HYDRAULISCHE-KOPPELINGSLEIDINGSETS
J063172019-08-21
ALGEMEEN
Setnummer
Tabel 1. Hydraulische koppelingsleidingsets - Banjohoek 0° - recht
Diamant zwart
Set
Diamondback
Set
Lengte
37200294
37200251
170 cm
37200287
37200245
174 cm
37200289
37200246
179 cm
37200290
37200247
184 cm
37200291
37200248
189 cm
37200288
37200249
194 cm
37200293
37200250
199 cm
Tabel 2. Hydraulische koppelingsleidingsets - Banjohoek 35°
Diamant zwart
Set
Diamondback
Set
Lengte
37200284
37200256
140 cm (55.0 in)
37200285
37200259
146 cm (57.5 in)
37200281
37200253
152 cm (60.0 in)
---
37200426
161 cm (63.5 in)
37200280
37200255
168 cm (66.0 in)
37200283
37200258
171 cm (67.5 in)
37200286
37200257
179 cm (70.5 in)
37200279
37200252
183 cm (72.0 in)
37200282
37200254
188 cm (74.0 in)
Tabel 3. Hydraulische koppelingsleidingsets - Banjohoek 90°
Diamant zwart
Set
Diamondback
Set
Lengte
37200292
37200260
184 cm (72.5 in)
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandel catalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Montagevereisten
Voor de correcte installatie van deze kit zijn vier of vijf kabelbinders met een lengte van ongeveer 38 cm (onderdeelnr. 10039) vereist.
Voor de installatie van deze set is DOT 4-remvloeistof (onderdeelnr. 99953-99A) nodig.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor installatie is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
Zie Afbeelding 9 en Tabel 4 voor de setinhoud.
VOORBEREIDING
OPMERKING
Voor motorfietsen met sirene:
  • Zorg ervoor dat de handsfree afstandsbediening aanwezig is.
  • zorg dat u de afstandsbediening van het beveiligingssysteem bij u hebt en draai de contactsleutel naar de stand ON (aan).
Bij ALLE modellen met hoofdzekering:
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
1. Raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder de hoofdzekering.
OPMERKING
Wanneer DOT 4-remvloeistof in aanraking komt met de lak, spoel het gebied dan ONMIDDELLIJK af met schoon water.
Dek nabijgelegen motorfietsoppervlakken af met een H-D werkplaatsdeken of beschermende polyethyleendoek om te voorkomen dat de laklaag wordt beschadigd door het weglekken of spetteren van DOT 4-remvloeistof.
WAARSCHUWING
Contact met DOT 4-remvloeistof kan ernstige problemen met de gezondheid veroorzaken. Het niet dragen van geschikte huid- en oogbescherming kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
  • Bij inademing: Blijf kalm, zorg voor frisse lucht, roep medische hulp in.
  • Bij aanraking met de huid: Verontreinigde kleding uittrekken. Spoel direct de huid af met veel water voor 15-20 minuten. Roep medische hulp in indien irritatie optreedt.
  • Bij aanraking met de ogen: Spoel de aangedane ogen voor tenminste 15 minuten uit onder stromend water met de oogleden opengehouden. Roep medische hulp in indien irritatie optreedt.
  • Indien ingeslikt: Spoel de mond en drink overvloedig water. Geen braken opwekken. Contact Gif Controle. Roep onmiddellijk medische hulp in.
  • Zie de veiligheidsvoorschriften (SDS) voor meer informatie op sds.harley-davidson.com
(00240e)
MEDEDELING
DOT 4-remvloeistof beschadigt gelakte frameoppervlakken waarmee het in contact komt. Wees altijd voorzichtig en bescherm oppervlakken tegen gemorste vloeistof wanneer aan de remmen wordt gewerkt. Het niet opvolgen van deze instructie kan cosmetische schade tot gevolg hebben. (00239c)
2. Raadpleeg de servicehandleiding. Tap de vloeistof uit het koppelingsreservoir en de leidingen af.
VERWIJDEREN
WAARSCHUWING
Let erop dat er geen koppelingsvloeistof op de banden, wielen of remmen belandt tijdens het toevoegen van vloeistof. De grip op de weg kan hierdoor negatief worden beïnvloed, met mogelijk verlies van controle over de motorfiets en ernstig of dodelijk letsel als gevolg. (00294a)
1. Fairing-modellen: raadpleeg de servicehandleiding. Verwijder de buitenkuip. Verwijder de kuipkap.
2. ALLE modellen: noteer hoe de koppelingsvloeistofleiding loopt. Noteer de locatie van alle kabelbinders.
3. FLRT-modellen: zie Afbeelding 6 . Verwijder de kabelbinder waarmee de koppelingsvloeistofleiding aan de bowtie-beugel is bevestigd. Softail-modellen: zie Afbeelding 8 . Verwijder de kabelbinder waarmee de koppelingsvloeistofleiding aan de framebuisbeugel is bevestigd.
