SET HYBRIDE NOKKENASPLAAT EN HOGE FLOW OLIEPOMP
J037092011-01-05
ALGEMEEN
Setnummer
25284-08
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Vereiste aanvullende onderdelen
Voor de juiste installatie van deze set is de afzonderlijke aankoop van de volgende aanvullende items vereist:
Tabel 1. Vereiste aanvullende onderdelen
Beschrijving
Onderdeelnummer
Afstandsstukset
25285-08
Nokkenasserviceset
17045-99D
Bevestigingsset voor aandrijftandwiel
25533-99A
Nokkenasaandrijftandwiel met gleuf
  • Alleen Dyna- en Touring-modellen van 1999
25716-99
Olieregelingsset nokkenassteunplaat
  • Alleen Dyna- en Touring-modellen van 1999
94667-00
Vereiste gereedschappen en materialen
Voor de juiste installatie van deze set is tevens de afzonderlijke aanschaf van de volgende gereedschappen en materialen vereist:
  • (DE)MONTAGEGEREEDSCHAP NOKKENAS/NOKKENASLAGER (HD-43644)
  • Alleen voor 2001 t/m 2005 Dyna-, 2001 t/m 2006 Softail-, 2002 t/m 2006 Touring- en 2001 Touring-modellen met carburateur: NOKKENASBLOKKEERGEREEDSCHAP (onderdeelnr. HD-47941). Voor ALLE toepassingen: BLOKKEERGEREEDSCHAP TANDWIEL KRUKAS/​NOKKENAS (onderdeelnr. HD-42314).
  • Loctite® 243 draadborg- en afdichtmiddel – blauw (onderdeelnr. 99642-97)
  • Loctite® 262 draadborg- en afdichtmiddel – rood (onderdeelnr. 99759-99)
  • Loctite® 7649 reinigingsmiddel/primer (onderdeelnr. 98968-99)
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
Dit instructieblad verwijst naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze montage is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
VOORBEREIDING
OPMERKING
Voor motorfietsen met sirene:
  • Controleer of de handsfree afstandsbediening aanwezig is.
  • Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking).
Bij injectiemodellen (EFI):
WAARSCHUWING
Het hogedrukbrandstofsysteem moet worden ontlucht voordat u de toevoerleiding loskoppelt om wegspuiten van brandstof te voorkomen. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00275a)
Volg de instructies in de servicehandleiding om het hoge druk brandstofsysteem drukloos te maken en verwijder de brandstoftoevoerleiding.
Voor ALLE motorfietsen:
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, dient u voordat u verder gaat de accukabels (de minkabel (-) eerst) los te koppelen. (00307a)
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
  1. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies om het zadel te verwijderen en de accukabels los te koppelen, de minkabel (-) eerst. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel.
Voor modellen met carburateur:
WAARSCHUWING
Wanneer de brandstofleiding naar de carburateur wordt losgekoppeld van de brandstofklepaansluiting, kan er benzine uitlopen. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. Verwijder eventueel gemorste brandstof onmiddellijk met een doek en gooi deze op een geschikte manier weg. (00256a)
  1. Draai de brandstoftoevoerklep naar UIT. Verwijder de brandstofleiding van de klep.
VERWIJDEREN
OPMERKING
Montage van deze set vereist het verwijderen en aanbrengen van de nokkenassteunplaat. Raadpleeg de servicehandleiding voor instructies met de volgende uitzonderingen voor onderdelen van het nokkenascompartiment:
  • De flensbouten van de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas zijn speciaal gehard, en de platte onderlegringen hebben een speciale diameter en zijn voorzien van aardingsoppervlakken. Gebruik ALLEEN de onderdelen uit de bevestigingsset voor het aandrijftandwiel (H-D onderdeelnr. 25533-99A, afzonderlijk verkrijgbaar) wanneer u deze set installeert.
  • De flensbouten van het tandwiel van de krukas en die van het tandwiel van de hoofdnokkenas ZIJN NIET onderling uitwisselbaar.
