VERWARMDE EN GEKOELDE ZADEL SET
941005652024-07-02
ALGEMENE INFORMATIE
Tabel 1. Algemene informatie
Sets
Voorgestelde Tools
Vaardigheidsniveau(1)
52000667, 52000667DEMO, 52000693
Veiligheidsbrillen, momentsleutel
(1) Aanhalen tot de momentwaarde of andere aangewezen tools en technieken zijn vereist
SETINHOUD
Afbeelding 1. Setinhoud: Verwarmd en gekoeld zadel
Tabel 2. Setinhoud: Verwarmde en gekoelde zadelset
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert.
Onderdeel
Aantal
Beschrijving
Onderdeelnr.
Opmerkingen
1
1
Schroef
10200004
2
1
Zadel
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
1
Steunriem
52400296
Duoriem, CVO
52400350
ALGEMEEN
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de Onderdelen en accessoires (P&A) Detailhandelcatalogus of het gedeelte ';Parts and Accessories'; (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com .
Verifieer dat de meest recente versie van het instructieblad wordt gebruikt. Deze is beschikbaar op: h-d.com/isheets
Neem contact op met Harley-Davidson Customer Support Center op 1-800-258-2464 (alleen in de VS) of 1-414-343-4056.
Montagevereisten
WAARSCHUWING
Monteer deze zadelsets niet op motorfietsen die niet zijn uitgerust met een geschikte steunriem en passagiersvoetsteunen. Als de voetsteunen en steunriem niet zijn geïnstalleerd, zou de passagier van de rijdende motorfiets kunnen vallen of de bestuurder kunnen vastpakken, waardoor de bestuurder de macht over het stuur kan verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00410b)
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Een servicehandleiding voor het jaar en model van de de motorfiets is vereist voor deze installatie en is beschikbaar via:
  • Een Harley-Davidson dealer.
  • H-D service-informatie Portaal, een toegang gebaseerd op voorschrift voor de meeste 2001 en nieuwere modellen. Voor meer informatie zie Vaak gestelde vragen over abonnementen .
    Deze artikelen zijn bij uw Harley-Davidson dealer verkrijgbaar:
  • Afzonderlijke aankoop van compatibele Bestuurder rugsteun bevestigingsset (Onderdeelnr. 52589-09A) is optioneel.
  • Modellen met meerdere elektrische accessoires vereisen mogelijk een afzonderlijke aankoop van een kabelboom. Zie Tabel 4 , item 15.
Elektrische overbelasting
MEDEDELING
U kunt u het oplaadsysteem van het motorvoertuig overbelasten indien u te veel elektrische accessoires aanbrengt. Als de op een bepaald moment gebruikte accessoires samen meer stroom verbruiken dan het laadsysteem kan opwekken, kan de accu als gevolg van het stroomverbruik leegraken waardoor er schade aan het elektrische systeem van de motorfiets kan ontstaan. (00211d)
WAARSCHUWING
Bij het installeren van een elektrische accessoire moet u controleren of het maximale amperage van de zekering of stroomonderbreker die het circuit beschermt dat u wijzigt, niet wordt overschreden. Het overschrijden van het maximale amperage kan leiden tot defecten in het elektrische systeem, hetgeen ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00310a)
Deze set heeft tot en met 4 Ampère extra stroom van het elektrische systeem nodig.
OPMERKING
Klanten met een beperkte gevoeligheid voor warm of koud moeten dit product niet gebruiken.
VOORBEREIDEN
1. Verwijder de zadeltas. Zie de servicehandleiding.
2. Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
3. Verwijder Standaard (OE) (Standaard (OE)) zadel en de duoriem. Zie de servicehandleiding.
INSTALLEREN
1. Zie Afbeelding 2. Installeer nieuwe steunriem.
a. Monteer de duoriem (2) aan de noppen (1).
b. Installeer de op maat gemaakte bouten (3).
Koppel: 0,9–1,7 N·m (8–15 in-lbs) Vleugelmoeren
Koppel: 7–11 N·m (62–97 in-lbs) Flensmoeren
c. Modellen met zijplaat vastpakpunt kunnen de zijplaat verwijderen.
