1. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van de hoofdzekering. | |||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Draai de klemschroef (3) van de richtingaanwijzer en verwijder de richtingaanwijzer (5) van de voorste hoofdremcilinderbehuizing (1). |
Afbeelding 1. Voorste hoofdremcilinder | ||||||||||||||||
3. | Draai de borgmoer los, verwijder deze samen met de onderlegring (4), en neem de spiegel (2) van de hoofdcilinderbehuizing. | |||||||||||||||||
![]() Contact met DOT 4-remvloeistof kan ernstige problemen met de gezondheid veroorzaken. Het niet dragen van geschikte huid- en oogbescherming kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
| ||||||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 2 en 3. Verwijder het ontluchtingsklepdopje (2) van de ontluchtingsklep (3) op de voorste remklauw (1). Plaats het ene uiteinde van een stuk transparante kunststofslang over de ontluchtingskleppen van de remklauw (3), en het andere uiteinde in een geschikte opvangbak. Open de ontluchtingsklep ongeveer een halve slag. Druk de remhendel in om de remvloeistof af te tappen. Sluit de ontluchtingsklep. |
Afbeelding 2. Ontluchtingsklep van de voorste remklauw Afbeelding 3. Ontluchten van het hydraulische systeem | ||||||||||||||||
![]() Vervang de remleidingpakkingen. Het opnieuw gebruiken van oorspronkelijke pakkingen kan ertoe leiden dat de remmen niet meer functioneren, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00318a) | ||||||||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de banjobout (7) en de twee remleidingpakkingen (8) voor het van de hoofdcilinder (1) afkoppelen van de banjofitting (6) die aan het uiteinde van de hydraulische remleiding zit. Gooi de onderlegringen weg. | |||||||||||||||||
MEDEDELING Verwijder of installeer de hoofdcilinder pas nadat u een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun hebt geplaatst. Als u de hoofdcilinder zonder het inzetstuk verwijdert of installeert, kunnen de rubberen hoes en de plunjer van de voorste remlichtschakelaar worden beschadigd. (00324a) | ||||||||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 4. Druk de remhendel in en plaats een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun. Laat de remhendel los. |
Afbeelding 4. Plaats een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk, voordat de hoofdcilinder verwijderd of gemonteerd wordt | ||||||||||||||||
7. | Zie Afbeelding 8. Gebruik een T-27 TORX-dopsleutel om de twee schroeven (9) waarmee de stuurklem (8) aan de hoofdcilinderbehuizing (1) is bevestigd, te verwijderen. Verwijder de remhendel/hoofdcilinder en klem van het stuur. | |||||||||||||||||
![]() Draag bij het installeren of verwijderen van sluitringen een veiligheids- of stofbril. Sluitringen kunnen uit de tang schieten en met voldoende kracht worden weggeslingerd om ernstig oogletsel te veroorzaken. (00312a) | ||||||||||||||||||
8. | Verwijder de sluitring (6) uit de groef aan de onderkant van de scharnierpen van de remhendel, en gooi deze weg. Verwijder de scharnierpen en de remhendel uit de hoofdcilinder, en bewaar deze. Verdere demontage is niet nodig. |
1. | Haal de nieuwe verchroomde hoofdcilinder en -deksel uit de set. | |||||||||||
2. | Breng ongeveer 0,1 g G40M remvet (onderdeelnr. 42820-04, afzonderlijk verkrijgbaar) aan in het scharnierpengat in de remhendel. | |||||||||||
3. | Lijn het gat in de remhendel uit met het gat in de hoofdcilindersteun. Schuif vanaf de bovenkant de scharnierpen (die in stap 8 verwijderd werd) door de steun en de hendel. | |||||||||||
![]() Draag bij het installeren of verwijderen van sluitringen een veiligheids- of stofbril. Sluitringen kunnen uit de tang schieten en met voldoende kracht worden weggeslingerd om ernstig oogletsel te veroorzaken. (00312a) | ||||||||||||
4. | Plaats de nieuwe sluitring (6) uit de groef in de groef van de scharnierpen. Controleer of de sluitring helemaal in de groef zit. | |||||||||||
