ALARMSYSTEEMSET, SMART SIREN II
J038422025-04-09
ALGEMENE INFORMATIE
Tabel 1. Algemene informatie
Sets
Voorgestelde Tools
Vaardigheidsniveau(1)
68328-06A en 68328-06B
Veiligheidsbril, Moersleutel, Isopropanol
(1) Aanhalen tot de momentwaarde of andere aangewezen tools en technieken zijn vereist
SETINHOUD
Afbeelding 1. Setinhoud: Alarmsysteem Smart Siren II-kit
Tabel 2. Setinhoud: Alarmsysteem Smart Siren II-kit
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert.
Onderdeel
Aantal
Beschrijving
Onderdeelnr.
Opmerkingen
1
1
Alarmsysteem, Smart Siren II
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
1
Klittenbandbevestiging (haakjes), met kleeflaag,
81/2 x 11/2 inch (210 x 38 mm)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
3
2
Klittenbandbevestiging (lusjes), met gladde achterkant
81/2 x 11/2 inch (210 x 38 mm)
59274-01
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen
A
1
Batterij, 9 volt NiMH (onderdeelnr. 69309-10)
ALGEMEEN
Instructieblad is ook elektronisch beschikbaar. Voer een van de volgende handelingen uit om te controleren of u de meest recente versie gebruikt die beschikbaar is:
  • Scan de QR-code in de linkerbovenhoek van het instructieblad
OPMERKING
Deze montagehandleiding kan een aanvullende video bevatten om de installateur te helpen bij het verduidelijken van een bepaald gedeelte van de assemblage. Een gekoppelde video bevindt zich aan het einde van deze montagehandleiding.
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de Onderdelen en accessoires (P&A) Detailhandelcatalogus of het gedeelte ';Parts and Accessories'; (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com .
Neem contact op met Harley-Davidson Customer Support Center op 1-800-258-2464 (alleen in de VS) of 1-414-343-4056.
Montagevereisten
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Een servicehandleiding voor het jaar en model van de de motorfiets is vereist voor deze installatie en is beschikbaar via:
  • Een Harley-Davidson dealer.
  • H-D service-informatie Portaal, een toegang gebaseerd op voorschrift voor de meeste 2001 en nieuwere modellen. Voor meer informatie zie Vaak gestelde vragen over abonnementen .
Het voertuig moet zijn uitgerust met een Harley-Davidson Factory- of Smart-alarmsysteem voordat deze kit kan worden geïnstalleerd. Voor alarmsysteem- en modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte "Parts and Accessories" (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Zelfklevende strips
OPMERKING
  • Voor een goede hechting moet de omgevingstemperatuur tussen 21–38 °C (70–100 °F) liggen. Niet bevestigen bij een temperatuur van minder dan 10 °C (50,0 °F).
  • De onderdelen kunnen niet worden verschoven als deze eenmaal bevestigd zijn.
  • Gedurende ten minste 24 uur na het aanbrengen mag het oppervlak niet worden blootgesteld aan een stevige wasbeurt, sterke waterstralen of extreme weersomstandigheden.
  • De hechting neemt toe en bereikt zijn maximale sterkte na ongeveer 72 uur bij een normale omgevingstemperatuur.
  • Niet schoonmaken met gedenatureerde alcohol, witte spiritus of andere oplosmiddelen. Dit kan eventuele schade aan de onderdelen veroorzaken.
1. Reinig het montageoppervlak rond het inzetstuk met een oplossing van 50% isopropylalcohol en 50% water. Laat volledig drogen.
2. Plaats het onderdeel in dit bereik.
a. Test of het inzetstuk goed past, met de kleeflaag nog op z'n plaats.
b. Verwijder de kleeflaag.
c. Plaats het inzetstuk.
d. Druk het oppervlak van het item stevig aan om ervoor te zorgen dat het goed hecht.
VOORBEREIDING
Bij modellen met hoofdzekering:
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
OPMERKING
  • Voor voertuigen uit 2007 en later met alarmsirene: draai de contactsleutel naar de stand AAN met de afstandsbediening van het alarmsysteem aanwezig. Zet het contactslot op OFF (uit) nadat het systeem is uitgeschakeld. Verwijder ONMIDDELLIJK de hoofdzekering volgens de instructies in de servicehandleiding.
  • Voor 2006- eerdere voertuigen uitgerust met een beveiligings sirene: Schakel de sirene uit met de afstandsbediening of beveiligingscode. Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de hoofdzekering.
  • Voor voertuigen ZONDER alarmsirene: Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de hoofdzekering.
  1. Alle modellen behalve VRSC: verwijder het zadel. Bewaar het zadel en alle bevestigingsmaterialen.
Bij modellen met hoofdstroomonderbreker:
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, dient u voordat u verder gaat de accukabels (de minkabel (-) eerst) los te koppelen. (00307a)
WAARSCHUWING
Koppel eerst de minkabel (-) van de accu los. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00049a)
  1. Voor voertuigen uitgerust met een alarmsirene: Deactiveer sirene met afstandsbediening of beveiligingscode. Alle modellen behalve VRSC: Zie de servicehandleiding voor het verwijderen van de zitting. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel. Ontkoppel de minkabel van de accu. Ontkoppel de pluskabel van de accu. Bewaar alle bevestigingsmaterialen van het zadel. VRSC-modellen: Raadpleeg de servicehandleiding voor het verwijderen van de hoofdzekering. Ontkoppel de minkabel van de accu. Ontkoppel de pluskabel van de accu.
  2. ALLE modellen: zet het contactslot op OFF (uit) als dat nog niet is gedaan.
INSTALLEREN
2002-2006 VRSCA, VRSCB, VRSCD
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
1. Open het zadel.
2. Zie Afbeelding 2. Verwijder de moeren van het spatscherm (spatlap).
3. Zie Afbeelding 3. Laat de spatlap zakken vanuit de geïnstalleerde positie. Laat het op de achterband rusten.
4. verwijder de brandstofdop.
5. verwijder de tankdop. Bewaar de kap voor latere installatie.
6. Installeer de brandstofdop.
OPMERKING
Zie Afbeelding 4. De sirene is met een connector met drie draden aangesloten. Verwar deze connector niet met de connector met twee draden (3) die aan de draadboom is vastgebonden (behalve bij modellen voor Californië).
