VERPLAATSINGSSET VOORSTE RICHTINGAANWIJZER
J054672011-07-01
ALGEMEEN
Setnummer
69433-08A
Modellen
Zie de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig) voor informatie over aanpassingen voor dit model.
Vereiste aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
1. Tap de hoge-drukbrandstofleiding af en maak de brandstofleiding los volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
2. Verwijder de hoofdzekering volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding.
3. Verwijder het zadel volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel.
OPMERKING
Zorg dat bij het naar achteren verplaatsen van de brandstoftank, de met clips aan het frame onder de linkerzijde van de brandstoftank bevestigde brandstofmeterdraden niet beschadigd worden.
4. Verwijder de voorste en achterste bevestigingsmaterialen van de brandstoftank volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. Verplaats de brandstoftank naar achteren op het frame, om bij de lipjes van de draadboombeschermkap aan het balhoofd te kunnen komen.
5. Zie Afbeelding 1. Duw de lipjes (2) uit de gaten (3) aan beide zijden van het frame en verwijder de beschermkap (1).
6. Alle modellen behalve Dyna-modellen van 2012 en later met stuur met interne bedrading:Trek de draadboom enigszins uit het frame omlaag, totdat het mogelijk is de witte (links) [31L] en zwarte (rechts) [31R] 3-polige richtingaanwijzerconnectors te ontkoppelen. Leg de connectorhelften aan de framezijde opzij.
7. Alle modellen behalve Dyna-modellen van 2012 en later met stuur met interne bedrading:Verwijder de contactklemmen van de connectorhelften aan de lampzijde volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. Noteer de kleur van de draden in de holtes van elke connector; deze moeten zijn: Linkerzijde (witte connector): Rechterzijde (zwarte connector):
a. Zwarte [BK] draad in gat 1,
b. Paarse [V] draad in gat 2, en
c. Blauwe [BE] draad (indien aanwezig) in gat 3.
d. Zwarte [BK] draad in gat 1,
e. Bruine [BN] draad in gat 2.
f. Blauwe [BE] draad (indien aanwezig) in gat 3.
1Draadboombeschermkap
2Lipje van draadboombeschermkap (2)
3Gat in frame (2)
4Doorvoertule (2)
Afbeelding 1. Verwijderen van de draadboombeschermkap
1Richtingaanwijzer rechterzijde
2Contramoer
3Kogeltap
4Kogeltapklem
5Borgklem
6Borgring
7Achteruitkijkspiegelsteel
8Dopmoer
9Behuizing van hoofdremcilinder
Afbeelding 2. Verwijderen van de richtingaanwijzer rechterzijde
8. Zie Afbeelding 2. Draai de contramoer (2) los.
9. Verwijder de kogeltapklem (4) uit de tegenhouder (5). Gooi de kogeltapklem weg.
10. Verwijder de kogeltap (3) en tegenmoer uit de rechter richtingaanwijzer (1) en gooi deze twee onderdelen weg. Maak de richtingaanwijzerlamp los en laat deze hangen, zorg dat het oppervlak niet beschadigd wordt.
11. Verwijder de tegenhouder (5) en de borgring (6) van de achteruitkijkspiegelsteel (7). Gooi de borgring en de borgklem weg.
12. Zie Afbeelding 3. Draai de contramoer (2) los.
13. Verwijder de kogeltapklem uit de kogelhouder (5). Gooi de kogeltapklem weg. Schroef de kogeltap (3) en tegenmoer uit de linker richtingaanwijzer (1) en gooi deze twee onderdelen weg. Maak de richtingaanwijzerlamp los en laat deze hangen, zorg dat het oppervlak niet beschadigd wordt.
1Richtingaanwijzer linkerzijde
2Contramoer
3Kogeltap
4Kogeltapklem
5Kogelhouder
6Borgring
7Achteruitkijkspiegelsteel
8Dopmoer
9Koppelingshendelsteun
Afbeelding 3. Verwijderen van de richtingaanwijzer linkerzijde
14. Verwijder de dopmoer (8), kogelhouder en de borgring (6) van de achteruitkijkspiegelsteel (7). Gooi de kogelhouder, de borgring en de dopmoer weg.