MEDEDELING Verwijder of installeer de hoofdcilinder pas nadat u een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun hebt geplaatst. Als u de hoofdcilinder zonder het inzetstuk verwijdert of installeert, kunnen de rubberen hoes en de plunjer van de voorste remlichtschakelaar worden beschadigd. (00324a) | ||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 4. Druk de remhendel in en plaats een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun. Laat de remhendel los. | |||||||||||
6. | Zie Afbeelding 5. Plaats de remhendel/hoofdcilinder aan de binnenkant van de schakelaarbehuizing (1), waarbij het lipje (5) van de onderste schakelaarbehuizing in de gleuf (4) aan de bovenkant van de remhendelsteun (3) vastklikt. |
Afbeelding 5. Bevestigen van de remhendel/hoofdcilinder aan de onderste schakelaarbehuizing van het rechterstuureinde | ||||||||||
7. | Zie Afbeelding 8. Lijn de gaten in de stuurklem uit met de gaten in de hoofdcilinderbehuizing. Draai de nieuwe schroeven en onderlegringen (9) uit de set losjes vast. Stel de stand af voor maximaal bestuurdersgemak. Beginnend met de bovenste schroef, haal de schroeven met behulp van een T-27 TORX-dopsleutel, aan tot 12,2-14,9 N·m (108-132 in-lb). OPMERKING De hoofdcilinderbehuizing heeft een positieve aanslag voor de banjofitting. Draai de banjofitting bij het in de volgende stap aanhalen van de banjobout in de hoofdcilinder rechtsom totdat de banjofitting tegen de positieve aanslag aanstoot. | |||||||||||
![]() Vervang de remleidingpakkingen. Het opnieuw gebruiken van oorspronkelijke pakkingen kan ertoe leiden dat de remmen niet meer functioneren, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00318a) MEDEDELING Voorkom lekkage. Zorg ervoor dat pakkingen, banjobout(en), remleiding en remklauwboring schoon en onbeschadigd zijn, voordat u met de montage begint. (00321a) | ||||||||||||
8. | Zie Afbeelding 1. Plaats een pakking (8) aan beide zijden van de banjofitting (6) die aan het uiteinde van de hydraulische remleiding zit. Steek de banjobout (7) door de onderlegringen en fitting. Schroef de bout in de hoofdcilinderbehuizing. Haal aan tot 27,1-33,9 N·m (20-25 ft-lb). | |||||||||||
9. | Plaats de motorfiets zodanig dat de bovenzijde van het hoofdcilinderreservoir horizontaal staat. Zie Afbeelding 8. Verwijder de twee schroeven (5), het deksel (3) van het voorste hoofdcilinderreservoir, de membraamplaat en het membraam (zie pakkingsset, item 2). | |||||||||||
10. | Zie Afbeelding 6. Voeg voldoende Harley-Davidson D.O.T. 4 HYDRAULISCHE REMVLOEISTOF (onderdeelnummer 99953-99A) aan het reservoir toe om het vloeistofpeil op het niveau van de aan de binnenzijde van het reservoir ingegoten richel (1) te brengen, ongeveer 6 mm (0,25 in) onder de bovenste rand. OPMERKING
|
Afbeelding 6. Vullen van het hoofdcilinderreservoir, voor | ||||||||||
![]() Contact met DOT 4-remvloeistof kan ernstige problemen met de gezondheid veroorzaken. Het niet dragen van geschikte huid- en oogbescherming kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
![]() Controleer of het ontluchtingsgaatje van de hoofdremcilinder niet geblokkeerd is. Als het ontluchtingsgaatje geblokkeerd is, kunnen de remmen gaan slepen of vergrendelen en kunt u de controle over de motorfiets verliezen, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00317a) | ||||||||||||
11. | Controleer de juiste werking van het ontluchtingsgaatje van de hoofdcilinder. Trek de remhendel bij verwijderd reservoirdeksel in. Als alle interne componenten goed werken, zal er een klein beetje vloeistof door het vloeistofoppervlak in het reservoir omhoogkomen. | |||||||||||
12. | Zie Afbeelding 2. Duw een gedeelte van een doorzichtige kunststofslang over de ontluchtingsklep van de remklauw (3). Steek het vrije uiteinde van de slang in een schone opvangbak. | |||||||||||
13. | Druk de remhendel in en houd deze ingedrukt om hydraulische druk op te bouwen. | |||||||||||
14. | Open de voorste ontluchtingsklep ongeveer een halve slag. Nu zal er remvloeistof van de ontluchtingsklep door de slang stromen. Sluit de ontluchtingsklep als de remhendel 1/2 tot 3/4 van zijn volle bereik heeft bereikt. Laat de remhendel langzaam terugkeren naar zijn vrije stand. Herhaal stap 14 t/m 16 totdat alle luchtbellen zijn ontsnapt. | |||||||||||