2. Afbeelding 7 Zoek de connector van de zadel-kabelboom (5) aan de onderkant van het zadel.
3. Afbeelding 2 Sluit de zadel kabelboomconnector (5) aan op de O&A-accessoireconnector (4).
OPMERKING
Als een ander accessoire is aangesloten, afzonderlijke aankoop van Jumper (Onderdeelnr. 69203476) kan noodzakelijk zijn.
4. Routeer de bedrading onder het zadel.
a. Zorg ervoor dat de bedrading niet bekneld raakt als het zadel is geïnstalleerd.
b. Controleer of de houder van de kabelboom verzekering volledig zit en goed vastzit.
5. Zie Afbeelding 2. Plaats de achterkant van het zadel via de duoriem (2) totdat de bevestigingsgroef van het zadel (6, Afbeelding 7 ) aan de voorkant van de onderkant van het zadel zich achter de tong van het zadel bevindt (5).
6. Zie Afbeelding 2. Schuif het zadel naar voren totdat de tong van het zadel volledig in de bevestigingsgroef van het zadel is ingegaan (5).
7. Afbeelding 1 Monteer de zadelbout (1). Haal de bouten aan.
Koppel: 5,4–8,1 N·m (4–6 ft-lbs)
8. Bevestig het zadel. Trek na montage het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
1Tap (2)
2Steunriem
3Op maat gemaakte bout (2)
4O&A-connector [4]
5Zadeltong
Afbeelding 2. Locaties van onderdelen
BEDIENING
OPMERKING
  • Zadelbediening terwijl de motor van het motorvoertuig is uitgeschakeld of loopt onder de normale bedrijfssnelheid kan de motorvoertuig batterij snel ontladen. . Dit kan leiden tot een volgende storing en kan schade toebrengen aan het elektrische systeem.
  • Zie de handleiding voor de bediening van het accessoire circuit van het motorvoertuig.
  • Het zadel wordt gevoed vanuit een stroomkring die actief is in de IGNITION- en ACCY-modus van het motorvoertuig. Bij het bedienen van het zadel in deze modus begint de accu leeg te raken terwijl de motor UIT is.
  • Ventilatoren zijn alleen in werking als het zadel in de koelmodus staat en de bestuurder, passagier of beide posities worden ingeschakeld op een vermogensniveau dat boven UIT ligt.
  • Zowel de ventilatoren van de bestuurder als de passagier worden gelijktijdig in- en uitgeschakeld. Ventilatoren werken onder normale omstandigheden niet afzonderlijk.
  • De snelheid van de ventilator zal niet variëren met de instelling van het vermogensniveau instellingen.
  • De sterkte van de koeling wordt gecontroleerd door de stroomvoorziening door middel van het verwarming / koeling element in plaats van de ventilatorsnelheid.
  • Het kan 2-5 minuten duren voordat het zadel een optimaal verwarmingseffect heeft bereikt en 10-20 minuten om een optimaal koeleffect te bereiken.
  • Zadel blaast geen lucht op de bestuurder of passagier.
  • Let er bij het reinigen op dat u aan de schakelaars trekt. Er is een servicekit beschikbaar om schakeldoppen te vervangen. Tabel 4
Zadelbediening schakelaars
1. Afbeelding 3 Schakelaars (1, 3):
a. Stelt de individuele niveaus van de bestuurder- en passagierszones in.
b. Bedieningselementen zijn onafhankelijk.
c. Met de vergrendeling op schakelaar kan de operator snel terugkeren naar de gewenste instelling.
d. Bestuurder bediening (1) ligt het dichtst bij de zitpositie van de rijder.
e. Passagier bediening (3) ligt het dichtst bij de zitpositie van de passagier.
f. Voor de bedieningsschakelaars betreffende de bestuurder en passagier zijn er in totaal drie standen. De neerwaartse instelling is laag vermogen, de opwaartse instelling is het maximale vermogen en de middelste instelling schakelt de bediening van de bestuurder of passagier onafhankelijk uit.
2. Afbeelding 3 Schakelaar (2):
a. Selecteer "H" voor het verwarmen.
b. Selecteer "C" voor het koelen.
c. De middelste OFF-stand (uit) koppelt alle stroom aan het zadel los. Deze instelling moet worden gebruikt wanneer de stoel niet in gebruik is of wanneer de niveauschakelaars geen comfortabele temperatuur kunnen handhaven.
