1. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de koplampring (5). Verwijder de koplamp samen met de bevestigingsring (3). Raadpleeg de servicehandleiding. | |||||||||||||
2. | Verwijder de koplampsierring (2) van de buitenkuip. OPMERKING Pas op dat u tijdens het uitvoeren van deze procedures geen krassen op nabij gelegen gelakte oppervlakken veroorzaakt. | |||||||||||||
3. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de buitenkuip. Plaats de buitenkuip op een beschermend oppervlak. | |||||||||||||
4. | Reinig de binnenkant van de buitenkuip zorgvuldig op de plaatsen waar de klittenbandstroken komen. | |||||||||||||
5. | Leg de beschermhoes, met de afgewerkte zijde naar onderen, op een vlak oppervlak. | |||||||||||||
6. | Plaats de kuip over de beschermhoes en lijn daarbij de ventilatieopening in de beschermhoes uit met de overeenkomstige opening (1) in de kuip. OPMERKING Mogelijk moeten de klittenbandstroken tussen de ventilatieopening en het montageband van het windscherm ingekort worden. Houd de klittenbandstroken vrij van de montageband aan de binnenkant van het windscherm. | |||||||||||||
7. | Monteer de klittenbandstroken vanaf het midden van de ventilatieopening (1) op de binnenkuip zodat de delen met de lusjes er goed contact mee maken. | |||||||||||||
8. | Lijn de ventilatieopening in de beschermhoes uit met de ventilatieopening in de kuip en maak één klittenbandstrook vast. Werk vanuit het midden van de ventilatieopening rond de hele opening. |
Afbeelding 1. Buitenkuip | ||||||||||||
9. | Bevestig de beschermhoes met de klittenbandstroken vanuit midden boven op de buitenkuip. Werk naar beide zijkanten toe. Houd de beschermhoes goed met de rand van de buitenkuip uitgelijnd wanneer u de klittenbandstroken bevestigt. | |||||||||||||
10. | Plaats de kuip met de buitenkant naar boven. Duw de klittenbandstroken door de opening voor de koplamp maar maak de stroken nog niet vast. | |||||||||||||
11. | Plaats de koplampsierring (2) en de koplamp met bevestigingsring (3). De klittenbandstroken komen tussen de kuip en de onderdelen van de koplamp klem te zitten. Haal de bouten (4) aan tot 2,5–3,6 N·m (22–32 in-lbs). | |||||||||||||
12. | Zie Afbeelding 2. Plaats de kuip met de binnenkant naar boven. Trek de klittenbandstroken in de richting van de koplamp en maak de stroken vast. Zorg dat u gelijkmatig trekt zodat zo min mogelijk rimpels ontstaan. | |||||||||||||
13. | Controleer of alle stroken even strak aangetrokken zijn. Wijzig de spanning eventueel om rimpels weg te halen. OPMERKING
| |||||||||||||
14. | Monteer de kuip en het windscherm. Raadpleeg de servicehandleiding. | |||||||||||||
15. | Maak het elastiek los van de montagelip. Monteer de koplampring (5) met bout (6). Haal aan tot 1–2 N·m (9–18 in-lbs). |