1. | Afbeelding 1 Verwijder en demonteer het huidige voorwiel. Als de diameter van de voorremschijven niet 3,25 inch bedraagt, gooit u de schijven weg. Bewaar de as, asmoer en wielafstandsstukken voor het installeren van de set. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Raadpleeg het instructieblad dat of de servicehandleiding die bij het nieuwe voorspatbord is geleverd. Verwijder het voorspatbord. | |
3. | Afbeelding 2 Verwijder en demonteer het huidige achterwiel. De genoemde onderdelen zijn nodig voor de montage. Zie de servicehandleiding. | |
4. | Raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder voorvork. |
1 | Diameter |
1 | Achteras |
2 | Afstandsring |
3 | Lager (2) |
4 | Afstandsring |
5 | Tandwiel |
6 | Isolator |
7 | Remschijf |
8 | Vulring, zonder ABS |
9 | E-clip |
10 | Moer |
11 | Asnok |
12 | Wielsnelheidssensor, ABS |
13 | Clip |
1. | Installeer de wielmontageset. a. Uitgerust met ABS: 41454-08B. b. NIET uitgerust met ABS: 41455-08C. | |
2. | OPMERKING Raadpleeg Afbeelding 7. De machinaal aangebrachte groef op het voorwiel geeft de kant met het hoofdlager aan en moet naar de linkerkant van de motorfiets wijzen. | |
3. | Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de onderdelen van het voorwiel. |
1. | Installeer de wielmontageset. a. Uitgerust met ABS: 41453-08C. b. NIET uitgerust met ABS: 41456-08C. | |
2. | OPMERKING Raadpleeg Afbeelding 8. De machinaal aangebrachte groef aan de rechterkant van het wiel geeft de kant met het hoofdlager aan en moet naar de rechterkant van de motorfiets wijzen. | |
3. | Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de onderdelen van het achterwiel. |
1. | Raadpleeg de Afbeelding 7 en Afbeelding 8 , evenals de servicehandleiding. Monteer het korte ventiel (43157-83A) op het voor- en achterwiel. | |
2. | OPMERKING Monteer uitsluitend de (afzonderlijk aangeschafte) vereiste band. Als het wiel voorzien is van een gele ronde sticker op de velg, moet de band zo op het wiel worden geplaatst dat de witte stip op het wiel zich tegenover de sticker bevindt. Als het wiel voorzien is van een groene ronde sticker op de velg, moet de band zo op het wiel worden geplaatst dat de witte stip op het wiel in lijn ligt met de sticker. Zie de servicehandleiding als er geen sticker op de velg aanwezig is. OPMERKING Gebruik kunststofbeschermers op de wielmontagegereedschappen en velgklemmen bij het monteren van een band op een gelakt wiel. Gebruik bij het monteren van banden een ruime hoeveelheid bandensmeermiddel op het wiel en de band. a. Voorband: 43100008 b. Achterband: 44006-09 | |
3. | Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de voorremschijven op het wiel | |
4. | Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de standaard achterremschijf en het tandwiel op het wiel. |
1. | Zie Afbeelding 3 . Monteer de voorvorkpoothouder (HD-41177) als volgt: a. Klem het uiteinde van het gereedschap (1) in de bankschroef in een horizontale stand. b. Raadpleeg Afbeelding 6. Klem, met de voorvorkkapbout (A) omhoog, de bovenste voorvorkpoot (9) tussen de beschermrubbers aan de binnenkant van het gereedschap. Draai de knoppen vast totdat bovenste voorvorkpoot stevig vastzit. OPMERKING Houd er rekening mee dat de bovenste voorvorkbout (A) met een veer is bevestigd. Houd de bout daarom stevig vast tijdens de laatste slag wanneer u deze van de schroefdraad draait. | |
WAARSCHUWING Draag bij onderhoudswerkzaamheden aan de voorvork een veiligheids- of stofbril. Verwijder geen bovenste voorvorkpootkappen zonder de voorbelaste veer te ontlasten, anders kunnen kappen en veren wegspringen waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00297a) | ||
2. | Verwijder de voorvorkbout en O-ring (1) langzaam van de bovenste voorvorkpoot. Gooi de O-ring weg. | |
3. | Verwijder de veerkraag (F), de platte onderlegring (H) en de veer (2) van de bovenste voorvorkpoot. Bewaar de veerkraag en de platte onderlegring voor later gebruik. | |
4. | Verwijder de voorvork uit de voorvorkpoothouder. Keer de voorvork boven een opvangbak ondersteboven om de olie af te tappen. Voor het beste resultaat moet u de bovenste en onderste voorvorkpoot (G) ten minste tien keer langzaam pompen. | |
5. | Monteer de vorkveer en de veerkraag weer in de bovenste voorvorkpoot. | |
6. | Leg een werkplaatsdoek op de vloer. Keer de voorvork ondersteboven. Druk het uiteinde van de veerkraag tegen de doek aan. Druk de veer in. Verwijder de bout (7) met de koperen onderlegring (6) van de onderkant van de onderste voorvorkpoot. Gebruik een luchtsleutel voor het beste resultaat. Gooi de bout en koperen onderlegring weg. | |
