Reparatieset elektromotor voor de achteruit
J066912018-02-26
ALGEMEEN
Setnummer
31400129
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Vereiste aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00308b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze montage is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
Raadpleeg Afbeelding 10 en Tabel 1.
VOORBEREIDEN
1. Voer de tests en diagnoses voor elektromotor voor de achteruit van het voertuig uit. Zie de betreffende aanvulling van de servicehandleiding.
OPMERKING
Als de tests en diagnoses uitwijzen dat de elektromotor voor de achteruit een storing vertoont, gaat u verder met de volgende stap.
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
2.
OPMERKING
Bekijk voor de volgende stappen de servicehandleiding van het jaar en model voertuig waaraan het onderhoud wordt uitgevoerd.
Ontkoppel de minkabel van de accu.
3. Verwijder de elektromotor voor de achteruit.
a. Reinig alle buitenste oppervlakken van de motor voor de achteruit en solenoïde voorafgaand aan de demontage.
4. Test en diagnosticeer de aantrek- en vasthoudfunctie van de elektromotor voor de achteruit op de werkbank. Zie de betreffende aanvulling van de servicehandleiding.
OPMERKING
Met deze reparatieset voor de elektromotor kunnen alleen elektromotoren met een elektrische storing worden gerepareerd. Voer de tests en diagnoses voor de elektromotor voor de achteruit volgens de aanvulling van de servicehandleiding uit. Zo weet u zeker dat de balans van de elektromotor goed is. Als er fysieke schade is ontstaan aan de tandwielkast, de planetaire versnellingsset, het rondsel of als de montagesteunen op de tandwielkast zijn gescheurd, kan het probleem niet worden opgelost met deze reparatieset. In die gevallen is een complete elektromotor voor de achteruit nodig.
MONTAGE
1. Plaats de motor voor de achteruit in een bankschroef met de motorzijde omhoog.
2. Afbeelding 1 Verwijder de getande moer (1) en de startmotoraansluiting (2).
a. Leg de getande moer aan de kant.
1Getande moer
2Startmotoraansluiting
Afbeelding 1. Getande moer
3.
OPMERKING
De dopbouten zijn zeskantige inbusbouten. Verwijder de kruiskopbouten NIET.
Afbeelding 10 Verwijder de twee dopbouten en gooi deze weg.
4. Afbeelding 2 Verwijder de motor (1).
OPMERKING
Onthoud waar de kabel van de startmotoraansluiting zich bevindt voordat u deze verwijdert. De reparatieset is geschikt voor zowel vroege als late elektromotoren voor de achteruit, maar de aansluitkabel van de vroege modellen loopt iets anders dan wordt weergegeven.
1Motor
2Armatuuras
Afbeelding 2. Motor
5. Afbeelding 3 Verwijder de scheidingsplaat (3).
6. Controleer de planetaire versnellingsset.
a. In geval van schade stopt u de motorvervanging en vervangt u de complete elektromotor voor de achteruit.
b. Als er geen sprake is van schade. Ga naar stap 7.
7. Inspecteer de boring van de kogellager (1).
OPMERKING
De kogellager kan vast zitten op de punt van de armatuuras die eerder is verwijderd.
a. Controleer of de kogellager aanwezig is.
b. Als de kogellager aanwezig is. Ga naar stap 8.
c. Als de kogellager niet aanwezig is in de boring en niet vast zit in het uiteinde van de armatuuras. Ga naar substap d.
d. Zoek in de gehele planetaire-versnellingszone naar de kogellager.
OPMERKING
Als de kogellager zich niet in de boring van de planetaire versnellingsset bevindt, zoekt u in de gehele planetaire-versnellingszone om toekomstige schade te voorkomen.
e. Afbeelding 10 Plaats een nieuwe kogellager (2) in de boring.
OPMERKING
De nieuwe kogellager die in de set is geleverd, is alleen nodig als het origineel zoek is of ontbreekt.
f. Vet de planetaire versnellingsset en de kogellager in met behulp van het vet uit de verpakking (6).
