Verwijder de schroef uit één originele passinglampsierring en verwijder de ring.
Zie Afbeelding serviceonderdelen. Verwijder de schroef (3) en moer (2) uit de accessoire sierring (1) en leg deze tijdelijk opzij.
Indien niet reeds aanwezig, plaats de rubberen strip (4) in de sierring. Plaats de rubberen strip op zodanige wijze, dat de opening hiervan tegenover de spleet in de sierring gelegen is, zoals afgebeeld.
Plaats de afgedichte passinglampeenheid (C) in de nieuwe sierring met gemonteerde rubberen strip.
OPMERKING
U kunt de lampeenheid iets draaien om het plaatsen hiervan te vergemakkelijken.
Plaats de onderkant van de lampeenheid zodanig dat deze op één lijn ligt met de spleet in de sierring.
Voor modellen vanaf 2002: Plaats de adapterring (D) op het passinglamphuis, waarbij het lipje van de ring op één lijn moet liggen met de inkeping in het lamphuis. Plaats de sierring en de lamp op de adapterring, waarbij het lipje (of lipjes) op de achterkant van de glazen lampeenheid op één lijn met de inkepingen in de adapterring moet(en) liggen. Voor modellen vanaf 1962 t/m 2001: Plaats de sierring en de lamp op het passinglamphuis, waarbij het lipje (of lipjes) op de achterkant van de glazen lampeenheid op één lijn met de inkepingen in het passinglamphuis moet(en) liggen.
Plaats de schroef en moer in de sierring en haal deze stevig aan.
Herhaal stappen 1 t/m 7 voor de tweede passinglamp.