7. | Verwijder de voorvorkveer en gooi deze weg. | |
8. | Duw de demperbuis (8) en de terugslagveer (5) vrij van de bovenste voorvorkpoot door een dunne staaf door de opening onder in de buis te steken. Gooi de demperbuis en terugslagveer weg. | |
9. | Verwijder de sluitring (C) met een spits gereedschap tussen de onderste voorvorkpoot en de bovenste voorvorkpoot. Spreid de sluitring niet en rek deze niet uit om deze van de bovenste voorvorkpoot te verwijderen, omdat de klem dan beschadigd kan raken. OPMERKING Gebruik om een eventuele weerstand te overwinnen de bovenste voorvorkpoot als een slaghamer: Druk de bovenste voorvorkpoot in de onderste voorvorkpoot en trek deze daarna met matige kracht naar buiten. Herhaal deze volgorde totdat de bovenste voorvorkpoot zich van de onderste scheidt. | |
10. | Verwijder de bovenste voorvorkpoot uit de onderste voorvorkpoot. | |
11. | Schuif de voorvorkoliekeerring (4), het afstandsstuk van de keerring (D) en de onderste voorvorkpootbus (E) van het uiteinde van de bovenste voorvorkpoot. Gooi de voorvorkoliekeerring weg. | |
12. | Verwijder de olieaanslag (3) van het uiteinde van de bovenste voorvorkpoot (9) of uit de onderste voorvorkpoot. Gooi de olieaanslag en de bovenste voorvorkpoot weg. |
1 | Schroefklauw |
2 | Beschermrubber |
3 | Kunststof knop |
1. | Raadpleeg Afbeelding 6. Controleer of de zuigerveer met de uitsparingen naar beneden op de demperbuis is gemonteerd. Plaats de nieuwe terugslagveer (5) op de nieuwe demperbuis uit de set (8). Steek de demperbuis in de nieuwe bovenste voorvorkpoot (9). | |
2. | Steek de nieuwe veer (2) en de veerkraag (F) in de bovenste voorvorkpoot, met de zijde van de veer waar de windingen dicht op elkaar zitten naar de demperbuis toe. Duw de onderkant van de demperbuis door de opening onderaan de bovenste voorvorkpoot. Plaats de nieuwe olieaanslag (3) over het uiteinde van de demperbuis. | |
3. | Breng Loctite 565 schroefdraadafdichtmiddel aan op de nieuwe bout (7). Plaats de bovenste voorvorkpoot en de demperbuis in de onderste voorvorkpoot (G). Houd alles bij elkaar door de veer onder spanning te houden. Monteer de bout (7) met de nieuwe koperen onderlegring (6) uit de set. | |
4. | Haal de bout aan. Koppel: 45 ± 5 N·m (33 ± 4 ft-lbs) | |
5. | Smeer de binnenkant (ID) en de buitenkant (OD) van de onderste voorvorkpootbus (E) met schone vorkolie in. Schuif de onderste voorvorkpootbus omlaag in de bovenste voorvorkpoot (vanaf een van beide richtingen). | |
6. | Schuif het afstandsstuk van de keerring (D) omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met de onderste voorvorkpootbus (een van beide richtingen). | |
7. | Smeer de binnendiameter van de nieuwe vorkoliekeerring (4) in met schone vorkolie. Smeer de buitenkant van de vorkoliekeerring in met Harley-Davidson afdichtingsvet. Schuif de voorvorkoliekeerring, met de letterkant omhoog gericht, omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met het afstandsstuk van de keerring. | |
8. | Zie Afbeelding 4 . Pak het vorkoliekeerring/-busgereedschap (HD-45305) en ga als volgt te werk: a. Schuif het montagegereedschap voor de voorvorkoliekeerring omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat dit contact maakt met de voorvorkoliekeerring. b. Zie Afbeelding 4 . Sla, terwijl u het gereedschap als een slaghamer gebruikt, de voorvorkoliekeerring (met het afstandsstuk van de keerring en onderste voorvorkpootbus) omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat de sluitringgroef zichtbaar is in de binnendiameter van de onderste voorvorkpoot. c. Raadpleeg Afbeelding 6. Schuif de sluitring (C) omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met de voorvorkoliekeerring. Plaats de sluitring in de groef van de onderste voorvorkpoot. Spreid de sluitring niet en rek deze niet uit om deze op de bovenste voorvorkpoot te monteren, omdat de klem dan beschadigd kan raken. | |
9. | Verwijder de veerkraag en voorvorkveer. | |
WAARSCHUWING Een onjuiste hoeveelheid vorkolie kan de rij-eigenschappen beïnvloeden en leiden tot verlies van de controle over de motorfiets, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00298a) | ||
10. | Vul de vorkpoot als volgt: a. Terwijl de bovenste voorvorkpoot is ingedrukt, giet u Harley-Davidson-vorkolie type E in de bovenste voorvorkpoot tot bijna aan de bovenkant. b. Pomp de bovenste voorvorkpoot tien keer om het systeem te ontluchten. | |
