1. | Bij modellen met een achterzadelsteun met klikbevestiging: Zie Afbeelding 1. Verwijder de zadelsteun van de onderkant van het solozadel. Druk met uw vinger of een schroevendraaier op de plastic lus en trek de steun uit de sleuf. Bij modellen met een door bouten bevestigde achterzadelsteun: Verwijder de twee bouten waarmee de achterzadelsteun is bevestigd. Verwijder de steun. Bewaar de bouten en de steun om deze op het passagierszadel te monteren. | |
2. | Zie Afbeelding 2. Verwijder de plastic plug (3) uit het achterste gat in het spatbord. Bewaar de plug voor montage in het middelste gat van het spatbord. L400 Verwijder de bout uit het gat in het achterspatbord (onderdeelnummer 3085) en bewaar deze voor latere montage. | |
3. | Monteer de sluitmoer (1) en de onderlegring (2) in het achterste gat in het spatbord, waar u de plug uit heeft gehaald. | |
4. | Een kabelbinder kan als installatiehulpmiddel worden gebruikt (zie Afbeelding 6 ). a. Plaats de sluitmoer op de kabelbinder zodat het brede uiteinde van de moer op het oog van de kabelbinder rust. b. Rijg de kabelbinder onder het spatbord door het gat in het spatbord. c. Trek de kabelbinder aan om de moer strak tegen de onderkant van het spatbord te houden. d. Schuif de onderlegring vanaf de achterzijde op zijn plaats, met de ribbel op de sluitmoer in de inkeping in het spatbord gat. Hiermee komt de sluitmoer op zijn plaats vast te zitten. | Afbeelding 1. Zadelsteun verwijderen (klikbevestiging afgebeeld) |
1 | Zadelsluitmoer |
2 | Zadelsluitring |
3 | Kunststof plug |
4 | Locatie van middelste spatbordgat |
5 | Locatie van achterste spatbordgat |
5. | Bij modellen met een achterzadelsteun met klikbevestiging:Bij modellen met een door bouten bevestigde achterzadelsteun: a. Zie Afbeelding 3. Plaats het standaard zadel of het accessoire solozadel ondersteboven op een werkoppervlak. b. Bevestig het passagierszadel aan het solozadel door de metalen steun (van het passagierszadel) in de sleuf (op het solozadel) te schuiven, totdat de steun vastklikt. c. Zie Afbeelding 4. Bevestig de steunriem aan de onderkant van het zadel, door de ene kant van de steunriem aan de lus onder het zadel te haken en de steunriem vervolgens over het zadel te leiden en aan de andere kant aan de overgebleven lus vast te haken. d. Zie Afbeelding 6. Bevestig het passagierszadel op het solozadel door de metalen steun van het passagierszadel over het solozadel te schuiven. Bevestig de metalen lus van het passagierszadel met de flensbouten (5) op het solozadel. Draai de bouten vast aan 2,2 N·m (19 in-lbs). e. Bevestig de steunriem (6) aan het achterspatbord in het middelste gat met de bout (8) en de onderlegring (7). Draai de bouten vast aan 6,7–10,2 N·m (60–90 in-lbs). | Afbeelding 3. Monteren aan de onderzijde van het (passagiers)zadel
Afbeelding 4. Onderzijde van het zadel waarop de gemonteerde steunriem te zien is | ||
6. | Voor alle modellen geldt: Bevestig de zadelsteun, die u in Stap 1 hebt verwijderd, met de flensbouten uit de set op het passagierszadel. Draai stevig vast. OPMERKING Druk het schuimkussen van het zadel in wanneer u het zadel naar voren schuift, om de stang op het frame vast te klikken zodra het zadel op de juiste plek zit. Als het zadel goed is bevestigd, zit de voorste tong aan de onderzijde van het zadel goed in de groef van de achterste brandstoftanksteun. Het sleutelgat aan de onderzijde van het zadel vergrendelt het zadel aan de pen in het frame. | |||
7. | Zie Afbeelding 5. Het (passagiers)zadel is op drie punten aan de motorfiets bevestigd. Monteer het (passagiers)zadel als volgt: Plaats de voorkant van het nieuwe zadel zodanig in een hoek dat de tong in de sleuf in de achterste brandstoftanksteun glijdt. a. De tong zit onder de achterste brandstoftanksteun. b. Het sleutelgat wordt vergrendeld in de zadelpen. c. De achterste montagesteun zit met een bout aan de achterste zadelmoer in het spatbord vast. | |||
8. | Duw het zadel naar voren en draai de achterkant van het zadel naar beneden, totdat deze contact maakt met het frame. Buig het zadel lichtjes. | |||
9. | Trek het midden van het zadel omhoog om te controleren of deze goed vast zit. (Er zal enige speling zijn, maar het zadel mag maximaal ongeveer 1,25 cm [1/2 in] omhoog komen om vervolgens stevig op zijn plaats te worden gehouden door de stang aan de onderzijde van het zadel). | |||
10. | Bevestig de bout (onderdeelnummer 2952A) en de zadelmontagesteun aan de bovenzijde van het achterspatbord. | |||
11. | Bevestig het zadel met een geleidering (onderdeelnummer 7487) aan de onderkant van de zadelmontagelus. | |||
12. | Bevestig het zadel met de reeds aanwezige bout (onderdeelnummer 3085) in het achterste boutgat. Draai vast aan 2,3–4,5 N·m (20–40 in-lbs). | |||
13. | U kunt tevens snelsluitingen (onderdeelnummer 51676-97A) aanschaffen en gebruiken in plaats van de 3085-bout. | |||
14. | Draai de bout van de montagesteun stevig aan. |
Afbeelding 5. Zadelpen | ||
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||||
15. | Trek de voor- en achterkant van het zadel omhoog om te controleren of het zadel stevig vast zit. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Sluitmoer, zadel | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Sluitring | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
3 | Kabelbinder | 10039 |
4 | Passagierszadel | Niet verkrijgbaar |
5 | Zeskantige flensbout (2) | 3574 |
6 | Steunriem | 52293-04 |
7 | Eenvoudige onderlegring (niet nodig bij modellen met een aan het zadel bevestigde steunriem) | 6036 |
8 | Schroef, zeskantflens (niet nodig bij modellen met een aan het zadel bevestigde steunriem) | 3767B |
In de tekst vermelde onderdelen die niet bij de set zijn inbegrepen | ||
A | Montagebout | 2952A |
B | Montagebout | 3085 |
C | Geleidering | 7487 |
D | Montagesteun | |
Onderstaande serviceset is verkrijgbaar: Zadelmoerset (inclusief een onderlegring en een zadelsluitmoer.) | 59768-97 |