3. Ventilatoren:
a. Beide blijven UIT telkens als de verwarming wordt ingedrukt.
b. Beide blijven AAN telkens als een bestuurder of passagier is ingesteld op een ander niveau dan UIT en "C" wordt ingedrukt.
c. Ventilatoren zijn altijd zowel UIT of beide AAN.
d. Ventilatoren blazen de overtollige warmte uit de onderzijde van het warmte-/koelelement als het in de koelmodus is. Richting van lucht gaat niet door het zitvlak.
e. Ventilatoren blazen geen lucht op de bestuurder of passagier.
f. Zadel Remote ingang / uitgang - Elektronische zadelbediening (RIO-ESC) werkt met ventilatoren op dezelfde snelheid, ongeacht de instelling van het niveau.
g. Zadel trekt sterke stroming aan die de ventilatorsnelheid iets zal veranderen.
h. Lichte en veranderingen in de ventilatorsnelheid kunt u onder omstandigheden met weinig omgevingsgeluid horen. Dit is normaal.
4. Prestatie Eigenschappen:
a. Optimale verwarming zal 2-5 minuten duren.
b. RIO-ESC zorgt ervoor dat de warmte naar een ingestelde temperatuur op basis van de instelling van de schakelaar.
c. Maximumtemperaturen zijn mogelijk niet haalbaar in extreme koude omstandigheden als gevolg van een maximale vermogensbeperking binnenin het zadel.
d. Optimale koelomstandigheden zullen tussen de 10 en 20 minuten duren.
e. RIO-ESC zorgt ervoor dat koeling als een percentage van het volledige vermogen op basis van het niveau van de bedieningsschakelaar instelling om het voordeel voor de bestuurder en passagier te maximaliseren onder wisselende omgevingstemperatuur.
f. Maximale prestaties zijn afhankelijk van een gezond oplaadsysteem, omdat het vermogen wordt beperkt door de voltage van het systeem.
g. De prestaties worden afgebroken of uitgeschakeld bij ongewoon lage spanning van het systeem. Zoals met de sleutel ingeschakeld naar de accessoire modus en de accu niet op volledig geladen.
h. Warmte wordt overgedragen aan en verwijderd van de inzittende door middel van geleiding. De keuze van de kleding zal invloed op de prestaties hebben.
i. Verwarmings-/koelelementen bevinden zich alleen onder een gedeelte van het zitvlak waar uw achterwerk contact maakt. Gebieden voor de dijen worden niet verwarmd of gekoeld.
5. Diagnostiek:
a. Afbeelding 4RIO-ESC bevat drie ledlampjes blootgesteld aan de achterkant: deze zijn het gemakkelijkst zichtbaar door het losmaken RIO-ESC van de zadelbasis. De kabelriem op RIO-ESC de kabelboom moet worden vervangen als deze wordt doorgesneden.
b. Gebeurteniscodes worden in opeenvolgende volgorde weergegeven en blijven doorgaan met de reeks zolang er stroom op het zadel is toegepast. Als u wilt controleren of alle gebeurteniscodes worden geïdentificeerd, controleert u de LED-lichten totdat dezelfde gebeurteniscode een tweede keer wordt aangegeven.
c. Alle gebeurteniscodes worden gewist door gebruik van een vermogenscyclus.
d. Als de oorzaak van de gebeurteniscode nog steeds aanwezig is na fietskracht, zal het RIO-ESC de juiste code opnieuw instellen.
e. Voor het oplossen van problemen kan vereist worden dat de bestuurder het zadel fysiek van het frame van het voertuig los moet koppelen en om er toegang tot te krijgen RIO-ESC zonder het verwijderen van de stroomvoorziening.
f. Het zadel probeert automatisch de gebeurtenis te wissen als de oorzaak van de gebeurtenis wordt gecorrigeerd. Werkwijze duurt tussen de 5-30 seconden.
g. Codes blijven weergegeven tot het powercycling, zelfs als het zadel in staat is om het zelf te herstellen en normaal functioneren.
h. Zie Tabel 3 voor definities van gebeurteniscodes.
