ACHTERVOLGINGSLAMPSET
J047202008-11-21
ALGEMEEN
Setnummer
68746-03B
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleeg de Harley-Davidson Police and Fleet Motorcycle catalog (politie- en motorpark-catalogus) of de Police and Fire/Rescue section (politie- en brandweer/reddingsdiensten sectie) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
OPMERKING
Deze accessoire moet worden verwijderd als het voertuig niet voor politiedoeleinden wordt verkocht. Volg alle van toepassing zijnde wettelijke voorschriften bij de ombouw tot een civiele motorfiets.
Vereiste aanvullende onderdelen
Voor modellen met richtingaanwijzers gemonteerd op de bovenste of onderste balhoofdplaat is het gebruik van een verplaatsingsset voor de voorste richtingaanwijzers (68603-01) vereist.
Vereiste gereedschappen en materialen
Een UltraTorch UT-100 (39969), Robinair heteluchtpistool (25070) met warmtekrimphulpstuk (41183) of een ander geschikt stralingswarmteapparaat is noodzakelijk voor de juiste montage van deze set.
Krimpgereedschap (38125-8) is handig bij de installatie.
Een moerdop (Snap-on® FRX181 of vergelijkbaar) is ook handig.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze montage is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Elektrische overbelasting
MEDEDELING
U kunt u het oplaadsysteem van het motorvoertuig overbelasten indien u te veel elektrische accessoires aanbrengt. Als de op een bepaald moment gebruikte accessoires samen meer stroom verbruiken dan het laadsysteem kan opwekken, kan de accu als gevolg van het stroomverbruik leegraken waardoor er schade aan het elektrische systeem van de motorfiets kan ontstaan. (00211d)
WAARSCHUWING
Bij het installeren van een elektrische accessoire moet u controleren of het maximale amperage van de zekering of stroomonderbreker die het circuit beschermt dat u wijzigt, niet wordt overschreden. Het overschrijden van het maximale amperage kan leiden tot defecten in het elektrische systeem, hetgeen ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00310a)
Deze set heeft maximaal 2,8 ampère extra stroom van het elektrische systeem nodig. Bovendien wordt aanbevolen dat het hoog stationair toerental van de motor wordt ingesteld op 1000 omw/min.
Setinhoud
MONTAGE
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, dient u voordat u verder gaat de accukabels (de minkabel (-) eerst) los te koppelen. (00307a)
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
OPMERKING
Bij XL-modellen (Sportster®) van 2004 en later kan de minkabel van de accu het makkelijkst losgekoppeld worden bij het motorcarter.
1. Modellen met hoofdstroomonderbreker: Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies om het zadel te verwijderen en de accukabels los te koppelen, de minkabel eerst. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
2. Modellen met hoofdzekering: Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van de hoofdzekering.
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
3. Verwijder de brandstoftank. Zie de servicehandleiding.
4. Zie Afbeelding 8. Haal de lampmontagesteunen (1 en 3), de klemmen (2 en 4) en vier bolkopbouten (5) uit de set.
OPMERKING
De montagesteunen en klemmen zijn zijkantspecifiek. Raadpleeg de afbeeldingen en controleer of de juiste onderdelen voor iedere zijkant zijn geselecteerd.
5. Zie Afbeelding 1. Plaats de rechterzijde van de montagesteun (4) en de klem (3) op de rechter vorkpoot zoals afgebeeld. Maak dit losjes met twee bolkopbouten vast. Haal eerst de bout aan de buitenzijde (2) en dan de bout aan de binnenzijde (1) aan tot 8–9 N·m (70–80 in-lbs).
1Bout, bolkop (binnenzijde)
2Bout, bolkop (buitenzijde)
3Klem
4Montagesteun voor lamp
Afbeelding 1. Monteer montagesteun op de bovenste vorkpoot (rechterkant getoond)
6. Zie Afbeelding 8. Neem de achtervolgingslamp (6), twee kabelbuizen (14), de klemblokken (15), borgringen (16) en borgklemmen (17) uit de set.
7. Zie Afbeelding 2. Voer de draad (2) van de blauwe achtervolgingslamp (1) door de rechter montagesteun (3) en bevestig de lamp met behulp van een klemblok (4), borgring (5) en borgklem (6) aan de steun. Haal de borgklem aan tot 22–24 N·m (16–18 ft-lbs).
1Lamp
2Draad
3Montagesteun
4Klemblok
5Borgring
6Borgklem
7Draadbuis
Afbeelding 2. Lampen installeren
8. Schuif de kabelbuis (7) op de lampdraad.
9. Herhaal stap 4 t/m 7 voor de rode lamp aan de linkerzijde van de motorfiets.
OPMERKING
Zie Afbeelding 3 voor de locatie van de onderdelen van de kabelboom.
