1. | Verwijder het zadel. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel. OPMERKING Zorg dat bij het naar achteren verplaatsen van de brandstoftank de met clips aan het frame onder de linkerzijde van de brandstoftank bevestigde brandstofmeterdraden niet worden beschadigd. | |||||||||
2. | Verwijder de voorste en achterste bevestigingsmaterialen van de brandstoftank volgens de instructies in de servicehandleiding. Verplaats de brandstoftank naar achteren op het frame, om bij de draadboomhouder te kunnen komen. | |||||||||
3. | Zie Afbeelding 1. Verwijder TORX-bout (3). Scheid het linker houdergedeelte (2) van het rechter gedeelte (4) en het voertuigframe (1). OPMERKING De elektrische connectors zijn in de servicehandleiding aangegeven met getallen en letters, die hier tussen blokhaken zijn aangegeven. |
Afbeelding 1. Hoofddraadboom benaderen | ||||||||
4. | Trek de draadboom zo ver uit de houder als nodig is om de zwarte 6-polige Multilock-stekker van de richtingaanwijzer los te koppelen [31]. Leg de connectorhelft van de framezijde [31A] even weg. | |||||||||
5. | Raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder de contactklemmen van de connectorhelften aan de lampzijde [31B]. Noteer de kleur van de draden in de holtes van de connector; deze moeten zijn: |
1. | Zie Afbeelding 2. Steek de uit de richtingaanwijzerlamp komende kabel voorzichtig door de kabelsleuf (3) de steel in. |
Afbeelding 2. Montagesteun en draadboom installeren (gezien van onderen) | ||||||||||||||||
2. | Monteer de bout (4) en borgring (5) in de steel en door het gat. Plaats de richtingaanwijzerlamp tegen het uiteinde van de steel. Draai de bout in de lamphuis, maar draai deze nog niet helemaal vast. | |||||||||||||||||
3. | Plaats de montagesteun op de juiste plaats op de onderste balhoofdplaat boven de driepolige klem (6). Lijn de lamp zo uit dat deze naar voren wijst en parallel staat aan de grond. Verwijder de steel met gemonteerde lamp, zonder de uitlijning van de lamp te verstoren. Haal de lampmontagebout (4) aan tot 8–9 N·m (70–80 in-lbs). | |||||||||||||||||
4. | Bevestig de montagesteun aan de onderste balhoofdplaat met een klembout (7); zorg voor het volgende: a. De lamp wijst naar voren en bevindt zich parallel aan de grond. b. De bestaande draad ligt in het midden van de draadinkeping (3) op de steelvoet. c. De steel klemt het draad niet tegen de klembouten van de vork. | |||||||||||||||||
5. | Haal de klembouten (7) aan tot 8–9 N·m (70–80 in-lbs). | |||||||||||||||||
6. | Herhaal stap 1 t/m 5 voor de tegenoverliggende kant. OPMERKING Zorg ervoor dat draden, draadbomen of leidingen niet te strak worden getrokken als het stuur naar links of rechts tegen de vorkaanslagen wordt gedraaid. | |||||||||||||||||
7. | Zie Afbeelding 2. Bevestig de contactklemmen van de richtingaanwijzerdraadbomen in de zwarte 6-polige Multilock-connectorhelft aan de lampzijde volgens de instructies in de servicehandleiding. Tenzij tijdens het verwijderen anders genoteerd, |
8. | Zie Afbeelding 1. Steek de gemonteerde connector [31B] vanaf de buitenkant door de draadhouder (4) in de rechterzijde van het frame, achter het balhoofd. | |
9. | Steek de connectorhelft in de bijbehorende connectorhelft die uit het frame komt. | |
10. | Plaats de hoofdzekering tijdelijk volgens de instructies in de servicehandleiding. | |
11. | Test de juiste werking van de richtingaanwijzers. | |
![]() Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b) | ||
12. | Verwijder de hoofdzekering. |
13. | Maak naar behoefte gebruik van de kabelbinders om de draadbomen vast te maken, zodat deze het sturen niet belemmeren of ergens aan blijven haken of worden ingeklemd. Maak eventuele te lange draadbomen met een kabelbinder vast. Stop deze in het balhoofd. | |
14. | Duw de gebundelde draadboom naar boven in het frame, achter het balhoofd. Plaats de draadboombeschermkap (1) tegen de onderzijde van de bovenste buis met de lipjes (2) aan de binnenzijde. Duw omhoog tot de lipjes in de gaten (3) vallen aan elke kant van het frame. | |
![]() Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a) | ||
15. | Monteer de brandstoftank. Sluit de brandstoftank aan volgens de instructies in de servicehandleiding. | |
16. | Plaats de hoofdzekering. | |
![]() Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||
17. | Raadpleeg de servicehandleiding. Bevestig het zadel. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Steunmontage, verplaatsing voorste richtingaanwijzer (rechts, zwart) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Steunmontage, verplaatsing voorste richtingaanwijzer (links, zwart) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
3 | Inbusdopbout, 5-16-18 x 13 mm (½ in) lang, met borgpatch (2) | 3340 |
4 | Borgring, gespleten, 5/16 inch (2) | 7042 |
5 | Inbusbolkopbout, 1/4-20 x 16 mm (⅝ in) lang (2) | 926 |
6 | Vulplaatje, richtingaanwijzer, zwart (2) | 68749-09 |
7 | Kabelbinder (8) | 10065 |
8 | Krimpkous (6) | 67113-83 |