REM- EN KOPPELINGSHOOFDCILINDER/RESERVOIRSET, VERCHROOMD
J037332018-03-23
ALGEMEEN
Setnummer
46112-02D, 46112-02G
Modellen
Deze set bevat de onderdelen voor het vervangen van de koppelings- en remhoofdcilinderreservoirs met verchroomde reservoirs. Deze set past op 2002-2005 VRSC model motorfietsen en 1999-2004 Touring, 2000-2005 Softail® en 1999-2005 Dyna model motorfietsen die met een hydraulische koppeling zijn uitgerust.
Vereiste aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
OPMERKING
Indien de oorspronkelijke (OE) rem- en koppelingshendels opnieuw gebruikt worden, moeten nieuwe sluitringen (Harley-Davidson onderdeelnr. 11143) worden aangeschaft.
Setinhoud
Raadpleeg Afbeelding 11 en Tabel 1.
MONTAGE
De motorfiets gereed maken voor service
1. Voor alle modellen behalve V-Rod®: Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel te verwijderen.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de minkabel (-) van de accu worden losgekoppeld. (00048a)
2. Voor alle modellen behalve V-Rod: Volg de instructies uit de servicehandleiding op om de minkabel (-) van de accu los te koppelen: Voor V-Rod: Verwijder de rechter zijafdekking en de maxi-zekering. Verwijder de linkerzijafdekking en ontkoppel de minkabel (-) van de accu.
Verwijder het bestaande koppelingsvloeistofreservoir
1. Schroef de spiegel los (linksom), terwijl u de borgmoer van de richtingaanwijzer onder de koppelingshendel/hoofdcilinder vasthoudt. Verwijder de spiegel en de richtingaanwijzer. Bewaar de spiegel en onderlegringen voor montage. Zet de richtingaanwijzer zodanig vast, dat deze geen belemmering vormt.
1Stuurklem
2Platte onderlegring
3Klembout
4Banjobout
5Onderlegringen
6Reservoirdeksel
7Hoofdcilinder/-reservoir:
8Koppelingsvloeistofleiding
Afbeelding 1. Hoofdkoppelingscilinder/reservoir
2. Raadpleeg Afbeelding 1. Verwijder, terwijl u een kom onder de banjobout/hydraulische leiding (4, 8) houdt, de banjobout en laat de remvloeistof van het reservoir in de kom lopen. Wanneer het reservoir voldoende is afgetapt, dient u de banjobout en de hydraulische leiding te verwijderen.
OPMERKING
Breng het uiteinde van de koppelingsleiding onmiddellijk omhoog om verder aftappen van de leiding te voorkomen. Gebruik een kabelbinder, rubberen band of vergelijkbaar middel om de leiding, met het uiteinde omhoog, aan het stuur te bevestigen. Bewaar de banjobout (4). Gooi de stalen/rubberen onderlegringen weg (5).
3. Veeg de hydraulische vloeistof in de resterende zones op met een schone doek.
4. Verwijder de twee bouten (3) met platte onderlegringen (2) waarmee de stuurklem (1) aan de hoofdcilinder (7) is bevestigd. Bewaar de onderlegringen voor montage. Houd het gat waar de banjobout is verwijderd met een wijsvinger dicht en leg de hoofdcilinder (met koppelingshendel) op een schone werkplek neer.
OPMERKING
Om te voorkomen dat vuil of andere verontreinigingen het hoofdcilinderreservoir binnendringen, dient u het deksel grondig te reinigen, voordat u dit verwijdert.
5. Verwijder de bouten waarmee het deksel aan de hoofdcilinder/reservoir is bevestigd en verwijder het deksel en de pakking. Draai het reservoir ondersteboven op een poetslap om de resterende koppelingsvloeistof uit het reservoir te verwijderen.
OPMERKING
Gebruik de juiste sluitringtang en controleer de punten van de tang op slijtage en schade.
