Sets | Voorgestelde Tools | Vaardigheidsniveau(1) |
---|---|---|
68328-06A en 68328-06B | Veiligheidsbril, Moersleutel, Isopropanol |
Controleer of alle inhoud aanwezig is in de kit voordat u onderdelen van het voertuig installeert of verwijdert. | |||||
---|---|---|---|---|---|
Onderdeel | Aantal | Beschrijving | Onderdeelnr. | Opmerkingen | |
1 | 1 | Alarmsysteem, Smart Siren II | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | ||
2 | 1 | Klittenbandbevestiging (haakjes), met kleeflaag, 81/2 x 11/2 inch (210 x 38 mm) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | ||
3 | 2 | Klittenbandbevestiging (lusjes), met gladde achterkant 81/2 x 11/2 inch (210 x 38 mm) | 59274-01 | ||
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen | |||||
A | 1 | Batterij, 9 volt NiMH (onderdeelnr. 69309-10) |
1. | Reinig het montageoppervlak rond het inzetstuk met een oplossing van 50% isopropylalcohol en 50% water. Laat volledig drogen. | |
2. | Plaats het onderdeel in dit bereik. a. Test of het inzetstuk goed past, met de kleeflaag nog op z'n plaats. b. Verwijder de kleeflaag. c. Plaats het inzetstuk. d. Druk het oppervlak van het item stevig aan om ervoor te zorgen dat het goed hecht. |
1. | Open het zadel. | |||||||||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 2. Verwijder de moeren van het spatscherm (spatlap). | |||||||||||||||||||||||
3. | Zie Afbeelding 3. Laat de spatlap zakken vanuit de geïnstalleerde positie. Laat het op de achterband rusten. | |||||||||||||||||||||||
4. | verwijder de brandstofdop. | |||||||||||||||||||||||
5. | verwijder de tankdop. Bewaar de kap voor latere installatie. | |||||||||||||||||||||||
6. | Installeer de brandstofdop. OPMERKING Zie Afbeelding 4. De sirene is met een connector met drie draden aangesloten. Verwar deze connector niet met de connector met twee draden (3) die aan de draadboom is vastgebonden (behalve bij modellen voor Californië). | |||||||||||||||||||||||
7. | Zoek de connector van de alarmsirene (2) aan het einde van de kabelboom die rond de bovenkant van de brandstoftank loopt. Koppel de brandstofpomp en de verzender connector (1) los om de antidiefstalalarm connector los te maken. Beschermkap en kabelriem op connector van de alarmsirene kunnen worden weggegooid. | |||||||||||||||||||||||
8. | Zie Afbeelding 5. Routeer snoer van alarm kabelboom vanuit de rechter onderkant van het spatbord. Steek de connector [142B] (2) in het alarm totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||||||||||||
9. | Met de geluidsschijf (3) naar de spatlap gericht, plaatst u de sirene op de spatlap zoals getoond in Afbeelding 6. Zorg ervoor dat de antenne van de pager in de gleuf naast de connector ligt en niet wordt afgekneld. Bevestig het alarm (1) aan de bestaande klittenband (haakjes) op de spatlap met de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (2) uit de kit. | |||||||||||||||||||||||
10. | Zie Afbeelding 4. Leid de draad van de pagerantenne van de sirene omhoog door de sleuf (4) in het frame. | Afbeelding 2. Verwijder de moeren van de spatlap (VRSCA/B/D-modellen van 2002 t/m 2006) Afbeelding 3. Breng de spatlap omlaag (VRSCA/B/D-modellen van 2002 t/m 2006)
Afbeelding 4. Bepaal waar de connector [142B] zich bevindt (VRSC-modellen van 2002 t/m 2006) (afgebeeld met verwijderde brandstofdop en vulmond)
Afbeelding 5. Monteren van de sireneconnector (VRSC-modellen van 2002 t/m 2006)
Afbeelding 6. Bevestig de sirenebox (VRSCA/B/D-modellen van 2002 t/m 2006) | ||||||||||||||||||||||
11. | Installeer de spatlap aan de onderkant van het spatbord. | |||||||||||||||||||||||
12. | Installeer spatlapmoeren. Haal de bouten aan. Koppel: 8–12 N·m (71–106 in-lbs) Moeren van de spatlap | |||||||||||||||||||||||
13. | verwijder de brandstofdop. | |||||||||||||||||||||||
14. | Installeer de tankdop. | |||||||||||||||||||||||
15. | Installeer de brandstofdop. | |||||||||||||||||||||||
16. | Reinig het gebied op het frame (5) vóór de sleuf (4), links van de tankdophoes. Zie Zelfklevende strips. | |||||||||||||||||||||||
17. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied. | |||||||||||||||||||||||
18. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||||||||||||
19. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. | |||||||||||||||||||||||