1Bestuurder bedieningschakelaar
2Warmte/verkoelingsschakelaar
3Passagier bedieningschakelaar
Afbeelding 3. Verwarming/koelbedieningsschakelaars van het zadel
1LED1
2LED2
3LED3
Afbeelding 4. RIO LED-lichten
STORINGEN OPLOSSEN
OPMERKING
  • Als de bediening niet zoals verwacht is, moeten de volgende stappen worden voltooid.
  • Als de verwarming of koeling onaangenaam wordt, verlaag het niveau door de knop naar de OFF-stand (uit) te draaien. Als de verwarming of koeling oncomfortabel blijft of niet vermindert, stel dan de centrale warmte-/koelregeling in op OFF (uit).
Als het motorvoertuig in beweging is:
1. Zet de schakelaar voor warmte/koelregeling op OFF (uit), wacht twee seconden voordat u terugkeert naar de warmte- of koelmodus.
2. Als u niet met een collega-passagier reist, schakelt u de bediening van de passagier op UIT.
Als het motorvoertuig niet in beweging is met motor uit en accu volledig opgeladen:
1. Controleer de kabelboomzekering van het zadel.
a. Als de zekering open is, vervangt u de zekering door het vervangend onderdeel vermeld in Tabel 2 . Vervang deze zekering niet door een hogere geclassificeerde.
b. Als de zekering blijft openen, neem contact op met de dealer.
2. Bedien het zadel.
a. Behoud de stroom om de stekker te plaatsen terwijl u toegang heeft RIO-ESC tot de geschiedenis van de gebeurteniscode vanaf het bedieningspaneel.
b. Omdat het zadel de warmte-/koelelementen van de passagier en de verwarmingselementen van de passagier afzonderlijk en in reeksen gebruikt, kan het identificeren van het probleem alleen een rijdende bestuurder, alleen passagier of een combinatie van beide vereisen om het probleem te verifiëren.
3. Leg gebeurteniscodes vast op RIO-ESC .
a. Deze zijn zichtbaar door het losmaken RIO-ESC van de zadelbasis.
b. Zie Afbeelding 4 en Tabel 3 voor meer informatie over gebeurteniscodes. Verschillende gebeurtenissen hangen met elkaar samen.
c. Het wordt aanbevolen om door te gaan met de volgende stappen, ongeacht de gebeurteniscode.
4. Inspecteer ventilatoren visueel op bediening en afsluiting.
a. Kom niet aan het ventilatorblad. Het ventilatorblad kan lichamelijk letsel veroorzaken als het in gebruik is of de werking plotseling begint.
b. Plaats geen voorwerpen in de ventilator. Dit kan de ventilator beschadigen en lichamelijk letsel veroorzaken als de werking plotseling begint.
c. Beide ventilatoren functioneren als één van beide bedieningsknoppen is ingesteld op een koelmodus boven uit. Sommige evenementen zullen de ventilatoren uitschakelen.
d. Haal de stekker eruit voordat u een blokkade ongedaan maakt. Ventilatoren functioneren met weinig weerstand wanneer ze niet worden aangedreven.
5. Raadpleeg het REPARATIE gedeelte als de ventilatoren beschadigd zijn. Installeer ventilatoren en controleer of de pakkingringen van de connector op zijn plaats zijn voor het aansluiten van stekkers.
6. Stel beide zadelgedeelten in op UIT. Lus vermogen naar de zadelstekker.
7. Stel het zadel in op de modus van bezorgdheid en noteer gebeurtenissen.
a. Hiermee wordt gecheckt of alleen blijvende gebeurtenissen worden gerapporteerd.
b. Zie Tabel 3 voor verdere maatregelen voor het oplossen van problemen.
OPMERKING
  • Controleer bij het inspecteren van verbindingscontacten op vuilophoping, controleer of de pakking oppervlakken van connectoren schoon zijn, pakkingen worden geïnstalleerd en pakkingen worden geplaatst voordat de stekker wordt geplaatst. Maak geen contacten met schuurmiddelen of vloeistoffen die niet worden aanbevolen voor vertinde kopercontacten , kunststof of siliconen rubber.
  • Een acculader kan nodig zijn om te voorkomen dat de accu leeg raakt tijdens het oplossen van problemen.