  1. Raadpleeg de servicehandleiding voor instructies voor het verwijderen en weggooien van de flensbouten van het tandwiel van de krukas en de flensbouten en onderlegringen van het tandwiel van de hoofdnokkenas.
  2. Alleen voor modellen van 1999: Raadpleeg de servicehandleiding voor instructies voor het verwijderen en weggooien van het momenteel geïnstalleerde nokkenasaandrijftandwiel.
  3. Bij ALLE modellen: Raadpleeg de servicehandleiding voor instructies voor het verwijderen en demonteren van de nokkenassen van de steunplaat en de oliepomp. Gooi de steunplaat en de oliepomp weg.
  4. Alleen bij 1999 en 2000 Dyna-, 2000 Softail-, 1999 en 2000 Touring- en 2001 EFI Touring-modellen: Inspecteer de nokkenassen, ketting, tandwielen en kettingspanners op slijtage en vervang deze indien nodig. Raadpleeg de servicehandleiding voor inspectie- en vervangingsprocedures. Alleen voor 2001 t/m 2005 Dyna-, 2001 t/m 2006 Softail-, 2002 t/m 2006 Touring- en 2001 Touring-modellen met carburateur: Inspecteer de nokkenassen en de ketting van de secundaire nokkenas op slijtage, en vervang deze indien nodig. Raadpleeg de servicehandleiding voor inspectie- en vervangingsprocedures. De ketting van de hoofdnokkenas, de primaire tandwielen en beide kettingspanners moeten worden vervangen door nieuwe onderdelen uit de set. Voor ALLE modellen en modeljaren: Gooi de geleider weg, want die hebt u niet nodig.
INSTALLEREN
1. ALLE modellen: Zie Afbeelding 1. Haal de nieuwe rollagerset voor de achterste nokkenas (H-D onderdeelnr. 8983) uit de nokkenasserviceset (onderdeelnr. 17045-99D, afzonderlijk verkrijgbaar) en installeer deze zoals wordt aangegeven in stap 2.
OPMERKING
Zie Afbeelding 2. Als er niet genoeg van de gleufas blootligt om het tandwiel te kunnen plaatsen, plaatst u het afstandsstuk (4) niet en gaat u verder naar stap 2e. Wanneer de binnenste loopring in het gefreesde gedeelte komt, verwijdert u de flensbout (5), de platte onderlegring (6) en het tandwiel en monteert u het geheel inclusief het afstandsstuk (4). Herhaal stap 2e om de binnenste loopring van het lager volledig te plaatsen.
1Rollagerset voor achterste nokkenas
2Lagerrol en buitenste loopring
3Binnenste loopring van het lager
4Drukring
5O-ring
6Kogellager voorste nokkenas
Afbeelding 1. Nokkenaslagers
1Binnenste Loopring
2Drukring
3O-ring
4Afstandsstuk
5Flensbout
6Platte onderlegring
Afbeelding 2. Plaats de binnenste loopring van het lager met de O-ring en drukring met behulp van het nokkenasaandrijftandwiel
MEDEDELING
Om de drukring te centreren, moet u zorgen dat de O-ring in de ontlastgroef wordt geplaatst. De lagerkooi en motor kunnen beschadigd raken als de drukring niet wordt gecentreerd. (00473d)
2. Zie Afbeelding 1. Plaats de O-ring (5), drukring (4) en de binnenste loopring van het lager (3) als volgt op de achterste nokkenas:
a. Zie Afbeelding 2. Om de drukring (2) op de juiste plaats te krijgen plaatst u de O-ring (3) in de schuurontlastgroef in het gleufeinde van de achterste nokkenas tussen het gefreesde gedeelte en het tandwiel van de secundaire nokkenas. Zorg dat u de O-ring niet uitrekt of breekt, want de O-ring is niet afzonderlijk verkrijgbaar en bij beschadiging ervan moet een nieuwe rollagerset voor de achterste nokkenas worden aangeschaft.
b. Schuif de drukring omlaag over de achterste nokkenas totdat deze is gecentreerd op de O-ring in de schuurontlastgroef.
c. Schuif de binnenste loopring (1) van het lager omlaag over de achterste nokkenas totdat deze in contact komt met de kraag van het gefreesde gebied.
