1. | Zie Afbeelding 2. Monteer de bovenste voorvorkpoten volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. Vervang de oliekeerringen door nieuwe oliekeerringen (4) voor de onderste voorvorkpoot. | |
2. | Vul met TYPE E VORKOLIE volgens de instructies in de servicehandleiding. | |
3. | Installeer de voorvork en eventuele onderdelen die verwijderd werden om toegang te krijgen tot de voorvork volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. OPMERKING De aan beide zijden van de onderste voorvorkpoten aanwezige voorste reflectoren moeten worden verwijderd, schoongemaakt en op de nieuwe onderste verchroomde voorvorkpoten worden gemonteerd. | |
WAARSCHUWING De Amerikaanse veiligheidsnorm voor motorvoertuigen (FMVSS) 108 vereist dat motoren zijn uitgerust met achter- en zijreflectoren. Controleer of de achter- en zijreflectoren correct zijn gemonteerd. Als de bestuurder slecht zichtbaar is voor andere weggebruikers, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00336b) | ||
4. | Maak de reflector aan beide uiteinden los van de onderste voorvorkpoot door met een eindje flosszijde (of vergelijkbaar materiaal) tussen reflector en onderste voorvorkpoot heen en weer te 'zagen'. Draai de reflector enige malen voorzichtig van de ene naar de andere kant tot deze verwijderd kan worden van de onderste voorvorkpoot. Bewaar de reflector voor installatie op de nieuwe onderste voorvorkpoot. Herhaal de procedure voor de tegenoverliggende onderste voorvorkpoot. | |
5. | Verwijder aanwezige kleefstofresten van beide reflectoren. OPMERKING De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de reflectoren goed te laten hechten op de poten. | |
6. | Zie Afbeelding 2. Verwijder één van de beschermstroken van de dubbelzijdige schuimrubbertape (5). Plaats de tape op de achterkant van de reflector en druk het stevig vast. | |
7. | Trek de overgebleven beschermstrook van de tape. Plaats de reflector op de onderste voorvorkpoot zoals afgebeeld in Afbeelding 1 en druk deze stevig op zijn plaats. | |
8. | Herhaal de procedure voor de tegenoverliggende onderste voorvorkpoot. OPMERKING Gedurende TEN MINSTE 24 uur na het bevestigen van de reflector mag het oppervlak niet worden blootgesteld aan een stevige wasbeurt, sterke waterstralen of extreme weersomstandigheden. | |
WAARSCHUWING Telkens na het installeren van een wiel en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer ingeknepen te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00284a) | ||
9. | Knijp de handremmen een paar keer in voordat u met de proefrit begint. | |
10. | Maak een proefrit met de motorfiets om te controleren dat de voorvork goed heen en weer schuift. |
1 | Monteer de reflector zodanig dat de onderkant zich 50 mm (2 in) boven het midden van de as bevindt |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Onderste voorvorkpoot, links (verchroomd) | 83820-09 |
2 | Onderste voorvorkpoot, rechts (verchroomd) | 83821-09 |
3 | Askap, rechterzijde (verchroomd) | 46658-07 |
4 | Oliekeerring, onderste voorvorkpoot (2) | 45875-84A |
5 | Tape, dubbelzijdig (2) | 53791-06 |
6 | Ashoudermoerset (verchroomd) | 45813-03 |