VERWARMDE ZADELSET
J044022020-01-31
ALGEMEEN
Setnummer
52633-08, 52000004A, 52000135, 52000127, 52000177, 52000564, 52000565
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandel catalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Montagevereisten
Als een ander accessoire al de accessoire-connector gebruikt (onder de stoel, Zie Afbeelding 4. ), is een schakelaarcircuit voor adapterkabelboom (onderdeelnummer 70264-94A) vereist.
Modellen van 2014 t/m 2016: De draadboomverlengkabel (onderdeelnr. 69200722) moet apart worden aangeschaft om de accessoirecircuitconnector te vinden.
Modellen van 2017 en later: De draadboomverlengkabel (onderdeelnr. 69201599) moet apart worden aangeschaft om de accessoirecircuitconnector te vinden.
Elektrische overbelasting
MEDEDELING
U kunt u het oplaadsysteem van het motorvoertuig overbelasten indien u te veel elektrische accessoires aanbrengt. Als de op een bepaald moment gebruikte accessoires samen meer stroom verbruiken dan het laadsysteem kan opwekken, kan de accu als gevolg van het stroomverbruik leegraken waardoor er schade aan het elektrische systeem van de motorfiets kan ontstaan. (00211d)
WAARSCHUWING
Bij het installeren van een elektrische accessoire moet u controleren of het maximale amperage van de zekering of stroomonderbreker die het circuit beschermt dat u wijzigt, niet wordt overschreden. Het overschrijden van het maximale amperage kan leiden tot defecten in het elektrische systeem, hetgeen ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00310a)
Het verwarmde zadel heeft maximaal 4,2 A stroom van het elektrische systeem nodig.
Setinhoud
Zie Afbeelding 7 en Tabel 1 voor de setinhoud.
VERWIJDEREN
Afbeelding 1. Verwijderen van de passagierssteunriem (2008 afgebeeld)
OPMERKING
Voorkom bij het uitvoeren van de volgende procedures dat de laklaag bekrast wordt met gereedschap of metalen zadeluitsteeksels.
Verwijderen van de steunriem: Modellen van 2013 en eerder
1. Raadpleeg de gebruikershandleiding. Verwijder de zadeltassen. Bewaar alle bevestigingsmaterialen voor hergebruik.
2.
OPMERKING
Noteer voordat u de montagebouten van de zadeltasmontagesteun verwijdert de montagestand van de zadeltasmontagesteunen.
Zie Afbeelding 1 . Verwijder de montagesteun en onderlegring van de voorste zadeltassteun aan de linkerkant om de steun te verwijderen en de reeds geïnstalleerde passagierssteunriem los te halen.
3. Monteer de zadeltasmontagesteun met de bout en onderlegring aan de motorfiets, in dezelfde stand als voor het verwijderen. Draai de bout voldoende vast om de steun op zijn plaats te houden. Haal de bouten niet volledig aan.
4. Verwijder aan de rechterkant de montagebout en onderlegring van de voorste zadeltasmontagesteun. Verwijder de steunriem en gooi deze weg.
5. Monteer de steun aan de motorfiets in dezelfde stand als voor het verwijderen. Draai de bout voldoende vast om de steun op zijn plaats te houden. Haal de bouten niet volledig aan.
Verwijderen van de steunriem: Modellen van 2014 en later
1. Zie Afbeelding 7 . Verwijder de bout (D), de onderlegring (E) en het uiteinde van de steunriem. Bewaar de bevestigingsmaterialen voor de latere montage.
2. Herhaal de vorige stap aan de andere kant.
Zadel verwijderen
1. Tour-Pak®-modellen: Open het Tour-Pak-deksel. Til het voorste kussen op om toegang tot de zadelmontagematerialen te krijgen.