4. Fairing-modellen: zie Afbeelding 1 . Verwijder de kabelbinders waarmee de koppelingsvloeistofleiding aan de remleiding en stuurklem is bevestigd.
MEDEDELING
Laat geen vuil in het reservoir van de hoofdcilinder terechtkomen. Door vuil in het reservoir kan de werking nadelig worden beïnvloed en kan de uitrusting worden beschadigd. (00205c)
5. ALLE modellen: zie de servicehandleiding en Afbeelding 3 . Verwijder het zijdeksel van de transmissie (7).
6. Raadpleeg de servicehandleiding. Laat de koppelingsvloeistofleiding leeglopen (4). Maak de koppelingsvloeistofleiding van de secundaire koppelingsactuator (6) los.
7. Maak de koppelingsvloeistofleiding van het reservoir van de koppelingshoofdcilinder (2) los. Bewaar de banjobout (10). Gooi de afdichtringen (11) weg.
8. Fairing-modellen: trek de reservoir-kant van de koppelingsvloeistofleiding naar buiten door de binnenkuip.
9. ALLE modellen: verwijder alle klemmen waarmee de koppelingsvloeistofleiding aan de motorfiets is bevestigd. Bewaar de klemmen en bevestigingsmaterialen.
10. Zie Afbeelding 2 . Noteer de locaties van kabelbinders. Verwijder de kabelbinders waarmee de koppelingsvloeistofleiding verbonden is aan de achterste remleiding. Verwijder de kabelbinders uit de framebuizen.
11. Verwijder de koppelingsleiding.
1Koppelingsleiding naar remleiding
2Koppelingsleiding en remleiding naar de rechterverhoger
3Koppelingsleiding naar linkerverhoger
Afbeelding 1. Koppelingsleiding en remvloeistofleiding, Fairing-modellen (kuip verwijderd voor zichtbaarheid)
1Leg alleen de koppelingsleiding naar de remleiding vast
2Leg alleen de koppelingsleiding en kabelboom naar het frame vast
Afbeelding 2. Locatie kabelbinders koppelingsvloeistofleiding
1Afdekking
2Koppelingshoofdcilinder
3Koppelingshendel
4Koppelingsvloeistofleiding
5Flens koppelingsleiding
6Secundaire koppelingsactuator
7Buitenste zijdeksel versnellingsbak
8Ontluchtingsklep
9Dop van ontluchtingsklep
10Banjobout
11Afdichtring (2)
12Doorvoertule koppelingsleiding
Afbeelding 3. Aansluitingen koppelingsvloeistofleiding
MONTAGE
1. Als u het nieuwe stuur installeert, installeer dan tot het punt van het monteren van de koppelingshoofdcilinder.
2. Fairing-modellen: zie Afbeelding 1 . Plaats de koppelingsvloeistofleiding door de binnenkuip naar de hoofdcilinder volgens het oorspronkelijke pad. Zet de leiding naar elke stuurverhoger en de remleiding met drie nieuwe kabelbinders (apart aangekocht) losjes vast.
3. ALLE modellen: maak de leiding met de banjobout en nieuwe afdichtringen losjes aan de koppelingshoofdcilinder vast.
4. Zie Afbeelding 4 t/m Afbeelding 8. Routing koppelingsleiding:
a. vanaf de onderkant van de onderste balhoofdplaat,
b. omlaag rechterzijde of aan de voorzijde van de framebuizen,
c. achter de achterste remhoofdcilinder,
d. onder de voorste motorsteun,
e. langs de rechterkant van de onderste framebalk,
f. naar de secundaire koppelingsactuator.
5. Zie Afbeelding 3 . Maak de flens (5) losjes aan de secundaire koppelingsactuator (6) vast.
6. Zie Afbeelding 2 . Maak de koppelingsvloeistofleiding vast met nieuwe kabelbinders. Controleer of het uitlaatsysteem of andere onderdelen niet worden geraakt, waardoor schade zou kunnen ontstaan.
7. Fariring-modellen: bevestig de leiding in de onderste sleuf van de remleiding- en koppelingsclip aan de rechterkant van het balhoofd.
