| 1. | Haal het windscherm uit de verpakking en leg dit met de voorkant onder op een schoon, zacht oppervlak met de montagesteunen naar boven gericht. | |||||||||
De (kegelvormige) schotelveren moeten met de bolle kant naar elkaar wijzen en de montagesteunen van het windscherm bij elk montagepunt inklemmen. Als de schotelveren verkeerd om worden geplaatst, kan het windscherm niet afbreken bij een botsing, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00422b) | ||||||||||
| 2. | Zie Afbeelding 1 . Monteer de klemmen losjes op de montagesteunen van het windscherm (2). Bevestig met borstbout (1), Belleville-sluitringen (4) en bekerring (3) zoals afgebeeld. |
Afbeelding 1. Montageklem windscherm | ||||||||
| 3. | Met de klem naar boven gericht en aan de buitenkant van de windschermsteun (2), haalt u de borstbouten (1) zodanig aan dat ze de klemmen op de plek houden. De bouten worden later volledig aangehaald. |
| 1. | Zorg ervoor dat alle vier klemmen in de 'open'-stand staan. OPMERKING Het polycarbonaatwindscherm is redelijk buigzaam en kan worden gebogen om de klemmen van de koplamp vandaan te spreiden om de montage op de motorfiets te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat het koplamphuis niet wordt bekrast door de klemmen terwijl u het windscherm op de bovenste voorvorkpoten plaatst. | |
Afgeknelde gaskabels kunnen de reactie van de gashendel beperken, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen en ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00423b) | ||
| 2. | Plaats de gaskabels tussen de posities waar het windscherm moet worden gemonteerd. | |
| 3. | Centreer het windscherm rond de koplamp en zetel de klemmen op de bovenste voorvorkpoten. | |
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a) | ||
| 4. | Zie Afbeelding 2 . Klik de gaskabelclip (11) om de rechtervoorvorkpoot en voer de gaskabels door de geleidingsopening. |
| 5. | Sluit de klemmen één voor één over de voorvorkpoten, met de borstbouten nog steeds losjes aangedraaid en beginnend vanaf de onderzijde. Let er op dat de klemmen zich vanzelf uitlijnen op de poten en op elkaar. OPMERKING Haal de borstbouten niet verder aan dan het aanbevolen aanhaalmoment. Als de klemmen te vast worden aangehaald, kunnen de klemmen worden verdraaid op de vorkpoot, waardoor er onvoldoende houvast ontstaat. Hierdoor kan het windscherm losraken tijdens gebruik. | |
| 6. | Controleer of het borstgedeelte van de borstbouten volledig in elke windschermsteunlocatie zetelt. Haal de bouten aan. Koppel: 5,4–8,1 N·m (48–72 in-lbs) Zeskante inbusbout | |
| 7. | Draai het stuur geheel naar links en rechts totdat het niet verder kan om te controleren of de gaskabels vrij kunnen bewegen. Als de bewegingsvrijheid wordt beperkt, moet het windscherm worden versteld totdat er voldoende ruimte ontstaat. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
|---|---|---|
1 | Windscherm | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Tape, horizontaal (2) | 58052-78 |
3 | Tape, verticaal (2) | 58415-08 |
4 | Onderlegring, zwart rubber (6) | 58152-96 |
5 | Steun, windschermmontage, zwart (rechts) | 57300068 |
6 | Steun, windschermmontage, zwart (links) | 57300069 |
7 | Snelle klemmontage, 49 mm (4) | 57400468 |
Bevestigingsmaterialenset, windschermmontage (bevat onderdelen 8 t/m 11) | 57300071 | |
8 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
9 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
10 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
11 |
| 10800107 |
12 | Beugel, horizontaal, buiten (zwart) | 58069-09 |
13 | Beugel, horizontaal, binnen (zwart) | 58068-09 |
14 | Beugel, verticaal (zwart) (2) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
15 | Bout, bolkop, Torx®, nr. 12-24 x 13/16 inch (20,6 mm) lang, met borgpatch (2) | 2452 |
16 | Bout, bolkop, TORX, nr. 12-24 x 5/8 inch (15,9 mm) lang, met borgpatch (7) | 2921A |
17 | Dopmoer, nr. 12-24 (verchroomd) (9) | 7651A |
18 | Randbescherming (2) | 62540-83 |
19 | Pakking, klem (2) | 57299-07 |