1. | Til de motorfiets met behulp van de heftafel omhoog om onderaan het achterspatbord te kunnen komen. | |||||||||||||
WAARSCHUWING Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de minkabel (-) van de accu worden losgekoppeld. (00048a) | ||||||||||||||
2. | Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel te verwijderen en de minkabel (zwart) van de minpool (-) van de accu los te koppelen. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel. | |||||||||||||
3. | Bij modellen van 2013 en later: Maak de connectoren voor de linker en rechter achterste richtingaanwijzer los van de gepaarde connectoren onder het zadel. | |||||||||||||
4. | Bij modellen van 2009 t/m 2012: Zie Afbeelding 1. Verwijder de kunststof plug (2) uit het toegangsgat van het achterlicht onder het achterspatbord (1). |
Afbeelding 1. Achterlichtaansluitingen | ||||||||||||
5. | Haal de richtingaanwijzerdraden en connectors voorzichtig uit de binnenkant van de achterlichtbehuizing (3). Verwijder de richtingaanwijzerdraden uit de clips aan de onderzijde van het spatbord. Scheid de vierwegs contacthuizen van de richtingaanwijzers (6) van de pinhuizen van de achterlichtdraadboom. | |||||||||||||
6. | Ontkoppel de grijze vierwegs connector (5) van het achterlicht van de gepaarde connector in de behuizing van het achterlicht. OPMERKING Zie AMP MULTILOCK CONNECTORS in de servicehandleiding voor de procedures voor het demonteren van de klemmen. Verwijder NIET de draden van de pinhuizen op de achterlichtdraadboom. | |||||||||||||
7. | Noteer de draadkleuren en -posities in elke holte van de contacthuizen vanaf de richtingaanwijzers. Raadpleeg het bedradingsschema en het hoofdstuk AMP MULTILOCK CONNECTORS in de servicehandleiding. Verwijder de draden uit beide contacthuizen. | |||||||||||||
8. | Bij modellen van 2013 en later: Maak de plastic draadkanalen los van de achterspatbordmontagesteunen op de motorfiets. Klik de draadkanalen op de achterspatbordmontagesteunen uit deze set. OPMERKING Gebruik de op de achterkant te plaatsen bevestigingsmaterialen en volg de instructies uit de zadeltas- of bevestigingspuntmaterialenset om de nieuwe spatbordmontagesteunen van deze set te installeren in plaats van de steunen uit de standaarduitrusting (OE). Om te zorgen dat het spatbord uitgelijnd blijft, verwijdert u de standaard (OE)-steun en installeert u de nieuwe steun helemaal aan de ene kant van de motorfiets voordat u aan de andere kant begint. | |||||||||||||
9. | Zie Afbeelding 2. Verwijder de bout (2) aan de voorkant van de spatbordmontagesteun (1). OPMERKING De afstandsring (3) is vastgelijmd op het spatbord en wordt niet verwijderd. | |||||||||||||
10. | Verwijder de bout (4) en onderlegring (5) aan de achterkant van de spatbordmontagesteun. Verwijder de richtingaanwijzerlamp (6), steun (7) en spatbordmontagesteun van het voertuig. | |||||||||||||
11. | Bij modellen van 2013 en later met spatbordsteunafdekkingen: Verwijder spatbordsteunafdekkingen. De standaard (OE) spatbordsteunafdekkingen zijn niet compatibel met deze set. |
1 | Spatbordmontagesteun |
2 | TORX-bout |
3 | Afstandsring |
4 | Zeskantbout |
5 | Onderlegring |
6 | Richtingaanwijzerlamp |
7 | Steun voor richtingaanwijzerlamp |
8 | Draadkanaal (modellen van 2013 en later) |
12. | Gebruik een heteluchtpistool of geschikt stralingswarmteapparaat om de krimpkous om de draden en kabelbuis te laten krimpen. | |
13. | Leid de richtingaanwijzerdraden door het smalle gat in het rubberen vulplaatje en plaats de kap in het plaatje in de richtingaanwijzerbehuizing. | |
14. | Draai eerst de zeskantmoer (3) en de borgring (4) losjes op het korte schroefdraadeinde van de verplaatsingssteun van de richtingaanwijzer (2) vast. Monteer de richtingaanwijzerlamp en het vulplaatje op de schroefdraad, maar zet ze niet volledig vast. OPMERKING Controleer of de richtingaanwijzerdraden niet bekneld zitten en of de borgring tegen de richtingaanwijzerbehuizing aan komt te zitten en niet het rubberen vulplaatje. | |
