FRONTBESTURING VOOR FL SOFTAIL
J045362010-07-28
ALGEMEEN
Setnummer
33909-08
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Vereiste aanvullende onderdelen
Voor de juiste installatie van deze set is Loctite® 243 (blauw), onderdeelnr. 99642-97 vereist.
Nieuwe stalen/rubberen pakkingen zijn nodig voor de achterste hoofdremcilinder. Vraag uw Harley-Davidson dealer wat het juiste onderdeelnummer voor uw motorfiets is.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
Indien een valbeugel gewenst is, is deze set alleen compatibel met FX Softail-valbeugels, onderdeelnr. 49200-07A of 49023-02A.
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Nieuwe banjoboutpakkingen en splitpen maken GEEN onderdeel uit van deze set.
Setinhoud
INSTALLEREN
Schakelzijde, links
WAARSCHUWING
Zet blokken of een krik onder het frame op zodanige wijze dat de motorfiets stevig staat. Het op een onjuiste manier plaatsen van blokken of omhoog brengen van de motorfiets kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00462c)
1. Plaats een blok zodanig onder het frame dat de motorfiets rechtop en horizontaal staat en er geen gewicht rust op de zijstandaard.
2. Verwijder de voetsteun.
3. Verwijder de zijstandaard, het schakelstangenstelsel en de steun volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding, en bewaar de bevestigingsmaterialen.
4. Zie Afbeelding 5. Haal de nieuwe linker schakelpedaalsteun (2) en drie TORX®-bouten (3) uit de set.
5. Plaats de eerder verwijderde onderlegringen op de bouten. Breng LOCTITE® 243 (blauw) aan op de schroefdraad en bevestig de nieuwe steun aan het motorfietsframe. Haal de bouten aan tot 54,2 N·m (40 ft-lbs).
6. Zie Afbeelding 5. Bevestig de voetsteun met behulp van de veerring (8), gaffelpen (10) en de sluitring (9).
WAARSCHUWING
Als de pootaanslag onjuist wordt gemonteerd, kan door overmatige slijtage de motorfiets van de zijstandaard vallen, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00479b)
7. Monteer de zijstandaard en bevestig de veer. Als dit correct is gemonteerd, zal de haak aan de veerzijde die aan de steun is bevestigd, omhoog wijzen.
8. Controleer of het stootrubber zich op het uitsteeksel van de zijstandaard bevindt. Zonder het stootrubber zal de zijstandaard contact maken met de kap van de primaire aandrijving, als deze omhoog wordt geklapt, waardoor de kap kan worden beschadigd.
9. Klap de zijstandaardpoot een aantal keer in en uit om te controleren of deze goed functioneert. De zijstandaard moet geheel vrij en volledig kunnen worden in- en uitgeklapt.
10. Raadpleeg de betreffende servicehandleiding voor het opnieuw bevestigen van het schakelstangenstelsel.
Remkant, rechts
1Steun*
2Onderlegring
3Bout (3)*
4Hoofdcilinder
5Gaffelpen
6Onderlegring
7Splitpen
8Moer
9Stalen/rubberen pakkingen (2)
10Banjobout
11Rempedaal
12O-ringen
13Onderlegring
14Bout
15Clip* (2011 en later)
Afbeelding 1. Rechter treeplankmontagesteun en rempedaalonderdelen
OPMERKING
De items die in de bovenstaande afbeelding met een sterretje (*) zijn aangegeven, zijn opgenomen in de set. De andere items worden alleen ter illustratie afgebeeld.
Leg de oorspronkelijke bevestigingsmaterialen die verwijderd werden opzij. Behalve de bouten voor de montagesteunen zal alles opnieuw gebruikt worden.
1. Zie Afbeelding 1. Verwijder het FL-rempedaal (11) en de voetsteun (niet afgebeeld).
2. Verwijder de hoofdcilinder (4) volgens de toepasselijke instructies in de servicehandleiding.
3. Haal de FL-steun van het frame af.
4. Haal de nieuwe verchroomde rechter steun (1) en drie verchroomde bouten (3) uit de set.
OPMERKING
Zie Afbeelding 2. Modellen van 2011 en later moeten een bevestigingsklem uit de set of van een standaardvoertuig (her)gebruiken. Bevestigen zoals afgebeeld.
5. Zie Afbeelding 1. Plaats de eerder verwijderde onderlegringen (2) op de schroefdraad. Breng LOCTITE® 243 (blauw) aan op de schroefdraad en bevestig de nieuwe steun aan het motorfietsframe. Haal de bouten aan tot 54,2 N·m (40 ft-lbs).
6. Pak het nieuwe rempedaal (11) en zorg ervoor dat de O-ringen (12) op hun plaats blijven. Schuif het nieuwe rempedaal op de montagesteunas. Bevestig de bout (14) en onderlegring (13). Haal aan tot 16–22 N·m (12–16 ft-lbs).
