1. | Zie Afbeelding 1. Plaats de nieuwe rugsteunnaaf (1) uit de set. | |||||||||
2. | Plaats de bout (4) door de rugsteunbeugel en de rugsteunnaaf, en let erop dat de veer goed wordt geïnstalleerd en dat de twee onderlegringen (2) worden aangebracht tussen de rugsteunbeugel en de rugsteunnaaf. | |||||||||
3. | Plaats de moer (3). Haal deze aan tot de boutdraad zichtbaar is. | |||||||||
4. | Zie Afbeelding 2. Druk de ontkoppelingshendel (3) in en controleer of de naaf vrij kan draaien. |
Afbeelding 1. Rugsteunnaaf monteren | ||||||||
5. | Als de rugsteunbeugel werd verwijderd, bevestig dan de draadontspanner aan het uiteinde van de draadontspanner van de gasveer. Maak de draad voorzichtig vast aan de draadontspanner aan het uiteinde van de draadontspanner van de gasveer met de kabelbinder en monteer de rugsteunbeugel op de motorfiets met behulp van het juiste instructieblad voor de installatie. | |||||||||
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) WAARSCHUWING Probeer nadat u de rugsteun bevestigd hebt, deze omhoog te trekken om er zeker van te zijn dat het op zijn plaats is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittende rugsteun verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00386a) | ||||||||||
6. | Bevestig het zadel, de rugsteun en de steunriem (indien aanwezig). Zie de servicehandleiding. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Bout, nr. 10-32 | 3151 |
2 | Onderlegring | 6831 |
3 | Hendel, ontgrendeling | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
4 | Buis, veerafdekking | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
5 | Veer | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
6 | Bus | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
7 | Steun | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
8 | Borgmoer | 7626W |