10. Bij modellen van 2003 en eerder: Zie Afbeelding 4. Installeer de kabelboom (8). Plaats het relais (1) en het knipperlicht (4) in de opening onder de zadelpan en voer de lange tak van de kabelboom (8) langs de bovenste framebuis door. Voor modellen uit 2004 en later: Zie Afbeelding 5. Verwijder de moeren waarmee de ontstekingsmodule (1) bevestigd is en plaats de module tijdelijk zoals getoond. Plaats het relais in de uitsparing (2) van het oliereservoir. Installeer de ontstekingsmodule. Leid de lange tak van de draadboom langs de bovenste framebuis.
1Relaisstekker
2Zwarte draad met ringklem (Black wire with ring terminal (voertuigmassa)
3Zwarte draad (Black wire (verbind op accessoirecircuitdraad)
4Knipperlichtstekker
5Lampschakelaar
6Witte draad (naar connector B+)
7Zekeringblok
8Blauwe draad (naar rechter lampdraad)
9Rode draad (naar linker lampdraad)
10Vinyl kabelbuis
Afbeelding 3. Kabelboomonderdelen
WAARSCHUWING
Zorg er bij het doorvoeren van draden en kabelbomen voor dat deze niet met bewegende onderdelen, warmtebronnen en afknelpunten in aanraking kunnen komen. Hierdoor voorkomt u beschadiging van de bedrading of kortsluiting, waardoor de controle over de motorfiets verloren kan gaan, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00554b)
11. Bij modellen van 2003 en eerder: Zie Afbeelding 4. Snijd de stekker van de witte voedingsdraad (6) en vervang deze met de in deze set meegeleverde ringklem ( Afbeelding 8 , 18). Sluit de witte draad met de ringklem aan op de koperen tapeindaansluiting (BAT) van de hoofdstroomonderbreker. Voor modellen uit 2004 en later: Zie Afbeelding 5. Sluit de stekker van de witte draad aan op contacthuis B+ (3) op de voertuigkabelboom.
12. Voor ALLE modellen: Zie Afbeelding 4. Sluit de zwarte massadraad met de ringklem (2) op het massacontactpunt (7) onder het zadel aan of maak gebruik van een ander goed elektrisch massapunt. Bevestig de kabelboom van de achtervolgingslamp aan de nabijgelegen kabelbomen met behulp van de kabelbinders uit de set.
1Relais
2Zwarte draad (met ringklem)
3Zwarte draad (zonder klem)
4Knipperlicht
5Scotchlok-connector
6Draad van accessoirecircuit (oranje of oranje-wit)
7Massacontactpunt
8Kabelboom van achtervolgingslamp
Afbeelding 4. Kabelboom installeren (modellen van 2003 en eerder)
1Ontstekingsmodule
2Uitsparing
3Connector B+
Afbeelding 5. Kabelboom installeren (modellen van 2004 en eerder)
13. Voer de kabelboom van de achtervolgingslamp langs het balhoofd door en voer de tak van de kabelboom, waaraan de lampschakelaar zit, langs de linkerzijde van het stuur naar de koppelingsbediening.
14. Zie Afbeelding 8. Verwijder de beschermrubber (9) van de lampschakelaar (A) en monteer de schakelaar in de montagesteun van de schakelaar (13) uit de set. Monteer de beschermrubber aan de schakelaar.
OPMERKING
Met de tijd kan de beschermrubber loslaten, verslijten op beschadigen. Vervang de beschermrubber voor zover dat nodig is om te voorkomen dat vocht de schakelaar binnendringt.
15. Zie Afbeelding 6. Verwijder de onderste bout (1) en onderlegring van de koppelingbedieningsklem, en monteer de lampschakelaar met steun (2). Bevestig de bout en onderlegring en haal aan tot 7–9 N·m (60–80 in-lbs).
1Onderste bout koppelingbedieningsklem
2Lampschakelaar en steun
Afbeelding 6. De lampschakelaar monteren op de koppelingsbedieningsklem
16. Bevestig de tak van de kabelboom, waar de lampschakelaar aan zit, aan het stuur met behulp van de nieuwe kabelboomborgklemmen ( Afbeelding 8 ) indien nodig. Klik de borgklemmen in de gaten in het stuur.
17. Zie Afbeelding 4. Voer de zwarte draad zonder de ringklem (3) door naar een geschikte plaats onder het zadel en verbind de zwarte draad met de draad van het accessoirecircuit op de voertuigkabelboom met behulp van de Scotchlok®-connector ( Afbeelding 8 , 20).
  • Bij modellen van 2005 en eerder is de accessoiredraad oranje.
  • Bij modellen uit 2004 en later is de accessoiredraad oranje met een witte streep.
1Krimpkous
2Rode draad uit de set
3Afgedichte stootverbinder
4Draad van de linker lamp
5Kabelbuis
6Blauwe draad uit de set
7Draad van de rechter lamp
Afbeelding 7. De lampdraden aansluiten op de kabelboom uit de set
OPMERKING
Het verbinden met afgedichte stootverbinders is een noodzakelijke stap bij de installatie van de achtervolgingslampset op de motorfiets. Raadpleeg de servicehandleiding voor de juiste procedures voor afgedichte stootverbinders.
