VERPLAATSINGSSET VOORSTE RICHTINGAANWIJZER
J035892006-06-20
ALGEMEEN
Setnummer
68564-06
Modellen
Deze set past op Dyna-model motorfietsen vanaf 2006 (behalve FXDSE), waarbij de voorste richtingaanwijzer van het stuur naar de onderste balhoofdplaat verplaatst wordt.
Vereiste aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson dealer.
Setinhoud
INSTALLEREN
1. Ondersteun de rechtop gezette motorfiets met behulp van een middenstandaard en zorg ervoor dat het voorwiel enigszins van de vloer getild is.
2. Raadpleeg het hoofdstuk BRANDSTOFTANK: VERWIJDEREN in de servicehandleiding. Voer de hierin beschreven stappen uit om de hoge brandstofdruk van de benzine in de leiding af te laten, en koppel dan de brandstofleiding af.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
3. Volg de instructies in de servicehandleiding voor het verwijderen van de hoofdzekering.
4. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies om het zadel te verwijderen. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel.
OPMERKING
Let er bij het naar achteren verplaatsen van de brandstoftank op, dat de met clips aan het frame onder de linkerzijde van de brandstoftank bevestigde brandstofmeterdraden niet beschadigd worden.
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
5. Ga terug naar BRANDSTOFTANK: VERWIJDEREN in de servicehandleiding. Volg de aangegeven stappen voor het verwijderen van de voorste en achterste brandstoftankbevestigingsmaterialen. Verplaats de brandstoftank naar achteren op het frame, om bij de lipjes van de draadboombeschermkap aan het balhoofd te kunnen komen.
6. Zie Afbeelding 1. Duw de lipjes (2) uit de gaten (3) aan beide zijden van het frame en verwijder de beschermkap (1).
7. Trek de draadboom enigszins uit het frame omlaag, totdat het mogelijk is de witte (links) en zwarte (rechts) 3-voudige richtingaanwijzerconnectors te ontkoppelen. Leg de connectorhelften aan de framezijde opzij.
8. Raadpleeg het hoofdstuk AMP MULTILOCK ELEKTRISCHE CONNECTORS in de servicehandleiding voor het verwijderen van de contactklemmen uit de connectorhelften aan de lampzijde. Noteer de kleur van de draden in de holtes van elke connector; deze moeten zijn:
a. zwarte draad in gat 1,
b. paarse draad in gat 2, en
c. blauwe draad (indien bevestigd) in gat 3.
1Draadboombeschermkap
2Lipje van draadboombeschermkap (2)
3Gat in frame (2)
4Balhoofdplug (2)
Afbeelding 1. Verwijderen van de draadboombeschermkap
1Rechterrichtingaanwijzer
2Tegenmoer
3Kogeltap
4Kogeltapklem
5Tegenhouder
6Borgring
7Achteruitkijkspiegelsteel
8Dopmoer
9Behuizing van hoofdremcilinder
Afbeelding 2. Verwijderen van de rechterrichtingaanwijzer
9. Zie Afbeelding 2. Gebruik een 5/8 inch en een 1/2 inch sleutel om de rechter kogeltapklem (4) vast te houden en de tegenmoer (2) los te draaien.
10. Houd de tegenhouder (5) met de 5/8 inch sleutel vast en schroef de kogeltapklem uit de tegenhouder. Gooi de kogeltapklem weg.
11. Schroef de kogeltap (3) en tegenmoer uit de rechterrichtingaanwijzer (1) en gooi deze twee onderdelen weg. Maak de richtingaanwijzerlamp los en laat deze hangen, waarbij u er op let, dat de brandstoftank of de lampbehuizing niet beschadigd worden.
12. Verwijder de tegenhouder (5) en de borgring met binnenvertanding (6) van de achteruitkijkspiegelsteel (7). Gooi de borgring en de tegenhouder weg.
13. Zie Afbeelding 3. Houd de linker kogeltapklem (4) vast en draai de tegenmoer (2) los.
14. Schroef de kogeltapklem uit de kogelhouder (5). Gooi de kogeltapklem weg. Schroef de kogeltap (3) en tegenmoer uit de linkerrichtingaanwijzer (1) en gooi deze twee onderdelen weg. Maak de richtingaanwijzerlamp los en laat deze hangen, waarbij u er op let, dat de brandstoftank of de lampbehuizing niet beschadigd worden.
