1 | Onderste balhoofdplaat |
2 | Balhoofd |
3 | Lager (2) |
4 | Stofafdichting, bovenste |
5 | Afstelmoer |
6 | Bovenste balhoofdplaat |
7 | Borgring |
8 | Voorvorksteelmoer |
9 | Voorvorkpoot, rechterkant |
10 | Voorvorkpoot, linkerkant |
11 | Klembout (8) |
12 | Asinzetstuk met schroefdraad |
13 | Spatbordschroef (4) |
14 | Stofafdichting, onderste |
15 | Stelschroef, asinzetstuk |
16 | As |
17 | Standaard wielafstandsstuk (2) |
18 | Wiel |
19 | Standaard spatbord |
20 | Stelschroef, as |
21 | Askap |
22 | Stelschroef, stuurmoerkap |
23 | Stuurmoerkap |
24 | Voorvorkkap (2) |
25 | Lagerloopring (2) |
26 | Platte onderlegring (4) |
1. | Installeren van de bovenste balhoofdplaat (6). Monteer de nieuwe borgring (7) en de voorvorksteelmoer (8) losjes. Zorg ervoor dat het binnenste lipje van de borgring in de sleuf in de bovenste balhoofdplaat valt. | |
2. | Schroef vier balhoofdplaatklembouten (11) losjes in de bovenste balhoofdplaat (6). | |
3. | Schuif de rechter omgekeerde voorvorkpoot (9) naar boven door de boringen in de onderste en bovenste balhoofdplaten. Schuif de voorvorkpoot tegen de aanslag in de boring. Monteer de voorvorkkap (24) en haal de klembouten (11) van de bovenste balhoofdplaat voldoende aan voor het op zijn plaats houden van de voorvorkpoot. Herhaal dit voor de linker omgekeerde voorvork (10). | |
4. | Haal de voorvorksteelmoer (8) aan. Zorg ervoor dat de binnenste tand van de borgring (7) in de sleuf in de bovenste balhoofdplaat (6) valt. | |
5. | Monteer vier klembouten (11) in de onderste balhoofdplaat (1). | |
6. | Zorg ervoor dat het asinzetstuk met schroefdraad (12) in de ashouder van de linker voorvorkpoot (10) gemonteerd wordt. | |
7. | Breng Loctite 243 (blauw) aan op de schroefdraad van de stelschroef (15) van het asinzetstuk en draai de stelschroef in de onderzijde van de linker voorvorkpoot (10). Haal de stelschroef aan tot 68–75 N·m (50–55 ft-lbs). | |
8. | Breng Loctite 243 (blauw) aan op de vier spatbordschroeven (13) en monteer het standaard spatbord (19) met de schroeven en vier onderlegringen (26) aan de voorvorkpoten. Haal de schroeven aan tot 20,3–24,4 N·m (15–18 ft-lbs). | |
9. | Breng een laagje Loctite antivastloopsmeermiddel aan op de schroefdraad en het lageroppervlak van de as (16). OPMERKING Plaats de standaard afstandsstukken (17) in de juiste positie voordat u het voorwiel (18) monteert. Monteer het dikkere afstandsstuk aan de linkerzijde (remschijf) van het wiel. | |
10. | Monteer het voorwiel (18) en de afstandsstukken (17) met de nieuwe as (16) uit de set, waarbij u de as in de linker onderste voorvorkpoot schroeft. Haal de as aan tot 88–95 N·m (65–70 ft-lbs). | |
11. | Duw de voorvorkpoten meerdere malen in om klemming te voorkomen en de rechter voorvorkpoot op de as te centreren. | |
12. | Breng Loctite 243 (blauw) aan op de schroefdraad van de stelschroef (20) van de as en draai de stelschroef in de onderzijde van de rechter voorvorkpoot (9). Haal de stelschroef aan tot 68–75 N·m (50–55 ft-lbs). | |
13. | Bevestig de askap (21) aan het uiteinde van de as. OPMERKING Bevestig tijdens het installeren van de rechter stuurverhogerbout de eerder verwijderde massadraad aan de bovenste balhoofdplaat. | |
14. | Raadpleeg de betreffende servicehandleiding en bevestig de stuurverhogers, het stuur en de bedieningselementen. Voer de bedrading door het gat in de bovenste balhoofdplaat, tussen de stuurverhogers door. | |
15. | Raadpleeg de betreffende servicehandleiding en bevestig de voorremklauw. OPMERKING
| |
