1. | Plaats een krik zodanig onder het frame dat de motorfiets rechtop en horizontaal staat. | |
WAARSCHUWING Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b) | ||
2. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van de hoofdzekering. | |
3. | Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel te verwijderen. | |
4. | Breng de achterzijde van de motorfiets omhoog zodat er geen gewicht meer rust op de schokdempers. | |
5. | Volg de instructies in de servicehandleiding om alleen de onderste schokdemperbevestiging aan weerszijden van de motorfiets los te maken. Bewaar de bevestigingen voor de latere montage. OPMERKING Het kan zijn dat de bovenste schokdemperbevestiging verwijderd moet worden voor de montage bij bepaalde zadeltassen. Raadpleeg de instructies die met de zadeltassen meegeleverd zijn voor meer informatie. | |
6. | Til de achterkant van de motorfiets hoger om onder aan het achterspatbord te kunnen komen. |
7. | Zie Afbeelding 1. Bevestig de verlichting (1), de afstandsring (2) en de kap (3) op de kentekenplaatsteun (5) in de afgebeelde volgorde en zet de bouten (4) stevig vast. | |
8. | Neem de STT-verplaatsingssteun (6), de twee bouten (7) en de twee platte onderlegringen (8) uit de set. | |
9. | Breng een paar druppels Loctite 271 – rood aan op de schone schroefdraad. Bevestig de kentekenplaatsteun zoals afgebeeld op de steun en haal de bouten aan tot 13,6 N·m (120 in-lbs). OPMERKING Wanneer een metalen gereedschap wordt gebruikt voor het monteren van de zwarte moeren, bescherm dan de lak met een doek of papier om beschadiging te voorkomen. | |
10. | Draai de zwarte moeren (9) handvast op de tapeinden aan beide zijden van de STT-verplaatsingssteun. | |
11. | Haal de achterreflector (10) uit de set. | |
12. | Reinig de plaats van de reflector op de kentekenplaatsteun met een mengsel van 50-70% isopropylalcohol en 30-50% gedestilleerd water. Laat het oppervlak goed drogen. OPMERKING De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de reflector goed aan de steun te laten hechten. | |
13. | Trek de beschermstrook van de kleeflaag aan de achterkant van de reflector af. Plaats de reflector zorgvuldig in de juiste positie, horizontaal en verticaal in het midden, op het montagegedeelte van de steun en druk hem stevig op zijn plaats. Houd de reflector ongeveer 1 minuut op zijn plaats vast terwijl u gelijkmatige druk uitoefent. |
1 | Kentekenplaatverlichting |
2 | Afstandsring |
3 | Verlichtingskap |
4 | Bolkopbout (2) |
5 | Kentekenplaatsteun |
6 | STT-verplaatsingssteun |
7 | Zeskante bout (2) |
8 | Platte onderlegring (2) |
9 | Zwart geverfde moer (2) |
10 | Achterreflector |
11 | Vierkant gat in kentekenplaatsteun |
1. | Verwijder de STT-lampen uit de achterspatbordsteunafdekkingen volgens de instructies in de servicehandleiding. OPMERKING Breng, indien nodig, een beetje vloeibare zeep, ruitenreiniger of multifunctioneel smeermiddel aan op de draaduiteinden van de kentekenplaatverlichting en mantel. Trek de draden zo nodig met een trekveer of een stuk ijzerdraad door de buis. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Voer de mantel voor de bedrading van de kentekenplaatverlichting door het vierkante gat (11) aan de linkerzijde van de steun voor de kentekenplaat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | Zie Afbeelding 5. Voer de draad en de mantel door opening (C) in de STT-verplaatsingssteun (1) en druk de bedrading voorbij de Y-koppeling (D) aan de linkerzijde van de buis. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | Neem drie nieuwe draden met aansluitingen, een zwarte (12), een paarse (11) en een blauwe (10) uit de set. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Voer het uiteinde zonder aansluiting van één draad door het linker tapeind met schroefdraad (E) van de STT-verplaatsingssteun. Voer de draad in de buis en druk de bedrading voorbij de Y-koppeling. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. | Voer het uiteinde zonder aansluiting van de tweede draad in het tapeind met schroefdraad via de binnenzijde van de bocht. Leid beide draden en de mantel voor de bedrading van de kentekenplaatverlichting in de buis totdat de tweede draad voorbij de Y-koppeling is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. | Voer het uiteinde zonder aansluiting van de derde draad in het tapeind met schroefdraad via de binnenzijde van de bocht. Leid alle draden en de mantel door de buis totdat het uiteinde van de eerste draad uit de voorste opening links (F) komt. Blijf drukken en trekken tot de uiteinden van alle draden zichtbaar worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. | Trek de mantel van de bedrading van de kentekenplaatverlichting door de buis totdat de bedrading bij de kentekenplaatsteun strak ligt. Trek vervolgens de bedrading weer iets terug om te voorkomen dat er spanning op de bedrading komt te staan. Gebruik een kabelbinder (niet meegeleverd) om de mantel bij opening (C) vast te zetten aan de STT-verplaatsingssteun. |
Afbeelding 2. Remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer (rechterzijde afgebeeld) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
9. | Zie Afbeelding 2. Steek het blad van een kleine schroevendraaier in de inkeping aan de onderkant van de lenskap (2) en draai het blad voorzichtig tot de lens uit de lampbehuizing (1) springt. Druk de gloeilamp (3) in en draai deze linksom om deze uit zijn aansluiting te verwijderen. Leg de lens en de gloeilamp apart voor latere montage. OPMERKING Noteer de plaats van de aansluitingen en de draadkleuren in de reflector met gloeilampfitting (6), voordat u ze losneemt. De paarse draad (11) moet zich het dichtst bij de pasnok op de gloeilampfitting bevinden. De nieuwe draden uit de set moeten in dezelfde holtes worden aangesloten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. | Noteer de plaats en de kleuren van de twee draden in de reflector met gloeilampfitting (6). Schuif de lampfitting en de veer (7) uit de reflector (5). Verwijder de draden en de drukaansluitingen van de gloeilampfitting. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. | Steek een haakse pen of een 3 mm (7/64 in) inbussleutel door de uitsparing in de lampfitting in de opening (17). Trek de reflector uit het lamphuis. Neem de rubber pakking (4) los van de reflector of het huis. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
12. | Verwijder de massaklem en de zwarte draad (10) van de achterkant van de reflector. Leid de mantel (13) met de drie draden uit het gat zonder schroefdraad (8) in het lamphuis en gooi hem weg. OPMERKING Controleer of het vulplaatje, de borgring en de contramoer in exact dezelfde richting en volgorde zijn aangebracht als afgebeeld, voordat de draden door de remlicht-/achterlicht-/richtingaanwijzerbehuizing worden gevoerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. | Plaats een borgring (15) op het tapeind met schroefdraad aan de linkerzijde, tegen de contramoer (16) die al op de STT-verplaatsingssteun geplaatst is. Plaats een zwart vulplaatje (14) in de richting zoals afgebeeld, op het tapeind. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. | Voer de draden vanuit het linker tapeind op de STT-verplaatsingssteun door het schroefdraadgat (9) in het lamphuis (1) en het midden van de rubberen pakking (4). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. | Schroef de lampbehuizing op het tapeind. Let er op dat tijdens het monteren van de lamp op het tapeind de draden niet in elkaar gedraaid of beschadigd worden. Lijn het vulplaatje uit ten opzichte van de gaten en de uitsparing in het lamphuis. De borgring past in het gat in het vulplaatje. Stel het lamphuis zo af dat de lens naar achteren wijst en parallel staat aan de grond. Draai de contramoer met de hand tegen de borgring terwijl u het huis in deze stand houdt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. | Steek de aansluiting van de nieuwe zwarte draad (10) in de holte in de achterzijde van de reflector (5) tot hij op zijn plaats klikt. Steek de blauwe draad (12) en de paarse draad (11) door het midden van de reflector (5) en de veer (7) en steek de drukaansluitingen in de juiste sleuven en holtes in de reflector met gloeilampfitting (6). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. | Zet de lamp als volgt in elkaar: a. Plaats de veer en de gloeilampfitting weer in de reflector en breng daarbij de pasnok op de gloeilampfitting in lijn met de uitsparing in de reflector. b. Plaats de reflector in de rubberen pakking en breng daarbij de pasnok op de reflector in lijn met de uitsparing in de pakking. c. Plaats de reflector en breng daarbij de nok op de reflector in lijn met de uitsparing in de lamp, en zorg ervoor dat er 50–100 mm (1–2 in) draad in het lamphuis aanwezig is. Trek voorzichtig de afzonderlijke draden naar de voorste opening in de STT-verplaatsingssteun om het overtollige draad uit de buis te verwijderen. d. Druk met beide duimen gelijkmatig op de buitenrand van de reflector totdat deze goed aanligt. e. Breng smeermiddel voor elektrische contacten royaal aan (H-D onderdeelnr. 99861-02) of gelijkwaardig op de contacten in de reflectorfitting en op de voet van de gloeilamp. Druk de gloeilamp naar binnen en draai deze rechtsom om de gloeilamp in de fitting te plaatsen. f. Plaats de lens in de lampbehuizing en druk hem met de duimen aan, totdat hij op zijn plaats klikt. Draai de lens zo dat de uitsparing zich aan de onderkant van de lamp bevindt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. | Zie Afbeelding 5. Haal de mantel (14) uit de set en snijd deze in twee gelijke stukken. OPMERKING Breng, indien nodig, een beetje vloeibare zeep, ruitenreiniger of multifunctioneel smeermiddel aan op de binnen- en buitenkant van de mantel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. | Schuif aan beide zijden een stuk kabelmantel over de drie STT-lampdraden en in de voorste opening (F) in de STT-verplaatsingssteun. Blijf de mantel over de draden schuiven tot deze minstens het Y-stuk heeft bereikt of nog liever, helemaal tot aan het STT-lamphuis. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. | Herhaal stap 4 t/m 19 voor de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer aan de rechterzijde. |
1. | Zie het bovenste inlegvel Afbeelding 5. Neem de steun voor de linker reflector (22) en de klinknagels (23) uit de set. Positioneer de steun op de linkerzijde van het spatbord en lijn de bevestigingsgaten uit met de gaten in het spatbord van de uitgeboorde klinknagels. Zie vergelijkbare steun aan de rechterzijde. | |||||||||||||||||
2. | Plaats de steun op het spatbord en steek de klinknagels vanaf de buitenzijde in het spatbord. | |||||||||||||||||
3. | Alleen bij modellen voor de VS: De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de reflector goed aan de steun te laten hechten. a. Pak de achterreflector (L), afzonderlijk aangeschaft. b. Reinig de plaats van de reflector op de steun met een mengsel van 50-70% isopropylalcohol en 30-50% gedestilleerd water. Laat het oppervlak goed drogen. c. Trek de beschermstrook van de kleeflaag aan de achterkant van de reflector af. Plaats de reflector zorgvuldig in de juiste positie, horizontaal en verticaal in het midden, op het montagegedeelte van de steun en druk hem stevig op zijn plaats. Houd de reflector ongeveer 1 minuut op zijn plaats vast terwijl u gelijkmatige druk uitoefent. OPMERKING Gedurende TEN MINSTE 24 uur na het bevestigen van de reflector mag het oppervlak niet worden blootgesteld aan een stevige wasbeurt, sterke waterstralen of extreme weersomstandigheden. De hechting neemt toe en bereikt zijn maximale sterkte na ongeveer 72 uur bij normale omgevingstemperaturen. | |||||||||||||||||
