DYNA OLIEKOELER
J056842016-08-22
ALGEMEEN
Setnummer
62700017A
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte "Parts and Accessories" (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor installatie is een servicehandleiding voor dit jaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Vereiste aanvullende onderdelen
High Performance-afdichtmiddel, grijs (onderdeelnr. 99650-02)
Setinhoud
MONTAGE
Installeren van de oliekoelerkap
OPMERKING
Mogelijk moet de koppelingskabelklem naar de voorkant van de motorfiets worden gedraaid om ruimte voor de oliekoeler te maken.
1. Verwijder grondig al het vuil, vet en was van de oliekoeler met isopropylalcohol. Gebruik de alcohol naar behoefte om de oliekoelerkap schoon te maken. Laat het goed drogen.
OPMERKING
  • Voorkom dat het afdichtmiddel op de oliekoelervinnen terechtkomt.
  • Wacht 24 uur alvorens de oliekoeler op de motorfiets te monteren, zodat het afdichtmiddel goed kan uitharden.
2. Zie Afbeelding 1. Breng een dikke rups High Performance-afdichtmiddel, grijs, aan op de vlakke linkerzijde van de oliekoeler en plaats de oliekoelerkap door deze in het afdichtmiddel te drukken.
1Oliekoeler
2Afdichtmiddel
3Oliekoelerkap
Afbeelding 1. Plaatsen van kap op oliekoeler
Installeer de oliekoeler
1. Zie Afbeelding 2. Plaats de oliekoeler (1) op de linker verticale framebuis met de twee klemmen (2), de twee inbusbouten (3), de vier onderlegringen (4) en de twee moeren (5). Lijn de klemmen uit met de vlakke kant naar buiten en plaats de bovenste steun niet meer dan 31,8 mm (1½ in) van de onderkant van de motorsteun (7). Haal de bouten aan tot 10,2–13,5 N·m (90–119 in-lbs).
2. Verwijder het oliefilter en de oliefilteraansluiting. Maak de plaats waar het oliefilter gemonteerd wordt grondig schoon. Gooi het oliefilter en de oliefilteradapter weg.
3. Zie Afbeelding 3. Breng de positioneernokken (1) op de oliekoeleradapter in lijn met de oliefilteradapter.
4. Zie Afbeelding 4. Plaats de oliekoeleradapter (1) en de oliefilteradapter (2). Haal oliefilteradapter aan tot 16,3–21,7 N·m (12–16 ft-lbs).
5. Zie Afbeelding 5. Sluit de bovenste slang (3) aan op de aansluiting op de oliekoeler en draai de slangklem (7) vast met 0,9 N·m (8 in-lbs).
6. Sluit de onderste slang (2) aan op de aansluiting op de oliekoeler en draai de slangklem (7) vast met 0,9 N·m (8 in-lbs).
7. Plaats de slangen tussen de oliekoeler en de oliekoeleradapter en draai de slangklemmen vast met 0,9 N·m (8 in-lbs).
8. Controleer of het schakelpedaal geen contact met de oliekoeler of de slangen maakt:
a. Laat de koppeling ingrijpen.
b. Duw het schakelpedaal naar voren.
c. Als het schakelpedaal contact maakt, moeten de slangen en/of de oliekoeler worden verplaatst totdat geen contact meer gemaakt wordt.
9. Controleer of de slang niet tegen het oliefilter aan ligt, niet over scherpe randen loopt en op voldoende afstand van het motorblok ligt. In de slangen mogen geen scherpe hoeken of knikken zitten waardoor de oliestroom belemmerd kan worden.
1Oliekoeler
2Klem (2)
3Bout (2)
4Onderlegring (4)
5Moer (2)
6Oliekoelerkap
7Motormontagesteun
Afbeelding 2. Bevestigen van oliekoeler
1Positioneersteunen
2O-ring
Afbeelding 3. Oliekoeleradapter
1Oliekoeleradapter
2Oliefilteradapter
Afbeelding 4. Installeer de oliekoeleradapter
Systeemstromingstest
MEDEDELING
Het oliepeil kan bij een koude motor niet goed worden gemeten. Tijdens de inspectie voorafgaand aan het rijden, terwijl de motor op een vlakke ondergrond op de zijstandaard leunt, moet de olie bij een koude motor tussen de pijlen op de peilstok staan. Voeg bij een KOUDE motor geen olie toe om het peil tot de FULL-markering (vol) te brengen. (00185a)
MEDEDELING
Laat de motor niet draaien wanneer het oliepeil onder de bijvul-markering op de peilstok staat bij een motor die op bedrijfstemperatuur is. Het gevolg is een beschadigde motor. (00187b)
1. Breng motorolie aan op de ring van het nieuwe oliefilter en plaats het filter.
OPMERKING
Voeg voldoende olie toe om het tussen de twee pijlen te brengen.
2. Start de motor. Inspecteer alle slangverbindingen op lekkage. Indien er geen lekkage is, laat u het motorblok warmdraaien.
OPMERKING
Plaats de klemmen in een positie waarin de oliefiltermontage niet belemmerd wordt. Controleer of de slangen zo zijn aangelegd dat ze niet in aanraking komen met het oliefilter of scherpe randen. In de slangen mogen geen scherpe hoeken of knikken zitten waardoor de oliestroom belemmerd kan worden.
3. Controleer of de temperatuur van de oliekoeler stijgt wanneer het motorblok de normale bedrijfstemperatuur bereikt heeft. Indien de oliekoeler koud blijft na het opwarmen van het motorblok, kan het zijn dat er een obstructie in de oliestroom is. Zet de motor uit, laat hem afkoelen en zoek de oorzaak van de obstructie in het systeem.
4. Controleer of alle slangklemmen zijn aangehaald tot 0,9 N·m (8 in-lbs).
5. Vul olie bij tot het teken FILL (bijvullen) op de peilstok.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 5. Serviceonderdelen: Dyna oliekoeler
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Oliekoeler
26158-11
2
Linker oliekoelerslang
62700018
3
Rechter oliekoelerslang
62700019
4
Oliekoeleradapter
63059-09A
5
Klem (2)
69336-03
6
Oliekoelerkap
63104-11
7
Slangklem, zwart, nr. 4 (4)
9823
8
Oliefilteradapter
26041-05A
9
Borgmoer, nylon inzetstuk (2)
94026-92T
10
Platte onderlegring, verchroomd (4)
94065-90T
11
Inbusdopbout (2)
94312-91T