  1. Zie Afbeelding 7. Schuif de krimpkous (1) uit de set over de blauwe draad (2) van de kabelboom van de achtervolgingslamp. Krimp de afgedichte stootverbinder (3) op de blauwe draad met behulp van krimpgereedschap (38125-8). Voer de draad van de rechter achtervolgingslamp naar de verbinder en knip de draad zo af dat er ongeveer 25 mm (1 in) van de draad voorbij de afgedichte stootverbinder steekt. Snijd de kabelbuis (5) op ongeveer 38 mm (1-1/2 in) van het uiteinde van de draad af.
  2. Verwijder ongeveer 10 mm (3/8 in) van de isolatie van het uiteinde van de lampdraad.
  3. Steek het uiteinde van de draad van de rechter lamp in de afgedichte stootverbinder (3). Krimp de draden op de afgedichte stootverbinder met behulp van krimpgereedschap.
  4. Herhaal stap 17 t/m 19 om de draad van de linker achtervolgingslamp aan te sluiten op de rode draad van de kabelboom.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte niet op andere onderdelen van het elektrische systeem, behalve de verbinders waarop u warmtekrimp toepast.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
OPMERKING
Bescherm de krimpkous tegen de warmtebron terwijl u de elektrische verbinder opwarmt.
18. Schuif de krimpkous weg van de verbinder en gebruik een UltraTorch UT100, Robinair-heteluchtpistool met warmtekrimphulpstuk of een ander geschikt stralingswarmteapparaat om de afgedichte stootverbinder aan de kabel te krimpen. Richt de warmte vanuit het midden van de krimp naar de krimpuiteinden aan de buitenkant toe, totdat het krimpmiddel aan beide uiteinden van de verbinder naar buiten treedt. Laat de verbinder afkoelen.
19. Schuif de krimpkous over de stootverbinder en gebruik het stralingswarmteapparaat om de krimpkous te verwarmen om de afgedichte stootverbinder volledig in te kapselen. Verwarm de krimpkous vanuit het midden naar beide uiteinden toe.
20. Bevestig de draden aan de onderste balhoofdplaat met behulp van de zelfklevende klemmen uit de set.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de kabelboom niet wordt afgekneld tussen de brandstoftank en het frame tijdens de montage van de tank.
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
21. Installeer de brandstoftank. Zie de servicehandleiding.
22. Controleer of de contact-/koplampsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a)
23. Modellen met hoofdstroomonderbreker: Smeer een dunne laag vaseline of corrosievertragend materiaal op beide accupolen. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het aansluiten van de accukabels (de pluskabel eerst). Modellen met hoofdzekering: Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het plaatsen van de hoofdzekering.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
24. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het installeren van het zadel.
25. Lijn de achtervolgingslampen als volgt uit:
  • Steek een moerdop (Snap-on® FRX181 of vergelijkbaar) in de onderzijde van de montagesteun van de richtingaanwijzer en draai de borgmoer op het tapeind los.
  • Verplaats de lamp en draai het blok in de gewenste positie.
  • Draai de borgmoer met behulp van de moerdop aan tot 24,4 N·m (18 ft-lbs).
SERVICEONDERDELEN
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Steun, achtervolgingslampmontage (rechts)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Klem, achtervolgingslampmontage (rechts)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
Steun, achtervolgingslampmontage (links)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
4
Klem, achtervolgingslampmontage, links
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
5
Bout, zeskante bolkop, 1/4-20 x 3/4 inch lang (4)
927A
6
Achtervolgingslamp, blauw of rood (bevat onderdeel 7)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
7
  • Lens en gloeilamp, blauw
  • Lens en gloeilamp, rood
  • Alleen gloeilamp (niet afgebeeld)
68728-09
68727-09
68453-05
8
Kabelboom (bevat onderdelen 9 t/m 12)
69298-04
9
  • Dop, schakelaar
67880-94
10
  • Relais
31504-91B
11
  • Knipperlicht
68563-04
12
  • Zekering, bladtype, 15 ampère (blauw)
72330-95
13
Steun, schakelaarmontage
70371-00
14
Kabelbuis, vinyl (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
15
Klemblok (2)
68720-62
16
Borgring (2)
7130W
17
Borgklem, lamp, montage (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
18
Ringklem
9858
19
Borgklem, kabelboom (4)
70345-84
20
Verbinder, elektrisch (Scotchlok®)
70576-68
21
Verbinder, voorgemonteerde isolatie, afgedichte stoot-
70586-93
22
Krimpkous (2)
72266-94
23
Klem, zelfklevend (4)
10102
24
Binder, kabel- (12)
10181
Items genoemd in de tekst:
A
Achtervolgingslampschakelaar
Afbeelding 8. Serviceonderdelen, Achtervolgingslampset.