1. | Verwijder de kentekenplaat van het voertuig (indien aanwezig). Verwijder de twee zeskantbouten die de standaard (OE) kentekenplaatsteun op zijn plaats houden. Bewaar de bouten. De kentekenplaatsteun kan weggegooid worden. | |||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Bevestig de nieuwe Layback-kentekenplaathouder (1) met behulp van de standaard (OE) zeskantbouten. Haal de bouten aan tot 25,8 N·m (19 ft-lbs). |
Afbeelding 1. Componenten van Layback-kentekenplaathouder | ||||||||||||
3. | Plaats een platte onderlegring (3) met een kleine diameter op de schroefdraad van een bolkopschroef (2) uit de set. Steek de schroef vanaf de voorkant door een van de onderste gaten in de kentekenplaat en de nieuwe Layback-houder. Plaats een platte onderlegring (4) met een grote diameter op de schroefdraden, en draai de kentekenplaat vast met een borgmoer (5) uit de set. Draai slechts handvast aan. | |||||||||||||
4. | Herhaal dit bij het andere gat aan de onderkant. Als het mogelijk is, herhaalt u dit bij beide bovenste gaten in de kentekenplaat. Draai alle bevestigingen van de kentekenplaat stevig vast. OPMERKING De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de reflector (6) goed te laten hechten op het achterspatbord. | |||||||||||||
WAARSCHUWING De Amerikaanse veiligheidsnorm voor motorvoertuigen (FMVSS) 108 vereist dat motoren zijn uitgerust met achter- en zijreflectoren. Controleer of de achter- en zijreflectoren correct zijn gemonteerd. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00336b) | ||||||||||||||
5. | Reinig het oppervlak van het achterspatbord onder het achterlicht met een mengsel van 50-70% isopropylalcohol en 30-50% gedestilleerd water. Laat het oppervlak goed drogen. | |||||||||||||
6. | Plaats de reflector, alvorens de beschermstrook te verwijderen, op het spatbord, gecentreerd tussen links en rechts, zodat het oppervlak van de reflector parallel is met de voorkant van de achterlichtlens. a. Meet de middellijn van de zwarte reflectorbasis, de achterlichtlens en het achterspatbord onder het achterlicht en plaats er voorzichtig markeringen op met een waspotlood of een markeerstift op waterbasis. b. Bepaal met een richtliniaal een plaats op het spatbord 25,4 mm (1 in) onder de onderrand van de achterlichtlens op de middellijn zoals aangegeven in Afbeelding 2. Volg niet de boog van het spatbord, maar meet in een rechte lijn naar beneden. Maak op deze plaats een horizontale markering op het spatbord. c. Plaats de reflector op het achterspatbord, met de bovenkant van de zwarte basis op de horizontale markering. Controleer of het oppervlak van de reflector parallel aan de voorkant van de achterlichtlens is; verplaats de reflector zo nodig iets omhoog of omlaag op het spatbord totdat ze parallel zijn. Markeer de uiteindelijke locatie van de reflector op het spatbord. d. Verwijder onnodige markeringen van het spatbord en de onderkant van de reflector, en veeg eventueel vuil of vet van het spatbord op de plaats waar de reflector wordt gemonteerd. |
Afbeelding 2. Bevestigen van de reflector | ||||||||||||
7. | Trek de beschermstrook van de kleeflaag aan de achterkant van de reflector. Plaats de reflector voorzichtig op het achterspatbord, en druk deze stevig op zijn plaats. Druk de reflector gedurende vijf minuten stevig op zijn plaats om ervoor te zorgen dat deze goed is vastgeplakt. |