d. Plaats het afstandsstuk (4) van het tandwiel van de hoofdnokkenas en het tandwiel op de nokkenas, en bevestig deze met de dikkere platte onderlegring (6) en de lange flensbout (5) uit de bevestigingsset voor het aandrijftandwiel (onderdeelnr. 25533-99A, afzonderlijk verkrijgbaar).
e. Wikkel een schone werkplaatsdoek om de nokkenas om een stevige grip te krijgen en om uw hand te beschermen tegen de scherpe randen van het tandwiel. Haal de flensbout aan totdat de binnenste loopring van het lager stevig contact maakt met de drukring (2).
f. Controleer of de drukring op zijn plaats vastzit en niet kan worden gedraaid. Plaats de as indien nodig tussen messing klauwopzetstukken in een bankschroef en haal de flensbout verder aan totdat het gewenste resultaat wordt verkregen.
g. Verwijder de flensbout, de platte onderlegring, het tandwiel en het afstandsstuk.
OPMERKING
Zie Afbeelding 1. De lagers van de voorste en achterste nokkenas zijn niet onderling verwisselbaar. Het achterste lager is een rollager en het voorste lager is een kogellager.
De lagers kunnen lagers zijn die moeten worden ingedrukt en een losse passing hebben. Reinig indien nodig voorafgaand aan de plaatsing de buitenkant van het lager en breng Loctite 243 – blauw aan. Wees voorzichtig om te voorkomen dat er wat van het middel op de rollen of binnenkant van het lager komt.
3. Alleen voor Touring- en Dyna-modellen van 1999: Plaats de olieregelingsset voor de nokkenassteunplaat (onderdeelnr. 94667-00, afzonderlijk verkrijgbaar) in de steunplaat van de staafstalen nokkenas nadat u de carterversie hebt gecontroleerd volgens de instructies in DIE set.
4. Zie Afbeelding 1. Plaats het nieuwe kogellager voor de voorste nokkenas (6) en het rollager voor de achterste nokkenas (1) als volgt in de nokkenassteunplaat:
a. Zie Afbeelding 3. Pak het (DE)MONTAGEGEREEDSCHAP NOKKENAS/NOKKENASLAGER (onderdeelnr. HD-43644).
b. Leg de nokkenassteunplaat met de zijde van de ketting van de secundaire nokkenas omhoog gericht zodanig op het steunblok (1) dat de buitenste loopringen van het lager goed worden ondersteund. Eén hoek van het steunblok is geprofileerd om plaats te bieden aan de kettinggeleiderblokken die gegoten zijn in de voorkant van de steunplaat.
c. Centreer het nieuwe lager op de lagerboring met de letters omhoog gericht. Schuif de geleideas van de lagerdrijver (3) door het lager en in het gat van het steunblok.
d. Zie Afbeelding 4. Centreer de lagerdrijver (1) onder de persram. Druk op de drijver totdat het lager (2) stevig contact maakt met het verzonken gat in de nokkenassteunplaat (3).
e. Herhaal de procedure om het tweede lager te plaatsen.
5. Breng Loctite 243 – blauw aan op de schroefdraden van de vier bouten van de lagerborgplaat. Bevestig de lagerborgplaat aan de nokkenassteunplaat. Haal de bouten in een kruislings patroon aan tot 2,3–3,4 N·m (20–30 in-lbs). Alleen voor modellen van 2004 en eerder: Controleer of het gat in de borgplaat goed is uitgelijnd met de smering van de ketting van de secundaire nokkenas.
1Steunblok
2Nokkenasdrijver
3Lagergeleider/-drijver
Afbeelding 3. (De)montagegereedschap nokkenas en nokkenaslager
1Lager-/​geleiderdrijver
2Lager
3Steunplaat
Afbeelding 4. Drukken van de lagers in de nokkenassteunplaat
6. Leg de nokkenassteunplaat terug op het steunblok als u deze hebt verwijderd. Het blok ondersteunt de binnenste loopringen van de lagers terwijl de nokkenassen worden geplaatst.