7. Zoek de connector van de alarmsirene (2) aan het einde van de kabelboom die rond de bovenkant van de brandstoftank loopt. Koppel de brandstofpomp en de verzender connector (1) los om de antidiefstalalarm connector los te maken. Beschermkap en kabelriem op connector van de alarmsirene kunnen worden weggegooid.
8. Zie Afbeelding 5. Routeer snoer van alarm kabelboom vanuit de rechter onderkant van het spatbord. Steek de connector [142B] (2) in het alarm totdat de connector stevig vastklikt.
9. Met de geluidsschijf (3) naar de spatlap gericht, plaatst u de sirene op de spatlap zoals getoond in Afbeelding 6. Zorg ervoor dat de antenne van de pager in de gleuf naast de connector ligt en niet wordt afgekneld. Bevestig het alarm (1) aan de bestaande klittenband (haakjes) op de spatlap met de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (2) uit de kit.
10. Zie Afbeelding 4. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene omhoog door de sleuf (4) in het frame.
Afbeelding 2. Verwijder de moeren van de spatlap (VRSCA/B/D-modellen van 2002 t/m 2006)
Afbeelding 3. Breng de spatlap omlaag (VRSCA/B/D-modellen van 2002 t/m 2006)
1Brandstofpomp en zenderconnector
2Connector van de alarmsirene [142B] hieronder
32-draadsconnector [95B]
4Sleuf
5Bevestig de antennebevestiger hier
Afbeelding 4. Bepaal waar de connector [142B] zich bevindt (VRSC-modellen van 2002 t/m 2006) (afgebeeld met verwijderde brandstofdop en vulmond)
1Sirene
2Connector [142B]
3Geluidschijf
Afbeelding 5. Monteren van de sireneconnector (VRSC-modellen van 2002 t/m 2006)
1Sirene
2Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant (in set)
3Klittenbandbevestiging (haakjes) (2, op het voertuig)
Afbeelding 6. Bevestig de sirenebox (VRSCA/B/D-modellen van 2002 t/m 2006)
11. Installeer de spatlap aan de onderkant van het spatbord.
12. Installeer spatlapmoeren. Haal de bouten aan.
Koppel: 8–12 N·m (71–106 in-lbs) Moeren van de spatlap
13. verwijder de brandstofdop.
14. Installeer de tankdop.
15. Installeer de brandstofdop.
16. Reinig het gebied op het frame (5) vóór de sleuf (4), links van de tankdophoes. Zie Zelfklevende strips.
17. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied.
18. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
19. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden.
MEDEDELING
Let er bij het sluiten van het zadel op dat de contactsleutel in de stand BRANDSTOF staat. Indien het contact in een andere stand staat, kan het vergrendelingsmechanisme van het zadel beschadigd raken. (00196a)
20. Sluit het zadel.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd.
21. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
VRSCR 2006-2007
WAARSCHUWING
Tijdens het uitvoeren van servicewerkzaamheden aan het brandstofsysteem is roken verboden en zijn open vuren en vonken in de nabijheid niet toegestaan. Benzine is uitermate ontvlambaar en zeer explosief, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00330a)
1. Open het zadel.
2. verwijder de brandstofdop.
3. verwijder de tankdop. Bewaar de kap voor latere installatie.
4. Installeer de brandstofdop.
OPMERKING
Zie Afbeelding 4. De sirene is met een connector met drie draden aangesloten. Verwar deze connector niet met de connector met twee draden (3) die aan de draadboom is vastgebonden (behalve bij modellen voor Californië).
5. Zoek de connector van de alarmsirene (2) aan het einde van de kabelboom die rond de bovenkant van de brandstoftank loopt. Koppel de brandstofpomp en de verzender connector (1) los om de antidiefstalalarm connector los te maken. Beschermkap en kabelriem op antidiefstalalarm connector kunnen worden weggegooid.
6. Zie Afbeelding 7. Verwijder het zadel (1).
a. Verwijder de geflensde zeskantmoer (2) en de platte sluitring (3).
1Passagierszadel
2Geflensde zeskantmoer
3Platte onderlegring
Afbeelding 7. Verwijder het passagierszadel (VRSCR-modellen van 2006 en 2007)
1Achterste buitenspatbord
2Zeskantbout (4)
3Afstandsring (4)
Afbeelding 8. Bevestigingen van het spatbord (VRSCR-modellen van 2006 en 2007)
7. Zie Afbeelding 8. Verwijder de vier inbusschroeven (2) en afstandsringen (3) die het buitenste achterspatbord (1) vasthouden. Schuif het spatbord naar achteren. Neem het naar boven toe weg.
8. Zie Afbeelding 5. Routeer snoer van alarm kabelboom vanuit de rechter onderkant van het spatbord. Steek de connector [142B] (2) in het alarm totdat de connector stevig vastklikt.
9. Zie Afbeelding 9. Met de geluidsschijf (2) naar buiten gericht, klemt u de sirene (1) op de spatlap (3) zoals afgebeeld.
OPMERKING
Check of de buitenste spatbord lipjes zijn vergrendeld met binnenspatbord vergrendeling lipjes.
1Sirene
2Geluidschijf
3Spatlap
Afbeelding 9. De sirenebox vastzetten (VRSCR-modellen van 2006 en 2007)
10. Druk voorzichtig op het buitenste spatbord om het spatbord tegen het frame te plaatsen.
11. Installeer vier schroeven en platte ringen die het buitenste achterspatbord vasthouden.
Koppel: 4,5–7,5 N·m (40–66 in-lbs) Bouten van het achterste buitenspatbord
12. Zie Afbeelding 1. Reinig het gebied op het frame (5) vóór de sleuf (4), links van de tankdophoes. Zie Zelfklevende strips.
13. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied.
14. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
15. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden.
OPMERKING
De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
16. Installeer het passagierszadel met geflensde zeskantige moer en platte sluitring die eerder verwijderd was.
Koppel: 20–25 N·m (15–18 ft-lbs) Passagierszadelmoer
17. verwijder de brandstofdop.
