Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Onderste verchroomde afdekking stoterstang (4) (gebruikt in set 18404-08) | 17938-83 |
2 | Verchroomde houder, afdekking stoterstangveer (4) (gebruikt in set 18404-08) | 17634-99 |
3 | Onderste glanzende zwarte afdekking stoterstang (4) (gebruikt in set 17900032) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
4 | Glanzend zwarte houder, afdekking stoterstangveer (4) (wordt gebruikt in set 17900032) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
5 | Stoterstangsamenstel (inlaat) (2) | 18422-08 |
6 | Stoterstangsamenstel (uitlaat) (2) | 18413-08 |
7 | O-ring, bovenste beschermbuis klepstoterstang (4) | 11293 |
8 | O-ring, onderste beschermbuis klepstoterstang (4) | 11145 |
9 | O-ring, middelste afdekking stoterstang (4) | 11132 |
Opmerking: Glanzend zwarte afdekkingsset 17900033 omvat items 3 & 4. |
1. | Stel de lengte van de stoterstang af op een speling van nul. | |
2. | Zie Afbeelding 1. Markeer (3) de vlakke zijden van de stelinrichting om te helpen bij het tellen van het aantal omwentelingen. Houd de buis tegen met een 1/2 inch of verstelbare sleutel en draai de stelschroef langzaam met een 5/16 inch sleutel 2-1/2 omwenteling linksom (waardoor de stoterstang langer wordt) van onderen af gezien. | |
3. | Houd de stelschroef tegen en draai de borgmoer met een 1/2 inch steeksleutel tegen de stoterstangbuis. Als de stoterstang samen met de borgmoer verdraait, moeten er drie steeksleutels worden gebruikt, een om de stoterstangbuis tegen te houden, een om de stelschroef tegen te houden en een om de borgmoer vast te draaien. OPMERKING Wacht 10 minuten met het draaien van de krukas na het afstellen van de stoterstangen van de voorste of achterste cilinder. Hierdoor kunnen de stoters leeglopen en wordt het verbuigen van klepstoterstangen of kleppen voorkomen. De stoterstangen moeten vrij rond kunnen draaien en de kleppen moeten op hun zetels rusten (gesloten zijn) voordat de krukas rondgedraaid mag worden. | |
4. | Wacht zo'n 10 minuten. Zorg dat de versnellingsbak in een versnelling staat en gebruik het achterwiel om de krukas te draaien totdat beide achterste cilinderstoterstangen hun laagste positie hebben bereikt. | |
5. | Herhaal stap 4 t/m 8 in het gedeelte Installatie en stap 1 t/m 4 van deze procedure voor de achterste cilinder. | |
6. | Installeer de borgklemmen van de stoterstangveerafdekkingen op de stoterstangafdekkingen. Installeer de bougies en zet de versnellingsbak in neutraal. | |
WAARSCHUWING Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a) | ||
7. | Koppel de accukabels weer aan, de pluskabel (+) eerst, volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. |
1. | Draai de stelschroef op de stoterstang totdat er nul speling is in de kleppentrein. De stoterstang moet vrij rond kunnen draaien zonder te slepen en zonder dat deze omhoog of omlaag schokt. | |
2. | Houd de stelschroef tegen en draai de borgmoer met een 1/2 inch steeksleutel tegen de stoterstangbuis. Als de stoterstang samen met de borgmoer verdraait, moeten er drie steeksleutels worden gebruikt, een om de stoterstangbuis tegen te houden, een om de stelschroef tegen te houden en een om de borgmoer vast te draaien. | |
3. | Zorg dat de versnellingsbak in een versnelling staat en gebruik het achterwiel om de krukas te draaien totdat beide achterste cilinderstoterstangen hun laagste positie hebben bereikt. | |
4. | Herhaal stap 4 t/m 8 in het gedeelte Installatie en stap 1 t/m 3 van deze procedure voor de achterste cilinder. | |
5. | Installeer de borgklemmen van de stoterstangveerafdekkingen op de stoterstangafdekkingen. Installeer de bougies en zet de versnellingsbak in neutraal. | |
WAARSCHUWING Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a) | ||
6. | Koppel de accukabels weer aan, de pluskabel (+) eerst, volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. OPMERKING Vanwege het grote aantal koppen en nokken die beschikbaar zijn voor Twin Cam-motoren, moet u nagaan of de stoterstangen en de bovenste stoterstangafdekkingen elkaar niet raken. Controleer dit door de motor langzaam te draaien totdat beide kleppen op de cilinder die u controleert, gesloten zijn. Als er contact is, moeten de tuimelarmsteunen richting de nokzijde van de motor worden verschoven. |
1 | Uitlaatstoterstang (EXH) |
2 | Inlaatstoterstang (INT) |
3 | Uitlijnmerkteken |