Modellen met richtingaanwijzerdraden buiten het stuur
  1. Houd de richtingaanwijzerlamp vast en trek de richtingaanwijzerdraden naar boven en naar buiten door de kabelklemmen.
  2. Leg de richtingaanwijzerlampen en kabels opzij voor latere montage.
Dyna-modellen van 2012 en later met richtingaanwijzerdraden in het stuur
  1. Zie Afbeelding 4. Snijd de richtingaanwijzerdraden en ommanteling af gelijk met de doorvoertule (1) aan de onderkant van de onderste schakelaarbehuizing op het stuur (2).
  2. Scheid de bovenste (3) en onderste schakelaarbehuizing volgens de instructies in de servicehandleiding.
  3. Verwijder de doorvoertule uit het uiteinde van de PVC-ommanteling voor de richtingaanwijzerdraden (4), dat nog steeds met de schakelaarbehuizing verbonden is.
  4. Maak een ongeveer 25 mm (1 in) lange sleuf in het uiteinde van de ommanteling. Kort één draad ongeveer 12 mm (½ in) in vanaf het uiteinde van de ommanteling. Kort de tweede draad ongeveer 6 mm (¼ in) in vanaf het uiteinde van de ommanteling.
  5. Schuif het 50,8 mm (2 in) lange gedeelte van de ingekapselde (dubbelwandige) krimpkous (5) over de ommanteling en draden.
WAARSCHUWING
Volg de instructies van de fabrikant bij het gebruik van de UltraTorch UT-100 of een ander stralingswarmteapparaat. Het niet volgen van de instructies van de fabrikant kan brand veroorzaken, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00335a)
  • Richt de hitte niet op onderdelen van het brandstofsysteem. Extreme hitte kan ontbranden/exploderen van brandstof veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
  • Richt de hitte alleen op de krimpkous, niet op andere onderdelen van het elektrische systeem.
  • Houd uw handen uit de buurt van de punt van het gereedschap en het warmtekrimphulpstuk.
  1. Gebruik een heteluchtpistool of geschikt stralingswarmteapparaat om de krimpkous om de draden en kabelbuis te laten krimpen.
  2. Maak de schakelaar en schakelaarbehuizingen weer vast aan het stuur volgens de instructies in de servicehandleiding, waarbij u van een krimpkous afgedichte draaduiteinden terug in de schakelaarbehuizingen duwt. Herhaal dit voor de andere kant van de motorfiets.
  3. Herhaal dit voor de andere richtingaanwijzer.
1Doorvoertule
2Onderste schakelaarbehuizing stuur
3Bovenste schakelaarbehuizing stuur
4PVC-draadmantel richtingaanwijzer
5Krimpkous
Afbeelding 4. Snijd de richtingaanwijzer van de schakelaar af
INSTALLEREN
1. ALLE modellen: Zie Afbeelding 2. Bevestig de spiegelsteel met de dopmoer (8) en borgring (6) aan de hoofdcilinderbehuizing van de voorrem (9) uit de set, maar haal deze nog niet volledig aan.
2. Zie Afbeelding 3. Bevestig de spiegelsteel met de dopmoer (8) en borgring (6) aan de koppelingshendelsteun (9) uit de set, maar haal deze nog niet volledig aan.
3. Dyna-modellen van 2012 en later met richtingaanwijzerdraden in het stuur: Zie Afbeelding 5. Vervang de reflectorfitting van de richtingaanwijzer als volgt:
a. Verwijder de richtingaanwijzerlens (5) en gloeilamp (4).
b. Wrik de reflectorfitting (3) en doorvoertule (2) uit de richtingaanwijzerbehuizing (1).
c. Verwijder de fitting en bedrading uit de doorvoertule en behuizing.
d. Lijdt de draadboom van de nieuwe fitting door de doorvoertule en behuizing.
e. Monteer de doorvoertule en fitting in de behuizing.
f. Draai de gloeilamp in de fitting.
g. Plaats de lens in de behuizing.
OPMERKING
Zie Afbeelding 6. De montagesteunen zijn voorzien van merktekens LH (linkerzijde) of RH (rechterzijde). Zorg dat de juiste steun aan de juiste zijde gemonteerd wordt.