18. Installeer de tankdop.
19. Installeer de brandstofdop.
MEDEDELING
Let er bij het sluiten van het zadel op dat de contactsleutel in de stand BRANDSTOF staat. Indien het contact in een andere stand staat, kan het vergrendelingsmechanisme van het zadel beschadigd raken. (00196a)
20. Sluit het zadel.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst.
21. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
22. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
2007-2017 VRSCA, VRSCD/X, VRSCF
1. Open het zadel.
2. Verwijder de bevestigingsmoer van het passagierszadel (duozit) en de sluitring aan de linkerkant van het zadel. Verwijder de bevestigingspen van het bestuurderszadel rechtsvoor.
3. Schuif de duozit iets naar voren om deze los te maken van de montagetab op het spatbord. Schuif de duozit terug en haal deze weg van onder de de handgreepband. Til de duozit weg van het voertuig.
4. Zie Afbeelding 10. Zoek de driepolige connector van de alarmsirene [142B] (2), vastgebonden aan de kabelboom (1) die langs de montagesteun van de TSSM loopt. Knip het tap door om connector en draden los te maken.
5. steek de connector [142B] (2) in het alarm aansluitstuk (1) totdat de connector stevig vastklikt.
6. Klem het alarm (1) met de alarmschijf (4) op het spatscherm (3) zoals weergegeven.
7. Reinig het gebied op het frame vóór de montagesteun van de TSSM. Raadpleeg Zelfklevende strips
8. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) ( Afbeelding 1 , Item 2). Zonder enig deel van het waarschuwingslabel te bedekken, bevestigt u de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied (5), laat het indien nodig uitsteken buiten het vlakke gebied.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
9. Plaats de draad van de pagerantenne van de sirene (6) voorzichtig langs het pad langs de TSSM-beugel en stop deze onder de hoofdkabelboom (7). Leid de draad van de pagerantenne van de sirene langs het midden van het geïnstalleerde klittenband en maak de pagerantenne recht langs de lengte van de klittenband. Let op waar het dunne gedeelte van de draad begint. Controleer of dat punt zich op de klittenband bevindt.
10. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. Buig het uiteinde van de pagerantenne terug zodat deze tussen de klittenband-delen blijft zitten.
11. Bevestig indien nodig de connector bedrading met de bestaande bedrading met gebruik van een kabelriem (niet meegeleverd).
OPMERKING
De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
12. Schuif het passagierszadel onder de handgreepriem. Steek de montagetab op het spatbord in de gleuf aan de onderkant van het zadel. Zorg ervoor dat de kabelbomen niet worden afgekneld onder het frame van het passagierszadel.
13. Bevestig het passagierszadel met de bevestigingspen van het bestuurderszadel aan de rechter voorkant en de bevestigingsmoer en de sluitring aan de linker voorkant.
Koppel: 11–17 N·m (97–150 in-lbs) Montagemoer zadel
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd.
14. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
15. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
1Hoofdkabelboomgeleiding
2Connector alarmsirene [142B]
3Sirene
4Geluidschijf
5Schoongemaakt deel van het frame
6Antennekabel
7Hoofdkabelboom
Afbeelding 10. Bevestig de sirenebox (VRSCA-, VRSCD-, VRSCF-modellen van 2007-2017)
2002-2007 FL TOURING MODELLEN
1. Verwijder de rechter zadeltas van het voertuig. Zie de servicehandleiding.
2. Trek voorzichtig de zijafdekking van de onderbuizen van het frame.
3. Zie Afbeelding 11. Verwijder twee flensmoeren (2) van de elektrische beugel (1). Trek de beugelmontage, met Elektronische regelmodule (ECM) en connector bevestigd, weg van de zijkant van de accubak.
1Elektrische steun
2Flensmoeren (2)
3Elektronische regelmodule (ECM)
4ECM-connector
Afbeelding 11. Elektrische steun (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
1Sirenedraadboom
2Beschermkapje
Afbeelding 12. Sirenedraadboom (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
1Alarmsirene
2Sireneconnector [142B]
Afbeelding 13. Steek de sireneconnector in (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
4. Zie Afbeelding 12. Verwijder de kabelboom van de sirene (1) vanaf de achterkant van de elektrische beugel. Verwijder de beschermkap (2) van de connector van de alarmsirene [142B].
5. Zie Afbeelding 13. Steek de connector van de alarmsirene[142B] (2) in de aansluiting van de sirenebox totdat de connector stevig vastklikt
6. Zie Afbeelding 14. Schuif de sirene (2) op zijn plaats aan de achterkant van de elektrische beugel (1) zodat de geluidsschijf naar buiten wijst.
OPMERKING
Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld.
7. Voer de draad van de pagerantenne van de sirene (3) naar achteren onder de sirene door, uit de achterkant van de elektrische beugel.
1Elektrische steun
2Sirene
3Antennedraad van sirene
Afbeelding 14. Schuif de sirene op zijn plaats (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
1Sirene
2Elektrische steun
3Geluidschijf
4Antennedraad van sirene
5Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
Afbeelding 15. Sirene en elektrische steun geïnstalleerd (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
8. Afbeelding 15 Installeer de elektrische beugel met het alarm terug op de noppen aan de zijkant van de batterijdoos. Installeer twee flensmoeren op de stekkers.
Koppel: 4,1–5,4 N·m (36–48 in-lbs) Flensmoeren
9. Reinig het buitenoppervlak van de framebuis boven de elektrische steun. Zie Zelfklevende strips.
10. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied.
11. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
12. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden.
OPMERKING
De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
13. Lijn de puntige schroeven van de zijafdekking uit met de doorvoertules in het frame. Druk de zijafdekking stevig op zijn plaats.
14. Installeer de rechter zadeltas. Zie de servicehandleiding.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst of de accukabels worden aangesloten.
15. Voor modellen uit 2004-2007: Raadpleeg de servicehandleiding voor het plaatsen van de hoofdzekering. Voor modellen uit 2002-2003: Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van accukabels. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of ander corrosiewerend middel op de accupolen aan.
16. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
2008-2013 FL TOURING MODELLEN
1. Verwijder de zadeltas aan de linkerkant. Zie de servicehandleiding.
2. Trek voorzichtig de zijafdekking van de onderbuizen van het frame.
3. Zie Afbeelding 16. Verwijder de connector van de alarmsirene [142B] (3) uit de houder van de elektrische drager. Steek de antidiefstalalarm connector [142B] in de recipiënt (5) van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt.
