ALGEMEEN
OPMERKING
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de set voordat u onderdelen monteert of verwijdert van het voertuig.
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandelcatalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Controleer of u de meest recente versie gebruikt van de gebruiksaanwijzing die beschikbaar is op:
https://h-d.com/isheetsNeem contact op met Harley-Davidson Customer Support Center op 1-800-258-2464 (alleen in de VS) of 1-414-343-4056.
Deze set past niet op modellen uitgerust met verwarmde handgrepen.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze montage is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson dealer.
Montagevereisten
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00308b)
De afzonderlijke aanschaf
van aanvullende onderdelen of accessoires kan nodig zijn voor de juiste montage van deze stuurset op uw model motorfiets.
Raadpleeg de meest recente Harley-Davidson-catalogus met Genuine Motor Accessories en Genuine Motor Parts voor een lijst met vereiste onderdelen of accessoires voor uw model motorfiets.
Voor een juiste montage van deze set moet Loctite® 271 (rood) draadborg- en afdichtmiddel (99671-97) worden gebruikt.
Daarnaast is verse en niet-verontreinigde remvloeistof nodig. Raadpleeg de gebruikershandleiding of de servicehandleiding om de juiste remvloeistof te bepalen.
WAARSCHUWING
Vervang de remleidingpakkingen. Het opnieuw gebruiken van oorspronkelijke pakkingen kan ertoe leiden dat de remmen niet meer functioneren, waardoor u de controle over de motorfiets kunt verliezen met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00318a)
Voor modellen waarvoor de oorspronkelijke remleiding wordt hergebruikt moeten de twee afdichtingspakkingen op elke banjofitting worden vervangen. Raadpleeg de juiste onderdelencatalogus of bezoek een Harley-Davidson-dealer voor de juiste onderdeelnummers.
Bij motorfietsen waarbij de linker handgreep is vastgelijmd, moet een nieuwe handgreep worden gemonteerd, die afzonderlijk verkrijgbaar is. Raadpleeg de onderdelencatalogus voor de vervangende standaard handgrepen.
Vraag een Harley-Davidson-dealer naar de diverse handgrepen die in de catalogus met Genuine Motor Accessoiries worden aangegeven.
INSTALLEREN
Raadpleeg de servicehandleiding en volg de bedradingsinstructies.
Monteren stuur
Raadpleeg de servicehandleiding en volg de installatieprocedures.
OPMERKING
Deze installatie is niet compatibel met verwarmde handgrepen, dus wordt het kortere, verwarmde gedeelte van de bedrading van de draaigreepsensor NIET WORDEN GEBRUIKT in deze installatie. Deze draden kunnen worden afgeknipt en afgeplakt om storing met de installatie te voorkomen, of samengebonden en afgeplakt in het stuur achterblijven.
1. | Plak de uiteinden van het langere paar kabelbomen strak genoeg samen om gemakkelijk door het stuur te kunnen voeren.
Breng een beetje vloeibare zeep, ruitenreiniger of multifunctioneel smeermiddel aan op draadbundel van de
draaigreepsensor
.
| |
2. | OPMERKING De draaigreepsensor moet volledig op zijn plek zitten voor juiste functionering. Afbeelding 2
Voer de draadbundel van de draaigreepsensor door het rechteruiteinde van het stuur naar de grote opening in het midden van de stuurstang, terwijl u de tabs op de draaigreepsensor in de sleuven aan het einde van de stuurstang plaatst.
De tabs en sleuven hebben verschillende maten om onjuiste montage te voorkomen. | |
Afbeelding 2. Bedrading van schakelaarbehuizing en draaigreepsensor leggen (Softail van 2016 en later)
VEILIGHEIDSCONTROLE
WAARSCHUWING
Controleer of het stuur soepel en zonder beperkingen kan bewegen. Eventuele beperkingen kunnen ervoor zorgen dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00371a)
De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de koplamp of voor de koplamp langslopen.
De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de bevestigingsmaterialen van de richtingaanwijzers of aan de richtingsaanwijzers zelf.
De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de brandstofvuldop.
De kabels mogen niet vast komen te zitten aan de snelheidsmeter.
Controleer of de kabels niet tussen het frame en/of de voorvork worden afgekneld.
Zorg ervoor dat de koppelingskabel niet te strak wordt getrokken als het stuur geheel naar links of rechts tegen de vorkaanslag wordt gedraaid.
Zorg dat de bedieningskabels niet te strak worden getrokken wanneer het stuur volledig naar de linker of de rechter vorkaanslag wordt gedraaid.
WAARSCHUWING
Controleer of alle lampen en schakelaars goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. Indien de bestuurder slecht zichtbaar is, kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00316a)
WAARSCHUWING
Controleer, voordat u de motor start, of de gashendel automatisch terugkeert naar de stationaire stand wanneer deze wordt losgelaten. Een gashendel die voorkomt dat de motor automatisch naar de stationaire stand terugkeert, kan ertoe leiden dat u de controle over de motorfiets verliest, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00390a)
1. | Controleer of de contact-/koplampsleutelschakelaar op OFF staat. Monteer de hoofdzekering. | |
2. | Zet de contact-/koplampsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motor niet. Controleer of alle schakelaars en lichten goed werken. | |