1. | Breng de motorfiets omhoog en ondersteun deze zodanig dat het voorwiel de vloer niet raakt en de voorvorken volledig zijn uitgeschoven. OPMERKING Verwijder de remklauw van de onderste voorvorkpoot. Verwijder NIET de remleiding van de remklauw. |
Afbeelding 1. Voorvork | ||||||||||||||||||||||
2. | Verwijder het voorwiel. Zie VOORWIEL: FLSTC/FLSTF/FLSTN in de servicehandleiding. | |||||||||||||||||||||||
3. | Verwijder het voorspatbord. Zie VOORSPATBORD in de servicehandleiding. | |||||||||||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de onderste voorvorkpootkap (1), afstandsring (2) en de oliekeerring (3) van de bovenkant van één vork. Bewaar de kap en de afstandsring. De oliekeerring kunt u weggooien. | |||||||||||||||||||||||
5. | Draai de balhoofdplaatbout (4) los en trek de vork uit de steunen. | |||||||||||||||||||||||
6. | Herhaal stap 4 en 5 voor de andere voorvorkpoot. OPMERKING Wees voorzichtig en beschadig de O-ring niet. | |||||||||||||||||||||||
![]() Draag bij onderhoudswerkzaamheden aan de voorvork een veiligheids- of stofbril. Verwijder geen bovenste voorvorkpootkappen zonder de voorbelaste veer te ontlasten, anders kunnen kappen en veren wegspringen waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00297a) | ||||||||||||||||||||||||
7. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de bovenste voorvorkplug (5) en de O-ring (6). Trek de veer (7) uit de onderste voorvorkpoot (9). Verwijder de aftapschroef en de onderlegring (11) en tap de vork af. Plaats de aftapschroef en de onderlegring en haal deze aan tot 5,9-8,9 N·m (52-78 in-lb). | |||||||||||||||||||||||
8. | Herhaal stap 7 voor de andere voorvork. OPMERKING De Profile® lage voorveringsset vereist een andere hoeveelheid H-D TYPE E VORKOLIE dan in de servicehandleiding is aangegeven. OPMERKING Controleer het oliepeil vanaf de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot met de voorvorkveer verwijderd en de vork volledig ingedrukt. | |||||||||||||||||||||||
9. | Zie VOORVORKOLIE in de servicehandleiding, maar vervang deze met de onderstaande hoeveelheden. Vul de voorvorkpoten met de Harley-Davidson TYPE E VORKOLIE: |
1. | Klap de zijstandaard in (omhoog). | |||||||||
![]() Draag bij het installeren of verwijderen van veren een veiligheids- of stofbril. Door veerspanning kunnen de veer, daaraan verbonden onderdelen en/of handgereedschap worden weggeslingerd, wat dodelijk of ernstig letsel kan veroorzaken. (00477c) | ||||||||||
2. | Zie Afbeelding 3. Maak de zijstandaardveer (A) los van de motorfiets. Verwijder de zeskantbout (B), borgring (C), platte onderlegring (D) en pootstop (E) van het schroefeinde van de zijstandaardpoot. Gooi de zijstandaard weg, maar bewaar alle andere onderdelen. | |||||||||
3. | Reinig en inspecteer de bevestigingsmiddelen en montagesteun van de zijstandaard op slijtage en schade. Als onderdelen moeten worden vervangen, raadpleeg dan het hoofdstuk Zijstandaard in uw servicehandleiding voor de vervangingsprocedures. | |||||||||
![]() Als de pootaanslag onjuist wordt gemonteerd, kan door overmatige slijtage de motorfiets van de zijstandaard vallen, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00479b) | ||||||||||
4. | Installeer de nieuwe zijstandaard (2) uit de set op de montagesteun op de motorfiets. Zorg dat de zijstandaard helemaal naar voren (omlaag) staat en breng de pootstop (E) op het rechthoekige uiteinde aan. Zorg dat de gedrukte tekst 'DOWN SIDE' (onderkant) op de pootstop naar onderen wijst. Controleer of de lange zijde van de pootstop naar de achterkant van de motorfiets wijst (zie Afbeelding 2). Bevestig met de platte onderlegring (D), borgring (C) en bout (B) die u eerder hebt verwijderd. |
Afbeelding 2. Richting pootstop (helemaal naar voren) | ||||||||
5. | Installeer de zijstandaardveer (A). Haal de bout (B) aan tot 16,3-20,3 N·m (144-180 in-lb). | |||||||||
6. | Steek het stootrubber (3) uit de set in het gat in het opstaande uiteinde van de zijstandaardpoot. | |||||||||
7. | Klap de zijstandaardpoot een aantal keer in en uit om te controleren of deze goed functioneert. De zijstandaard moet geheel vrij en volledig kunnen worden in- en uitgeklapt. | |||||||||
![]() De zijstandaard wordt vergrendeld wanneer deze helemaal naar voren (omlaag) wordt geplaatst met het motorgewicht erop. Indien de zijstandaard niet helemaal naar voren (omlaag) staat met het motorgewicht erop gezet, dan kan de motor omvallen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00006a) ![]() De zijstandaard moet volledig omhoog zijn gezet, voordat er met de motorfiets wordt gereden. Als de zijstandaard niet volledig omhoog is gezet, kan deze het wegdek raken, waardoor de bestuurder de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00007a) ![]() Parkeer de motorfiets altijd op een vlak, stevig oppervlak. Een ongebalanceerde motorfiets kan omvallen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00039a) | ||||||||||
8. | Klap de zijstandaard helemaal naar voren (omlaag). Verwijder de steun voorzichtig vanaf de onderkant van het motorfietsframe en laat de motorfiets op de zijstandaard rusten. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Voorvering (Profile® lage) (2) | 54597-94 |
2 | Zijstandaard, laag | 50175-95 |
3 | Stootrubber | 62123-66A |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen: | ||
A | Zijstandaardveer | |
B | Bout | |
C | Borgring | |
D | Platte onderlegring | |
E | Zijstandaardpootstop |