15. | Haal ten slotte de ontluchtingsklep aan tot 3,9-6,9 N·m (35-61 in-lb). Bevestig de dop van de ontluchtingsklep. | |||||||||||
16. | Zie Afbeelding 8. Let erop dat de ene kant door de hoekige vorm van het hoofdcilinderdeksel (3) breder is dan de andere kant. Monteer het deksel met de membraamplaat en het membraam (zie pakkingsset, item 2), zoals afgebeeld zodanig op de hoofdcilinderbehuizing dat de bredere zijde boven de banjofitting van de remleiding geplaatst is. Bevestig het deksel met twee schroeven (5) aan het reservoir. Haal aan tot 1,0-2,0 N·m (9-17 in-lb). | |||||||||||
17. | Zie Afbeelding 1. Monteer de spiegel (2) en zet deze met de in stap 3 verwijderde borgmoer en onderlegring (4) vast. Stel de spiegel zodanig af, dat het achteruitzicht optimaal is. Haal de borgmoer aan tot 10,9-16,3 N·m (96-144 in-lb). | |||||||||||
18. | Monteer de richtingaanwijzer (5) en bevestig deze met de in stap 2 verwijderde klemschroef (3). Stel de richtingaanwijzer zodanig af dat de lens hiervan recht naar voren wijst en de richtingaanwijzer niet tegen de brandstoftank aanslaat wanneer het stuur volledig rechtsom gedraaid wordt. Haal aan tot 10,9-13,6 N·m (96-120 in-lb). |
1. | Zie Afbeelding 7. Verwijder de sluitring (3) en scharnierpen (6) uit de koppelingshendel (1). Bewaar de scharnierpen, maar gooi de sluitring weg. Verwijder de koppelingshendel uit de koppelingshendelsteun (5). |
Afbeelding 7. Koppelingshendel | ||||||||||||||||||||||||||||||||
2. | Verwijder de koppelingskabelpen (2). Maak het bovenste deel van de koppelingskabel (4) los van de hendel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
3. | Draai de stelschroef (12) los en verwijder de richtingaanwijzer (16) van de koppelingshendelsteun. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
4. | Schroef de borgmoer (14) los, verwijder deze samen met de borgring (13), en neem de spiegel (15) van de koppelingshendelsteun af. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
5. | Verwijder de twee schroeven en sluitringen (7) uit de koppelingsbedieningsklem (8). Verwijder de koppelingsbedieningsklem en de koppelingshendelsteun van de linker stuurhelft en gooi deze items weg. OPMERKING Het kan nodig zijn de twee schroeven van de schakelaarbehuizing van de linkerstuurhelft los te draaien, om de koppelingsbedieningsklem en de koppelingshendelsteun van het stuur te kunnen verwijderen. |
1. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het opnieuw installeren van de hoofdzekering. | |
![]() Na het verrichten van onderhoud aan de remmen en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer 'gepompt' te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00279a) | ||
2. | Zet de contact-/koplampsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking) en trek de voorremhendel aan om de werking van het remlicht te controleren. | |
![]() Na het repareren van het remsysteem dient u de remmen met lage snelheid te testen. Als de remmen niet goed functioneren kan testen bij hoge snelheden er toe leiden dat u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00289a) | ||
3. | Maak een proefrit met de motorfiets met lage snelheid. Als de rem sponsachtig aanvoelt, herhaal dan de ontluchtingsprocedure. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Hoofdcilinder (verchroomd) | 45321-07 |
2 | Pakkingsset, hoofdcilinder | 42805-04 |
Membraamplaat | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
Membraam | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
3 | Deksel, hoofdcilinder (verchroomd) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
4 | Sticker | 44791-07 |
5 | Schroef, dekselset, (roestvrij staal) (verkocht in set 42329-04, 2 stuks) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
6 | Sluitring (2) | 11379 |
7 | Koppelingshendelsteun (verchroomd) | 38603-04 |
8 | Klem (verchroomd) (2) | 42323-04 |
9 | Schroef (4), onderlegring (4) | 42320-04A |
10 | Afdichtring, 10 mm (2) | 41732-04 |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set
inbegrepen: | ||
A | Pen, scharnier | |
B | Remhendel | |
C | Koppelingshendel |