  • Beide warmte-/koelelementen bevatten een zelf-verstellende geïntegreerde zekering die de gebruiksomstandigheden bij hoge temperaturen beperkt. Als deze zekeringen zich openen, zullen ze sluiten wanneer de temperaturen terugkeren naar normale gebruiksniveaus. Dit kan 3 minuten duren om zelf de gemiddelde temperatuur en gearceerde omstandigheden te wissen.
  • Reserve stroom wordt gedefinieerd door het volledig stroom naar het zadel te verwijderen. Door de zadelstekker te verwijderen en opnieuw aan te sluiten, naar OFF (uit) te scrollen op de warmte/koelregeling schakelaar, of door het voertuig volledig uit te schakelen om te controleren of de zadelstroom verwijderd is.
  • Controller schade of onjuiste gebruik een mogelijke oorzaak voor alle gebeurteniscodes is en wordt niet expliciet vermeld in elk item. Het oplossen van problemen kunnen ondersteuning van de dealer vereisen.
Tabel 3. Activiteitcodes
LED
Lichtflitsen
Code
Herkenning
Eventuele oorzaken
Het oplossen van storingen
1
1
Interne bedieningsschakelaar A
Gemonitord intern signaal van chip fout
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Ga naar uw dealer
1
2
Interne bedieningsschakelaar B
Gemonitord intern signaal van chip fout
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Ga naar uw dealer
1
3
Interne bedieningsschakelaar C
Gemonitord intern signaal van chip fout
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Ga naar uw dealer
1
4
Interne bedieningsschakelaar D
Gemonitord intern signaal van chip fout
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Ga naar uw dealer
1
5
Overstroomtoevoer A
Stroomafname van warmte-/koelelement meten
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Schade aan kabelboom
  • Ga naar uw dealer
1
6
Onderstroomtoevoer A
Stroomafname van warmte-/koelelement meten
  • Voortzetting van de stekker
  • Verwarming / koelblok zekering teller
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Schade aan kabelboom
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Zet het zadel in de UIT stand en laat beide zitgedeelten 5 minuten terugkeren naar kamertemperatuur
  • Ga naar uw dealer
1
7
Overstroomtoevoer C
Stroomafname van warmte-/koelelement meten
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Schade aan kabelboom
  • Ga naar uw dealer
1
8
Onderstroomtoevoer C
Stroomafname van warmte-/koelelement meten
  • Voortzetting van de stekker
  • Verwarming / koelblok zekering teller
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Schade aan kabelboom
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Zet het zadel in de UIT stand en laat beide zitgedeelten 5 minuten terugkeren naar kamertemperatuur
  • Ga naar uw dealer
1
9
Overstroomtoevoer D
Stroomafname van warmte-/koelelement meten
  • Interne schade of verkeerde werking van de regelaar
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Schade aan kabelboom
  • Ga naar uw dealer
1
10
Onderstroomtoevoer D
Stroomafname van warmte-/koelelement meten
  • Voortzetting van de stekker
  • Verwarming / koelblok zekering teller
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Schade aan kabelboom
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Zet het zadel in de UIT stand en laat beide zitgedeelten 5 minuten terugkeren naar kamertemperatuur
  • Ga naar uw dealer
2
1
De Ventilator 1 met Lage snelheid
Gemeten terugmelding signaal van de ventilator
  • Fysieke weerstand (blokkering) op ventilatorblad
  • Voortzetting van de stekker
  • Schade aan kabelboom
  • Blokkering wissen
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
2
Ventilator 2 lage snelheid
Gemeten terugmelding signaal van de ventilator
  • Fysieke weerstand (blokkering) op ventilatorblad
  • Voortzetting van de stekker
  • Schade aan kabelboom
  • Blokkering wissen
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
3
Ventilator 1 Hoge snelheid
Gemeten terugmelding signaal van de ventilator
  • Luchtstroombelemmering
  • Kapotte ventilator
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
4
Ventilator 2 met Hoge Snelheid
Gemeten terugmelding signaal van de ventilator
  • Luchtstroombelemmering
  • Kapotte ventilator
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
5
Fan 1 vertraging
Gemeten terugmelding signaal van de ventilator
  • Complete weerstand (blokkering) op ventilatorblad
  • Voortzetting van de stekker
  • Kapotte ventilator
  • Schade aan kabelboom
  • Blokkering wissen
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
6
Fan 2 ophouding
Gemeten terugmelding signaal van de ventilator
  • Complete weerstand (blokkering) op ventilatorblad
  • Voortzetting van de stekker