1Linkerrichtingaanwijzer
2Tegenmoer
3Kogeltap
4Kogeltapklem
5Kogelhouder
6Borgring
7Achteruitkijkspiegelsteel
8Dopmoer
9Koppelingshendelsteun
Afbeelding 3. Verwijderen van de linkerrichtingaanwijzer
15. Verwijder de dopmoer (8), kogelhouder en de borgring met binnenvertanding (6) van de achteruitkijkspiegelsteel (7). Gooi de kogelhouder, de borgring en de dopmoer weg.
OPMERKING
FXD-, FXDC- en FXDL-modellen: De richtingaanwijzerkabels worden naast de draden van de bedieningselementen doorgevoerd, door aan de buitenzijde van het stuur vastgemaakte klemmen.
FXDB-modellen: De richtingaanwijzerkabels worden door doorvoertules aan de onderzijde van de stuurschakelaarbehuizingen doorgevoerd, en vervolgens samen met de draden van de bedieningselementen in een manchet, door aan de buitenzijde van het stuur vastgemaakte klemmen.
FXDWG-modellen: De richtingaanwijzerkabels worden door doorvoertules aan de onderzijde van de stuurschakelaarbehuizingen doorgevoerd, en vervolgens binnenin het stuur.
ALLE modellen: Het verwijderen wordt gemakkelijker gemaakt wanneer gladde tape (zoals bijvoorbeeld isolatietape) om de contactklemmen aan de uiteinden van de richtingaanwijzerkabels gewikkeld wordt.
16. Verwijder de richtingaanwijzers inclusief kabels volledig van het stuur. Modellen met richtingaanwijzerkabels BUITEN de stuurschakelaarbehuizingen (FXD-, FXDC- en FXDL-modellen): Houd de richtingaanwijzerlamp vast en trek de richtingaanwijzerkabels naar boven en naar buiten door de kabelklemmen. Leg de richtingaanwijzerlampen en kabels opzij voor hergebruik. Modellen met richtingaanwijzerkabels BINNEN de stuurschakelaarbehuizingen (FXDB- en FXDWG-modellen):
a. Raadpleeg het hoofdstuk STUURSCHAKELAARS in de servicehandleiding. Verwijder een van de stuurschakelaarbehuizingen van het stuur volgens de juiste instructies in (RECHTER- of LINKER-) STUURSCHAKELAAR: VERWIJDEREN. Ondersteun de hendel, zodat deze niet beschadigd wordt.
b. Volg de instructies in DEMONTEREN voor het scheiden van de bovenste en onderste schakelaarbehuizingen. Knip de kabelbinder binnen in de schakelaarbehuizing voorzichtig door en bepaal welke draden uit de richtingaanwijzerlamp komen (niet uit de richtingaanwijzerschakelaar op het stuurbedieningsomhulsel).
c. Houd de richtingaanwijzerlamp vast en trek de richtingaanwijzerkabels naar boven en naar buiten door de draadboombundel van het stuur, totdat de richtingaanwijzerkabels tot aan de doorvoertule van de schakelaarbehuizing vrij zijn van de andere draden.
d. Verwijder de om de contactklemmen aan de uiteinden van de richtingaanwijzerkabels gewikkelde isolatietape. Trek de draadboom door het gat in de schakelaarbehuizing, samen met de doorvoertule.
e. Verwijder de doorvoertule van de richtingaanwijzerdraadboom en plaats hem opnieuw in het gat in de schakelaarbehuizing. Leg de richtingaanwijzerlamp en -draden opzij voor latere montage.
f. Verwijder de eerder in de schakelaarbehuizing doorgeknipte kabelbinder en bevestig de draadbundel opnieuw met een nieuwe kabelbinder uit de set aan de metalen steun aan de onderkant van de behuizing. Het gebruik van een T-15 TORX®-dopsleutel kan nodig zijn om de steun los te maken voor het monteren van de kabelbinder.
g. Monteer de bovenste en onderste schakelaarbehuizingen opnieuw aan elkaar, volgens de instructies in het hoofdstuk MONTEREN in de servicehandleiding. Monteer de schakelaarbehuizing aan het stuur, overeenkomstig de instructies in het hoofdstuk INSTALLEREN in de handleiding.
h. Herhaal dit voor de schakelaarbehuizing aan de andere kant.
17. ALLE modellen: Zie Afbeelding 2. Neem de dopmoer (8) en een nieuwe borgring (6) uit de set. Bevestig de spiegelsteel met de dopmoer en borgring aan de voorste hoofdremcilinderbehuizing (9), maar haal deze nog niet volledig aan.
