1. | Plaats een geschikt blok onder het frame om het voorwiel een aantal centimeters van de vloer te lichten. Gebruik voor de beste resultaten een hydraulische middenstandaard op een horizontaal oppervlak. | |||||||||||
2. | Raadpleeg de servicehandleiding en verwijder het voorwiel, spatbord en remklauw. | |||||||||||
3. | Vernevel glasreiniger op de voorvorkpoot, tussen de bovenste en onderste vorksteun, voor smering. |
Afbeelding 1. Draai klembout los
Afbeelding 2. Voorvorkpoothouder (HD-41177) | ||||||||||
4. | Zie Afbeelding 1. Houd de voorvorkpoot vast om te voorkomen dat de voorvork valt en draai de klembouten (2) los. | |||||||||||
5. | Verwijder de voorvorkpoot door deze omlaag te schuiven en uit de onderste en bovenste steunen te halen. | |||||||||||
6. | Herhaal stap 3 t/m 5 voor het verwijderen van de tegenoverliggende voorvorkpoot. | |||||||||||
7. | Verplaats de voorvork naar de werkbank. Plaats een geschikte opvangbak op de vloer onder de schroefklauw. |
1 | Bovenste voorvorkpootkap |
2 | Voorvorkpoothouder |
3 | Schroefklauw |
1. | Zie Afbeelding 8. Plaats de nieuwe onderste bus (F) in de groef van de bovenste voorvorkpoot (E). Buig de bus net voldoende uiteen zodat deze op de bovenste voorvorkpoot past. | |
2. | Plaats de terugslagveer (D) in de demperbuis. Controleer of de ring van de demperbuis (C) in de groef aan de bovenzijde van de nieuwe demperbuis (2) is gemonteerd. Steek de demperbuis in de bovenste voorvorkpoot (E). | |
3. | Plaats de nieuwe veer (1) in de bovenste voorvorkpoot (E) met het compacte uiteinde naar beneden. Duw de demperbuis (2) met behulp van de veer door de opening in de bodem van de bovenste voorvorkpoot. Plaats de onderste aanslag (M) aan het uiteinde van de demperbuis. | |
4. | Plaats de bovenste voorvorkpoot in de onderste voorvorkpoot (N, O of P). | |
5. | Plaats de bout en onderlegring (Q) in de onderzijde van de onderste voorvorkpoot (N, O of P). Schuif de bovenste voorvorkpoot meerdere malen volledig in en uit om de juiste uitlijning van de onderdelen te controleren. Duw vervolgens omlaag op de veer en haal de bout aan. Haal de bout aan tot 15–25 N·m (11–18 ft-lbs). | |
6. | Plaats de bovenste bus (L), het afstandsring (K) (holle zijde onder), oliekeerring (J) (letters boven), en het VOORVORKKEERRING/-BUSGEREEDSCHAP (onderdeelnr. HD-36583) op de onderste voorvorkpoot. | |
7. | Zie Afbeelding 5. Monteer de bus, de afstandsring en de oliekeerring in de boring van de onderste voorvorkpoot door de onderdelen met het installatiehulpmiddel naar beneden te kloppen. | |
8. | Zie Afbeelding 8. Monteer de inwendige sluitring (I) in de groef bovenaan in de boring van de onderste voorvorkpoot. | |
9. | Monteer de stofafdichting (H) en de kap (G) aan de bovenzijde van de onderste voorvorkpoot. | |
10. | Monteer de aftapbout (R) in het onderste uiteinde van de onderste voorvorkpoot. Haal de bout aan tot 8–11 N·m (72–96 in-lbs). | |
11. | Verwijder de hoofdveer (1) uit de bovenste voorvorkpoot (E). | |
12. | Giet 350 mL Harley-Davidson type E vorkolie in de bovenste voorvorkpoot. | |
13. | Pomp de bovenste voorvorkpoot 10 keer om het systeem te ontluchten. | Afbeelding 4. Oliekeerring-/busgereedschap van de voorvork (HD-34634) Afbeelding 5. Monteren van de voorvorkoliekeerring |
WAARSCHUWING Een onjuiste hoeveelheid vorkolie kan de rij-eigenschappen beïnvloeden en leiden tot verlies van de controle over de motorfiets, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00298a) | ||
