1. | Verwijder de passagiersvoetsteunen, indien aanwezig. | |||||
2. | Ondersteun het frame met blokken, zodat het achterwiel van de vloer getild is. | |||||
3. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de drie zelftappende schroeven (2) en verwijder de steenslaggeleider (1) aan de linkerkant van de motorfiets. |
Afbeelding 1. Verwijderen van de steenslaggeleider | ||||
4. | Zie Afbeelding 2. Verwijder de borgveer (1) van de linkerzijde van de achteras. Draai de achterste asmoer (2) los, maar verwijder deze niet. | |||||
5. | Draai de asafstellers (3) aan beide zijden van het achterwiel ongeveer evenveel linksom, om het achterwiel naar voren te bewegen en speling in de aandrijfriem te verkrijgen. |
1 | Borgveer |
2 | Achterste asmoer |
3 | Achterasafsteller (2) |
6. | Zie Afbeelding 3. Verwijder de voorste (1) en achterste (2, 3) bevestigers van de bovenste riembeschermer en verwijder de bovenste riembeschermer voorzichtig uit de motorfiets. |
Afbeelding 3. Verwijderen van de bovenste riembeschermer | ||||||||||
7. | Verwijder de twee zeskantige dopschroeven (4) waarmee de montagesteun (5) van de riembeschermer aan de achtervork bevestigd is. Gooi de steun en schroeven weg. | |||||||||||
8. | Zie Afbeelding 5. Verwijder de twee kunststofpluggen (B) uit de achtervork (A), indien aanwezig, en gooi deze weg. |
1. | Zie Afbeelding 5. Bevestig de linker voetsteunophangbeugel (2) zoals afgebeeld aan de montagelocatie en haal de schroeven (3) aan tot 34–47 N·m (25–35 ft-lbs). | |
2. | Bevestig de bovenste riembeschermer met de eerder verwijderde bevestigers. Draai de schroeven aan tot 34–47 N·m (25–35 ft-lbs). | |
3. | Bevestig de steenslaggeleider met de drie eerder verwijderde schroeven. Haal de schroeven aan tot 4,5–6,8 N·m (40–60 in-lbs). | |
4. | Monteer de rechter voetsteunophangbeugel (1) met de schroeven (3). Haal de schroeven aan tot 34-47 N·m (25-35 ft-lb). |
5. | Bij modellen zonder standaard voetsteunen: Monteer de voetsteunen volgens de instructies uit de set. OPMERKING Zie Afbeelding 4. De veerring (1) moet worden bevestigd tussen de tanden van de voetsteunophangbeugel samen met het uiteinde van de voetsteun. Voetsteunen moeten worden bevestigd in de beugel met de ronde kant (2) van het uiteinde aan de binnenkant. Wanneer voetsteunen goed zijn gemonteerd, klappen de voetsteunen omhoog (3) in een hoek van 45° naar de achterkant van de motorfiets. |
Afbeelding 4. Juiste installatie van de voetsteun | ||||||
6. | Bij modellen met standaard voetsteunen: Zie Afbeelding 5. Bevestig de passagiersvoetsteunen (D) aan elke voetsteunophangbeugel, zoals afgebeeld, met behulp van een zeskantige dopschroef (E), veerring (F) en borgmoer (G). Haal de moer aan tot 9,5–12,2 N·m (84–108 in-lbs). Herhaal dit voor de andere kant. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
Set 49249-06 | ||
1 | Ophangbeugel, passagiersvoetsteun, verchroomd (rechterkant) | 49250-06 |
2 | Ophangbeugel, passagiersvoetsteun, verchroomd (linkerkant) | 49251-06 |
3 | Schroef, bolkop (4) | Afzonderlijk verkrijgbaar |
Set 49088-09 | ||
1 | Ophangbeugel, passagiersvoetsteun, zwart (rechterkant) | 49224-06A |
2 | Ophangbeugel, passagiersvoetsteun, zwart (linkerkant) | 49230-06 |
3 | Schroef, bolkop, zelftappend, 3/8-16 x 1 inch (4) | 4059 |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set
inbegrepen: | ||
A | Achtervork | |
B | Gatafdekplug (2) | |
C | Montagesteun van de riembeschermer | |
D | Passagiersvoetsteun (2) | |
E | Dopschroef (2) | |
F | Veerring (2) | |
G | Zeskantige borgmoer (2) |