15. | Lijn de verplaatsingssteun uit met de achterkant van de spatbordsteun en plaats de ronde pad in het gepaarde gat in de steun. Volg de instructies in de zadeltas- of bevestigingspuntmaterialenset en gebruik de opgegeven bevestigingsmaterialen om de achterspatbordmontagesteun (1) en verplaatsingssteun van de richtingaanwijzer te installeren op het achterspatbord en spatbordsteun van het voertuigframe. Maak de steunen vast volgens de aanhaalmomenten die in die instructies zijn opgegeven. | |
16. | Lijn de richtingaanwijzerbehuizing zo uit dat de lens recht naar achteren is gericht voor een goed zicht. Houd de richtingaanwijzerbehuizing in de juiste positie terwijl u de zeskantmoer en borgring tegen de behuizing (niet het rubberen vulplaatje) aanhaalt tot 11–14 N·m (96–120 in-lbs). | |
17. | Herhaal stap 2 t/m 7 voor de tegenoverliggende kant van de motorfiets. | |
18. | Zie AMP MULTILOCK CONNECTORS in de servicehandleiding voor de procedures voor het installeren van de klemmen. Plaats de richtingaanwijzerdraden en klemmen terug in de gaten van de contacthuizen van de richtingaanwijzers. Zie het bedradingsschema in de servicehandleiding en uw eerder gemaakte aantekeningen. |
1. | Zie Afbeelding 3. Leid de richtingaanwijzerdraad (2) langs de onderkant van de verplaatsingssteun (1). Maak de draad met een kabelbinder (3) uit de set vast aan de steun, net voor de buiging van 90 graden. OPMERKING De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de beschermende randen goed aan het spatbord te laten hechten. |
Afbeelding 3. Draadroutering langs steun | ||||||
2. | Gebruik een mengsel van 50 tot 70% isopropylalcohol en 30 tot 50% gedistilleerd water om de onderrand van het spatbord aan elke kant te reinigen op het punt waar de richtingaanwijzerdraden onder het spatbord door lopen. Laat het oppervlak goed drogen. Haal de beschermende rand (8) uit de set en snijd deze in twee gelijke stukken. Plaats de randen voorzichtig langs de onderrand van het spatbord en druk deze stevig op hun plaats om te voorkomen dat de richtingaanwijzerdraad tegen de spatbordrand aan schuurt. Nadat u deze op hun plaats hebt gedrukt, verwarmt u ze met een heteluchtpistool of geschikt stralingswarmteapparaat die u gedurende 10 tot 15 seconden 75-150 mm (3-6 in) van de randen afhoudt. |
1. | Controleer of de contactsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat. Smeer een dunne laag vaseline of corrosievertragend materiaal op de minpool van de accu. Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van de minkabel van de accu. | |
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
2. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het installeren van het zadel. | |
WAARSCHUWING Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a) | ||
3. | Controleer of de richtingaanwijzers en de rest van de achterverlichting goed werken. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Montagesteun, achterste spatbord (2) | 59542-09 |
2 | Richtingaanwijzerverplaatsingssteun (2) (rechterkant is weergegeven, links is tegenoverliggende positie) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
3 | Zeskantmoer (2) | 7849 |
4 | Borgring (2) | 7042 |
5 | Vulplaatje, rubber (2) | 68749-09 |
6 | Krimpkous, 152 mm (6 in) lang (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
7 | Kabelbinder (2) | 10065 |
8 | Beschermende randen | 68877-09 |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen. | ||
A | Richtingaanwijzer (2) | |
B | Op achterkant te plaatsen bevestigingsmaterialen (uit zadeltas- of bevestigingspuntmaterialenset) | |
C | Standaarduitrusting van op voorkant te plaatsen bevestigingsmaterialen | |
D | Standaard (OE) draadkanaal (modellen van 2013 en later) |