4. | Laat een helper het spatbord omhoog of omlaag houden, ongeveer in de positie waarin het spatbord uiteindelijk gemonteerd wordt. Zet de zadelpen handvast. OPMERKING Bij motorfietsen uitgerust met een H-D Smart-alarmsysteem: Controleer of de antennebedrading tussen het oliereservoir en het spatbord door loopt aan de rechterzijde van de motorfiets en niet klem zit tussen het spatbord en de dwarsbuis van het frame. | |||||||||||||||||
5. | Als u zadeltassen of bevestigingspunten monteert:Als u GEEN zadeltassen of bevestigingspunten monteert: a. Neem de bevestigingsmaterialen voor het spatbord uit de zadeltas- of bevestigingspuntset en monteer deze zoals in de instructies van die set staat vermeld. b. Ga door naar stap 6. c. Pak de eerder verwijderde standaard (OE) spatbordbevestigingsmaterialen. d. Plaats een onderlegring op de schroefdraad en plaats de bouten door het voorste gat in het spatbord, de steun van het spatbord en het spatbord aan weerszijden van de motorfiets. e. Draai de moer op de bout, maar draai hem nog niet volledig vast. f. Zie Afbeelding 3. Controleer of de lip (3) op elke moerplaat (2) in de sleuf (4) in de spatbordbeugel (1) valt als de moerplaat met de achterste montagebout (5) wordt vastgezet. g. Plaats een onderlegring op de schroefdraad en plaats de resterende bouten door het achterste gat in het spatbord, de steun van het spatbord en het spatbord aan weerszijden van de motorfiets. h. Draai de plaatmoer met lipje op de bouten en draai de bouten zo ver vast dat de lipjes in de uitsparingen in de steun van het spatbord vallen. |
Afbeelding 3. Plaatmoer achterspatbord | ||||||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 4. Pak de achterspatbordsteunafdekkingen (3) die eerder verwijderd zijn, de STT-verplaatsingssteun (5) uit het vorige deel en twee 5/16-18 TORX®-bolkopbouten (6), de afstandsringen (7) en de zeskantige flensmoeren (8) uit de set. |
Afbeelding 4. Achterspatbord | ||||||||||||||||
7. | Plaats aan beide zijden van de motorfiets een afstandsring ter hoogte van het op één na achterste gat in de spatbordsteun, zoals afgebeeld. Gebruik (afplak)tape om de afstandsring vast te zetten op de steun van het achterspatbord (1). Maak een gat in de tape voor de bout. | |||||||||||||||||
8. | Laat een helper de STT-verplaatingssteun op zijn plaats houden en plaats een bout in het voorste gat van de verplaatsingssteun, het op een na achterste gat in de spatbordsteunafdekking,de afstandsring, de spatbordsteun en het bevestigingsgat in het achterspatbord. Plaats de flensmoer op de schroefdraad maar draai de moer nog niet volledig vast. | |||||||||||||||||
9. | Herhaal stap 6 t/m 8 voor de tegenoverliggende kant van de motorfiets. | |||||||||||||||||
10. | Draai de bevestigingsbouten van het spatbord in de onderstaande volgorde aan: a. Haal de bout en zadelpen aan tot 10,8–17,6 N·m (8–13 ft-lbs). b. Als u bevestigingspunten MONTEERT: Haal de voorste en achterste spatbordsteunbouten (met bevestigingspunten), aan beide zijden van het spatbord, aan tot 28,5–33,9 N·m (21–25 ft-lbs). Als u GEEN bevestigingspunten MONTEERT: Haal de voorste en achterste spatbordsteunbouten, aan beide zijden van het spatbord, aan tot 14,9–24,4 N·m (11–18 ft-lbs). c. Centreer de verplaatsingssteun in verticale richting en haal de bouten van de verplaatsingssteun aan tot 28,5–33,9 N·m (21–25 ft-lbs). d. Lijn de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzers zodanig uit dat de lenzen recht naar achteren wijzen voor goede zichtbaarheid. Bescherm de afwerking van de zwarte moeren met een doek of papier om schade te voorkomen. Houd de lamphuizen in de juiste positie en haal de zwarte contramoeren links en rechts tegen de borgringen aan tot 14,9–24,4 N·m (8–13 ft-lbs). |