16. | Verwijder de remleiding van de voorrem en installeer de omvlochten remleidingset (45256-04) volgens de instructies uit de set. | |
17. | Raadpleeg de betreffende servicehandleiding voor het installeren van de koplamp. | |
18. | Monteer de linker en rechter reflectors aan de voorvorkpoten, net onder de onderste balhoofdplaat. | |
19. | Stel het wegvallen van de balhoofdlager af volgens de instructies in het hoofdstuk Wegvalafstelling balhoofdlager in dit instructieblad. | |
20. | Breng Loctite aan op de klembouten: a. Verwijder de klembouten uit de onderste balhoofdplaat. b. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de draden van de klembouten en bevestig deze opnieuw. c. Verwijder de klembouten van de bovenste balhoofdplaat, breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de draden en bevestig deze opnieuw. d. Haal de klembouten aan tot 25–27 N·m (18–20 ft-lbs). Draai aan elke kant van de bovenste balhoofdplaat eerst de bovenste klembout en daarna de onderste klembout vast. Draai aan elke kant van de onderste balhoofdplaat eerst de bovenste klembout en daarna de onderste klembout vast. Herhaal de aanhaalvolgorde. | |
21. | Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de stelschroef (22) van de kap van de voorvorksteelmoer. Monteer de kap (23) van de voorvorksteelmoer met de stelschroef op de voorvorksteelmoer. |
1. | Ondersteun de motorfiets zodat deze rechtop en horizontaal staat, met de voorzijde van de vloer getild. | |
2. | Zorg ervoor dat de bedrading, koppelings- of gaskabels geen effect op het draaien van de voorzijde hebben. | |
3. | Bevestig een geschikt markeringsmateriaal, zoals bijvoorbeeld afdektape, op het uiteinde van het spatbord. | |
4. | Plaats een wijzer, met het voetstuk stabiel op de vloer en de wijzer op het midden van het spatbord gericht. De voorkant dient recht vooruit te wijzen, alhoewel het balanspunt enigszins uit het midden kan liggen. | |
5. | Controleer de balhoofdlagerspanning: a. Klop tegen de zijkant van het spatbord tot de voorkant uit zichzelf begint weg te vallen. Markeer dit punt op de afdektape. b. Herhaal de vorige stap in de tegenovergestelde richting. c. Meet de afstand tussen de twee markeringen. | |
6. | De afstand tussen de twee wegvalmarkeringen moet tussen 25,4-50,8 mm (1,0-2,0 in) vallen. Draai de voorvorkafstelmoer vaster of losser tot de meting binnen de specificatie valt. a. Draai de klembouten van de bovenste balhoofdplaat los. b. Verwijder de kap van de voorvorksteelmoer, de voorvorksteelmoer en de borgring. c. Til de bovenste balhoofdplaat met bevestigd stuur en bedieningselementen voldoende omhoog om bij de afstelmoer te kunnen komen. d. Indien de meting meer dan 50,8 mm (2,0 in) bedraagt, draait u de afstelmoer losser. Indien de meting minder dan 25,4 mm (1,0 in) bedraagt, haalt u de afstelmoer aan. e. Plaats een geschikte ondersteuning onder het voorwiel om te voorkomen dat het wiel valt. f. Draai de klembouten in de onderste balhoofdplaat los. g. Zorg ervoor, dat de bovenste balhoofdplaat correct op het balhoofd rust, en vervolgens dat de voorvorkpoten correct in de boringen van de bovenste balhoofdplaat zitten. Draai de klembouten van de bovenste balhoofdplaat stevig vast. h. Monteer de voorvorksteelmoer en de borgring. Haal de voorvorksteelmoer aan tot 48–54 N·m (35–40 ft-lbs). Zorg ervoor dat de binnenste tand van de borgring in de sleuf van de bovenste balhoofdplaat valt. i. Buig één van de lipjes van de borgring tegen een vlakke zijde van de voorvorksteelmoer aan. j. Verwijder de klembouten uit de onderste balhoofdplaat. k. