Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|
Borgmoer, zeskantig (2) | 7778 |
Bout, zeskantig (2) | 4017 |
Beugel, zadelverplaatsing (2) | 90239-99 |
Borgmoer, zeskantig (2) | 7739 |
Onderlegring, plat (2) | 6702 |
Onderlegring, plat (2) | 6701 |
1 | Passagiersvoetsteun |
2 | Standaard zadeltassteunbeugel |
3 | Zadeltassteun onderste voorpoot |
4 | Motorfiets steunframegedeelte |
5 | Voetsteunophangbeugel |
1 | Treeplank |
2 | Achterste decoratieve stang |
3 | Zadeltasverplaatsingsbeugel |
4 | Zadeltassteun onderste voorpoot |
5 | Treeplankmontagesteun |
1. | Raadpleeg de betreffende servicehandleiding en verwijder de zadeltas en zadeltassteunbeugel van één kant van de motorfiets. | |
2. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de passagiersvoetsteun (1) door de bout, moer en onderlegring van de ophangbeugel (5) te verwijderen. | |
3. | Als de achterste decoratieve stangset (49261-00 of 49258-00) moet worden geïnstalleerd, volg dan de instructies in die set voor het bevestigen van de bovenflens van de decoratieve stang aan de achterste spatbordsteun. | |
4. | Zie Afbeelding 2. Plaats het 3/8-inch ronde gat van de zadeltasverplaatsingsbeugel (uit de set) tegen het binnenvlak van het motorfietsframegedeelte op de plek waar de passagiersvoetsteun (of passagierstreeplankdrager) is bevestigd. Als de decoratieve stang wordt geïnstalleerd, plaats dan de onderflens van de decoratieve stang tegen het binnenvlak van de verplaatsingsbeugel. | |
5. | Bepaal uw model motorfiets en volg de daarvoor geldende, onderstaande installatieprocedure: | |
6. | Bij modellen met passagiersvoetsteun en
zadeltasverplaatsingsbeugel, zie Afbeelding 2. Bij modellen met passagiersvoetsteunen en
gereedschapskist:Bij modellen met passagierstreeplankset (50602-00), zie Afbeelding 3. a. Steek de 3/8-16 bolkopbout uit de decoratieve stangset door de voetsteunophangbeugel. b. Maak de ophangbeugel aan het frame vast. Haal de bout aan tot 61 N·m (45 ft-lbs). c. Plaats de zadeltasverplaatsingsbeugel over de bout. d. Plaats de onderflens van de decoratieve stang over de bout. e. Maak de 3/8-16 borgmoer vast aan het uiteinde van de bout. Haal de moer aan tot 61 N·m (45 ft-lbs). f. Monteer de voetsteun. g. Indien niet reeds bevestigd, maak het losse uiteinde (met sleufgat) van de verplaatsingsbeugel vast aan de onderste voorpoot van de zadeltassteun met de bout, onderlegring en borgmoer uit deze set. Haal de borgmoer aan tot 23–25 N·m (17–19 ft-lbs). h. Draai de voetsteundrager aan tot 47,5–61 N·m (35–45 ft-lbs). i. Draai de 3/8-16 zeskantige bolkopbout uit de decoratieve stangset, vanaf de binnenkant van de motorfiets, door het gat in de onderflens van de decoratieve stang, zadeltasverplaatsingsbeugel in het motorfietsframegedeelte. Haal de bout aan tot 61 N·m (45 ft-lbs). j. Bevestig het afstandsstuk van de passagiersvoetsteun aan het uiteinde van de bout. Draai het voetsteunafstandsstuk aan tot 61 N·m (45 ft-lbs). k. Bevestig de passagiersvoetsteunophangbeugel aan het uiteinde van het voetsteunafstandsstuk. Aanhalen tot 61 N·m (45 ft-lbs). l. Monteer de voetsteun. m. Indien niet reeds bevestigd, maak het losse uiteinde (met sleufgat) van de verplaatsingsbeugel vast aan de onderste voorpoot van de zadeltassteun met de bout, onderlegring en borgmoer uit deze set; haal de borgmoer aan tot 23–25 N·m (17–19 ft-lbs). n. Volg de instructies in de treeplankset voor het bevestigen van de treeplank aan de treeplankdrager. o. Steek de montagebout van de passagierstreeplank door de gaten in de gereedschapskistbeugel (indien bevestigd), motorfietsframegedeelte, zadeltasverplaatsingsbeugel en onderflens van de decoratieve stang (indien bevestigd). Controleer of de 'gevorkte' beugel op de treeplankdrager vastzit in de zeskantige kop van de scharnierbout van de achtervering. p. Draai de platte onderlegring en zeskantige borgmoer (3/8-16) vingervast aan het uiteinde van de montagebout. q. Maak het losse uiteinde (met sleufgat) van de verplaatsingsbeugel vast aan de onderste voorpoot van de zadeltassteun met de bout, onderlegring en borgmoer uit deze set. Haal de borgmoer aan 23–25 N·m (17–19 ft-lbs). r. Haal de borgmoer van de treeplankmontagebout aan tot 61 N·m (45 ft-lbs). s. Volg de instructies in de treeplankset voor het bevestigen van de treeplank aan de treeplankdrager. | |
7. | Maak de zadeltas vast aan de motorfiets. | |
8. | Herhaal stap 1 t/m 6 voor het bevestigen van de zadeltasverplaatsingsbeugel op de andere kant van de motorfiets. |
1 | Treeplankbeugel |
2 | Scharnierbout achtervering |
3 | 'Gevorkte' beugel |
4 | Zadeltasverplaatsingsbeugel |
5 | Zadeltassteun |
6 | Treeplankmontagesteun |
7 | Motorfiets steunframegedeelte |