1. | Volg de instructies in de servicehandleiding om de onderste schokdemperbevestiging vast te zetten aan weerszijden van de motorfiets. | |
2. | Laat de krik zakken zodat de motorfiets op de zijstandaard staat. | |
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
3. | Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel te monteren. OPMERKING Controleer of de contactsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst. | |
4. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het plaatsen van de hoofdzekering. | |
5. | Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motor niet. Controleer of het achterlicht, het remlicht, de richtingaanwijzers en de kentekenplaatverlichting goed werken. | |
6. | Plaats de kentekenplaat (indien aanwezig) op de motorfiets met de standaard (OE) bevestigingsmaterialen. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Verplaatsingssteun remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer (STT) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Bout, bolkop, TORX® , 5/16-18 x 41 mm (1⅝ in) lang (2) | 3148 |
3 | Afstandsring, 5,6 mm (0.22 in) dik (2) | 5792 |
4 | Zeskantige flensmoer, 5/16-18 (2) | 7531 |
5 | Kentekenplaatsteun | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
6 | Kap, kentekenplaatverlichting | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
7 | Zeskante inbusbout, bolkop, M4-0,7 x 8 mm (0.31 in) lang (2) | 3146M |
8 | Afstandsring, kentekenplaatverlichting | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
9 | Draadboomonderdelen, richtingaanwijzer (bevat items 10 t/m 14) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
10 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
11 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
12 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
13 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
14 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
15 | Verlengkabel, kentekenplaatverlichting | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
16 | Vulplaatje, richtingaanwijzerbehuizing, zwart (2) | 68864-10 |
17 | Borgring, spiraalvormig, nominale binnendiameter 8 mm (5/16 in) (2) | 7042 |
18 | Zeskante contramoer, zwart, 5/16-24 (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
19 | Bout, zeskantig, 1/4-20 x 22 mm (⅞ in) lang (2) | 3802W |
20 | Platte onderlegring, 6,4 mm (¼ in) nominale binnendiameter (2) | 6235 |
21 | Reflector (achter), rood | 59988-72A |
22 | Steun, reflectorhouder (links) | 68857-07 |
23 | Popnagel (2) | 8692 |
24 | 2-polige AMP-contactbehuizing | 73152-96BK |
25 | 3-polige AMP-contactbehuizing | 73153-96BK |
26 | 2-polig AMP-pinhuis | 73102-96BK |
27 | 3-polig AMP-pinhuis | 73103-96BK |
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen: | ||
A | Standaard (OE) uitrusting kentekenplaatverlichting (alleen VS-modellen) Kentekenplaatverlichting, H-D onderdeelnr. 68183-07 (overige modellen) | |
B | Vierkant gat in kentekenplaatsteun | |
C | Invoeropening bedrading verlichting in buis STT-verplaatsingssteun | |
D | Y-koppeling (rechts en links) in STT-verplaatsingssteun | |
E | Invoeropening bedrading STT-verlichting (rechts en links) in STT-verplaatsingssteun | |
F | Voorste opening van buis voor verplaatsing richtingaanwijzer (rechts en links) | |
G | Bovenste klemmen (3) op reflectorsteun (item 22) | |
H | Onderste klemmen (3) op reflectorsteun (item 22) | |
I | Achterspatbord (opengewerkt aanzicht) | |
J | Brede bedradingsklem (rechts en links) op plastic achterspatbordverlenging (spatlap) | |
K | Doorvoeropening bedrading (rechts en links) in spatbord | |
L | Reflector linkerkant (rood), H-D-onderdeelnr. 69490-07 (vereist bij modellen voor de VS) |