14. | Zie Afbeelding 7. Stel het voorvorkoliepeil af op 120 mm (4.72 in) van de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot als de bovenste voorvorkpoot is ingedrukt en de hoofdveer is verwijderd. Ga als volgt te werk: a. Draai de duimbout van de metalen ring van de OLIEPEILMETER VOORVORK (HD-59000B) los en beweeg deze omhoog of omlaag langs de stang totdat de onderkant van de ring zich op 120 mm (4.72 in) van de onderkant van de stang bevindt. Draai de duimbout vast. b. Druk de hendel op de cilinder helemaal in. c. Steek de stang in de bovenzijde van de bovenste voorvorkpoot, tot de metalen ring vlak op de bovenzijde van de bovenste voorvorkpoot ligt en de bovenste voorvorkpoot volledig in de onderste voorvorkpoot geduwd is. d. Trek de hendel naar buiten om voorvorkolie uit de bovenste voorvorkpoot te verwijderen. Let op de voorvorkolie in de transparante buis als het in de cilinder wordt gezogen. e. Verwijder de stang uit de bovenste voorvorkpoot. Druk de hendel in de cilinder om overtollige vorkolie in een geschikte opvangbak te laten lopen. f. Herhaal indien nodig stap 14(b)-14(e). Het oliepeil is correct als zichtbaar is dat er geen vorkolie meer uit de transparante buis wordt gezogen. | |
15. | Plaats de hoofdveer (1) in de bovenste voorvorkpoot (E) met het compacte uiteinde naar beneden. | |
16. | Plaats de veerring (S) en vervolgens de veerhuls (T) (van de originele voorvork). | |
17. | Monteer de kap (A) en O-ring (B) van de bovenste voorvorkpoot boven op de bovenste voorvorkpoot. Haal de kap aan tot 29,9–80 N·m (22–59 ft-lbs). | Afbeelding 6. Voorvorkoliepeilmeter (HD-59000B) Afbeelding 7. Verwijderen van de overtollige vorkolie |
18. | Verwijder de voorvork uit de voorvorkpoothouder. | |
19. | Herhaal stap 1 t/m 18 voor de andere kant van de voorvork. |
1. | Zie Afbeelding 1. Steek de onderste voorvorkpoot door de onderste en bovenste steunen voor. Plaats de bovenste voorvorkpoten zo, dat de bovenzijde van de voorvorkpootkappen (1) 10,7–12,7 mm (0.42–0,5 in) uitsteken boven de bovenste voorvorksteun. | |
2. | Houd bij modellen met richtingaanwijzers op de voorvorksteun de bevestigingssteunen van de richtingaanwijzers rechtop. Haal bij alle modellen de klembouten (2) van de bovenste en onderste voorvorksteun aan met 40,7–47,5 N·m (30–35 ft-lbs). | |
3. | Herhaal stap 1 en 2 voor de andere voorvorkpoot. | |
4. | Raadpleeg de servicehandleiding en installeer het voorspatbord, het wiel en de remmen. | |
WAARSCHUWING Telkens na het installeren van een wiel en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer ingeknepen te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00284a) | ||
5. | Maak een pompende beweging met de remhendel om druk in het remsysteem op te bouwen. | |
6. | Maak een proefrit met de motorfiets om te controleren dat de voorvork goed heen en weer schuift. Indien de remmen sponsachtig aanvoelen, moet u het remsysteem nogmaals ontluchten. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Veer (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Demperbuis (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set
inbegrepen: | ||
A | Kap, bovenste voorvorkpoot (2) | |
B | O-ring (2) | |
C | Ring, demperbuis (2) | |
D | Terugslagveer (2) | |
E | Bovenste voorvorkpoot met bus (2) | |
F | Onderste bus (2) | |
G | Kap, onderste voorvorkpoot (2) | |
H | Stofafdichting (2) | |
I | Sluitring (2) | |
J | Oliekeerring (2) | |
K | Afstandsring, oliekeerring (2) | |
L | Bovenste bus (2) | |
M | Onderste aanslag (2) | |
N | Onderste voorvorkpoot, links | |
O | Onderste voorvorkpoot, rechts (alle modellen behalve XL883R/XL1200R) | |
P | Onderste voorvorkpoot, rechts (XL883R/XL1200R) | |
Q | Bout en onderlegring (2) | |
R | Aftapbout met onderlegring (2) | |
S | Veerring (2) | |
T | Huls, veer (2) |