4. Schuif het alarm op zijn plaats aan de linkerkant van de elektrische draagbak, zodat de alarmschijf (6) naar buiten wijst.
5. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene naar achteren onder de sirene door, uit de achterkant van de elektrische drager.
OPMERKING
Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld.
6. Zie Afbeelding 17. Reinig het buitenoppervlak van de framebuis (1) boven de elektrische drager. Zie Zelfklevende strips.
1Linkerkant elektrische caddy
2Hoofdzekering
3Connector alarmsirene [142B]
4Alarmsirene
5Houder alarmsirene
6Geluidschijf
7Antenne alarmsirene
Afbeelding 16. Installeren van de sirene (FL Touring-modellen van 2008 t/m 2013)
1Framebuis boven elektrische steun
2Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
3Antennedraad van sirene
4Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant
Afbeelding 17. Monteren van de sireneantenne (FL Touring-modellen van 2008 t/m 2013)
7. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied.
8. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (3) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de antenne uit langs de lengte van de klittenband.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
9. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (4) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd.
10. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
11. Lijn de puntige schroeven van de zijafdekking uit met de doorvoertules in het frame. Druk de zijafdekking stevig op zijn plaats.
12. Installeer de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding.
ALLEEN 2020 FLHR en FLHRXS
1. Afbeelding 18 Vind en ontkoppel de connector [242].
2. Verwijder en gooi de kabelbindertjes weg (1).
3. Afbeelding 19 Verwijder de connector afdekking.
a. Wrik de lipjes aan beide kanten los.
b. Schuif de afdekking (1) van de connector behuizing af.
4. Afbeelding 20 Controleer de draadpositie van 180 (W/GN) (1).
a. Locatie van A3 (2).
5. Controleer de plaats van aansluiting van H2 (3).
6. Verwijderen de aansluiting van plaats H2 (3). Voor later gebruik bewaren.
7. Verwijder (W/GN) kabel van A3 (2).
8. Plaats (W/GN) kabel in H2 (3).
9. Plaats de aansluiting in A3 (2).
10. Monteer de connector en de test de alarmsirene.
1Kabelbinder
2Aansluiting [242]
Afbeelding 18. Aansluiting [242]
1Afdekking
Afbeelding 19. Connector [242] Afdekking
1Witte/groene kabel(W/GN)
2Plaats A3
3Plaats H2
Afbeelding 20. Witte/groene kabel(W/GN)
2014-2024 LATERE FL TOURING MODELLEN (behalve 2020 FLHR/XS en 2023-latere 'center-cooled' touring modellen)
1. Verwijder de zadeltas aan de linkerkant. Zie de servicehandleiding.
2. Zie Afbeelding 21. Verwijder de connector van de alarmsirene [142B] (3) uit de houder (2) van de elektrische drager (1). Steek de antidiefstalalarm connector [142B] in de recipiënt (5) van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt.
3. Schuif de sirene (4) in de opening in de elektrische houder zodat de geluidsschijf (6) naar achteren en naar beneden gericht is.
4. Maak het bovenoppervlak van de elektrische houder schoon. Zie Zelfklevende strips.
5. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (8). Bevestig de klittenband aan de bovenkant van de houder, gelijk met de voorste en buitenste randen. Vouw het overschot om de achterrand van de houder.
6. Leid de antennedraad van de sirenepager (7):
a. naar achteren onder de sirene,
b. rond de nu lege houder van de sireneconnector (2) en
c. over de bovenkant van de elektrische houder.
OPMERKING
Geen enkel deel van het kleine diametergedeelte van de pagerantenne mag metalen delen van het voertuig raken.
7. Leid de pagerantenne naar voren langs de bovenkant van de houder tot aan de voorrand, dicht bij het frame van het voertuig. Buig terug en leid de pagerantenne naar achteren over de geïnstalleerde klittenband (haakjes). Zorg ervoor dat het gehele deel met kleinere diameter van de pagerantenne binnen de bevestiging is geplaatst.
8. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (9) aan het gedeelte met haakjes, waarbij het dunste gedeelte van de pagerentennedraad wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
OPMERKING
Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd.
1Elektrische caddy
2Houder connector alarmsirene
3Connector alarmsirene [142B]
4Alarmsirene
5Houder alarmsirene
6Geluidschijf
7Antennedraad van sirene
8Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
9Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant
Afbeelding 21. Installeren van de sirene (FL Touring-modellen van 2014 en later)
9. Monteer de hoofdzekering. Servicehandleiding.
10. Lijn de puntige schroeven van de zijafdekking uit met de doorvoertules in het frame. Druk de zijafdekking stevig op zijn plaats.
11. Installeer de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding.
2023-LATERE CENTER-COOLED MODELLEN
1. Verwijder de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding.
2. Verwijder de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding.
3. Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
4. Verwijder het zadel. Zie de servicehandleiding.
5. Verwijder de bovenste caddy. Zie de servicehandleiding.
6. Verwijder Body Besturingsmodule (BCM) en BCM caddy. Zie de servicehandleiding.
7. Verwijder de accu. Zie de servicehandleiding.
OPMERKING
Het antidiefstalalarm wordt op z'n plek gehouden door een clip op de BCM caddy.
8. Afbeelding 22 Installeer het antidiefstalalarm.
a. Plaats het antidiefstalalarm (1) op de vinnen in de accubak (3).
b. sluit de connector (2) aan.
1Alarmsirene
2Connector
3Accuhouder
Afbeelding 22. Alarmsirene
9. Reinig het bovenoppervlak van de dwarsbalkbeugel. Raadpleeg Zelfklevende strips
10. Afbeelding 23 Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (1). Bevestig de klittenband aan de bovenkant van de dwarsbalkbeugel, gelijk met de voorste en buitenste randen.