1Koppelingshendel
2Sluitring
3Scharnierpen
Afbeelding 2. Verwijder de koppelingshendel
WAARSCHUWING
Draag bij het installeren of verwijderen van sluitringen een veiligheids- of stofbril. Sluitringen kunnen uit de tang schieten en met voldoende kracht worden weggeslingerd om ernstig oogletsel te veroorzaken. (00312a)
6. Raadpleeg Afbeelding 2. Verwijder de sluitring (2) uit de groef in de draaipen (3) en gooi de sluitring weg.
OPMERKING
Om de draaipen te verwijderen, moet u voorzichtig de koppelingshendel in de richting van de zuiger forceren (zoals bij het bedienen van de koppeling). Hierdoor wordt de druk van de zuigerveer weggenomen van de draaipen.
7. Verwijder de koppelingshendel (1) van de hoofdcilinder door de draaipen (3) aan de bovenkant eruit te schuiven. Beweeg de draaipen voorzichtig naar boven en naar buiten om deze te verwijderen.
OPMERKING
Het is niet noodzakelijk om de componenten uit de boring van de oude hoofdcilinder te verwijderen. De nieuwe koppelingshoofdcilinder wordt geleverd met alle interne componenten reeds gemonteerd.
8. Bewaar de koppelingshendel met de onderdelen gemonteerd. Gooi de koppelingshoofdcilinder weg.
OPMERKING
Zorg ervoor dat u geen onderdelen van de koppelingshendel kwijtraakt. Wanneer u de koppelingshendel vervangt door een verchroomde hendel of een originele hoofdcilinderdeksel met verchroomde deksel, dient u het instructieblad te raadplegen dat bij de set(s) is geleverd. Wanneer u de hendel niet vervangt, dient u de onderdelen van de koppelingsrol in de koppelingshendel op hun plaats te laten.
Installeer het verchroomde koppelingsvloeistofreservoir
WAARSCHUWING
Gebruik gedenatureerde alcohol om de onderdelen van het koppelingssysteem te reinigen. Gebruik geen oplosmiddelen op mineraalbasis (zoals benzine of verfverdunner), aangezien deze zelfs na montage rubberen delen zullen aantasten. Aantasting van deze onderdelen kan ertoe leiden dat de koppeling niet meer functioneert, waardoor dodelijk of ernstig letsel kan ontstaan. (00296a)
1. Raadpleeg Afbeelding 11. Reinig de nieuwe hoofdcilinder en het hoofdreservoir (3), de deksel/pakking (6) met gedenatureerde alcohol of het soort remvloeistof aangegeven in de servicehandleiding. Droog het met een schone, pluisvrije doek.
OPMERKING
Raadpleeg Afbeelding 3. Wanneer u de koppelingshendel op de hoofdcilinder/reservoir monteert, moet de boog van de buskom van de montagesteun af wijzen. Voor het uitlijnen van de hendel en het inpassen van de draaipen, moet u de zuiger voorzichtig indrukken.
1Koppelingshendel
2Rol
3Oriëntatie boog buskom
Afbeelding 3. Onderdelen koppelingshendel
2. Plaats de rol indien nodig met kunststof buskommen. Breng de koppelingshendel in het steungedeelte van de hoofdcilinder aan en lijn het draaipengat uit op de hendelsteungaten. Steek de draaipen er van de bovenkant in en sla deze voorzichtig vast.
3. Installeer de nieuwe sluitring van de draaipen in de groef van de draaipen.
4. Raadpleeg Afbeelding 11. Gebruik de hoofdcilinder/reservoirklem (4), de twee bouten (8) en onderlegringen (7). Lijn de koppelingshendel van de hoofdcilinder uit en monteer de bouten om de eenheid op zijn plaats te houden. Schroef de montagebouten vast, maar haal deze nu nog niet volledig aan.
5. Gebruik de banjobout en de twee nieuwe stalen/rubberen onderlegringen (1) in de set. Installeer de hydraulische leiding aan het hoofdcilinderreservoir met de onderlegringen aan iedere kant van de leiding. Draai de banjobout handvast aan.
6. Lijn de complete koppelingshendel van de hoofdcilinder/reservoir uit voor de lichaamshouding van de bestuurder. Haal de klembouten aan, te beginnen met de bovenste bevestigingsbout van de stuurklem, .