2. Zie Afbeelding 7 . Verwijder de kruiskopbout (A) met borgring van de achterkant van het huidige geïnstalleerde zadel. Trek het zadel naar achteren om deze te verwijderen. Bewaar de bout
3. Spatbordstrips: Verwijderen van de spatbordsierstrips:
a. Breng een stuk tape aan op de punt van een normale schroevendraaier om verchroomde en gelakte oppervlakken te beschermen.
b. Zie Afbeelding 2 . Steek de punt van de schroevendraaier tussen de verchroomde bies en de rubberen sierstrip.
c. Wrik de bies omhoog. Trek deze omhoog en van de rubberen sierstrip af.
d. Trek de rubberen sierstrip, vanaf het andere uiteinde, van het spatbord af.
e. Reinig met een mengsel van 50% isopropylalcohol en 50% gedestilleerd water.
Afbeelding 2. Verwijder van de sierstrip voor spatbord
MONTAGE
Installeren van het nieuwe zadel en de steunriem
OPMERKING
Bij modellen met grijprail hoeft geen steunriem geplaatst te worden.
Modellen van 2013 en eerder: De steunriem wordt vóór het zadel geïnstalleerd. Modellen van 2014 en later: De steunriem wordt na het zadel geïnstalleerd.
1. Modellen van 2014 en later: ga naar stap 3. Modellen van 2013 en eerder: Zie Afbeelding 3. Verwijder de twee zeskantmoeren (2) van de taps aan de voorzijde van het achterspatbord.
2. Monteer de nieuwe steunriem (1) zoals afgebeeld aan de tapeinden; gebruik bij riemen met meerdere gaten de twee buitenste gaten. Maak de steunriem met de moeren vast aan de tapeinden. Haal de bouten aan.
Koppel: 6,8–10,8 N·m (5–8 ft-lbs)
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motor per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de minkabel (-) van de accu worden losgekoppeld. (00048a)
3. Ontkoppel de minkabel van de accu volgens de instructies in de gebruikershandleiding.
OPMERKING
Modellen van 2014 t/m 2016: Set 69200722 moet worden geïnstalleerd om de accessoirecircuitconnector onder het zadel te vinden.
Modellen van 2017 en later: Set 69201599 moet worden geïnstalleerd om de accessoirecircuitconnector onder het zadel te vinden.
4. Zie Afbeelding 4 . Verwijder de plug uit de accessoire stroomkringconnector (1) aan de voorkant van de accu.
1Steunriem
2Zeskantige moer (2)
Afbeelding 3. Installeren van de steunriem
1Accessoire stroomkringconnector
Afbeelding 4. Accessoire stroomkringconnector
5. Zoek de verwarmde zadelconnector aan de onderkant van het nieuwe zadel.
OPMERKING
Modellen van 2014 t/m 2016: Als een andere accessoire reeds gebruik maakt van de accessoirecircuitconnector, gebruik dan een schakelcircuit-adapterdraadboom (onderdeelnr. 70264-94A, afzonderlijk verkrijgbaar) als een 'Y'-adapter.
Modellen van 2017 en later: Als een andere accessoire reeds gebruik maakt van de accessoirecircuitconnector, gebruik dan een schakelcircuit-adapterdraadboom (onderdeelnr. 69201706, afzonderlijk verkrijgbaar) als een 'Y'-adapter.
6. Sluit de verwarmde zadelconnector aan op de accessoire stroomkringconnector (1).
7. Raadpleeg de gebruikershandleiding. Sluit de minkabel (-) van de accu aan.
8. Leid de bedrading in de ruimte onder het zadel zodat de bedrading niet wordt afgekneld als het zadel wordt gemonteerd.
9. Zie Afbeelding 5 . Indien reeds geïnstalleerd, schuif de achterzijde van het zadel vanaf de voorzijde door de steunriem, totdat de sleuf (2) vooraan de onderzijde van het zadel zich achter de zadelmontagelip (1) aan de achterste brandstoftanksteun bevindt.
1Lip van brandstoftanksteun
2Sleuf aan onderkant zadel
Afbeelding 5. Voorste zadelmontage
10. Duw het zadel omlaag op de bovenste framebuis. Schuif het zadel naar de voorzijde van de motorfiets totdat de lip van de brandstoftanksteun volledig in de sleuf onder het zadel grijpt.
