal stappen 1 t/m 14 voor de richtingaanwijzer aan de andere kant.
  3. Als er al een passinglamp op de motorfiets gemonteerd is, moet de draad van de passinglampset in de buurt van de stuurklem zo dicht mogelijk bij de stootverbinder worden afgeknipt. Knip de stootverbinder af. Deze wordt door een nieuwe stootverbinder uit de set vervangen. Knip de draadbinders door waarmee de draad aan de voorvorkpoten bevestigd is. Zie Afbeelding 3. Maak de sluitmoer volgens de afbeelding los van de passinglamp en gooi de sluitmoer weg.
  4. Zie Afbeelding 4. Monteer de sluitmoer (onderdeelnr. 68323-01) uit de set op de richtingaanwijzerbehuizing en druk deze op zijn plaats. Verwijder de lens van de richtingaanwijzerbehuizing.
  5. Zie Afbeelding 5. Leid de draden van de passinglamp door de nieuwe sluitmoer de richtingaanwijzer in. Schroef de passinglamp op de richtingaanwijzer. Mogelijk moet de passinglampsteun los worden losgemaakt en voorover gekanteld om voldoende speling te hebben om de lamp te kunnen draaien.
  6. Zie Afbeelding 6. Stap iets naar achteren als de richtingaanwijzer op zijn plaats zit om te kijken of alles goed uitgelijnd is. Leid de draad van de passinglamp door de contramoer (onderdeelnr. 7912) en zet de moer op zijn plaats.
  7. Leid de draad van de passinglamp verder naar buiten door de doorvoertule in de richtingaanwijzerbehuizing (dezelfde route als de bedrading van de richtingaanwijzer).
  8. Bevestig de draad van de passinglamp met een draadbinder aan de richtingaanwijzerdraadbuis van 9,5 mm (5/16 in).
  9. Zie Afbeelding 7. Breng beide draden van de passinglamp naar de verbinder. Knip de draden op de juiste lengte af, waarbij u ongeveer 25,4 mm (1 in) van de draad langs de gesealde stootverbinder uit laat steken. Snijd de kabelbuis op ongeveer 38,1 mm (1-1/2 in) van het uiteinde van de draad af.
  10. Verwijder ongeveer 9,5 mm (3/8 in) van de isolatie van het uiteinde van de draden van de passinglamp.
  11. Steek de uiteinden van de twee draden van de passinglampen in de elektrische verbinder en klem de draden met een H-D 38125-8 Krimpgereedschap in de verbinder.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van gasbranders. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00465c)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
  • Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
OPMERKING
Bescherm de krimpkous tegen de warmtebron terwijl u de elektrische verbinder opwarmt.
18. Schuif de krimpkous (1) weg van de stootverbinder en verwarm de geklemde stootverbinder met behulp van de UltraTorch UT-100 (H-D 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een stralingswarmteapparaat. Richt de warmte vanuit het midden van de krimp naar de krimpuiteinden aan de buitenkant toe, totdat het krimpmiddel aan beide uiteinden van de verbinder naar buiten treedt. Laat de verbinder afkoelen.
19. Schuif de krimpkous over de stootverbinder en verwarm de krimpkous met behulp van de UltraTorch UT-100 (HD 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een stralingswarmteapparaat om de stootverbinder in te kapselen. Verwarm de krimpkous vanuit het midden naar beide uiteinden toe.
WAARSCHUWING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen. Hierdoor voorkomt u beschadiging van de bedrading of kortsluiting, waardoor de controle over de motorfiets verloren kan gaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00554b)
20. Plaats de kabelboom langs de bovenste voorvorkpoot en bevestig hem met kabelbinders.
21. Test de werking van richtingaanwijzers en rijverlichting. Als de werking niet juist is, controleer dan of de draadsplitsingen goed werden uitgevoerd.