7. Zie Afbeelding 5. Breng de ponsmarkeringen op de tanden van de tandwielen (buitenoppervlakken) van de secundaire nokkenas op één lijn. Markeer met een kleurenmarkeerstift zorgvuldig de locaties van de ponsmarkeringen aan de binnenkant van de tandwieltanden. Deze markeringen dienen als hulpmiddel om de nokkenassen uit te lijnen wanneer deze in de lagers worden gedrukt.
1Voorste nokkenas
2Achterste nokkenas
3Ponsmarkeringen
Afbeelding 5. Op één lijn brengen van de ponsmarkeringen op de tandwielen van de nokkenas.
8. Leg de ketting van de secundaire nokkenas om de tandwielen van zowel de voorste als achterste nokkenas. Om de oorspronkelijke draairichting te behouden, moeten bij demontage de aangebrachte kleurmarkeringen op de kettingschakels in tegenovergestelde richting wijzen van de nokkenassteunplaat dan bij montage.
9. Plaats de nokkenassen op de tegenoverliggende uiteinden van de kettingen en controleer daarna of de kleurmarkeringen aan de binnenkant van de tandwieltanden op één lijn liggen.
OPMERKING
Verwissel de nokkenassen niet bij het indrukken. De achterste nokkenas, te herkennen aan de gleufas, moet in het rollager aan de achterkant van de nokkenassteunplaat worden gedrukt.
10. Houd de nokkenassen op hun plaats op de ketting met de kleurmarkeringen op één lijn en plaats de tandwieluiteinden van de nokkenassen in de lagers.
11. Plaats de kom van de nokkenasdrijver ( Afbeelding 3 , item 2) alleen op het uiteinde van de voorste nokkenas.
MEDEDELING
Houd tijdens het indrukken de geleider van de kettingspanner uit de buurt van de ketting om beschadiging van de kettingspanner te voorkomen. (00474b)
12. Centreer het uiteinde van de voorste nokkenas onder de ram en druk deze daarna langzaam een klein stukje in het lager.
MEDEDELING
Zorg dat de achterste nokkenas tijdens het indrukken is uitgelijnd. Door een verkeerde uitlijning kan de binnenste loopring vastlopen op de lagerrollen waardoor het lager beschadigd kan raken. (00475b)
13. Oefen langzaam druk uit op de drijver op de voorste nokkenas, terwijl u de achterste nokkenas indien nodig heen en weer beweegt om de binnenste loopring tussen de lagerrollers te begeleiden.
14. Wanneer de binnenste loopring op de achterste nokkenas een klein stukje in het rollager zit, oefent u druk uit op de drijver totdat de voorste nokkenas er volledig in zit. Indien nodig blijft u met een vinger op de achterste nokkenas drukken om ervoor te zorgen dat de eenheid haaks blijft en de binnenste loopring naar de geplaatste positie in het rollager beweegt.
15. Zie de servicehandleiding en plaats een liniaal langs de ponsmarkering om te controleren of de timing van de nokkenassen goed op elkaar zijn afgesteld.
16. Plaats de nieuwe sluitring in de groef aan het einde van de voorste nokkenas.
17. Zie Afbeelding 6. Zorg dat de kettingspanners van de primaire en secundaire nokkenas worden gemonteerd zoals afgebeeld. Zijn deze niet correct gemonteerd, dan zullen de spanners niet goed functioneren. Monteer de kettingspanner voor de secundaire nokkenas. Haal de bevestigingen aan tot 10,2–13,6 N·m (90–120 in-lbs). Verwijder de borgklem van de kettingspanner.
OPMERKING
Vervang de oorspronkelijke O-ring tussen de nokkenassteunplaat en de krukas met de nieuwe O-ring (onderdeelnr. 11301) uit de nokkenasserviceset (onderdeelnr. 17045-99D, afzonderlijk verkrijgbaar).
18. Raadpleeg de servicehandleiding voor het installeren van de nokkenassteunplaat met de nieuwe oliepomp uit de set in plaats van met de oorspronkelijke oliepomp.