Koppel: 8–9 N·m (6–7 ft-lbs) klembout
1Spiegel
2Borgmoer richtingaanwijzer
Afbeelding 4. Richtingaanwijzer en spiegel
7. Raadpleeg Afbeelding 4. Installeer de spiegel (1) en de linker richtingaanwijzer. Draai de borgmoer (2) van de richtingaanwijzer stevig vast.
Ontluchten van de hydraulische koppeling
Voor modellen met een hydraulische koppeling geïnstalleerd
1Hydraulische koppelingsleiding
2Ontluchtingsklep
3Montagegat actuatorkap
4Koppelingsactuator
Afbeelding 5. Koppelingsactuator (actuatordeksel verwijderd)
  1. Raadpleeg Afbeelding 5. Voor V-Rod modellen, open de ontluchtingsklep van de koppeling (2), verwijder de 3 bouten en het actuatordeksel van de koppeling.
Bij alle overige modellen
Zoek de ontluchtingsklep op het deksel van het versnellingsbakuiteinde.
MEDEDELING
Laat geen vuil in het reservoir van de hoofdcilinder terechtkomen. Door vuil in het reservoir kan de werking nadelig worden beïnvloed en kan de uitrusting worden beschadigd. (00205c)
8. Zet de motorfiets rechtop en het stuur recht naar voren, zodat het koppelingsreservoir horizontaal staat. Draai de banjofitting op het koppelingsreservoir los
Afbeelding 6. Vul-markering
MEDEDELING
DOT 5 hydraulische remvloeistof wordt gebruikt in de hydraulische koppeling. Gebruik geen andere soorten vloeistof. Deze zijn niet compatibel en kunnen schade aan de uitrusting veroorzaken. (00204b)
VOORZICHTIG
Indien DOT 5-remvloeistof in de ogen komt, kan dit irritatie, zwelling en rode ogen veroorzaken. Voorkom dat het in uw ogen komt. Spoel uw ogen bij contact met veel water uit en raadpleeg een arts. Indien grote hoeveelheden DOT 5-remvloeistof worden ingeslikt, kan dit het spijsverteringsstelsel irriteren. Raadpleeg een arts als u deze hebt ingeslikt. In goed geventileerde ruimten gebruiken. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN. (00144b)
9. Raadpleeg Afbeelding 6. Vul de soort remvloeistof in het reservoir van het hoofdkoppelingscilinder bij, zoals is aangegeven in de servicehandleiding. Gebruik de oude remvloeistof niet opnieuw. Gebruik uitsluitend remvloeistof uit een afgedichte container. Het aanvangsvulniveau mag niet hoger zijn dan de indicatie FILL LEVEL (vulniveau).
OPMERKING
Het koppelingsvloeistofvolume stijgt naarmate de koppeling slijt. Laat het vloeistofpeil in het reservoir niet te hoog worden.
WAARSCHUWING
Controleer of het ontluchtingsgaatje van de hoofdremcilinder niet geblokkeerd is. Als het ontluchtingsgaatje geblokkeerd is, kunnen de remmen gaan slepen of vergrendelen en kunt u de controle over de motorfiets verliezen, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00317a)
10. Controleer de juiste werking van de overdrukpoort van de koppelingshoofdremcilinder. Bedien de koppelingshendel. Als alle interne componenten goed werken, zal er een klein beetje vloeistof door het vloeistofoppervlak in het reservoir omhoogkomen.
11. Luchtbellen uit hoofdremcilinder verwijderen:
a. Pomp de koppelingshendel 5 keer.
b. Trek de koppelingshendel tegen de handgreep.
c. Houd de poetsdoek onder de fitting en draai de banjobout los.
d. Let bij de banjofitting op luchtbellen.
e. Draai de banjofitting weer aan.
f. Laat de hendel los.
12. Raadpleeg Afbeelding 6. Vul het reservoir tot de FILL LEVEL-markering en herhaal de vorige stap drie keer of meer totdat een constante stroom van de koppelingsvloeistof uit de banjofitting loopt en het vloeistofniveau in het reservoir op de FILL LEVEL-markering staat bij een rechtopstaande motor.
13. Dek de uitlaat af met een doek en plaats een bak onder de rechterzijde van de behuizing om de overmatige koppelingsvloeistof op te vangen.