Zowel de linker als de rechter richtingaanwijzer zijn identiek.
De draadboom die uit de richtingaanwijzerlamp komt, heeft een platte dwarsdoorsnede, vergelijkbaar met de kabelsleuf (3) nabij het lampuiteinde van de steel.
Het beste resultaat wordt bereikt wanneer de draadboom eerst volledig recht gelegd wordt om het platte uiteinde te bepalen; dit uiteinde ligt tegen de steel wanneer de lamp bevestigd wordt. Door de draadboom op die manier in de sleuf te plaatsen, wordt voorkomen dat de draadboom bij de lamp een halve slag gedraaid wordt.
1Richtingaanwijzerbehuizing
2Doorvoertule
3Reflectorfitting
4Gloeilamp van de richtingaanwijzer
5Lens
Afbeelding 5. Richtingaanwijzer voor
1Richtingaanwijzer linkerzijde
2Richtingaanwijzer rechterzijde
3Kabelsleuf (2)
4Dopbout (2)
5Borgring (2)
6Balhoofdplaat (gedeeltelijk afgebeeld)
7Klembout (2)
8Dopbout en onderlegring
9P-klem
10Rechterzijde (zwarte) connector
11Linkerzijde (witte) connector
Afbeelding 6. Installeren van montagesteun en draadboom
4. ALLE modellen: Zie Afbeelding 6. Steek de uit de richtingaanwijzerlamp komende kabel voorzichtig door de kabelsleuf (3) de steel in.
5. Monteer de bout (4) en borgring (5) in de steel en door het gat. Plaats de richtingaanwijzerlamp tegen het uiteinde van de steel en draai de bout in de lampbehuizing. Haal de bout nu nog niet volledig aan.
6. Plaats de montagesteun op de juiste plaats op de onderste balhoofdplaat onder de 3-polige klem (6). Lijn de lamp zo uit dat deze naar voren wijst en parallel staat aan de grond. Verwijder de steel met gemonteerde lamp, zonder de uitlijning van de lamp te verstoren, en haal de lampmontagebout (4) aan tot 8–9 N·m (70–80 in-lbs).
7. Bevestig de montagesteun aan de onderste balhoofdplaat met een klembout (7); zorg ervoor:
a. Dat de lamp naar voren wijst en zich parallel aan de grond bevindt.
b. Controleer dat de uittredende kabel in de kabeluitsparing (3) aan de voet van de steel gecentreerd is, en de kabel niet tussen steel en balhoofdplaat ingeklemd zit.
8. Haal de klembouten (7) aan tot 8–9 N·m (70–80 in-lbs).
9. Herhaal stap 4 t/m 8 voor de tegenoverliggende kant.
10. Verwijder de dopbout en onderlegring (8) waarmee de voorste remleiding(en) aan de onderzijde van de onderste balhoofdplaat bevestigd zijn, en leg deze opzij.
11. Bevestig de P-klem (9) en de remleiding losjes met de dopbout en onderlegring (8).
OPMERKING
De P-klem dient tegenovergesteld aan de remleidingbevestiging geplaatst te worden.
12. Zie Afbeelding 7. Voer de kabels achter de voorvorkpoten door. Voer beide richtingaanwijzerdraden in de tegenovergestelde richting als waaruit ze vandaan komen, door de P-klem; de kabel keert dus naar zijn eigen richtingaanwijzerlamp terug.
OPMERKING
Zorg dat de draden niet strak worden getrokken als het stuur helemaal naar de linker of rechter vorkaanslag wordt gedraaid.
13. Trek de kabels door de P-klem tot ze iets strak staan, en haal de dopbout aan tot 11,3–13,6 N·m (8,3–10 ft-lbs). De kabels uit de rechter richtingaanwijzer dienen nu naar de rechterzijde van de motorfiets te wijzen, en de kabels uit de linker richtingaanwijzer naar de linkerzijde.