22. Lijn het geheel uit en draai alle bevestigingsmaterialen vast. Vervang de lens op de richtingaanwijzer. Gebruik hiervoor Loctite 243 (blauw).
C. Bullet richtingaanwijzer met drie draden verplaatsen:
OPMERKING
Op de 2001 FXDX en alle andere modellen met bullet richtingaanwijzers moet de richtingaanwijzer uit elkaar worden gehaald en moeten de doorvoertules uit de set gemonteerd worden.
1. Volg de instructies in de betreffende servicehandleiding op en verwijder de brandstoftank.
OPMERKING
Schrijf zorgvuldig op hoe de draden lopen voordat u deze verwijdert. Let vooral goed op de plaats van de draadbinders die vervangen moeten worden. Als u de volgende stap uitvoert moet u voordat u de penklemmen uit de connector haalt, de locaties ervan zorgvuldig opschrijven.
2. Pak de connector van de richtingaanwijzers voor (trek deze uit de bovenste framebuis) en neem de twee helften uit elkaar. Knip de draadbinders om de draadbuis van de richtingaanwijzerdraadboom. Zie de bijlage in de servicehandleiding over de Amp meervoudige connectoren en verwijder de penklemmen uit de connector (voor de richtingaanwijzers) zodat de draadboom vrij komt. Laat de draadbuis op zijn plaats zitten.
3. Maak de bestaande doorvoertule uit de richtingaanwijzerbehuizing los, knip de doorvoertule voorzichtig door en verwijder deze van de draadboom.
4. Zie Afbeelding 8. Schuif een nieuwe doorvoertule (onderdeelnr. 11443) uit de set over de richtingaanwijzerdraadboom en zet deze op de afgebeelde plaats. Monteer de doorvoertule in de richtingaanwijzerbehuizing. Maak de doorvoertule een beetje nat om deze gemakkelijker te monteren.
Afbeelding 8. Montage doorvoertule uit set
5. Als er al een passinglamp op de motorfiets gemonteerd is, moet de draad van de passinglampset in de buurt van de stuurklem zo dicht mogelijk bij de stootverbinder worden afgeknipt. Knip de stootverbinder af. Deze wordt door een nieuwe stootverbinder uit de set vervangen. Zie Afbeelding 3. Verwijder de sluitmoer van de passinglamp en gooi de sluitmoer weg.
6. Verwijder de lens van de richtingaanwijzerbehuizing.
7. Zie Afbeelding 9. Leid de draden van de passinglamp door de nieuwe sluitmoer en monteer de nieuwe sluitmoer (onderdeelnr. 68323- 01) op de schroefdraad van de passinglamp. Draai de sluitmoer vast.
8. Draai de contramoer volgens de afbeelding op de schroefdraad van de sluitmoer.
1Sluitmoer
2Contramoer
3Draad passinglamp
Afbeelding 9. Montage sluitmoer en contramoer
9. Maak met een kleine schroevendraaier het binnenhuis van de richtingaanwijzer los en demonteer dit om de draad door te kunnen voeren.
OPMERKING
Bij de volgende stap moet een steeksleutel worden gebruikt om de contramoer goed te kunnen bereiken.
10. Zie Afbeelding 10. Schroef de richtingaanwijzer op de sluitmoer totdat deze vastzit en draai de richtingaanwijzer dan net genoeg terug om de lampbehuizingen naar voren uit te lijnen. Draai de contramoer tegen de richtingaanwijzerbehuizing om deze vast te zetten.
OPMERKING
De doorvoertule uit deze set sluit niet waterdicht af. Water dat de richtingaanwijzerbehuizing binnendringt, moet weg kunnen lopen. Voor deze waterafvoer moeten de stappen a en b zorgvuldig worden uitgevoerd.