19. Breng een dun laagje schone motorolie aan in de gleuven van de achterste nokkenas.
1Kettingspanner secundaire nokkenas
2Kettingspanner hoofdnokkenas
3Zuiger
4Veer
5Geleider
Afbeelding 6. Primaire en secundaire nokkenaskettingspanners
20. Plaats het tandwiel met gleuf op de achterste nokkenas. Alleen bij 1999 en 2000 Dyna-, 2000 Softail-, 1999 en 2000 Touring- en 2001 EFI Touring-modellen: Bij deze motorfietsen worden de oorspronkelijke stijl ketting en tandwielen van de hoofdnokkenas bij de nokkenaspositiesensor gebruikt. De rolkettingen en de tandwielen in DEZE set moeten worden weggegooid. Zie de servicehandleiding om het oorspronkelijke tandwiel met gleuf (onderdeelnr. 25716-99) en het afstandsstuk op de achterste nokkenas te installeren. Alleen voor 2001 t/m 2005 Dyna-, 2001 t/m 2006 Softail-, 2002 t/m 2006 Touring- en 2001 Touring-modellen met carburateur: Deze motorfietsen gebruiken de rolkettingen en tandwielen uit DEZE set. De nieuwe tandwielnokkenas van de rolketting vereist een dikker afstandsstuk. De afstandsstukset (onderdeelnr. 25285-08, afzonderlijk verkrijgbaar) bevat afstandsstukken van een juiste dikte. Selecteer een nieuw afstandsstuk die 0,508 mm (0.020 in) dikker is dan de originele voor een eerste beoordeling van de kettinguitlijning met de gegevens uit de diktetabel in de instructies die met de afstandsstukset zijn meegeleverd.
OPMERKING
Zie de servicehandleiding en controleer de uitlijning van de ponsmarkeringen van de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas.
Controleer de uitlijning bij tandwielvlakken van de krukas en de hoofdnokkenas. Gebruik afstandsstukken uit de afstandsstukset (onderdeelnr. 25285-08) om de uitlijning op ±0,254 mm (0.010 in) te houden.
21. Installeer de juiste stijl ketting van de hoofdnokkenas, zoals bij stap 20 wordt aangegeven. Zie Afbeelding 7.
22. Installeer de primaire hydraulische spanner (6). Haal de bevestigingen aan tot 10,2–13,6 N·m (90–120 in-lbs). Verwijder de borgklem van de kettingspanner.
1Link
2De (grote) bout van het tandwiel van de achterste nokkenas en platte onderlegring
3Tandwiel van de achterste nokkenas
4De (kleine) bout van het tandwiel van de krukas en platte onderlegring
5Tandwiel van krukas
6Kettingspanner hoofdnokkenas
Afbeelding 7. Nokkenassteunplaat
23. Gebruik de nieuwe flensbout van het nokkenasaandrijftandwiel en de onderlegring (2), en de nieuwe krukasflensbout en platte onderlegring (4) uit de bevestigingsset voor het aandrijftandwiel (onderdeelnr. 25533-99A), dat afzonderlijk verkrijgbaar is.
WAARSCHUWING
Gebruik een draadborgmiddel om de klembelasting op de flensbout te behouden. Een loszittende flensbout kan motorstoring veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00476c)
24. Installeer de nieuwe flensbouten en onderlegringen als volgt:
a. Zorg dat de schroefdraden van de bout en onderlegring schoon en olievrij zijn en breng daarna Loctite 7649 reinigingsmiddel/primer op de schroefdraden aan.
b. Breng Loctite 262 – rood aan op de flensboutschroefdraden.
c. Breng een dun laagje schone motorolie aan op beide kanten van de platte onderlegringen.
d. Draai de kleinere flensbout met platte onderlegring enkele slagen in om het tandwiel van de krukas aan het uiteinde van de krukas te bevestigen.
e. Draai de grotere flensbout met platte onderlegring enkele slagen in om het tandwiel van de hoofdnokkenas aan het uiteinde van de hoofdnokkenas te bevestigen.