14. Ontlucht de koppelingsvloeistofleiding en het secundaire bedieningselement.
a. Pomp de koppelingshendel 5 keer.
b. Trek de koppelingshendel tegen de handgreep.
c. Draai de ontluchtingsschroef van de secundaire koppelingsactuator los.
d. Controleer de ontluchtingsschroef op luchtbellen.
e. Draai de ontluchtingsschroef vast.
f. Laat de hendel los.
15. Vul het reservoir tot de FILL LEVEL-markering en herhaal de vorige stap 3 keer of meer totdat een constante stroom van de koppelingsvloeistof uit de ontluchtingsschroef loopt en het vloeistofniveau in het reservoir op de FILL LEVEL-markering staat bij een rechtopstaande motor.
16. Draai de banjobout van het reservoir vast.
Koppel: 23–31 N·m (17–23 ft-lbs) banjobout
17. Monteer het deksel met pakking op het hoofdcilinderreservoir zodat de dikkere kant zich boven de fitting van de koppelingsleiding bevindt. Installeer de 2 kruiskopschroeven . Haal de bouten aan.
Koppel: 1,4–1,7 N·m (12–15 in-lbs) reservoirschroef
OPMERKING
Op het kijkglas kan de bestuurder het koppelingsvloeistofpeil controleren zonder het hoofdcilinderdeksel te verwijderen. Als het reservoir vol is, is het kijkglas donker. Naarmate het vloeistofpeil lager wordt, wordt het glas lichter om dit aan te geven aan de bestuurder.
18. Draai de bevestigingsmiddelen van de secundaire koppelingsactuator vast:
a. Draai de ontluchtingsschroef vast.
Koppel: 9–11 N·m (80–97 in-lbs) Ontluchtingsschroef
b. Voor V-Rod modellen, bevestigingsmiddelen van het deksel van de secundaire koppelingsactuator tot 6–10 N·m (53–88 in-lbs).
Verwijder het bestaande remvloeistofreservoir aan de voorkant
1. Raadpleeg Afbeelding 2. Schroef de spiegel los (linksom), terwijl u de borgmoer van de richtingaanwijzer onder de remhendel/hoofdcilinder vasthoudt. Verwijder de spiegel en de richtingaanwijzer. Bewaar de spiegel en onderlegringen voor hermontage. Gebruik de kabelbinder of een ander middel en zet de richtingaanwijzer vast zodat deze geen belemmering meer vormt.
OPMERKING
Bij het uitvoeren van de volgende stap moet u een grote kom direct onder de hoofdcilinder/reservoir plaatsen op het punt waar de hydraulische leiding met de banjobout aan het hoofdcilinderreservoir is bevestigd. De hydraulische vloeistof begint uit de leiding te druppelen zodra de banjobout is verwijderd.
2. Verwijder, terwijl u een kom onder de banjobout/hydraulische leiding houdt, langzaam de banjobout en laat de remvloeistof uit het reservoir in de kom lopen. Wanneer het reservoir voldoende is afgetapt, dient u de banjobout en de hydraulische leiding volledig te verwijderen.
OPMERKING
Breng het uiteinde van de remleiding onmiddellijk omhoog om verder aftappen van de leiding te voorkomen. Gebruik een kabelbinder, rubberen band of vergelijkbaar middel om de leiding, met het uiteinde omhoog, aan het stuur te bevestigen. Bewaar de banjobout. Gooi de stalen/rubberen onderlegringen weg.
3. Veeg de hydraulische vloeistof in de resterende zones op met een schone doek.
Afbeelding 7. 5/32 in. (4 mm) kartonnen inzetstuk
MEDEDELING
Verwijder of installeer de hoofdcilinder pas nadat u een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun hebt geplaatst. Als u de hoofdcilinder zonder het inzetstuk verwijdert of installeert, kunnen de rubberen hoes en de plunjer van de voorste remlichtschakelaar worden beschadigd. (00324a)
4. Raadpleeg Afbeelding 7. Plaats een 4 mm (5/32 inch) dik kartonnen inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun.
