TOURING-OLIEKOELERSET EN VERCHROOMDE OLIEKOELERKAP
J056862013-07-31
ALGEMEEN
Setnummer
26155-09A
Modellen
Voor de modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
  • Deze set past niet op Definitive5-filtratiesysteemsets (63800-07, 63801-07 of 63802-07).
  • Deze set past niet op motorfietsen uitgerust met een zijspan.
Vereiste aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00308b)
Setinhoud
INSTALLEREN
1. Zie Afbeelding 1. Verwijder het oliefilter (2) en de oliefilteradapter (1) op de plaats waar het oliefilter is gemonteerd. Maak de plaats waar het oliefilter gemonteerd wordt grondig schoon. Gooi de oliefilteradapter weg.
OPMERKING
Zie Afbeelding 2. De oliefilteradapter is voorzien van twee nokken (1) die aan de achterkant uitsteken. Deze nokken moeten naar de montagepositie van het oliefilter worden geplaatst.
2. Zie Afbeelding 3. Plaats de oliekoeleradapter (1) en de oliefilteradapter (2). De montageflenzen van de oliefilteradapter moeten zodanig uitgelijnd worden dat ze in de uitsnijding in de oliekoeleradapterpakking gemonteerd worden, zoals afgebeeld.
1Oliefilteradapter
2Oliefilter
Afbeelding 1. Oliefilter en adapter
1Positioneernokken
2O-ring
Afbeelding 2. Oliekoeleradapter
1Oliekoeleradapter
2Oliefilteradapter
Afbeelding 3. Installeer de oliekoeleradapter
1Spanningsregelaar
2Montagetapeind voor de spanningsregelaar (2)
3Spanningsregelaarconnector [77]
4Statorconnector [46]
Afbeelding 4. Spanningsregelaar en connectors
3. Haal de oliefilteraansluiting aan tot 16,3–21,7 N·m (12–16 ft-lbs).
4. Zie Afbeelding 4. Maak de vergrendelingen van de connectors vrij en ontkoppel de statorconnector (4) en de spanningsregelaarconnector (3) van de spanningsregelaar (1).
5. Verwijder de montagemoeren van de spanningsregelaar.
6. Til de spanningsregelaar (1) omhoog om deze van de montagetapeinden (2) te verwijderen.
7. Zie Afbeelding 5. Plaats de oliekoelerkap (11) over de oliekoelertapeinden (2) en vervolgens de montagesteun (8) over de tapeinden. Bevestig de steun en kap aan de oliekoeler met de drie onderlegringen (3) en drie borgmoeren (4). Haal de moeren aan tot 10,8–13,5 N·m (96–120 in-lbs).
8. Plaats de oliekoelermontagesteun op de regelaarmontagetapeinden. Plaats de kabelmontagesteun boven op de oliekoelermontagesteun en plaats dan de spanningsregelaar op de tapeinden over de oliekoelersteun. Maak de regelaar vast met twee flensmoeren (item 5, Afbeelding 5 ), maar draai deze op dit moment nog niet vast.
9. Zie Afbeelding 4. Sluit de statorconnector (4) en spanningsregelaarconnector (3) op de spanningsregelaar (1) aan. Zet de connectors met behulp van de vergrendelingen vast.
10. Haal de moeren van de regelaar aan tot 9,5-13,6 N·m (84-120 in-lb).
11. Zie Afbeelding 5. Schuif twee klemmen op de linker slang (10) en de rechter slang (9) en sluit de slangen op de oliekoeler (2) en oliekoeleradapter (1) aan.
12. Bevestig de slangen aan de oliefilteradapter en oliekoeler met de wormaandrijvingklemmen (6). Haal de klemmen aan tot 0,9 N·m (8 in-lbs).
OPMERKING
Door een oliefiltersleutel (HD-44067A) te gebruiken, wordt beschadiging van de carterpositiesensor voorkomen. Plaats de klemmen in een positie waarin de oliefiltermontage niet belemmerd wordt. Controleer of de slangen zodanig zijn aangebracht, dat ze niet in aanraking komen met het oliefilter of scherpe randen. In de slangen mogen geen scherpe hoeken of knikken zitten waardoor de oliestroom belemmerd kan worden.
13. Controleer of er voldoende speling is tussen alle kabels en draadbomen en de oliekoeleradapter om slijtage te voorkomen.
14. Smeer de oliefilterpakking in met nieuwe motorolie. Draai het filter op de schroefdraad totdat de pakking het montageoppervlak raakt; draai het filter vervolgens een halve tot driekwartslag verder vast.
15. Vul olie bij tot het teken FILL (bijvullen) op de peilstok.
16. Start de motorfiets en controleer op olielekkage van en rondom de gemonteerde onderdelen. Vul indien nodig olie bij.
Systeemstromingstest
MEDEDELING
Het oliepeil kan bij een koude motor niet goed worden gemeten. Tijdens de inspectie voorafgaand aan het rijden, terwijl de motor op een vlakke ondergrond op de zijstandaard leunt, moet de olie bij een koude motor tussen de pijlen op de peilstok staan. Voeg bij een KOUDE motor geen olie toe om het peil tot de FULL-markering (vol) te brengen. (00185a)
MEDEDELING
Laat de motor niet draaien wanneer het oliepeil onder de bijvul-markering op de peilstok staat bij een motor die op bedrijfstemperatuur is. Het gevolg is een beschadigde motor. (00187b)
1. Start de motor. Inspecteer alle slangverbindingen op lekkage. Indien er geen lekkage is, laat u het motorblok warmdraaien.
OPMERKING
Plaats de klemmen in een positie waarin de oliefiltermontage niet belemmerd wordt. Controleer of de slangen zo zijn aangelegd dat ze niet in aanraking komen met het oliefilter of scherpe randen. In de slangen mogen geen scherpe hoeken of knikken zitten waardoor de oliestroom belemmerd kan worden.
2. Controleer of de temperatuur van de oliekoeler stijgt wanneer het motorblok de normale bedrijfstemperatuur bereikt heeft. Indien de oliekoeler koud blijft na het opwarmen van het motorblok, kan het zijn dat er een obstructie in de oliestroom is. Zet de motor uit, laat hem afkoelen en zoek de oorzaak van de obstructie in het systeem.
3. Zorg ervoor dat alle slangklemmen zijn aangehaald tot 0,9 N·m (8 in-lbs).
4. Vul olie bij tot het teken FILL (bijvullen) op de peilstok.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 5. Serviceonderdelen voor Touring-oliekoelerset met verchroomde oliekoelerkap
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Adapter, oliekoeler
63059-09A
2
Oliekoelerkern
63068-09
3
Onderlegring (3)
6703
4
Borgmoer, nylon inzetstuk (3)
7671
5
Flensmoer (2)
7716
6
Klem, wormaandrijf (4)
9823
7
Adapter, oliefilter
26041-05A
8
Montagesteun, oliekoeler
62108-09
9
Slang, voorgevormd, rechts
62629-09
10
Slang, voorgevormd, links
62641-09
11
Kap, oliekoeler
63056-07A