1Richtingaanwijzerbehuizing
2Contramoer
Afbeelding 10. Montage richtingaanwijzer
11. Zie Afbeelding 11. Leid de draad van de passinglamp door de doorvoertule in de richtingaanwijzerbehuizing.
a. Zie Afbeelding 12. Identificeer de 3 sleuven voor het uitlijnen van de O-ring pakking met de richtingaanwijzerbehuizing. Knip een stukje van ongeveer 9,5 mm (3/8 in) uit de onderkant van de O-ring bij de middelste sleuf.
b. Zie Afbeelding 13. Monteer de O-ring en het binnenhuis in de richtingaanwijzerbehuizing en zorg dat de opening in de pakking volgens de afbeelding onderaan zit.
c. Zie Afbeelding 14. Monteer de richtingaanwijzerlens volgens de afbeelding met de sleuven naar onderen op dezelfde plaats als de sleuf in de O-ring.
Afbeelding 11. Draden passinglamp leiden
1O-ring
2Stukje van 9,5 mm (3/8 in)
Afbeelding 12. O-ring aanpassen
Afbeelding 13. Montage O-ring
Afbeelding 14. Montage richtingaanwijzerlens (onderaanzicht)
12. Leid de draden van de richtingaanwijzer terug naar de connector (in de bovenste framebuis) en zet deze naar behoefte met draadbinders vast.
OPMERKING
In bepaalde gevallen kunnen de draden te kort zijn en komen deze niet tot aan de connector. Voer in dat geval de stappen 11 t/m 24 uit. Ga verder met stap 24 als de draden lang genoeg zijn.
13. Knip de draden van de richtingaanwijzer (aan de kant van de aansluiting) op de volgende lengte af:
a. Blauwe draad: 31,7 mm (1-1/4 in) vanaf de aansluiting.
b. Paarse draad: 57,1 mm (2-1/4 in) vanaf de aansluiting.
c. Zwarte draad: 82,5 mm (3-1/4 in) vanaf de aansluiting.
OPMERKING
De draden worden op verschillende afstanden afgeknipt om de stootverbinders achter elkaar te plaatsen zodat geen dikke bult in de draadboom ontstaat.
14. Strip 7,9 mm (5/16 in) isolatie van de afgesneden uiteinden van de drie draden.
15. Klem stootverbinders uit de set op de drie korte uiteindes van de draden.
16. Meet drie stukken blauwe, paarse en zwarte draad uit de kit af van elk 15 cm (6 in) om de draden tot de connector te verlengen.
17. Strip 7,9 mm (5/16 in) isolatie van één uiteinde van elk van de drie draden. Klem de draden in de stootverbinders die in stap 13 zijn gemonteerd. Let op dat deze verbinding maken met de draden van dezelfde kleur.
18. Schuif krimpkous uit de set over de klemverbindingen.
19. Knip een passend stuk van de plastic buis met een binnendiameter van 7,9 mm (5/16 in) uit de set.
20. Schuif de plastic buis over de drie draden die in stap 15 zijn aangesloten en over de bestaande draadbuis.
21. Knip de drie aangesloten draden op de juiste lengte af om deze aan de draden van de richtingaanwijzer te verbinden. Let er goed op dat er genoeg speling is om de kabelboom langs de bovenste voorvorkpoot te leiden.
22. Schuif krimpkous over de drie draaduiteinden.
23. Strip 7,9 mm (5/16 in) isolatie van de overblijvende stukken draad en verbind gelijk gekleurde draden aan de richtingaanwijzer met gesealde stootconnectors uit de set.
24. Schuif de krimpkous over de in de stappen 15 en 21 gemonteerde connectoren. Verwarm de krimpkous met een UltraTorch UT-100, een heteluchtpistool of een föhn en let op het volgende:
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van gasbranders. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00465c)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
  • Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
  1. Schuif de plastic buis met binnendiameter van 7,9 mm (5/16 in) die in stap 18 geplaatst is, over alle nieuwe verbindingen.