1Hoofdcilinderbehuizing
2Stuurklem
3Rempedaal
4Hoofdcilinderdeksel
5Dekselpakking
6Reservoir
7Scharnierpen
8Sluitring
9Schroef van afdekking
10Platte onderlegring
11Schroef
Afbeelding 8. Hoofdremcilinder/reservoir
5. Raadpleeg Afbeelding 8. Verwijder de twee bouten (11) met platte onderlegringen (10) waarmee de stuurklem aan de hoofdcilinder (1) is bevestigd en verwijder de klem (2). Bewaar de onderlegringen voor hermontage. Houd het gat waar de banjobout is verwijderd met een wijsvinger dicht en leg de hoofdcilinder/reservoir en de remhendel van het stuur op een werkbank of een andere schone werkplek.
OPMERKING
Om te voorkomen dat vuil of andere verontreinigingen het hoofdcilinderreservoir binnendringen, dient u het deksel grondig te reinigen, voordat u dit verwijdert.
6. Verwijder de bouten waarmee het deksel aan de hoofdcilinderbehuizing is bevestigd en verwijder het deksel en de pakking. Draai de behuizing ondersteboven op een poetslap om de resterende remvloeistof uit het reservoir te verwijderen.
OPMERKING
Gebruik de juiste sluitringtang en controleer de punten van de tang op slijtage en schade.
WAARSCHUWING
Draag bij het installeren of verwijderen van sluitringen een veiligheids- of stofbril. Sluitringen kunnen uit de tang schieten en met voldoende kracht worden weggeslingerd om ernstig oogletsel te veroorzaken. (00312a)
7. Verwijder de sluitring uit de groef in de draaipen van de remhendel. Gooi de sluitring weg.
OPMERKING
Om de draaipen te verwijderen, moet u voorzichtig de remhendel in de richting van de zuiger forceren zoals bij het bedienen van de rem. Hierdoor wordt de druk van de zuigerveer weggenomen van de draaipen.
8. Verwijder de remhendel van de hoofdcilinderbehuizing door de draaipen aan de bovenkant eruit te schuiven. Het kan nodig zijn om de draaipen voorzichtig naar boven en naar buiten te bewegen om deze te verwijderen. Bewaar de draaipen voor montage. Leg de remhendel tijdelijk weg.
Installeer het verchroomde remvloeistofreservoir aan de voorkant
OPMERKING
De nieuwe hoofdcilinder wordt geleverd met alle interne componenten reeds gemonteerd. Het is niet noodzakelijk om de componenten uit de boring van de oude hoofdcilinder te verwijderen.
1. Raadpleeg Afbeelding 11. Gebruik een nieuwe behuizing voor de hoofdremcilinder/reservoir (2) van de set. Reinig de nieuwe behuizing van de hoofdcilinder, het deksel en de dekselpakking met gedenatureerde alcohol of het soort remvloeistof aangegeven in de servicehandleiding. Vervang indien nodig. Meng het niet met minerale olie of andere oplosmiddelen. Droog het met een schone, pluisvrije doek.
OPMERKING
Wanneer u de remhendel vervangt door een verchroomde hendel of een originele hoofdcilinderdeksel met verchroomde deksel, dient u het instructieblad te raadplegen dat bij de set(s) is geleverd. Wanneer u de hendel of het deksel niet vervangt, wordt de bestaande hendel/het deksel geïnstalleerd.
WAARSCHUWING
Gebruik gedenatureerde alcohol om de onderdelen van het remsysteem te reinigen. Gebruik geen oplosmiddelen op mineraalbasis (zoals benzine of verfverdunner), aangezien deze zelfs na montage rubberen delen zullen aantasten. Aantasting van deze onderdelen kan ertoe leiden dat de remmen niet meer functioneren, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00291a)
2. Raadpleeg Afbeelding 8. Breng de remhendel in het steungedeelte van de hoofdcilinder aan en lijn het draaipengat uit op de hendelsteungaten. Steek de draaipen er van de bovenkant in en sla deze voorzichtig vast.
OPMERKING
Om de hendel uit te lijnen en ervoor te zorgen dat de draaipen past, moet u voorzichtig kracht met de hendel uitoefenen om de zuiger aan te drukken.