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de draden van de klembouten en bevestig deze opnieuw. l. Verwijder de klembouten van de bovenste balhoofdplaat, breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de draden en bevestig deze opnieuw. m. Haal de klembouten aan tot 25–27 N·m (18–20 ft-lbs). Draai aan elke kant van de bovenste balhoofdplaat, eerst de bovenste klembout en daarna de onderste klembout vast. Draai aan elke kant van de onderste balhoofdplaat eerst de bovenste klembout en daarna de onderste klembout vast. Herhaal de aanhaalvolgorde. n. Breng een kleine hoeveelheid Loctite 243 (blauw) aan op de stelschroef (22) van de kap van de voorvorksteelmoer. Monteer de kap (23) van de voorvorksteelmoer met de stelschroef op de voorvorksteelmoer. | |
7. | Herhaal stap 6 indien nodig. |
1. | Raadpleeg de betreffende servicehandleiding en ontlucht de voorremklauw. | |
WAARSCHUWING Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a) | ||
2. | Controleer of alle lampen, richtingaanwijzers en bedieningselementen goed werken. | |
3. | Raadpleeg de gebruikershandleiding om de koplamp af te stellen. |
1 | Schroefklauw |
2 | Beschermrubber |
3 | Kunststof knop |
1. | Zie Afbeelding 2. Pak de VOORVORKPOOTHOUDER (HD-41177). a. Klem het uiteinde van het gereedschap in de schroefklauw in een horizontale stand, waarbij de kunststof knoppen naar u toewijzen. b. Zie Afbeelding 3. Klem de onderste voorvorkpoot tussen de beschermrubbers aan de binnenzijde van het gereedschap in, met de bovenste voorvorkpoot aan de onderzijde. Draai de knoppen totdat de onderste voorvorkpoot stevig vastzit. OPMERKING Zie Afbeelding 3 voor stap 2 t/m 10. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
WAARSCHUWING Draag bij onderhoudswerkzaamheden aan de voorvork een veiligheids- of stofbril. Verwijder geen bovenste voorvorkpootkappen zonder de voorbelaste veer te ontlasten, anders kunnen kappen en veren wegspringen waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00297a) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Schroef de voorvorkplug (6) uit. De voorvorkplug wordt aan de bovenste voorvorkpoot (5) en de cartridge (1) geschroefd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | Draai de moer (17) los en verwijder de voorvorkplug (6). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | Trek de voorvorkveer omlaag en verwijder de veerplaat (11). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Plaats een opvangbak onder de voorvork. Draai de voorvork om en laat de olie eruit lopen. Draai de voorvork weer terug naar verticale stand. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | Verwijder de schroef en onderlegring (14). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | Verwijder de cartridge (1) en het voorspanningsafstandsstuk (16). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | Gebruik het VERWIJDERINGSGEREEDSCHAP WIELNAAFDEKSEL FLSTS/C (HD-41494) om de stofkap (13) en stofafdichting (4) los te maken. Schuif deze onderdelen omlaag naar de onderzijde van de voorvorkpoot. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | Duw de uiteinden van de sluitring (3) naar elkaar toe en verwijder de sluitring uit de inwendige groef in de bovenste voorvorkpoot (5). OPMERKING Gebruik de onderste voorvorkpoot als een slagtrekker indien u weerstand voelt: duw de onderste voorvorkpoot eerst in de bovenste voorvorkpoot naar binnen en trek hem vervolgens weer met gematigde kracht naar buiten. Herhaal deze volgorde totdat de onderste voorvorkpoot zich van de bovenste scheidt. |