18. Zie Afbeelding 3. Neem de dopmoer (8) en een nieuwe borgring (6) uit de set. Bevestig de spiegelsteel met de dopmoer en borgring aan de koppelingshendelsteun (9), maar haal deze nog niet volledig aan.
19. Zie Afbeelding 4. Neem de richtingaanwijzerstelen uit de set. U kunt de stelen voor de linkerzijde (1) en de rechterzijde (2) onderscheiden door middel van de aan het brede uiteinde aangebrachte onderdeelnummers, of door de steel met de kabeluitsparing (A) onderaan, tegen de montageplaats op de onderste balhoofdplaat te plaatsen.
OPMERKING
De linker- en rechterrichtingaanwijzerlampen zijn identiek.
De draadboom die uit de richtingaanwijzerlamp komt, heeft een platte dwarsdoorsnede, vergelijkbaar met de kabelsleuf (B) nabij het lampuiteinde van de steel.
Het beste resultaat wordt bereikt wanneer de draadboom eerst volledig recht gelegd wordt, om het platte uiteinde te bepalen; dit uiteinde ligt tegen de steel wanneer de lamp bevestigd wordt. Door de draadboom op die manier in de sleuf te plaatsen, wordt voorkomen dat de draadboom bij de lamp een halve slag gedraaid wordt.
20. Steek de uit de richtingaanwijzerlamp komende kabel voorzichtig door de kabelsleuf (B) nabij het lampuiteinde, de steel in.
21. Neem een inbusdopschroef (3) en een gespleten borgring (4) uit de set. Schuif de borgring over de schroefdraad en steek de schroef in de diepe uitsparing en door het gat in de steel. Plaats de richtingaanwijzerlamp tegen het uiteinde van de steel en draai de schroef in de lampbehuizing.
22. Plaats de steel met gemonteerde lamp in de montagepositie op de onderste balhoofdplaat (C) en lijn de lamp uit, zodat deze naar voren wijst en horizontaal is. Verwijder de steel met gemonteerde lamp, zonder de uitlijning van de lamp te verstoren, en haal de lampmontageschroef aan tot 8,1-9,5 N·m (72-84 in-lb).
23. Controleer of de voorvering niet belast is (voorwiel enigszins van de vloer getild) en verwijder vervolgens de klemschroef (D) uit de onderste balhoofdplaat, en gooi deze weg.
24. Bevestig de steel met gemonteerde lamp aan de onderste balhoofdplaat met een nieuwe, langere klemschroef (5) uit de set; let hierbij goed op het volgende:
a. Dit is een draadsnijdende schroef die vatbaar is voor scheef indraaien; wees dus voorzichtig! Draai de schroef eerst zo ver mogelijk met uw vingers in; op deze wijze is het mogelijk het scheef indraaien van de schroef aan te voelen en te voorkomen.
b. Controleer, met de steel op de balhoofdplaat gecentreerd, dat de lamp recht vooruit wijst en horizontaal staat. Herhaal stap 22 als dit niet het geval is.
c. Controleer dat de kabeluitsparing van de steel zich onderaan bevindt. Indien dit niet zo is, monteert u deze steel met lamp aan de andere zijde van de motorfiets en herhaalt u stap 19 t/m 24b met de overgebleven lamp en items uit de set.
d. Controleer dat de uittredende kabel in de kabeluitsparing aan de voet van de steel gecentreerd is, en de kabel niet tussen steel en balhoofdplaat ingeklemd zit.
25. Op het moment dat de steel op de balhoofdplaat gecentreerd is, de lamppositie correct afgesteld is EN de uittredende kabel in de kabeluitsparing aan de voet van de steel gecentreerd is, haalt u de klembout aan tot 40,7-47,5 N·m (30-35 ft-lb).
26. Herhaal de lamp- en steelmontage aan de andere kant van de motorfiets.
27. Verwijder de dopschroef en onderlegring (E) waarmee de voorste remleiding(en) aan de onderzijde van de onderste balhoofdplaat bevestigd zijn, en leg deze opzij.
28. Neem de P-klem (6) uit de set en monteer deze losjes met de in de vorige stap verwijderde dopschroef. Draai de schroef door de nieuwe P-klem en remleidingbevestiging in de onderzijde van de balhoofdplaat.
OPMERKING
De P-klem dient tegenovergesteld aan de remleidingbevestiging geplaatst te worden.