1Sleuf
2Bevestigingsklem
Afbeelding 2. Locatie van de klem
1Banjobout
2Stalen/rubberen pakkingen
3Banjofitting, remleiding
4Moer
5Treeplankmontagesteun
Afbeelding 3. Reservoirsteun, achterrem
7. Zie Afbeelding 3. Plaats de pakkingring van het hoofdcilindercartridgehuis in het gat van de nieuwe rechter treeplankmontagesteun (5). Breng LOCTITE® 243 (blauw) aan op de schroefdraad van de moer (4). Plaats de moer op het cartridgehuis en draai deze handvast aan. Haal aan tot 40,7–54,2 N·m (30–40 ft-lbs).
WAARSCHUWING
Vervang de remleidingpakkingen. Het opnieuw gebruiken van oorspronkelijke pakkingen kan ertoe leiden dat de remmen niet meer functioneren, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00318a)
MEDEDELING
Voorkom lekkage. Zorg ervoor dat de pakkingen, banjobout(en), remleiding en hoofdcilinderboring schoon en onbeschadigd zijn voordat u deze monteert. (00322a)
8. Smeer de nieuwe stalen/rubberen pakkingen (2) in met de juiste remvloeistof voor uw bouwjaar en model motorfiets. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de juiste remvloeistofspecificaties. Plaats een pakking aan beide zijden van de banjofitting (3) die aan het uiteinde van de remleiding zit. Steek de banjobout (1) door de pakkingen en fitting. Haal aan tot 23–30 N·m (17–22 ft-lbs).
1Splitpen
2Onderlegring
3Gaffelpen
Afbeelding 4. Achterrembediening: Achterste steun
9. Zie Afbeelding 4. Monteer de hoofdcilinder op het rempedaal. Bevestig de onderlegring (2) en de nieuwe splitpen (1) op de gaffelpen (3).
10. Smeer de rempedaalfitting in met wiellagervet Wheel Bearing Grease (onderdeelnr. 99856-92) totdat een kleine hoeveelheid vet zichtbaar is rondom de randen van het rempedaal.
OPMERKING
De achterrem kan niet worden afgesteld. Als de remsysteemonderdelen op de juiste wijze zijn gemonteerd, is het rempedaal correct afgesteld.
11. Zie Afbeelding 5. Bevestig de voetsteun met behulp van de veerring (8), gaffelpen (10) en de sluitring (9).
WAARSCHUWING
Contact met DOT 4-remvloeistof kan ernstige problemen met de gezondheid veroorzaken. Het niet dragen van geschikte huid- en oogbescherming kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
  • Bij inademing: Blijf kalm, zorg voor frisse lucht, roep medische hulp in.
  • Bij aanraking met de huid: Verontreinigde kleding uittrekken. Spoel direct de huid af met veel water voor 15-20 minuten. Roep medische hulp in indien irritatie optreedt.
  • Bij aanraking met de ogen: Spoel de aangedane ogen voor tenminste 15 minuten uit onder stromend water met de oogleden opengehouden. Roep medische hulp in indien irritatie optreedt.
  • Indien ingeslikt: Spoel de mond en drink overvloedig water. Geen braken opwekken. Contact Gif Controle. Roep onmiddellijk medische hulp in.
  • Zie de veiligheidsvoorschriften (SDS) voor meer informatie op sds.harley-davidson.com
(00240e)
12. Controleer of de achterste hoofdremcilinder in een horizontale stand staat. Verwijder het hoofdcilinderdeksel.
13. Ontlucht de remmen. Zie ONTLUCHTEN VAN DE HYDRAULISCHE REMMEN in de servicehandleiding.
WAARSCHUWING
Na het verrichten van onderhoud aan de remmen en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer 'gepompt' te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00279a)
14. Bevestig de pakking en het deksel aan de hoofdcilinder. Haal de dekselbouten aan tot 0,7–0,9 N·m (6–8 in-lbs).
WAARSCHUWING
De zijstandaard wordt vergrendeld wanneer deze helemaal naar voren (omlaag) wordt geplaatst met het motorgewicht erop. Indien de zijstandaard niet helemaal naar voren (omlaag) staat met het motorgewicht erop gezet, dan kan de motor omvallen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00006a)
15. Klap de zijstandaard helemaal naar voren (omlaag). Haal de steun voorzichtig onder het motorfietsframe vandaan en laat de motorfiets op de zijstandaard rusten.
16. Controleer of de zijstandaard goed werkt voordat u wegrijdt.
WAARSCHUWING
Na het repareren van het remsysteem dient u de remmen met lage snelheid te testen. Als de remmen niet goed functioneren kan testen bij hoge snelheden er toe leiden dat u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00289a)
17. Zet de contact-/​koplampsleutelschakelaar op IGNITION (ontsteking). Druk het rempedaal meerdere malen in, om de werking van het remlicht te controleren.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 5. Serviceonderdelen: Frontbesturingsset
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Rempedaalmontagesteun, glanzend zwart
42508-11BHP
2
Schakelpedaalsteun
33683-07A
3
Bolkop, TORX-bout, 0,375-16 x 1 inch (6)
4512A
4
Schakelpedaal
34564-90B
5
Schakelpedaal/tapeind
34611-65A
6
Rempedaal
42515-07
7
Schakelpedaal
33660-07
8
Veerring (2)
50912-72
9
Sluitring (2)
11304
10
Gaffelpen (2)
45041-01A
11
Clip (2011 en later)
10866