  • Kapotte ventilator
  • Schade aan kabelboom
  • Blokkering wissen
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
7
Ventilator 1 Overstroomtoevoer
Gemeten ventilator stroomafname
  • Fysieke weerstand (blokkering) op ventilatorblad
  • Kapotte ventilator
  • Schade aan kabelboom
  • Blokkering wissen
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
8
De ventilator 1 Onderstroom
Gemeten ventilator stroomafname
  • Luchtstroombelemmering
  • Voortzetting van de stekker
  • Kapotte ventilator
  • Schade aan kabelboom
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
9
De Ventilator 2 Overstroomtoevoer
Gemeten ventilator stroomafname
  • Fysieke weerstand (blokkering) op ventilatorblad
  • Kapotte ventilator
  • Schade aan kabelboom
  • Blokkering wissen
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
10
De ventilator 2 Onderstroom
Gemeten ventilator stroomafname
  • Luchtstroombelemmering
  • Voortzetting van de stekker
  • Kapotte ventilator
  • Schade aan kabelboom
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Verwisselen ventilator
  • Ga naar uw dealer
2
11
Bestuurder Temp High 3
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement boven de limiet van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel afkoelen tot kamertemperatuur
  • Cyclus warmte/koele wipschakelaar
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
2
12
Bestuurder Temp Hoog 3
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement boven de limiet van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel afkoelen tot kamertemperatuur
  • Cyclus warmte/koele wipschakelaar
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
1
Bestuurder Temp Hoog 1
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement boven de limiet van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel afkoelen tot kamertemperatuur
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
2
Ondervoltage 1
Gemeten spanning van toegangsconnector
  • Spanning bij zadel connector hoog
  • Controleer of het oplaadsysteem en de accu van het motorvoertuig geen problemen ondervinden
  • Controleer of de hoofdstekker van het zadel schoon en volledig zittend is
  • Ga naar uw dealer
3
3
Overspanning
Gemeten spanning van toegangsconnector
  • Spanning bij zadel connector hoog
  • Controleer of het oplaadsysteem en de accu van het motorvoertuig geen problemen ondervinden
  • Ga naar uw dealer
3
4
Bestuurder Laag Temp 1
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement onder de maximumsnelheid van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel opwarmen tot kamertemperatuur
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
5
Passagier Hoog Temp 1
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement boven de limiet van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel afkoelen tot kamertemperatuur
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
6
Passagier Laag Temp 1
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement onder de maximumsnelheid van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel opwarmen tot kamertemperatuur
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
8
Passagier schakelaar niveau hoog
Passagier schakelaar spanning
  • Voortzetting van de stekker
  • Schade aan schakelaar pack
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
10
Bestuurder schakelaar niveau hoog
Bestuurder schakelaar spanning
  • Voortzetting van de stekker
  • Schade aan schakelaar pack
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
11
Passagier Temp Hoog 2
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement boven de limiet van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel afkoelen tot kamertemperatuur
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
12
Bestuurder Temperatuur Hoog 2
Temperatuur van warmte-/koelelement gemeten
  • Schade aan warmte-/koelelement
  • Warmte-/koelelement boven de limiet van de gebruikstemperatuur
  • Voortzetting van de stekker
  • Laat het zadel afkoelen tot kamertemperatuur
  • Controleer of de stekker schoon en goed vast zit
  • Ga naar uw dealer
3
13
Onderspanning 2
Gemeten spanning van toegangsconnector
  • Spanning bij zadel connector laag
  • Controleer of het oplaadsysteem en de accu van het motorvoertuig geen problemen ondervinden
  • Controleer of de hoofdstekker van het zadel schoon en volledig zittend is
  • Ga naar uw dealer
REPARATIE
OPMERKING
Voordat u de ventilator vervangt, verwijdert u het zadel. Zadelstroom in koelmodus om de functie van ventilatoren visueel te inspecteren om te controleren welke ventilator niet werkt.