Afbeelding 7. Leiden van bedrading
14. Zie Afbeelding 6. Bevestig de contactklemmen van de richtingaanwijzerdraadbomen in de juiste connectorhelften aan de lampzijde volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding. Tenzij tijdens het verwijderen anders genoteerd, Linkerzijde (witte connector) (11): Rechterzijde (zwarte connector) (10):
a. Zwarte [BK] draad in gat 1,
b. Paarse [V] draad in gat 2, en
c. Blauwe [BE] draad (indien aanwezig) in gat 3.
d. Zwarte [BK] draad in gat 1,
e. Bruine [BN] draad in gat 2.
f. Blauwe [BE] draad (indien aanwezig) in gat 3.
15. Zie Afbeelding 1. Steek de gemonteerde rechter richtingaanwijzerconnector vanaf de buitenkant door de doorvoertule (4) in de rechterzijde van het frame, achter het balhoofd. Steek de gemonteerde linker connector door de doorvoertule in de linkerzijde van het frame.
16. Koppel de linker en rechter connectorhelften aan de uit het frame komende connectorhelften met dezelfde kleur.
17. Installeer de hoofdzekering tijdelijk volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding.
18. Dyna-modellen van 2012 en later met stuur met interne bedrading: Voer de BCM-zelfleerprocedure voor de voorste richtingaanwijzer als volgt uit:
a. Raadpleeg de gebruikershandleiding en activeer de waarschuwingsknipperlichten zodat deze ten minste 10 keer knipperen, waardoor het systeem de werking van de richtingaanwijzerlampen kan controleren.
b. Deactiveer de waarschuwingsknipperlichten.
c. Activeer de waarschuwingsknipperlichten zodat deze ten minste 10 keer knipperen om de BCM in staat te stellen automatisch de nieuwe richtingaanwijzeraansluitingen te leren.
d. Raadpleeg de servicehandleiding en wis alle BCM-codes.
e. Draai het contactslot in de stand IGN (ontsteking), dan terug naar OFF (uit).
f. Activeer de waarschuwingsknipperlichten en controleer of er geen BCM-storingscodes verschijnen.
19. Test de juiste werking van de richtingaanwijzers.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
20. Verwijder de hoofdzekering.
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
  • Zorg ervoor dat de draden niet te strak worden getrokken als het stuur geheel naar links of rechts wordt gedraaid.
21. Maak naar behoefte gebruik van de kabelbinders uit de set om de draadbomen vast te maken, zodat deze het sturen niet belemmeren of ergens aan blijven haken of ingeklemd worden. Maak eventuele te lange draadbomen met een kabelbinder vast zodat deze in het balhoofd kunnen worden opgeborgen.
22. Duw de gebundelde draadboom naar boven terug in het frame, achter het balhoofd. Plaats de draadboombeschermkap (1) tegen de onderzijde van de bovenste buis met de lipjes (2) aan de binnenzijde; duw de kap omhoog tot de lipjes in de gaten (3) aan beide zijden van het frame klikken.
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
23. Monteer de brandstoftank en sluit de brandstofleiding aan volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding.
24. Plaats de hoofdzekering.
25. Installeer het zadel volgens de instructies in de betreffende servicehandleiding.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
26. Stel de spiegels af zodat u goed kunt zien en haal de dopmoeren aan tot 16 N·m (12 ft-lbs). Controleer de spiegelafstelling en stel de spiegels indien nodig opnieuw af.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 8. Serviceonderdelen: Verplaatsingsset voorste richtingaanwijzer
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Steel, verplaatsing voorste richtingaanwijzer (rechts)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Steel, verplaatsing voorste richtingaanwijzer (links)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
Inbusdopbout, 5/16-24 x 5/8 inch, kwaliteitsgraad 8 (2)
2698A
4
Borgring, gespleten, 5/16 inch (2)
7042
5
Bout, bolkop (2)
926
6
Dopmoer, 5/16-24 (verchroomd) (2)
7720
7
Borgring, stervormig, 5/16 inch
7127
8
P-klem, 0,31 nominale diameter
10059A
9
Kabelbinder (8)
10065
10
Fitting (2)
68904-00
11
Contacthuis (2)
73153-96BK
12
Contactklem (6)
73191-96
13
Krimpkous (2)
72411-97