1 | Onderste bout |
2 | Bovenste bout |
3 | Onderste onderlegring |
4 | Bovenste onderlegring |
5 | Afdekking |
6 | Moer |
7 | Schokdemper |
1. | Zet een blok onder het frame van de motorfiets zodat deze rechtop staat met het achterwiel iets los van de grond om de zijstandaard door zijn volle bereik te kunnen bewegen. | |
2. | Verwijder de onderste montagebout (1), onderlegring (3) en moer (6) van de schokdemper (7). Bewaar de bevestigingsmaterialen om deze later opnieuw te gebruiken. | |
3. | Verwijder de bovenste bout (2), onderlegring (4) en kap (5), en verwijder de schokdemper. Bewaar de bevestigingsmaterialen om deze later opnieuw te gebruiken. | |
4. | Herhaal stap 1 en 2 voor de tegenoverliggende kant en bewaar de bevestigingsmaterialen. | |
5. | Breng 2-3 druppels LOCTITE 243® (blauw) aan op de schroefdraad van de onderste montagebout en installeer vervolgens de bout, de onderste onderlegring en de moer op de schokdemper. | |
6. | Breng 2-3 druppels LOCTITE 243® (blauw) aan op de schroefdraad van de bovenste montagebout en installeer vervolgens de schokdemperkap, de bovenste montagebout en de onderlegring op de schokdemper. Zorg dat u de uitsparing in de schokdemperkap goed richt. OPMERKING Zorg dat de schokdemperkappen recht op de schokdemper blijven staan en niet draaien wanneer u de montagebouten van de schokdemper aanhaalt. | |
7. | Haal de montagebouten aan tot 61,1–67,9 N·m (45–50 ft-lbs). | |
8. | Herhaal stappen 4 t/m 6 voor de andere kant. OPMERKING Er zijn spansleutels verkrijgbaar voor het aanpassen van de voorbelasting van de schokdemperveer: onderdeelnr. HD-94700-52C of HD-94820-75A. Deze gereedschappen zijn bij uw Harley-Davidson-dealer verkrijgbaar. | |
WAARSCHUWING Stel beide schokdempers gelijk af. Een onjuiste afstelling kan een nadelige invloed uitoefenen op de stabiliteit en wegligging, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00036b) MEDEDELING Veeg, na de installatie en voordat u de motor start, alle vingerafdrukken van de onderdelen van het uitlaatsysteem. Olie van uw handen kan permanente afdrukken op de laklaag van het uitlaatsysteem achterlaten. (00346a) | ||
9. | Raadpleeg de servicehandleiding en installeer de achterste uitlaatpijp als u die verwijderd hebt. |
1. | Verwijder de rubberen stootbumper van het frame om de zijstandaardpoot verder te kunnen inklappen. Extra trekontlasting van de veer zorgt ervoor dat de veer gemakkelijker kan worden verwijderd. | |||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 2. Plaats de zijstandaard in de ingeklapte positie en verwijder de Pretzel-klem (3). | |||||||||||||||
3. | Houd de zijstandaardpoot (5) stevig vast in de ingeklapte positie en verwijder de gaffelpen (1) tot deze loskomt van het bovenste draaipuntgat van het koppel van de zijstandaard (4). | |||||||||||||||
4. | Maak de veer (6) los van de ankerpen (7) met behulp van de tang. Haak het andere einde van de veer los van de zijstandaardpoot. | |||||||||||||||
5. | Verwijder de gaffelpen uit het onderste draaipuntgat van het koppel van de zijstandaard. Verwijder de zijstandaard en gooi deze weg. | |||||||||||||||
6. | Reinig de op het frame gemonteerde ankerpen en breng een kleine hoeveelheid smeermiddel voor wiellagers aan op de draaipuntgaten van de zijstandaardpoot (5) en het koppel, de groef van de ankerpen en de as van de gaffelpen (1). OPMERKING Controleer bij de installatie van de zijstandaardveer of de open uiteinden van de veerhaken naar binnen naar het midden van de motorfiets wijzen. | |||||||||||||||
7. | Haak beide uiteinden van de veer (6) in het veermontagegat op de zijstandaardpoot (5). Monteer het andere uiteinde van de veer over de op het frame gemonteerde ankerpen (7). | |||||||||||||||
8. | Plaats de bus (2) op de gaffelpen (1) met de schouder van de bus in de richting van de kop van de gaffelpen. |
Afbeelding 2. Zijstandaard | ||||||||||||||
9. | Houd het uiteinde van de veer in de groef van de ankerpen en houd de zijstandaardpoot in de ingeklapte positie om het draaipunt van de standaardpoot in het koppel (4) op het motorfietsframe te plaatsen. Steek de gaffelpen (1) door de laagste draaipuntbevestiging van het koppel en halverwege in het draaipuntgat van de zijstandaardpoot. | |||||||||||||||
10. | Til de zijstandaardpoot omhoog, lijn het draaipuntgat van de zijstandaardpoot uit met het bovenste sleufgat van het koppel (7). Duw de gaffelpen door het bovenste gat in het koppel. Controleer of de schacht van de onderste bus (3) in het onderste draaipuntgat van het koppel past. | |||||||||||||||
11. | Plaats de bovenste bus met de schouder naar boven gericht over het uiteinde van de gaffelpen en tegen het bovenvlak van het koppel. Steek de Pretzel-klem (2) door het gat in het uiteinde van de gaffelpen. | |||||||||||||||
12. | Druk de rubberen stootbumper (5) op het montagetapeinde van het frame. | |||||||||||||||
13. | Klap de standaard verschillende keren uit en in om te controleren of deze goed werkt. In de ingeklapte positie (omhoog) moet de zijstandaardpoot goed zijn bevestigd tegen de op het frame gemonteerde rubberen stootbumper. | |||||||||||||||
14. | Plaats de zijstandaard in zijn volledig uitgeklapte positie (omlaag). Verwijder het steunblok voorzichtig onder het motorfietsframe uit. Laat de motorfiets op de zijstandaard rusten. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Schokdemper (2) | 54568-09 |
2 | Zijstandaard | 50185-04B |