11. Leid de antennedraad van de sirenepager (2) langs de klittenband (haakjes).
1Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
2Antenne
Afbeelding 23. Zelfklevende klittenband (haakjes)
12. Afbeelding 24 Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (1) aan het gedeelte met haakjes, waarbij het dunste gedeelte van de pagerentennedraad wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
1Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant
2Antenne
Afbeelding 24. Klittenband (lusjes) zonder plaklaag
13. Monteer de accu. Zie de servicehandleiding.
14. Installeer BCM en BCM de caddy. Zie de servicehandleiding.
15. Installeer de bovenste caddy. Zie de servicehandleiding.
16. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
17. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
18. Monteer de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding.
19. Installeer de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding.
2003-2017 SOFTAIL-MODELLEN (behalve FXCW en FXCWC)
1. Modellen met zadeltassen: Verwijder de rechter zadeltas van het voertuig. Zie de servicehandleiding.
OPMERKING
De alarm connector is geïnstalleerd op een elektrisch paneel onder het achterspatbord op alle Softail-modellen. De achterkant van het motorvoertuig moet iets worden verhoogd om het spatscherm te kunnen verwijderen.
2. Verwijder twee bouten aan de onderkant van het spatscherm. Buig de rechterbovenhoek van het spatscherm in de richting van de achterband. Til het op om het spatscherm los te maken van het lipje op de achtervork. Haal de beschermkap van onder het spatbord weg.
1Bevestigingsgebied sirene
2Sireneconnector [142B]
3Draadboomklem
Afbeelding 25. Sireneconnector (Softail-modellen, BEHALVE FXCW/C) (aanzicht achterspatbord met verwijderd achterwiel)
3. Zie Afbeelding 25. Verwijder de sireneconnector [142B] (2) uit de aansluiting in het montagegebied van de sirene (1) van het elektrische paneel.
4. Steek de alarm connector [142B] (2) in het aansluitstuk van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt.
5. Zie Afbeelding 26. Richt de sirene (1) zoals afgebeeld, met kabelboomconnector (2) naar beneden en de geluidsschijf (5) naar buiten gericht. Leid de antennedraad van de sirene (6) zorgvuldig en klik de sirene vast in het elektrische paneel.
a. omhoog voor de sirene,
b. voor de bovenste achtervorkbuis en
c. door opening in de linkerbovenhoek van het achterspatbord.
6. Steek het snoer van de kabelboomkabel (4) in de kabelboomklem (3) om de kabelboom uit de buurt van andere onderdelen te houden.
7. Indien nodig maak de connector bedrading met de bestaande bedrading vast met gebruik van een kabelriem (niet meegeleverd).
8. Zie Afbeelding 27. Trek de antennedraad van de sirenepager voorzichtig omhoog door de spatbordopening. Leg de draad over het holle oppervlak aan de onderkant van de elektriciteitsbox. Let op waar het gedeelte van de draad met kleine diameter begint en waar dat punt op de elektriciteitsbox valt.
OPMERKING
De klittenbandsluiting kan iets in de spatbordopening uitsteken om ervoor te zorgen dat het hele dunne gedeelte van de pagerantenne beschermd is tegen contact met metaal.
9. Reinig het holle oppervlak aan de onderkant van de elektriciteitsbox. Zie Zelfklevende strips.
10. Afbeelding 1 Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het gereinigde deel van de elektriciteitsbox, zodat het indien nodig in de spatbordopening kan worden geschoven.
1Alarmsirene
2Sireneconnector [142B]
3Draadboomklem sirene
4Sirenedraadboom
5Geluidschijf
6Antennedraad van sirene
Afbeelding 26. Sirenemontage (Softail-modellen behalve FXCW, FXCWC)
1Diagnoseconnector
2Elektrische kast
3Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
4Antennedraad van sirene
Afbeelding 27. Montage van sireneantenne (Softail-modellen behalve FXCW en FXCWC)
11. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
12. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden.
OPMERKING
De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
13. Haak de sleuf aan de bovenkant van het spatscherm over het lipje op de achtervork. Installeer de beschermkap met de twee eerder verwijderde schroeven. Draai stevig vast.
14. Modellen met zadeltassen: Installeer rechter zadeltas volgens instructies in de servicehandleiding.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat u de minkabel van de accu aansluit.
15. Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van accukabels. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of ander corrosiewerend middel op de accupolen aan.
16. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
2008-2017 FXCW en FXCWC
OPMERKING
Noteer voor het verwijderen hoe de bedrading over het spatbord loopt en waar het bevestigingsmateriaal zich bevindt.
1. Verwijder het achterspatbord. Zie de servicehandleiding.
a. Ontkoppel de connector van de achterste kabelboom [7] helften.
b. Verwijder de onderste bevestigingsbouten en sluitringen van het spatbord.
c. Verwijder de bovenste bevestigingsschroeven en sluitringen van het spatbord.
d. Verwijder het spatbord.
2. Zie Afbeelding 28. Maak de kabelboom (1) los dat aan de rechterkant van de afdekking van het elektrische compartiment is geklemd (spatscherm, al verwijderd op de foto) net voor het achterwiel. Verwijder twee inbusschroeven met ringen waarmee de afdekking is bevestigd. Verwijder de afdekking van het voertuig.
3. Verwijder de sireneconnector [142B] uit de aansluiting (3) nabij de bovenkant van het elektrische paneel (2).
1Draadboom vastgeklemd aan afdekking
2Elektrisch paneel
3Contact sireneconnector [142B]
4Achtervork (zwenkarm)
Afbeelding 28. Elektrisch paneel (FXCW en FXCWC)
1Sirenebox
2Geluidschijf
3Vak aan rechterkant elektrisch paneel
4Achtervork (zwenkarm)
Afbeelding 29. Sirene montage (FXCW en FXCWC)
4. Steek de alarm connector [142B] (2) in het aansluitstuk van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt.
5. Zie Afbeelding 29. Plaats de sirenebox (1) met de kabelboomconnector naar achteren gericht en de geluidsschijf (2) naar buiten gericht. Klik de alarmbox voorzichtig in de holte (3) aan de rechterkant van het elektrische paneel.
6. Zie Afbeelding 30. Leid de antenne van de sirenepager (1) omhoog naar de achterkant van de sirenebox. Leid de draad voorwaarts langs het pad van de draadbundel (3) langs de rechterkant van de accu van het voertuig (4).
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte (2) in contact komen met metalen delen van het voertuig.
7. Stop de pagerantenne indien mogelijk tussen de kabelbinders (5) die de draadbundel vastzetten. Als dit niet het geval is, bevestig dan de pagerantenne aan de bedrading met nieuwe kabelbinders (niet meegeleverd).
