1. | Scheid de twee helften van de bevestigingsbeugel met behulp van een 3/32 inch inbussleutel. | |||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Plaats de beugelhelften over het verbindingspunt en maak deze weer vast. Als de beugel niet strak over het verbindingspunt zit, verwijder dan de beugel en bevestig de twee stukken tape (in de set inbegrepen) op het binnenoppervlak van elke beugelhelft. Als de beugel daarna nog niet strak over het verbindingspunt zit, breng dan zwarte isolatietape aan rondom het verbindingspunt, totdat de beugel wel goed vastzit. Plaats de beugel weer terug en draai de inbusbouten vast. | Afbeelding 1. Installeren van de stuurbevestigingsbeugel
Afbeelding 2. Plaatsbepaling van de stelschroef |
1. | Zie Afbeelding 2. Plaats de banjoboutdop (3) over de banjobout en zorg er daarbij voor dat de stelschroef (1) contact maakt met het platte oppervlak (2) van de banjobout. | |||||
2. | Zie Afbeelding 3. Draai de stelschroef met een 5/64 inch inbussleutel vast zodat de dop stevig op zijn plaats wordt gehouden. | |||||
3. | Zie Afbeelding 4. De banjoboutdop (1) is zodanig geplaatst dat de stelschroef (2) naar de onderkant van de banjobout wijst. | Afbeelding 3. Geïnstalleerde banjoboutdop
Afbeelding 4. Locatie van de stelschroef op de banjoboutdop |