f. Zorg voor het juiste blokkeergereedschap voor de toepassing: Bij 1999 en 2000 Dyna-, 2000 Softail-, 1999 en 2000 Touring- en 2001 EFI Touring-modellen: BLOKKEERGEREEDSCHAP TANDWIEL KRUKAS/​NOKKENAS (onderdeelnr. HD-42314). Bij 2001 t/m 2005 Dyna-, 2001 t/m 2006 Softail-, 2002 t/m 2006 Touring- en 2001 Touring-modellen met carburateur: BLOKKEERGEREEDSCHAP VOOR DE NOKKENAS (HD-47941). ALLE modellen: Plaats het gereedschap tussen de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas om rotatie te voorkomen. Het handvat van het gereedschap wordt bedrukt met 'CRANK' (krukas) en 'CAM' (nokkenas) om de juiste stand aan te geven.
g. Draai de flensbouten van de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas aan tot de 20,3 N·m (15 ft-lbs).
h. Draai elke flensbout één volledige slag los.
i. Draai de flensbout van de krukas aan tot het uiteindelijke aanhaalmoment van de 32,5 N·m (24 ft-lbs).
j. Draai de flensbout van het tandwiel van de hoofdnokkenas aan tot het uiteindelijke aanhaalmoment van de 46 N·m (34 ft-lbs).
k. Verwijder het blokkeergereedschap van het tandwiel.
OPMERKING
Vervang de oorspronkelijke pakking van het nokkenasdeksel met de nieuwe pakking uit de nokkenasserviceset (onderdeelnr. 17045-99D, afzonderlijk verkrijgbaar).
25. Raadpleeg de servicehandleiding voor het plaatsen van het nokkenasdeksel.
OPMERKING
Controleer of de contactsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat voordat u de accukabels aansluit.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a)
26. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het aansluiten van de accukabels (de pluskabel eerst). Breng een dunne laag Harley-Davidson smeermiddel voor elektrische contacten (onderdeelnr. 99861-02), vaseline of corrosiewerend middel aan op de accupolen.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
27. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het bevestigen van het zadel.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 8. Serviceonderdelen, hybride nokkenasplaat en hoge flow oliepomp
SERVICEONDERDELEN
Tabel 2. Serviceonderdelen
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Nokkenasplaat, hybride (bevat items 2 t/m 5)
25400022
2
  • Overdrukklep, oliepomp (omloopklep)
26400-82 B
3
  • Veer, overdrukklep
26210-99
4
  • Rolas
601
5
  • Pijpplug, 1/8 inch NPT
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
6
Lagerborgplaat
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
7
Bout, zelftappend (4)
68042-99
8
Kettingspanner, aandrijfketting hoofdnokkenas
39968-06
9
Bout, bolkop, TORX (2)
940
10
Kettingspanner, aandrijfketting secundaire nokkenas
39969-06
11
Bout, inbus (2)
4740A
12
Oliepomp (bevat items 13 t/m 18)
26037-06
13
  • Behuizing, oliepomp (bevat item 14)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
14
  • ..... Kogel (2)
8873
15
  • Rotorpomp, spoel
26278-06
16
  • Rotorpomp, druk
26281-06
17
  • Scheidingsplaat, rotorpomp (2)
26282-06
18
  • Scheidingsveer
40323-00
19
Primaire aandrijvingsset (bevat items 20 t/m 27)
25585-06
20
  • Tandwiel, nokkenasaandrijving (34 tanden)
25728-06
21
  • Tandwiel, nokkenasaandrijving (17 tanden)
25673-06
22
  • Ketting, hoofdnokkenasaandrijving
25675-06
23
  • Bevestigingsset voor tandwiel, nokkenasaandrijving (bevat items 24 t/m 27)
25566-06
24
  • ..... Bout, zeskantige flenskop (3/8-24 schroefdraden)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
25
  • ..... Onderlegring, dik
6294
26
  • ..... Bout, zeskantige flenskop (5/16-18 schroefdraden)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
27
  • ..... Onderlegring, warmtebehandeld
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen:
A
Afstandsstuk, uitlijning tandwiel nokkenasaandrijving (uit afstandsstukset, afzonderlijk verkrijgbaar)