a. Meet zorgvuldig de overtollige draadlengte. Er moet voldoende draad overblijven om te voorkomen dat de richtingaanwijzerdraden op een bepaald punt in het volledige draaibereik van de vork blijven haken.

b. Trek de draadommanteling van de richtingaanwijzerdraden naar achteren.

c. Verwijder op verplaatste locaties de gewenste draadlengte.

d. Sluit met de stootverbinders uit de set de richtingaanwijzerdraden volgens de instructies hieronder weer aan.

e. Strip 9,5 mm (3/8 in) draadommanteling af van beide uiteinden van elke draad die verbonden moet worden.

f. Zie Afbeelding 2. Steek elk uiteinde in tegenoverliggende zijden van een stootverbinder.

g. Kies voor de stootverbinder een kleur die overeenkomt met de kleur van de krimpholte van het krimpgereedschap. Krimp met een H-D 38125-8 krimpgereedschap de draden in de aansluiting vast.

h. Zie Afbeelding 2. Gebruik de UltraTorch UT-100 (H-D 39969), het Robinair heteluchtpistool (H-D 25070) met warmtekrimphulpstuk (H-D 41183), of een ander geschikt stralingswarmteapparaat om de mantel van de stootverbinding vast te krimpen. Richt de warmte vanuit het midden van de krimp naar de krimpuiteinden aan de buitenkant toe, totdat het krimpmiddel aan beide uiteinden van de verbinder naar buiten treedt.