8. Monteer de scheidingsplaat.
9. Verwijder vet en vuil van de armatuurzijde van de scheidingsplaat.
10. Afbeelding 3 Inspecteer de lipjes van de bevestigingsschroef op (2) scheuren of schade.
a. Als de lipjes zijn beschadigd, stopt u de motorvervanging en vervangt u de complete motor voor de achteruit.
1Boring/kogellager
2Lipje bevestigingsschroef
3Scheidingsplaat
Afbeelding 3. Kogellager armatuuras
11. Afbeelding 4 Verwijder de magneet uit de oude armatuur.
1Armatuur/motor
2Magneet
Afbeelding 4. Magneet - armatuur
12. Afbeelding 5 Plaats de magneet in de solenoïde/versnellingsbak. Controleer of de uitlijnpen (1) en de bakuitsparing (2) op één lijn liggen.
1Uitlijnpen
2Bakuitsparing
Afbeelding 5. Magneet voor controleren uitlijning
13. Afbeelding 6 Plaats het grootste gedeelte van de binnenste mof (1) op het motoruiteinde van de motor voor de achteruit. Lijn de kleinere opening uit met de solenoïde (2).
14. Duw de binnenste mof omlaag totdat deze volledig vastzit.
15. Afbeelding 10 Vet het nieuwe uiteinde van de versnelling van de armatuuras in de motor (5) lichtjes in met het vet uit de verpakking (6).
16. Afbeelding 4 Monteer de nieuwe motor (1) op de magneet (2).
1Binnenste mof
2Solenoïde
Afbeelding 6. Binnenste mof op motor voor de achteruit plaatsen
17.
OPMERKING
Controleer of de kabel van de startmotoraansluiting zich in de uitsparing het dichtst bij de solenoïde bevindt. Afbeelding 1
Afbeelding 10 Breng een dun laagje schroefdraadborgmiddel aan op de nieuwe dopbouten (1).LOCTITE 222 LAGE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (PAARS) (99811-97)
18. Plaats de dopbouten. Haal de bouten aan.
Koppel: 1,7–1,9 N·m (15–17 in-lbs)
19. Afbeelding 10 Zoek de einddop (3).
20. Indien nodig: spray met een siliconenspray aan de binnenkant van de einddop.
OPMERKING
Als een spray noodzakelijk is: gebruik GEEN spray op oliebasis.
21. Afbeelding 7 Plaats de kabel van de startmotoraansluiting via het kleinste van de twee gaten in de einddop.
22. Trek de einddop over de motor.
1Einddop
2Kabel startmotoraansluiting
Afbeelding 7. Einddop monteren
23. Afbeelding 8 Trek de einddop (2) over de aftapslang (1).
OPMERKING
Wees voorzichtig wanneer u de aftapslang verplaatst. Als u teveel kracht uitoefent, kan de slang scheuren.
1Aftapslang
2Einddop
Afbeelding 8. Aftapslang monteren
24. Afbeelding 9 Onthoud de locatie van de binnenste mof op de motor om juiste montage te garanderen.
Afbeelding 9. Juiste montage
25. Afbeelding 1 Monteer de startmotoraansluiting en getande moer. Haal de bouten aan.
Koppel: 5,4–8,1 N·m (48–72 in-lbs)
26. Buig met behulp van een platte schroevendraaier de startmotoraansluiting omlaag zodat deze geen contact maakt met het magneethuis.
VOLTOOID
1. Voer een werkbanktest uit van de elektromotor voor de achteruit. Zie de betreffende aanvulling van de servicehandleiding.
2. Elektromotor voor de achteruit Zie de betreffende aanvulling van de servicehandleiding.
3. Monteer de minkabel van de accu.
OPMERKING
Bekijk voor de volgende stappen de servicehandleiding van het jaar en model voertuig waaraan het onderhoud wordt uitgevoerd.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 10. Serviceonderdelen: Set elektromotor voor de achteruit
Tabel 1. Serviceonderdelentabel
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Bout, dop (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Lager
3
Einddop
4
Binnenste mof
5
Motor
6
Verpakking met vet (niet afgebeeld)