Voorventilator aan de voorkant is voor de bestuurder en achterventilator is voor de passagier.
Ventilator vervanging
1. Verwijder de duoriem en zadelbout.
OPMERKING
Houd rekening met bedradingsverbindingen tussen zadel en voertuig.
2. Verwijder het zadel.
3. Koppel de zadel-connector los van het motorvoertuig.
4. Verwijder de ventilatorschroeven en bewaar deze.
5. Verwijder de ventilator.
6. Installeer een nieuwe ventilator en sluit deze aan op de kabelboom.
a. Vervang alle kabelbinders die eerder zijn verwijderd.
7. Installeer de ventilatorschroeven. Haal de bouten aan.
Koppel: 0,564–0,79 N·m (5–7 in-lbs)
8. Sluit de zadel-connector aan het motorvoertuig.
9. Start het motorvoertuig of ga over tot de accessoiremodus.
10. Elektrisch verstelbaar zadel in de koelmodus om te controleren of de ventilator functioneert.
11. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
a. Zorg ervoor dat de bedrading niet bekneld raakt als het zadel is geïnstalleerd.
12. Installeer de zadelschroef en de duoriem.
RIO-ESC vervanging
1. Verwijder de duoriem en zadelbout.
OPMERKING
Houd rekening met bedradingsverbindingen tussen zadel en voertuig.
2. Verwijder het zadel.
3. Koppel de zadel-connector los van het motorvoertuig.
4. Verwijder RIO-ESC .
5. Afbeelding 5 Ontgrendel (2) RIO-ESC connector en ontkoppel.
6. Afbeelding 6 Monteer schuimblokken (1) op RIO-ESC (2).
a. Gebruik een 50:50 mengsel van isopropylalcohol en water om het montageoppervlak te reinigen.
b. Monteer schuimblokken (1) onder LED-verlichting en in de bovenhoek.
7. Afbeelding 5 Sluit aan RIO-ESC op kabelboom en vergrendel (1) connector.
8. Monteer RIO-ESC in de zadelbasis totdat het vergrendelingslipje op zijn plaats vergrendelt.
a. Vervang alle kabelbinders die eerder zijn verwijderd.
9. Sluit de zadel-connector aan het motorvoertuig.
10. Start het motorvoertuig of ga over tot de accessoiremodus.
11. Elektrisch verstelbaar zadel in de koelmodus om te controleren of de ventilator functioneert.
12. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
a. Zorg ervoor dat de bedrading niet bekneld raakt als het zadel is geïnstalleerd.
13. Installeer de zadelschroef en de duoriem.
1Afgesloten
2Ontgrendeld
Afbeelding 5. RIO connector vergrendeld/ontgrendelde stand
1Een schuimblok
2RIO-ESC
3Kabelbinder
Afbeelding 6. Schuimblok installeren op RIO
Afbeelding 7. Zadelonderdelen locaties
Tabel 4. Zadelonderdelen locaties
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert.
Onderdeel
Aantal
Beschrijving
Onderdeelnr.
Opmerkingen
1
1
Zadeluitsteeksel
N.v.t.
2
1
Ventilator, achterkant
26800204
Service-onderdeel
3
1
Ventilator, voorkant
26800204
Service-onderdeel
4
1
zekering
69200293
Service-onderdeel
5
1
Zadel kabelboom
N.v.t.
6
1
Zadel bevestigingsgroef
N.v.t.
7
1
RIO-ESC kabelboom
N.v.t.
8
1
RIO-ESC vergrendelingslipje
N.v.t.
9
1
RIO-ESC
41000740
Service-onderdeel
10
1
Assemblage schakelpakket
N.v.t.
11
1
Randen
N.v.t.
12
2
Ventilatorschroef
10201028
Niet weergegeven, Service-onderdeel
13
1
Borgklem
73213-07
Niet weergegeven, Service-onderdeel
14
6
Kabelbinder
10006
Niet weergegeven, Service-onderdeel
3
10177
Niet weergegeven, Service-onderdeel
3
N.v.t.
Niet weergegeven, Service-onderdeel
15
1
Jumper
69203476
Niet weergegeven, Service-onderdeel
16
1
Vervanging van de schakeldop, onderhoudsset
99800062
Niet weergegeven, Service-onderdeel