8. Plaats de rechter elektrische motorruimte. Installeer de eerder verwijderde schroeven en ringen.
Koppel: 4,1–6,8 N·m (36–60 in-lbs) Bouten van het deksel
9. Zie de servicehandleiding:
a. zet het spatbord op zijn plaats.
b. Installeer het montage materiaal van het spatbord losjes.
c. Draai het bevestigingsmateriaal van het spatbord, in aangegeven volgorde, vast op het opgegeven koppel.
d. sluit de connector van de achterste kabelboom [7] helften aan.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat u de minkabel van de accu aansluit.
10. Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van accukabels. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of ander corrosiewerend middel op de accupolen aan.
11. Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding.
1Sireneantenne
2Dunne gedeelte van de antenne
3Draadbundel van de motorfiets
4Voertuigaccu
5Kabelbinders
Afbeelding 30. Montage van sireneantenne (FXCW en FXCWC)
2018-2024 SOFTAIL-MODELLEN
1. Verwijder het zadel. Zie de servicehandleiding.
2. Verwijder de rechterzijafdekking. Zie de servicehandleiding.
3. Verwijder de minkabel van de accu. Zie de servicehandleiding.
4. Verwijder de accu. Zie de servicehandleiding.
5. Verwijder de accubak. Zie de servicehandleiding.
6. Verwijder BCM. Zie de servicehandleiding.
7. Zie Afbeelding 31. Verwijder de sireneconnector uit de opslagpoort voor de sireneconnector (5) aan de achterzijde van de BCM houder (2).
8. Verwijder de zwarte regenkap van de sireneconnector.
9. Monteer de sirene. Zie de servicehandleiding.
OPMERKING
Controleer bij het installeren van de sirene dat de geluidsschijf (1) naar de achterkant van de BCM houder (2) is gericht.
1Geluidschijf
2Achterkant, BCM caddy
3Alarmsirene
4Sireneconnector
5Opslagpoort sireneconnector
6Lipje van de borgklem
7Voorkant, BCM caddy
Afbeelding 31. Alarmsirene en BCM-caddy: (Verwijderd om meer duidelijkheid)
10. Monteer de antennedraad van sirene.
a. Zie Afbeelding 32. Leid de antennedraad van de sirene (2) door de opening van de sireneconnector (4) in de BCM caddy (1).
b. Leid de antenne omhoog naar de rechterkant onder het zadel. Gebruik de BCM caddyvinger (3) om de antenne te ondersteunen.
c. Zie Afbeelding 33. Reinig het oppervlak aan de rechterkant van de bovenste framedwarsbalk. Zie Zelfklevende strips
d. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (2). Knip op maat en plak de klittenbandbevestiging op het schoongemaakte gedeelte van de framedwarsbalk.
e. Zie Afbeelding 34. Buig uiteinde antennedraad (2). Plaats de antenne-eindelus in de klittenbandbevestiging (haakjes) (1).
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte in contact komen met metalen delen van het voertuig.
f. Zie Afbeelding 1. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (4) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
1BCM-caddy
2Antennedraad van sirene
3BCM-caddyvinger
4Opening sireneconnector
Afbeelding 32. Antennedraadroute van sirene: (Achterband en spatscherm verwijderd om meer duidelijkheid)
Afbeelding 33. Te reinigen gedeelte
1Antennelus
2Antennekabel van sirene
3Antennekabeleinde
Afbeelding 34. Antennekabellus
11. Installeer BCM. Zie de servicehandleiding.
12. Monteer de accubak. Zie de servicehandleiding.
13. Monteer de accu. Zie de servicehandleiding.
14. Rechter zijafdekking. Zie de servicehandleiding.
15. Monteer de minkabel van de accu. Zie de servicehandleiding.
16. Bevestig het zadel. Zie de servicehandleiding.
2025 EN LATERE SOFTAIL-MODELLEN
1. Verwijder de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding.
2. Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
3. Verwijder de rechterzijklep en afsluitklep. Zie de servicehandleiding.
4. Zie Afbeelding 35. Verwijder uit BCM caddy (1):
a. Acculader (9).
b. Primaire Controller Zone Netwerk (CAN) bus (6).
c. Secundaire CAN bus (10).
d. Beveiligingssirene (2) uit de houder en draadhouder verwijderen.
e. Verwijder Wielsnelheidssensor (WSS) connectorbehuizing (7) uit de caddy.
5. Koppel WSS connector los.
a. Koppel WSS connector (8) los.
b. Verwijder WSS kabel uit de draadhouder.
6. Verwijder de bouten (3).
7. Til BCM caddy uit de accubox-caddy.
8. Koppel BCM connectoren los.
a. Koppel de camlock-connector (4) los.
b. Koppel de connector (5) los.
9. Zie Afbeelding 36. Verwijder BCM (1) uit BCM caddy (3).
10. Zie Afbeelding 37. Installeer de beveiligingssirene (2) in BCM caddy (1).
a. Zorg ervoor dat de sirene stevig achter de lipjes is gemonteerd.
11. Zie Afbeelding 36. Installeer BCM op BCM caddy.
a. Installeer BCM (1) in lipjes (2).
b. Zet BCM vast aan BCM caddy.
12. Zie Afbeelding 35. Sluit BCM connectoren aan.
a. Sluit de connector (5) aan.
b. Sluit de camlock-connector (4) aan.
13. Installeer het lipje op BCM caddy (1) in de accu-caddy.
14. Plaats de bouten (3). Haal de bouten aan.
Koppel: 7,7–9,4 N·m (68–83 in-lbs)
15. Als BCM caddy volledig is verwijderd, sluit u BCM caddy-connectoren aan.
a. Installeer de secundaire CAN bus (10).
b. Installeer de primaire CAN bus (6).
c. Installeer de accuhouder (9).
d. Installeer WSS connectorbehuizing (7) op de caddy.
16. Sluit de WSS connector aan.
a. Sluit WSS connector (8) aan.
b. Installeer WSS kabel in de draadhouder.
17. Monteer de antennedraad van sirene.
a. Zie Afbeelding 33. Reinig het oppervlak aan de rechterkant van de bovenste framedwarsbalk. Zie Zelfklevende strips
b. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (2). Knip op maat en plak de klittenbandbevestiging op het schoongemaakte gedeelte van de framedwarsbalk.
c. Zie Afbeelding 34. Buig uiteinde antennedraad (2). Plaats de antenne-eindelus in de klittenbandbevestiging (haakjes) (1).