MEDEDELING Let er bij het sluiten van het zadel op dat de contactsleutel in de stand BRANDSTOF staat. Indien het contact in een andere stand staat, kan het vergrendelingsmechanisme van het zadel beschadigd raken. (00196a) | ||||||||||||||||||||||||
20. | Sluit het zadel. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd. | |||||||||||||||||||||||
21. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. |
1. | Open het zadel. | |||||||||||||
2. | verwijder de brandstofdop. | |||||||||||||
3. | verwijder de tankdop. Bewaar de kap voor latere installatie. | |||||||||||||
4. | Installeer de brandstofdop. OPMERKING Zie Afbeelding 4. De sirene is met een connector met drie draden aangesloten. Verwar deze connector niet met de connector met twee draden (3) die aan de draadboom is vastgebonden (behalve bij modellen voor Californië). | |||||||||||||
5. | Zoek de connector van de alarmsirene (2) aan het einde van de kabelboom die rond de bovenkant van de brandstoftank loopt. Koppel de brandstofpomp en de verzender connector (1) los om de antidiefstalalarm connector los te maken. Beschermkap en kabelriem op antidiefstalalarm connector kunnen worden weggegooid. | |||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 7. Verwijder het zadel (1). a. Verwijder de geflensde zeskantmoer (2) en de platte sluitring (3). |
Afbeelding 7. Verwijder het passagierszadel (VRSCR-modellen van 2006 en 2007)
Afbeelding 8. Bevestigingen van het spatbord (VRSCR-modellen van 2006 en 2007) | ||||||||||||
7. | Zie Afbeelding 8. Verwijder de vier inbusschroeven (2) en afstandsringen (3) die het buitenste achterspatbord (1) vasthouden. Schuif het spatbord naar achteren. Neem het naar boven toe weg. | |||||||||||||
8. | Zie Afbeelding 5. Routeer snoer van alarm kabelboom vanuit de rechter onderkant van het spatbord. Steek de connector [142B] (2) in het alarm totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||
9. | Zie Afbeelding 9. Met de geluidsschijf (2) naar buiten gericht, klemt u de sirene (1) op de spatlap (3) zoals afgebeeld. OPMERKING Check of de buitenste spatbord lipjes zijn vergrendeld met binnenspatbord vergrendeling lipjes. |
Afbeelding 9. De sirenebox vastzetten (VRSCR-modellen van 2006 en 2007) | ||||||||||||
10. | Druk voorzichtig op het buitenste spatbord om het spatbord tegen het frame te plaatsen. | |||||||||||||
11. | Installeer vier schroeven en platte ringen die het buitenste achterspatbord vasthouden. Koppel: 4,5–7,5 N·m (40–66 in-lbs) Bouten van het achterste buitenspatbord | |||||||||||||
12. | Zie Afbeelding 1. Reinig het gebied op het frame (5) vóór de sleuf (4), links van de tankdophoes. Zie Zelfklevende strips. | |||||||||||||
13. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied. | |||||||||||||
14. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||
15. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. OPMERKING De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. | |||||||||||||
16. | Installeer het passagierszadel met geflensde zeskantige moer en platte sluitring die eerder verwijderd was. Koppel: 20–25 N·m (15–18 ft-lbs) Passagierszadelmoer | |||||||||||||
17. | verwijder de brandstofdop. | |||||||||||||
18. | Installeer de tankdop. | |||||||||||||
19. | Installeer de brandstofdop. | |||||||||||||
MEDEDELING Let er bij het sluiten van het zadel op dat de contactsleutel in de stand BRANDSTOF staat. Indien het contact in een andere stand staat, kan het vergrendelingsmechanisme van het zadel beschadigd raken. (00196a) | ||||||||||||||
20. | Sluit het zadel. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst. | |||||||||||||
21. | Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. | |||||||||||||
22. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. |
1. | Open het zadel. | |||||||||||||||
2. | Verwijder de bevestigingsmoer van het passagierszadel (duozit) en de sluitring aan de linkerkant van het zadel. Verwijder de bevestigingspen van het bestuurderszadel rechtsvoor. | |||||||||||||||
3. | Schuif de duozit iets naar voren om deze los te maken van de montagetab op het spatbord. Schuif de duozit terug en haal deze weg van onder de de handgreepband. Til de duozit weg van het voertuig. | |||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 10. Zoek de driepolige connector van de alarmsirene [142B] (2), vastgebonden aan de kabelboom (1) die langs de montagesteun van de TSSM loopt. Knip het tap door om connector en draden los te maken. | |||||||||||||||