Afbeelding 3. Omgekeerde voorvork (linkerkant afgebeeld) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | Trek de onderste voorvorkpoot (12) uit de bovenste voorvorkpoot (5) totdat de bovenste bus (7) op de onderste voorvorkpoot contact maakt met de onderste bus (9) in de bovenste voorvorkpoot. Gebruik de bovenste bus in een voorzichtige slagtrekkerbeweging om de oliekeerring (10), de afstandsring (15) en de onderste bus (9) uit de boring van de onderste voorvorkpoot te kloppen. |
1. | Schuif de stofkap (13), de stofafdichting (4), de oliekeerring (10) (de zijde met letters wijst omlaag), de oliekeerring-afstandsring (15) (de holle kant naar boven wijzend) en de onderste bus (9) over de buis van de onderste voorvorkpoot (12), voor latere montage. | |
2. | Monteer de bovenste bus (7) in de groef van de onderste voorvorkpoot (12). Buig de bus net voldoende uiteen zodat deze op de onderste voorvorkpoot past. | |
3. | Monteer de onderste voorvorkpoot (12) in de bovenste voorvorkpoot (5). | |
4. | Zie Afbeelding 4. Monteer de bus, de afstandsring en de oliekeerring in de boring van de onderste voorvorkpoot door de onderdelen met de MONTAGEBUS VOORVORKOLIEKEERRING (B-42571) naar boven te kloppen. | |
5. | Monteer de inwendige sluitring (3) in de groef in de onderzijde van de bovenste voorvorkpoot. | |
6. | Monteer de stofafdichting (4) en de stofkap (13). | |
7. | Steek de cartridge (1) in de boring van de onderste voorvorkpoot. | |
8. | Bevestig de schroef en onderlegring (14) in de onderkant van de onderste voorvorkpoot (12). Schuif de onderste voorvorkpoot meerdere malen volledig in en uit om de juiste uitlijning van de onderdelen te controleren. Duw vervolgens omlaag op de cartridge en haal de schroef aan. Haal de schroef aan tot 15–25 N·m (12–18 ft-lbs). | |
9. | Schuif het voorspanningsafstandsstuk (16) over de cartridge in de boring van de onderste voorvorkpoot. OPMERKING De nieuwe voorvork heeft geen olieaftapschroef. Als het nodig is om de olie uit de voorvork af te tappen, moet de voorvork omgekeerd worden. Laat de olie in een geschikte opvangbak lopen. | |
10. | Giet 525 mL Harley-Davidson type E voorvorkolie in de onderste voorvorkpoot. | Afbeelding 4. Monteren van de voorvorkoliekeerring Afbeelding 5. Voorvorkolieniveaumeter (HD-59000B) Afbeelding 6. Verwijder overtollige voorvorkolie |
WAARSCHUWING Een onjuiste hoeveelheid vorkolie kan de rij-eigenschappen beïnvloeden en leiden tot verlies van de controle over de motorfiets, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00298a) | ||
11. | Pomp de cartridgestang 10 keer om het systeem te ontluchten. | |
12. | Stel het voorvorkolieniveau af, met de bovenste voorvorkpoot volledig omlaag geschoven, zodat het peil 70 mm (2,75 in) onder de bovenzijde van de onderste voorvorkpoot ligt, met gemonteerd veerafstandsstuk. a. Zie Afbeelding 5. Pak de VOORVORKOLIENIVEAUMETER (HD-59000B). b. Draai de duimschroef van de metalen ring los en beweeg het omhoog of omlaag langs de stang totdat de onderkant van de ring zich op 70 mm (2,75 in) van de onderkant van de stang bevindt. Draai de duimschroef vast. c. Druk de hendel op de cilinder helemaal in. d. Zie Afbeelding 6. Steek de stang in de bovenzijde van de onderste voorvorkpoot tot de metalen ring vlak op de bovenzijde van de onderste voorvorkpoot ligt en de bovenste voorvorkpoot volledig omlaag geduwd is. e. Trek de hendel naar buiten om olie uit de bovenste voorvorkpoot te zuigen. Let op de voorvorkolie in de buis als het in de cilinder wordt gezogen. f. Verwijder de stang uit de onderste voorvorkpoot. Druk de hendel in de cilinder om overtollige voorvorkolie in een geschikte opvangbak te laten lopen. g. Herhaal, indien nodig, stap 12(c) t/m 12(f). Het olieniveau is correct als zichtbaar is dat er geen voorvorkolie meer uit de transparante buis wordt gezogen. | |