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte in contact komen met metalen delen van het voertuig.
d. Zie Afbeelding 1. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (4) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
18. Zie Afbeelding 38. Sluit de connector van de beveiligingssirene (1) aan op de beveiligingssirene (2).
19. Installeer de afsluitklep en de rechterzijklep. Zie de servicehandleiding.
20. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
21. Monteer de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding.
1BCM Caddy
2Alarmsirene
3Schroef (2)
4Camlock-connector
5Connector
6Primaire CAN bus
7WSS Connectorbehuizing
8WSS Connector
9Battery Tender
10Secundaire CAN bus
Afbeelding 35. BCM-caddy
1BCM
2Lipje (4)
3BCM Caddy
Afbeelding 36. BCM en Caddy
1BCM Caddy
2Alarmsirene
Afbeelding 37. Installeer de beveiligingssirene naar BCM Caddy
1Connector veiligheid sirene
2Alarmsirene
Afbeelding 38. Connector beveiligingssirene
2004-2017 DYNA-MODELLEN
1. Zie Afbeelding 39. Pak beide zijden van de afdekking van de elektrische houder (1) stevig vast. Trek ze naar buiten om deze te verwijderen.
2. Verwijder de elektrische draagbak schroef en de sluitring aan de voorkant (2). Verwijder twee elektrische draagbak schroeven en sluit ringen (7).
OPMERKING
Bij het verwijderen van de elektrische houder van het voertuig, moet u ervoor zorgen dat de bedradingsverbindingen niet worden verstoord. Trek houder alleen ver genoeg weg om de sirene te kunnen installeren.
3. Haal alarm (5) uit de set. Kantel de bovenkant van de elektrische houder (3) iets weg van het voertuig. Draai het alarm zodat de alarmschijf (6) naar boven gericht is en de draadhouder naar het motorvoertuig gericht is zoals afgebeeld.
4. Verwijder de kabelboom van de sirene van achter de elektrische houder. Verwijder de zwarte stofkap van de connector van de alarmsirene [142B].
5. steek de connector [142B] (2) in het alarm aansluitstuk totdat de connector stevig vastklikt. Plaats het alarm in de achterkant van de draagbak, onder de ontstekingsmodule (4).
6. Installeer maar maak de elektrische draagbak schroef en de sluitring aan de voorkant (2) niet vast. Installeer bovenste elektrische draagbak schroeven en sluit ringen (7).
a. Haal de bovenste bouten aan.
Koppel: 11,3 N·m (100 in-lbs) Bovenste accuhouder
b. Draai de voorste schroef vast.
Koppel: 5,6 N·m (50 in-lbs) Voorste bout
7. Leid de antennedraad van de sirenepager (8)
a. onder de achterste dwarsbalk van het frame,
b. tussen de dwarsbalk en achterspatbord.
8. Reinig de bovenkant van de dwarsbalk. Zie Zelfklevende strips.
9. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (9). Bevestig de klittenband op het gereinigde gebied van de dwarsbalk.
10. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (8) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband.
OPMERKING
Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken.
11. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (10) aan het gedeelte met haakjes die op de dwarsbalk is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden.
OPMERKING
Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd.
12. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
13. Installeer de afdekking van de elektrische houder.
1Afdekking
2Voorste bevestiger
3Elektrische caddy
4Ontstekingsmodule
5Sirene
6Geluidschijf
7Bovenste bevestigingsmiddelen (2)
8Antennedraad van sirene
9Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
10Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant
Afbeelding 39. De sirene in de elektrische caddy monteren (Dyna-modellen)
2014-2022 SPORTSTER MODELLEN
  1. Verwijder de linker zijafdekking van de onderbuizen van het frame.
  2. Verwijder het achterspatbord. Zie de servicehandleiding.
    1. Verwijder de bouten van de onderste schokdemper.
    2. Breng de motorfiets omhoog om het achterwiel te laten zakken.
    3. Maak de connectoren van de achterverlichting [18], [19] en [40] los.
    4. Ondersteun het spatbord en verwijder het bevestigingsmateriaal.
    5. Verwijder voorzichtig het achterspatbord met de bevestigde kentekenplaathouder, de achterlichtvoet en de kabelboom.
  3. Zie Afbeelding 40. Trek de zekeringbox (1) weg van de olietank. Verwijder BCM (3) uit de elektrische houder (2).
  4. Verwijder de schroef (5) waarmee ECM afdekking (4) vastzit. Trek de ECM afdekking naar voren en uit de linkerzijde van het voertuig.
  5. Verwijder de connector van de alarmsirene [142B] (6) uit de houder op de achterkant van de elektrische drager. Leid de connector en bedrading onder de batterijlade (7) naar de rechterkant van het voertuig.
  6. Verwijder de accu (8) uit het voertuig volgens de servicehandleiding.
  7. Steek de connector van de alarmsirene[142B] in de aansluiting van de alarmsirene (9) totdat de connector stevig vastklikt
  8. Klik de sirene vast in de haken (11) onder de acculade zodat de geluidsschijf (10) naar linksvoor en naar beneden gericht is.
  9. OPMERKING
    • Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld.
    • Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte in contact komen met metalen delen van het voertuig.
  10. Leid de antennedraad van de sirenepager (12) naar de rechterkant van het voertuigframe. Bevestig het aan de bovenkant van de staander van het achterframe (13), weg van de riembescherming, met een kabelbinder (item 14, niet meegeleverd) bij de uitgaande bocht.
  11. Breng het uiteinde van het dikke gedeelte (15) van de pagerantenne naar de onderkant van de bovenste achterdwarsbalk van het frame (17). Let op waar het gedeelte met kleine diameter (16) van de draad begint en eindigt op de dwarsbalk.
  12. Reinig het hele gebied aan de onderkant van de bovenste framedwarsbalk achter. Zie Zelfklevende strips.
  13. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (18). Bevestig de klittenband op het gereinigde gebied van de dwarsbalk.
  14. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband.
  15. OPMERKING
    Buig het uiteinde van de pagerantenne indien nodig terug, zodat deze tussen de klittenband-delen blijft zitten. Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte in contact komen met metalen delen van het voertuig.