  2. Sluit het signaal van de richtingaanwijzer weer aan volgens de instructies uit de bijlage in de servicehandleiding over de Amp meervoudige elektrische connectoren.
  3. Bevestig de bedrading met een draadbinder aan de buis met binnendiameter van 7,9 mm (5/16 in) naast de richtingaanwijzer.
  4. Herhaal de stappen 1 t/m 25 om de richtingaanwijzer aan de andere kant aan te sluiten.
  5. Zie Afbeelding 7. Breng beide draden van de passinglamp naar de verbinder. Knip de draden op de juiste lengte af, waarbij u ongeveer 25 mm (1 in) van de draad langs de stootverbinder uit laat steken. Snijd de draadbuis op ongeveer 38 mm (1-1/2 in) van het uiteinde van de draad af.
  6. Verwijder ongeveer 10 mm (3/8 in) van de isolatie van het uiteinde van de draden van de passinglamp.
  7. Steek de uiteinden van de twee draden van de passinglampen in de elektrische verbinder en klem de draden met een H-D 38125-8 Krimpgereedschap in de verbinder.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
WAARSCHUWING
Zorg dat u de instructies van de fabrikant volgt wanneer u het Robinair heteluchtpistool of een ander stralingswarmteapparaat gebruikt. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00379a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem.
  • Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
OPMERKING
Bescherm de krimpkous tegen de warmtebron terwijl u de elektrische verbinder opwarmt.
25. Schuif de krimpkous (1) weg van de stootverbinder en verwarm de geklemde stootverbinder met behulp van de UltraTorch UT-100 (H-D 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een stralingswarmteapparaat. Richt de warmte vanuit het midden van de krimp naar de krimpuiteinden aan de buitenkant toe, totdat het krimpmiddel aan beide uiteinden van de verbinder naar buiten treedt. Laat de verbinder afkoelen.
26. Schuif de krimpkous over de stootverbinder en verwarm de krimpkous met behulp van de UltraTorch UT-100 (HD 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een stralingswarmteapparaat om de stootverbinder in te kapselen. Verwarm de krimpkous vanuit het midden naar beide uiteinden toe.
WAARSCHUWING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen. Hierdoor voorkomt u beschadiging van de bedrading of kortsluiting, waardoor de controle over de motorfiets verloren kan gaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00554b)
27. Plaats de kabelboom langs de bovenste voorvorkpoot en bevestig hem met kabelbinders.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a)
28. Sluit de accukabels weer aan (pluskabel eerst). Test de werking van richtingaanwijzers en rijverlichting. Als de werking niet juist is, controleer of de draden juist zijn aangesloten.
29. Lijn het geheel uit en draai alle bevestigingsmaterialen vast.
30. Raadpleeg de servicehandleiding. Installeer de brandstoftank.
Afbeelding 15. Serviceonderdelen
Tabel 1. Serviceonderdelen
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Binder, draad (6)
10006
2
Draad, 2 aders (verschillende kleuren)
32695-87
3
Afstandsstuk, spiegelsteun
5774
4
Krimpkous (12)
67113-83
5
Sluitmoer, passinglamp/richtingaanwijzer (2)
68323-01
6
Connector (12)
70581-73
7
Borgring, binnenvertanding (3)
7127
8
Dopmoer
7736
9
Tegenmoer (2)
7912
10
Doorvoertule (2)
11443
11
Bout, bolkop (2)
4351
12
Krimpkous 7,9 mm (5/16 in)
72266-94
13
Buis, plastic 7,9 mm (5/16 in)
70510-95
14
Stootverbinder, geseald
70586-93
15
Draad, 18 gauge (1,024 mm) (zwart) niet afgebeeld
niet verkocht/niet afgebeeld
16
Draad, 18 gauge (1,024 mm) (paars) niet afgebeeld
niet verkocht/niet afgebeeld
17
Draad, 18 gauge (1,024 mm) (blauw)
niet verkocht/niet afgebeeld