WAARSCHUWING
Draag bij het installeren of verwijderen van sluitringen een veiligheids- of stofbril. Sluitringen kunnen uit de tang schieten en met voldoende kracht worden weggeslingerd om ernstig oogletsel te veroorzaken. (00312a)
3. Installeer de nieuwe sluitring in de groef van de draaipen. Controleer of de sluitring helemaal in de groef zit.
WAARSCHUWING
Gebruik geen vuldoppen van andere merken. Vuldoppen van andere merken passen niet altijd goed en kunnen lekken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. Neem contact op met een Harley-Davidson-dealer voor goedgekeurde vuldoppen. (00034a)
4. Raadpleeg Afbeelding 7. Plaats een 4 mm (5/32 inch) dik kartonnen inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun.
1Lipje
2Remhendelsteun
3Groef
4Schakelaarbehuizing
Afbeelding 9. Remhendelsteun aan de schakelaarbehuizing
5. Raadpleeg Afbeelding 9. Plaats de remhendel/hoofdcilinder aan de binnenkant van de schakelaarbehuizing (4), waarbij het lipje (1) van de onderste schakelaarbehuizing in de groef (3) aan de bovenkant van de remhendelsteun (2) vastklikt.
6. Raadpleeg Afbeelding 11. Lijn de openingen in de stuurklem (4) uit met de openingen in de hoofdcilinder en draai aan de bouten (8) met platte onderlegringen (7). Stel de stand af voor maximaal rijderscomfort. Haal de bouten aan, te beginnen met de bovenste bout.
Koppel: 7,9–9 N·m (6–7 ft-lbs) stuurklem
7. Installeer de spiegel en de rechter richtingaanwijzer Draai de borgmoer van de richtingaanwijzer stevig vast.
8. Raadpleeg Afbeelding 11. Gebruik de banjobout en de 2 nieuwe stalen/rubberen onderlegringen (1) van de set. Installeer de hydraulische leiding aan de hoofdcilinder met de banjobout en onderlegring aan iedere kant van de leiding. Haal de banjobout aan.
Koppel: 23–31 N·m (17–23 ft-lbs) banjobout
Ontlucht de voorrem.
OPMERKING
U kunt membraandrukapparatuur voor de hydraulische remvloeistof gebruiken om de hoofdremcilinder via de ontluchtingsnippel te vullen. Verwijder het deksel van het hoofdcilinderreservoir, zodat het systeem niet onder druk kan komen. Gebruik geen drukaflaatapparatuur wanneer het hydraulische systeem is afgesloten terwijl het reservoirdeksel van de hoofdremcilinder en de pakking op hun plaats zitten.
Afbeelding 10. Remvloeistof aftappen
1. Raadpleeg Afbeelding 10. Verwijder het deksel van de ontluchtingsklep op de voorremklauw. Plaats het uiteinde van de transparante kunststofslang over de ontluchtingsklep. Plaats het andere uiteinde in een schone opvangbak.
2. Zet de motorfiets rechtop. Reinig en verwijder het deksel van het hoofdcilinderreservoir.
MEDEDELING
DOT 5 hydraulische remvloeistof wordt gebruikt in de hydraulische koppeling. Gebruik geen andere soorten vloeistof. Deze zijn niet compatibel en kunnen schade aan de uitrusting veroorzaken. (00204b)
VOORZICHTIG
Indien DOT 5-remvloeistof in de ogen komt, kan dit irritatie, zwelling en rode ogen veroorzaken. Voorkom dat het in uw ogen komt. Spoel uw ogen bij contact met veel water uit en raadpleeg een arts. Indien grote hoeveelheden DOT 5-remvloeistof worden ingeslikt, kan dit het spijsverteringsstelsel irriteren. Raadpleeg een arts als u deze hebt ingeslikt. In goed geventileerde ruimten gebruiken. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN. (00144b)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
3. Vul de soort remvloeistof in het reservoir van de hoofdcilinder bij, aangegeven in de servicehandleiding, totdat het vloeistofpeil 3,2 mm (1/8 inch) van de bovenkant staat. Gebruik de oude remvloeistof niet opnieuw.