5. | steek de connector [142B] (2) in het alarm aansluitstuk (1) totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||||
6. | Klem het alarm (1) met de alarmschijf (4) op het spatscherm (3) zoals weergegeven. | |||||||||||||||
7. | Reinig het gebied op het frame vóór de montagesteun van de TSSM. Raadpleeg Zelfklevende strips | |||||||||||||||
8. | Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) ( Afbeelding 1 , Item 2). Zonder enig deel van het waarschuwingslabel te bedekken, bevestigt u de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied (5), laat het indien nodig uitsteken buiten het vlakke gebied. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||||
9. | Plaats de draad van de pagerantenne van de sirene (6) voorzichtig langs het pad langs de TSSM-beugel en stop deze onder de hoofdkabelboom (7). Leid de draad van de pagerantenne van de sirene langs het midden van het geïnstalleerde klittenband en maak de pagerantenne recht langs de lengte van de klittenband. Let op waar het dunne gedeelte van de draad begint. Controleer of dat punt zich op de klittenband bevindt. | |||||||||||||||
10. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. Buig het uiteinde van de pagerantenne terug zodat deze tussen de klittenband-delen blijft zitten. | |||||||||||||||
11. | Bevestig indien nodig de connector bedrading met de bestaande bedrading met gebruik van een kabelriem (niet meegeleverd). OPMERKING De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. | |||||||||||||||
12. | Schuif het passagierszadel onder de handgreepriem. Steek de montagetab op het spatbord in de gleuf aan de onderkant van het zadel. Zorg ervoor dat de kabelbomen niet worden afgekneld onder het frame van het passagierszadel. | |||||||||||||||
13. | Bevestig het passagierszadel met de bevestigingspen van het bestuurderszadel aan de rechter voorkant en de bevestigingsmoer en de sluitring aan de linker voorkant. Koppel: 11–17 N·m (97–150 in-lbs) Montagemoer zadel OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd. | |||||||||||||||
14. | Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. | |||||||||||||||
15. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. |
Afbeelding 10. Bevestig de sirenebox (VRSCA-, VRSCD-, VRSCF-modellen van 2007-2017) |
1. | Verwijder de rechter zadeltas van het voertuig. Zie de servicehandleiding. | |||||||||||||||||
2. | Trek voorzichtig de zijafdekking van de onderbuizen van het frame. | |||||||||||||||||
3. | Zie Afbeelding 11. Verwijder twee flensmoeren (2) van de elektrische beugel (1). Trek de beugelmontage, met Elektronische regelmodule (ECM) en connector bevestigd, weg van de zijkant van de accubak. |
Afbeelding 11. Elektrische steun (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
Afbeelding 12. Sirenedraadboom (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
Afbeelding 13. Steek de sireneconnector in (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007) | ||||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 12. Verwijder de kabelboom van de sirene (1) vanaf de achterkant van de elektrische beugel. Verwijder de beschermkap (2) van de connector van de alarmsirene [142B]. | |||||||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 13. Steek de connector van de alarmsirene[142B] (2) in de aansluiting van de sirenebox totdat de connector stevig vastklikt | |||||||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 14. Schuif de sirene (2) op zijn plaats aan de achterkant van de elektrische beugel (1) zodat de geluidsschijf naar buiten wijst. OPMERKING Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld. | |||||||||||||||||
7. | Voer de draad van de pagerantenne van de sirene (3) naar achteren onder de sirene door, uit de achterkant van de elektrische beugel. |
Afbeelding 14. Schuif de sirene op zijn plaats (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007)
Afbeelding 15. Sirene en elektrische steun geïnstalleerd (FL Touring-modellen van 2002 t/m 2007) | ||||||||||||||||
8. | Afbeelding 15 Installeer de elektrische beugel met het alarm terug op de noppen aan de zijkant van de batterijdoos. Installeer twee flensmoeren op de stekkers. Koppel: 4,1–5,4 N·m (36–48 in-lbs) Flensmoeren | |||||||||||||||||
9. | Reinig het buitenoppervlak van de framebuis boven de elektrische steun. Zie Zelfklevende strips. | |||||||||||||||||
10. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied. | |||||||||||||||||
11. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||||||
12. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. OPMERKING De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. | |||||||||||||||||
13. | Lijn de puntige schroeven van de zijafdekking uit met de doorvoertules in het frame. Druk de zijafdekking stevig op zijn plaats. | |||||||||||||||||
14. | Installeer de rechter zadeltas. Zie de servicehandleiding. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst of de accukabels worden aangesloten. | |||||||||||||||||
15. | Voor modellen uit 2004-2007: Raadpleeg de servicehandleiding voor het plaatsen van de hoofdzekering. Voor modellen uit 2002-2003: Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van accukabels. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of ander corrosiewerend middel op de accupolen aan. | |||||||||||||||||
16. | Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. |
1. | Verwijder de zadeltas aan de linkerkant. Zie de servicehandleiding. | |||||||||||||||||||||||
2. | Trek voorzichtig de zijafdekking van de onderbuizen van het frame. | |||||||||||||||||||||||
3. | Zie Afbeelding 16. Verwijder de connector van de alarmsirene [142B] (3) uit de houder van de elektrische drager. Steek de antidiefstalalarm connector [142B] in de recipiënt (5) van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||||||||||||
4. | Schuif het alarm op zijn plaats aan de linkerkant van de elektrische draagbak, zodat de alarmschijf (6) naar buiten wijst. | |||||||||||||||||||||||
5. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene naar achteren onder de sirene door, uit de achterkant van de elektrische drager. OPMERKING Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld. | |||||||||||||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 17. Reinig het buitenoppervlak van de framebuis (1) boven de elektrische drager. Zie Zelfklevende strips. |
Afbeelding 16. Installeren van de sirene (FL Touring-modellen van 2008 t/m 2013)
Afbeelding 17. Monteren van de sireneantenne (FL Touring-modellen van 2008 t/m 2013) | ||||||||||||||||||||||
7. | Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenband (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het frame in het gereinigde gebied. | |||||||||||||||||||||||
8. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (3) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de antenne uit langs de lengte van de klittenband. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||||||||||||
9. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (4) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd. | |||||||||||||||||||||||
10. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |||||||||||||||||||||||
11. | Lijn de puntige schroeven van de zijafdekking uit met de doorvoertules in het frame. Druk de zijafdekking stevig op zijn plaats. | |||||||||||||||||||||||
12. | Installeer de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding. |
1. | Afbeelding 18 Vind en ontkoppel de connector [242]. | |
2. | Verwijder en gooi de kabelbindertjes weg (1). | |
3. | Afbeelding 19 Verwijder de connector afdekking. a. Wrik de lipjes aan beide kanten los. b. Schuif de afdekking (1) van de connector behuizing af. | |
4. | Afbeelding 20 Controleer de draadpositie van 180 (W/GN) (1). a. Locatie van A3 (2). | |
5. | Controleer de plaats van aansluiting van H2 (3). | |
6. | Verwijderen de aansluiting van plaats H2 (3). Voor later gebruik bewaren. | |
7. | Verwijder (W/GN) kabel van A3 (2). | |
8. | Plaats (W/GN) kabel in H2 (3). | |
9. | Plaats de aansluiting in A3 (2). | |
10. | Monteer de connector en de test de alarmsirene. |
1 | Kabelbinder |
2 | Aansluiting [242] |
1 | Afdekking |
1 | Witte/groene kabel(W/GN) |
2 | Plaats A3 |
3 | Plaats H2 |
1. | Verwijder de zadeltas aan de linkerkant. Zie de servicehandleiding. | |||||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 21. Verwijder de connector van de alarmsirene [142B] (3) uit de houder (2) van de elektrische drager (1). Steek de antidiefstalalarm connector [142B] in de recipiënt (5) van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||||||||