11. Maak het zadel weer vast aan het achterspatbord met behulp van de kruiskopbout (met borgring) die u hebt verwijderd tijdens het verwijderen van het zadel. Haal de bouten aan.
Koppel: 5,4–8,1 N·m (4–6 ft-lbs)
12. Zie de servicehandleiding. Bevestig het zadel. Trek na montage het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit.
13. Modellen uit 2014 en later: Monteer de steunriem.
a. Installeer het uiteinde van de steunriem in de sleuf van de steunriembeugel. Lijn het steunriemgat uit met het beugelgat.
b. Zie Afbeelding 7 . Installeer de steunriembout (D) en onderlegring (E). Haal de bouten aan.
Koppel: 5,4–8,1 N·m (4,0–6,0 ft-lbs)
c. Herhaal de stappen voor de andere kant.
OPMERKING
Het rubberen inzetstuk aan de onderkant van de zadeltassen hoort goed op de onderste zadeltassteunrails te passen.
14. Monteer de zadeltassen, als deze waren verwijderd, op de motorfiets volgens de instructies in de gebruikershandleiding. Bevestig deze met de oorspronkelijke ringbouten en platte onderlegringen.
15. Draai de bevestigingsbouten van de voorste zadeltas aan. Haal de bouten aan.
Koppel: 7–11 N·m (62,0–97,4 in-lbs)
BEDIENING
OPMERKING
De accessoireschakelaar is een tuimelschakelaar die zich bevindt op het schakelpaneel van de binnenkuip.
1. Zet het contactslot op IGNITION (ontsteking) of ACCESS (accessoire) en schakel de stroomkring naar het verwarmde zadel in door de accessoireschakelaar van de UIT-stand in de AAN-stand te zetten.
2. Twee schakelaars aan de zijkant van het zadel regelen onafhankelijk de verwarming van het zadel van de bestuurder en van de passagier. De voorste schakelaar regelt de verwarming van de bestuurder, de achterste schakelaar regelt de verwarming van de passagier.
  • In de middenstand is de verwarming van het betreffende zadelgedeelte UITGESCHAKELD.
  • Als u het onderste gedeelte van de schakelaar in de richting van het zadel indrukt, wordt de verwarming naar dat gedeelte INGESCHAKELD en wel in de LAGE stand.
  • Als u het bovenste gedeelte van de schakelaar in de richting van het zadel indrukt, wordt de verwarming naar dat gedeelte INGESCHAKELD en wel in de HOGE stand.
OPMERKING
Als de accessoireschakelaar INGESCHAKELD blijft en een tuimelschakelaar voor de zadelverwarming in de LAGE of HOGE stand blijft staan, als de motorfiets wordt uitgeschakeld, dan zal het zadel weer worden opgewarmd als het contactslot in de stand IGNITION (ontsteking) of ACCESS (accessoire) wordt gedraaid.
Als de zadelverwarming is ingeschakeld, terwijl de motor is uitgeschakeld of onder de normale snelheid draait, kan de accu snel worden ontladen , waardoor de motor mogelijk niet kan starten en het elektrische systeem kan worden beschadigd.
1Schakelaar voor het regelen van de verwarming van het bestuurderszadel
2Schakelaar voor het regelen van de verwarming van het passagierszadel
3Lage verwarmingsstand
4Hoge verwarmingsstand
Afbeelding 6. Schakelaars voor het regelen van de zadelverwarming
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 7. Serviceonderdelen: Verwarmd zadel
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Zadel (normaal patroon afgebeeld)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Steunriem (set 52633-08)
51188-86
Steunriem (sets 52000004A, 52000177, 52000564 en 52000565)
52400005
Steunriem (set 52000127 en 52000135)
52400015
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet bij de set inbegrepen:
A
Standaard (OE) kruiskopbout
2952A
B
Standaard (OE) flensmoer (2)
7499
C
Standaard (OE) tapeind (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
D
Standaard (OE) steunriembout (2)
2952A
E
Standaard (OE) steunriemonderlegring (2)
6703
F
Touring-modellen van 2014 en later
G
Touring-modellen van 2013 en eerder