4. Druk het rempedaal in en houd deze ingedrukt om druk op te bouwen.
5. Open de ontluchtingsklep langzaam ongeveer een 1/2 slag linksom. Nu zal er remvloeistof van de ontluchtingsklep door de leiding stromen. Wanneer de hendel zijn volle bereik heeft bereikt, dient u de ontluchtingsklep te sluiten (rechtsom). Laat het rempedaal langzaam terugkeren naar de vrije stand.
6. Open de ontluchtingsklep een 1/2 slag, bedien de remhendel, sluit de ontluchtingsklep en laat de hendel terugkeren naar de vrijgavepositie totdat alle luchtbellen zijn verdwenen
7. Zet de ontluchtingsklep vast.
Koppel: 9–11,3 N·m (80–100 in-lbs) ontluchtingsklep
8. Installeer de deksel van de ontluchtingsklep.
9. Controleer of het peil op 3,2 mm (1/8 inch) van de bovenkant van het reservoir staat.
10. Bevestig het deksel aan het hoofdcilinderreservoir. Haal de bouten op het deksel aan.
Koppel: 1,4–1,7 N·m (12–15 in-lbs) reservoirschroeven
OPMERKING
Op het kijkglas kan de bestuurder het remvloeistofpeil controleren zonder het hoofdcilinderdeksel te verwijderen. Als het reservoir vol is, is het kijkglas donker. Naarmate het vloeistofpeil lager wordt, wordt het glas lichter.
WAARSCHUWING
Na het verrichten van onderhoud aan de remmen en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer 'gepompt' te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00279a)
De motorfiets terugbrengen in rijklare toestand
1. Sluit de minkabel van de accu aan. Voor V-Rod: Vervang de linker zijafdekking en monteer de maxi-zekering en de rechter zijafdekking.
2. Voor alle modellen behalve V-Rod: Volg de instructies in de servicehandleiding om de zadel te vervangen.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
3. Voor V-Rod:Sluit en vergrendel de zadel.
MEDEDELING
Let er bij het sluiten van het zadel op dat de contactsleutel in de stand BRANDSTOF staat. Indien het contact in een andere stand staat, kan het vergrendelingsmechanisme van het zadel beschadigd raken. (00196a)
4. Zet de contact-/koplampsleutelschakelaar in de stand IGN (ontsteking) en trek de voorremhendel aan om de werking van het remlicht te controleren.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er bij het verversen van vloeistof of smeermiddel niets op de banden, wielen of remmen wordt gemorst. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motor en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00047d)
WAARSCHUWING
Na het repareren van het remsysteem dient u de remmen met lage snelheid te testen. Als de remmen niet goed functioneren kan testen bij hoge snelheden er toe leiden dat u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00289a)
5. Maak een proefrit met de motorfiets.
a. Als de rem sponzig aanvoelt, herhaalt u de ontluchtingsprocedure voor de voorrem.
b. Als de koppeling sleept of de transmissie zwaar schakelt, herhaalt u de ontluchtingsprocedure voor de koppeling.
SERVICEONDERDELEN
OPMERKING
Het reservoirdeksel, de dekselpakking en het kijkglas worden als eenheid verkocht. De dekselpakking, onderdeelnummer 45483-05, kan echter afzonderlijk worden aangeschaft.
Item 5 is verkrijgbaar in hoeveelheden van 4 in de set met onderdeelnummer 94632-01.
Afbeelding 11. Serviceonderdelen: Verchroomde hoofdcilinderreservoirset
Tabel 1. Serviceonderdelen: Verchroomde hoofdcilinderreservoirset
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Stalen/rubberen pakking, remleiding (4)
41731-01
7
Onderlegring (4)
6099
2
Hoofdcilinder, 11/16 rem verchroomd
45298-99
8
Bout, inbuskop (4)
4293
3
Hoofdcilinder, 11/16 koppeling verchroomd
46113-02
Items afgebeeld maar niet in de set
4
Klem, stuur, verchroomd (2)
45282-99
A
Banjobouten
Alleen verwijzing
5
Bout, ovale kop (4)
2573
B
Remleiding
Alleen verwijzing
6
Deksel, montage, reservoir DOT 5 markeringen (2), set
45078-96D
C
Koppelingsleiding
Alleen verwijzing