  16. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (19) aan het gedeelte met haakjes die op de dwarsbalk is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden aan de onderzijde van de dwarsbalk. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid.
  17. Installeer het achterspatbord volgens de servicehandleiding.
  18. OPMERKING
    Controleer of het contact in de stand OFF (uit) staat voordat de accukabels en de hoofdzekering worden aangesloten.
  19. Installeer de accu van het voertuig volgens de servicehandleiding. Sluit de pluskabel van de accu aan. Sluit de minkabel van de accu aan. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of corrosiewerend middel op de accupolen aan.
  20. Installeer ECM. Installeer ECM afdekking. Zie de servicehandleiding.
  21. Installeer BCM in de elektrische houder Zie de servicehandleiding.
  22. Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding.
  23. Monteer de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding.
Afbeelding 40. Installeren van de sirene (Sportster-modellen van 2014 en later)
Tabel 3. Modellen
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
1.
Zekeringblok
2.
Elektrische caddy
3.
Body control module (BCM)
4.
Kap van de elektronische regelmodule (ECM)
5.
Bout van de ECM-kap
6.
Connector alarmsirene [142B]
7.
Accuhouder
8.
Accu
9.
Alarmsirene
10.
Geluidschijf
11.
Haak (3) onder accubak
12.
Sireneantenne
13.
Rechter zijde rechtopstaande deel achterframe
14.
Kabelbinder
15.
Dikke gedeelte van de antenne
16.
Dunne gedeelte van de antenne
17.
Bovenste achterdwarsstang
18.
Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag
19.
Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant
20.
Richting detailweergave
21.
Aanzichten in richting van de pijl (19)
ALLE MODELLEN
OPMERKING
Vlak nadat de sirene is geïnstalleerd, kan hij soms niet goed werken. Nikkelmetaalhydride (NiMH)oplaadbare batterijen ontladen vrij snel wanneer ze worden opgeslagen. Per dag kunnen zij wel 1 tot 2% van hun lading verliezen.
Na een paar maanden opslag bij kamertemperatuur zijn de batterijen grotendeels ontladen. Als de batterijen langer opgeslagen zijn geweest zonder te worden geladen, zullen ze misschien meerdere malen geladen en ontladen moeten worden om hun volledige capaciteit te herstellen.
Om de NiMH-batterij op te laden, moet u het voertuig minimaal vier uur laten rijden.
SIRENEDIAGNOSE
OPMERKING
Sommige modellen ondersteunen geen toonloze modus. Raadpleeg de gebruikershandleiding om de ondersteuning te controleren.
  • Als het alarm is ingeschakeld en de interne batterij leeg, kortgesloten of ontkoppeld is, of langer dan 24 uur is opgeladen, reageert het alarm bij het inschakelen met drie geluidssignalen in plaats van twee.
  • Het kan zijn dat de interne accu van de sirene niet wordt opgeladen indien het laadsysteem van het voertuig minder dan 12,5 V genereert.
  • Als het alarm niet twee of drie geluidssignalen weergeeft na een geldige inschakelopdracht van het alarmsysteem, bevindt het alarm zich in de modus zonder geluidssignaal, is deze niet aangesloten, werkt deze niet of is er sprake van een onderbreking of van kortsluiting die is opgetreden in de bedrading van het alarm tijdens het inschakelen van het alarm.
  • Indien het alarm overschakelt op de interne 9 V-batterij van het alarm, dan kunnen de richtingaanwijzers wel of niet om de beurt knipperen. Indien het antidiefstalsysteem het alarm activeert, dan knipperen de richtingaanwijzers om de beurt. Indien het alarm is ingeschakeld en er een beveiligingsgebeurtenis optreedt en het alarm wordt door de interne batterij opgeladen, dan klinkt het alarm 20 tot 30 seconden en schakelt dan 5 tot 10 seconden uit. Indien het alarm door de interne accu wordt opgeladen, dan wordt de alarmcyclus tien keer herhaald.
SMART SIREN II VERVANGING VAN ACCU
De interne 9 V-batterij van de interne sirene is oplaadbaar. Hij hoeft niet vaak te worden vervangen. De levensduur van de batterij is onder normale omstandigheden ongeveer drie tot zes jaar.
OPMERKING
Als de batterij moet worden vervangen, gebruik dan alleen een nikkelmetaal hydride (NiMH) 9 volt batterij voor de sirene. Deze batterijen zijn verkrijgbaar bij plaatselijke (elektronica)zaken.
Vervangen van de batterij:
  1. Zie het gedeelte over STROOMONDERBREKING in de gebruikershandleiding. Volg de instructies om te voorkomen dat de beveiligingsmodule de sirene activeert.
  2. Verwijder de alarmbox uit het motorvoertuig. Raadpleeg de installatieprocedures voor het alarm voor het specifieke model in dit instructieblad.
  3. Open het batterijklepje door een platte schroevendraaier in een van de sleuven aan de zijkant van de sirenebox te steken. Druk tot een hoek van het klepje iets omhoog springt.
  4. Steek schroevendraaier in de tweede sleuf. Druk totdat het deksel openspringt. Verwijder het klepje en de pakking.
  5. Verwijder de oude batterij uit de sirenebox. Maak de klikconnector voorzichtig los van de batterij. Bewaar klemmen met vetlaag.
  6. Smeer de klemmen van de nieuwe NiMH-negenvoltbatterij en klikconnector volledig in met vet van de oude aansluiting.
  7. OPMERKING
    Als er niet genoeg smeermiddel over is om de klemmen volledig te bedekken, is H-D Electrical Contact Lubricant compatibel. Dit is bij een Harley-Davidson-dealer verkrijgbaar.
  8. Klik de connector op een nieuwe batterij. Installeer de batterij in de sirenebox.
  9. Zet de alarmbox op een werkblad met de batterijopening naar boven gericht. Plaats de pakking en het batterijklepje op de alarmbox met afgeronde hoeken naar buiten gericht.
  10. Druk het deksel naar beneden op de sirenebox. Druk de lipjes in met een schroevendraaier totdat de lipjes in de sleuven in de box klikken.
  11. Installeer de alarmbox in het motorvoertuig.
  12. Gooi de oude NiMH batterij weg in overeenstemming met de plaatselijke regelgeving.