13. | Schroef de borgmoer (17) op de cartridge omlaag tegen de aanslag aan. | |
14. | Plaats de voorvorkveer (8) in de onderste voorvorkpoot. | |
15. | Bevestig een nieuwe O-ring uit de revisieset aan de voorvorkplug (6). | |
16. | Duw de veer (8) omlaag en monteer de veereindplaat (11) tussen de veer en de borgmoer (17), met de holle kant naar boven wijzend. | |
17. | Monteer de voorvorkplug (6) op de cartridge. Schroef de plug volledig omlaag tegen de aanslag aan en schroef vervolgens de borgmoer (17) omhoog tegen de plug; haal vervolgens de borgmoer aan. | |
18. | Duw omlaag op de voorvorkplug en trek de bovenste voorvorkpoot omhoog, tot de plug in de bovenste voorvorkpoot geschroefd kan worden. Schroef de voorvorkplug in de bovenste voorvorkpoot tot de plug tegen de aanslag aankomt en haal de plug vervolgens aan. | |
19. | Herhaal stap 1 t/m 18 voor de andere kant. | |
20. | Raadpleeg het deel Installeren in dit instructieblad om de voorvork opnieuw te bevestigen. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Voorvorkpoot, linkerkant | 46603-05 |
2 | Voorvorkpoot, rechterkant | 46604-05 |
3 | Balhoofdplaat, onderste | 46831-05 |
4 | Stelschroef, nr. 6-32 x 1/4 inch | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
5 | Asstelschroef, kompunt (2) – opgenomen in setnr. 20 en 21 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
6 | Onderlegring, plat, roestvrijstaal (4) – opgenomen in setnr. 23 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
7 | Moer, stuurstang – opgenomen in setnr. 22 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
8 | O-ring (2) – opgenomen in setnr. 20 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
9 | As, voor – opgenomen in setnr. 21 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
10 | Kap, voorvork (2) – opgenomen in setnr. 19 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
11 | Balhoofdplaat, bovenste | 46837-05 |
12 | Kap, stuurstang – opgenomen in setnr. 19 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
13 | Borgring – opgenomen in setnr. 22 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
14 | Kap, as – opgenomen in setnr. 20 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
15 | Inzetstuk, as – opgenomen in setnr. 20 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
16 | Inbusschroef (8) – opgenomen in setnr. 24 | 94335-91T |
17 | Bolkopschroef (4) – opgenomen in setnr. 23 | 94392-92T |
18 | Afstelmoer – opgenomen in setnr. 22 | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
19 | Kapset – bevat stuurstangkap (nr. 12) en twee voorvorkkappen (nr. 10) | 46842-05 |
20 | Set, as-accessoires – bevat asinzetstuk (nr. 15), askap (nr. 14), twee O-ringen (nr. 8) en stelschroef (nr. 5) | 46843-05 |
21 | Set, as – bevat vooras (nr. 9) en stelschroef (nr. 5) | 46844-05 |
22 | Set, stuurafstelling – bevat afstelmoer (nr. 18), borgring (nr. 13) en stuurstangmoer (nr. 7) | 46845-05 |
23 | Set, spatbordbevestigingsmaterialen – bevat vier bolkopschroeven (nr. 17) en vier onderlegringen (nr. 6) | 95501-05 |
24 | Set, klemschroef balhoofdplaat – bevat acht inbusschroeven (nr. 16) | 46846-05 |
25 | Set, voorvorkrevisie – bevat twee stuks van elke van de volgende items: oliekeerring, onderste bus, bovenste bus, stofafdichting en O-ring | 46662-05 |
26 | Reflector, links | 59482-00 |
27 | Reflector, rechts | 59481-00 |