29. Zie Afbeelding 4. Voer de kabels achter de voorvorkpoten door. Voer beide richtingaanwijzerkabels in de richting tegenovergesteld aan de richting waaruit ze vandaan komen, door de nieuwe P-klem (F); de kabel keert dus naar zijn eigen richtingaanwijzerlamp terug. Trek de kabels door de P-klem tot ze net iets strak staan, en haal de dopschroef aan tot 11,3-13,6 N·m (8,3-10,0 ft-lb). De kabels uit de rechterrichtingaanwijzer dienen nu naar de rechterzijde van de motorfiets te wijzen, en de kabels uit de linkerrichtingaanwijzer naar de linkerzijde.
30. Neem de eerder van de richtingaanwijzerdraadbomen verwijderde witte (linker, item G) en zwarte (rechter, item H) 3-voudige richtingaanwijzerconnectors.
31. Raadpleeg het hoofdstuk AMP MULTILOCK ELEKTRISCHE CONNECTORS in de servicehandleiding voor het in de juiste connectorhelften aan de lampzijde bevestigen van de contactklemmen van de richtingaanwijzerdraadbomen. Tenzij tijdens het verwijderen anders genoteerd,
a. bevestig de zwarte draad in gat 1,
b. de paarse draad in gat 2, en
c. de blauwe draad (indien gemonteerd) in gat 3.
32. Zie Afbeelding 1. Steek de gemonteerde rechter (zwarte) richtingaanwijzerconnector vanaf de buitenkant door de doorvoertule (4) in de rechterzijde van het frame, achter het balhoofd. Steek de gemonteerde linker (witte) connector door de doorvoertule in de linkerzijde van het frame.
33. Koppel de linker- en rechterconnectorhelften opnieuw aan de uit het frame komende connectorhelften met dezelfde kleur.
34. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het tijdelijk opnieuw installeren van de hoofdzekering.
35. Test de juiste werking van de richtingaanwijzers.
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
  • Zorg ervoor dat de kabels niet te strak worden getrokken als het stuur geheel naar links of rechts wordt gedraaid.
36. Maak naar behoefte gebruik van de kabelbinders uit de set om de draadbomen vast te maken, zodat deze het sturen niet belemmeren of ergens aan blijven haken of ingeklemd worden. Bundel de overbodige draadboomlengte met een kabelbinder samen, om deze binnenin het balhoofd te kunnen stoppen.
37. Duw de gebundelde draadboom naar boven terug in het frame, achter het balhoofd. Plaats de draadboombeschermkap (1) tegen de onderzijde van de bovenste buis met de lipjes (2) aan de binnenzijde; duw de kap omhoog tot de lipjes in de gaten (3) aan beide zijden van het frame klikken.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
38. Raadpleeg het hoofdstuk BRANDSTOFTANK: INSTALLEREN in de servicehandleiding. Volg de hierin beschreven stappen voor het opnieuw monteren van de brandstoftank en het opnieuw aansluiten van de brandstofleiding.
39. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het opnieuw installeren van de hoofdzekering.
40. Volg de instructies in de servicehandleiding voor het opnieuw bevestigen van het zadel.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
41. Stel de spiegels af zodat u goed kunt zien en haal de dopmoeren aan tot 16 N·m (12 ft-lb). Controleer de spiegelafstelling en stel de spiegels indien nodig opnieuw af.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 4. Serviceonderdelen: Voorrichtingaanwijzerverplaatsingsset
Tabel 1. Tabel met serviceonderdelen
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Steel, verplaatsing voorste richtingaanwijzer (links)
68538-06
2
Steel, verplaatsing voorste richtingaanwijzer (rechts)
68697-06
3
Dopschroef, inbus, 5/16-24 x 5/8 inch, kwaliteitsgraad 8 (2)
2698A
4
Borgring, gespleten, 5/16 inch (2)
7042
5
Zelftappende bolkopschroef, 3/8-16 x 2-1/4 inch, kwaliteitsgraad 8 (2)
4047
6
P-klem, 5/16 inch, bekleed
10059A
7
Kabelbinder (8)
10065
8
Borgring met binnenvertanding, 5/16 inch (2)
7127
9
Dopmoer, lang, 5/16-24, verchroomd (2)
7720
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen:
A
Kabeluitsparing
B
Kabelsleuf
C
Onderste balhoofdplaat
D
Standaard (OE) klemschroef (2)
E
Dopschroef en onderlegring voor bevestiging van de remleiding
F
Voer de richtingaanwijzerkabels door de P-klem, zoals afgebeeld
G
Witte 3-voudige linkerrichtingaanwijzerconnector
H
Zwarte 3-voudige rechterrichtingaanwijzerconnector