11. | Stel het voorvorkoliepeil af op 91 mm (3,58 in) van de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot als de bovenste voorvorkpoot is ingedrukt en de vorkveer, veerkraag en de platte onderlegring zijn verwijderd. Ga als volgt te werk: a. Zie Afbeelding 5 . Pak de voorvorkoliepeilmeter (HD-59000B). b. Draai de duimschroef van de metalen ring los en beweeg de ring langs de stang omhoog of omlaag totdat de onderkant van de ring zich op 91 mm (3,58 in) van de onderkant van de stang bevindt. Draai de duimschroef vast. c. Druk de plunjer op de cilinder helemaal in. d. Raadpleeg Afbeelding 6. Steek de stang in de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot totdat de metalen ring vlak op de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot ligt. e. Trek aan de plunjer om de voorvorkolie uit de bovenste voorvorkpoot te verwijderen. Let op de voorvorkolie in de transparante buis om te controleren dat het uit de voorvork wordt gezogen. f. Verwijder de stang uit de bovenste voorvorkpoot. Druk de plunjer in de cilinder om overtollige vorkolie in een geschikte opvangbak te laten lopen. g. Indien nodig herhaal stap 11(c) t/m 11(f). Het oliepeil is correct als zichtbaar is dat er geen vorkolie meer uit de transparante buis wordt gezogen. | |
12. | Plaats de voorvorkveer in de bovenste voorvorkpoot met het compacte uiteinde naar beneden. OPMERKING Controleer of de voorvorkveer wordt gemonteerd met het compacte gedeelte van de windingen naar de onderkant. | |
13. | Installeer een platte onderlegring (H) op de veer. | |
14. | Installeer de veerkraag (F) op de onderlegring. | |
15. | Monteer de nieuwe O-ring (1) op de voorvorkbout (A). | |
16. | Installeer de bovenste voorvorkbout. Haal de bouten aan. Koppel: 55 ± 25 N·m (41 ± 18 ft-lbs) |
1. | Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de voorvork. | |
2. | OPMERKING BELANGRIJK: ABS moet opnieuw geflasht worden. Speciaal gereedschap: DIGITALE MONTEUR II (HD-48650) a. Selecteer het pictogram REFLASH (opnieuw flashen). b. Volg de aanwijzingen op het scherm. | |
3. | Raadpleeg het instructieblad dat bij het nieuwe voorsprong is geleverd. Monteer het voorspatbord. | |
4. | OPMERKING Het voorwiel moet met het ventiel aan de rechterkant bevestigd worden. | |
5. | Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer het achterwiel. | |
WAARSCHUWING Na het repareren van het remsysteem dient u de remmen met lage snelheid te testen. Als de remmen niet goed functioneren kan testen bij hoge snelheden er toe leiden dat u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00289a) WAARSCHUWING Telkens na het installeren van een wiel en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer ingeknepen te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00284a) | ||
6. | Maak een pompende beweging met de remmen om druk in het remsysteem op te bouwen. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
Standaard voorvork uit set, zonder cartridge | ||
Voorvorkonderdelen opgenomen in set: | ||
1 | O-ring (2) | 46508-01 |
2 | Voorvorkveer (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
3 | Olieaanslag (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
4 | Voorvorkoliekeerring (2) | 46514-01A |
5 | Terugslagveer (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
6 | Onderlegring (2) | 46615-06 |
7 | Bout, M14 (2) | 45500118 |
8 | Demperbuis met zuigerveer (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
9 | Bovenste voorvorkpoot (2) | 45500537 |
Voorvorkonderdelen genoemd in de tekst, maar niet bij de set inbegrepen: | ||
A | Voorvorkbout (2) | |
B | Bus, bovenste voorvorkpoot (2) | |
C | Borgklem (2) | |
D | Afstandsstuk van de keerring (2) | |
E | Bus, onderste voorvorkpoot (2) | |
F | Veerschotel (2) | |
G | Onderste voorvorkpoot (2) | |
H | Platte onderlegring (2) |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
Voorwielonderdelen opgenomen in set: | ||
1 | Wiel | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Machinaal aangebrachte groef | |
Onderdeel voorwielinstallatieset, gooi extra onderdelen weg: | ||
A | Lager (2 voor modellen zonder ABS, 1 voor modellen met ABS) | 9276A |
B | Lagers (1 voor modellen met ABS) | 9252 |
C | Ashuls | 41900-08 |
D | Kort ventiel | 43157-83A |
E | Ventieldopje | 41123-79 |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
Achterwielonderdelen opgenomen in set: | ||
1 | Wiel | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Machinaal aangebrachte groef | |
Onderdelen achterwielinstallatieset, gooi extra onderdelen weg: | ||
A | Lager (2 voor modellen zonder ABS, 1 voor modellen met ABS) | 9276A |
B | Lagers (1 voor modellen met ABS) | 9252 |
C | Ashuls | 41349-07 |
D | Kort ventiel | 43157-83A |
E | Ventieldopje | 41123-79 |