8. Installeer de klemmen.
a. Fairing-modellen: zie Afbeelding 4 . Bevestig de leiding aan de onderste framebuis met de twee eerder verwijderde klemmen.
b. FLRT-modellen: zie Afbeelding 5 . Installeer de eerder verwijderde P-klemmen op zowel nacelle en frame. Draai de P-klembouten vast.
Koppel: 4,5–5,4 N·m (40–48 in-lbs) Zeskantinbusbout
c. Softail-modellen: zie Afbeelding 7 . Installeer de eerder verwijderde P-klemmen op zowel nacelle en frame. Draai de P-klembouten vast.
Koppel: 4,5–5,4 N·m (40–48 in-lbs) Zeskantinbusbout
9. Fairing-modellen: zie Afbeelding 1 . Bevestig de koppelingsvloeistofleiding aan de stuurklem en remleiding met de drie nieuwe kabelbinders. FLRT-modellen: zie Afbeelding 6 . Installeer de kabelbinder rond de framebuis en koppelingsleiding via de kleine sleuf in de bowtie-beugel. Softail-modellen: zie Afbeelding 8 . Pas de leiding voor de ABS aan (indien nodig) en beneden naar de rechterframebuis. Bevestig op de wijze zoals genoteerd tijdens het verwijderen.
10. ALLE modellen: zet het stuur en de handbediening in de definitieve positie, lijn de koppelingsvloeistofleiding uit zodat de banjofitting niet tegen het stuur rust en de koppelingsvloeistofleiding rechtstreeks loopt. Haal de banjobout aan.
Koppel: 16,9–19,7 N·m (12,5–14,5 ft-lbs) Banjobout
11. Zie Afbeelding 3 . Installeer de pakkingsring van de zijafdekking van de transmissie (12) op de koppelingsvloeistofleiding. Positioneer ongeveer zoals afgebeeld. Plaats het uiteinde van de koppelingsvloeistofleiding (5) met flens en de doorvoertule in de inkeping in het zijdeksel van de versnellingsbak. Haal de flensmoer aan.
Koppel: 10,3–12,5 N·m (91–111 in-lbs) flensmoer
12. Zie de servicehandleiding. Vul en ontlucht het koppelingsvloeistofsysteem.
13. Plaats de koppelingsvloeistofleiding in de uiteindelijke stand. Trek alle kabelbinders aan en let op dat de uitlaat en het motorblok niet worden geraakt en dat de leiding nergens wordt afgekneld of op andere wijze kan beschadigen.
14. Fairing-modellen: raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de kuipkap.
15. Zie de servicehandleiding. Breng de buitenste kuip aan.
16. ALLE modellen: installeer de buitenste zijafdekking van de transmissie. Haal de bouten aan.
Koppel: 11,2–13,6 N·m (8,3–10 ft-lbs) bouten zijafdekking transmissie
Afbeelding 4. Locaties klemmen op onderste framebuis, Fairing-modellen
1Koppelingsleiding
2P-klem op de nacelle
3P-klem bij frame
4Banjofitting aan einde koppelingshoofdcilinder
Afbeelding 5. Koppelingsvloeistofleiding bovenste montage (FLRT-modellen)
1Koppelingsleiding
2P-klem bij frame
3Kabelbinder bij bowtie-beugel
4Bowtie-beugel
Afbeelding 6. Koppelingsvloeistofleiding onderste montage (FLRT-modellen)
1Koppelingsleiding
2P-klem op de nacelle
3P-klem bij frame
Afbeelding 7. Koppelingsvloeistofleiding bovenste montage (Softail-modellen)
1Koppelingsleiding
2P-klem bij frame
3Onderste bevestigingslocatie rechtervoorframe
Afbeelding 8. Koppelingsvloeistofleiding onderste montage (Softail-modellen)
VOLTOOIING
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat vóór het plaatsen van de hoofdzekering.
1. Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat.
2. Raadpleeg de servicehandleiding. Monteer de hoofdzekering.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
3. Raadpleeg de servicehandleiding. Bevestig het zadel.
4. Maak een proefrit met de motorfiets met lage snelheid. Controleer of de koppeling correct werkt.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 9. Serviceonderdelen: Hydraulische koppelingsleidingsets
Tabel 4. Serviceonderdelen
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Afdichtring (2)
41751-06A
2
Hydraulische-koppelingsvloeistofleiding
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
Doorvoertule, zijdeksel transmissie
12100077
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet bij de set inbegrepen:
A
Secundaire koppelingsactuator
37200131
B
Kabelbinder, ongeveer 38 cm lang, (5)
10039