3. | Schuif de sirene (4) in de opening in de elektrische houder zodat de geluidsschijf (6) naar achteren en naar beneden gericht is. | |||||||||||||||||||
4. | Maak het bovenoppervlak van de elektrische houder schoon. Zie Zelfklevende strips. | |||||||||||||||||||
5. | Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (8). Bevestig de klittenband aan de bovenkant van de houder, gelijk met de voorste en buitenste randen. Vouw het overschot om de achterrand van de houder. | |||||||||||||||||||
6. | Leid de antennedraad van de sirenepager (7): a. naar achteren onder de sirene, b. rond de nu lege houder van de sireneconnector (2) en c. over de bovenkant van de elektrische houder. OPMERKING Geen enkel deel van het kleine diametergedeelte van de pagerantenne mag metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||||||||
7. | Leid de pagerantenne naar voren langs de bovenkant van de houder tot aan de voorrand, dicht bij het frame van het voertuig. Buig terug en leid de pagerantenne naar achteren over de geïnstalleerde klittenband (haakjes). Zorg ervoor dat het gehele deel met kleinere diameter van de pagerantenne binnen de bevestiging is geplaatst. | |||||||||||||||||||
8. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (9) aan het gedeelte met haakjes, waarbij het dunste gedeelte van de pagerentennedraad wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. OPMERKING Zorg ervoor dat kabels en geleider goed worden geleid, zodat ze tijdens de montage niet worden afgekneld. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd. |
Afbeelding 21. Installeren van de sirene (FL Touring-modellen van 2014 en later) | ||||||||||||||||||
9. | Monteer de hoofdzekering. Servicehandleiding. | |||||||||||||||||||
10. | Lijn de puntige schroeven van de zijafdekking uit met de doorvoertules in het frame. Druk de zijafdekking stevig op zijn plaats. | |||||||||||||||||||
11. | Installeer de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding. |
1. | Verwijder de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding. | |||||||
2. | Verwijder de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding. | |||||||
3. | Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |||||||
4. | Verwijder het zadel. Zie de servicehandleiding. | |||||||
5. | Verwijder de bovenste caddy. Zie de servicehandleiding. | |||||||
6. | Verwijder Body Besturingsmodule (BCM) en BCM caddy. Zie de servicehandleiding. | |||||||
7. | Verwijder de accu. Zie de servicehandleiding. OPMERKING Het antidiefstalalarm wordt op z'n plek gehouden door een clip op de BCM caddy. | |||||||
8. | Afbeelding 22 Installeer het antidiefstalalarm. a. Plaats het antidiefstalalarm (1) op de vinnen in de accubak (3). b. sluit de connector (2) aan. |
Afbeelding 22. Alarmsirene | ||||||
9. | Reinig het bovenoppervlak van de dwarsbalkbeugel. Raadpleeg Zelfklevende strips | |||||||
10. | Afbeelding 23 Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (1). Bevestig de klittenband aan de bovenkant van de dwarsbalkbeugel, gelijk met de voorste en buitenste randen. | |||||||
11. | Leid de antennedraad van de sirenepager (2) langs de klittenband (haakjes). |
Afbeelding 23. Zelfklevende klittenband (haakjes) | ||||||
12. | Afbeelding 24 Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (1) aan het gedeelte met haakjes, waarbij het dunste gedeelte van de pagerentennedraad wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. |
Afbeelding 24. Klittenband (lusjes) zonder plaklaag | ||||||
13. | Monteer de accu. Zie de servicehandleiding. | |||||||
14. | Installeer BCM en BCM de caddy. Zie de servicehandleiding. | |||||||
15. | Installeer de bovenste caddy. Zie de servicehandleiding. | |||||||
16. | Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. | |||||||
17. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |||||||
18. | Monteer de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding. | |||||||
19. | Installeer de linker zadeltas. Zie de servicehandleiding. |
1. | Modellen met zadeltassen: Verwijder de rechter zadeltas van het voertuig. Zie de servicehandleiding. OPMERKING De alarm connector is geïnstalleerd op een elektrisch paneel onder het achterspatbord op alle Softail-modellen. De achterkant van het motorvoertuig moet iets worden verhoogd om het spatscherm te kunnen verwijderen. | |||||||||||||||||||||
2. | Verwijder twee bouten aan de onderkant van het spatscherm. Buig de rechterbovenhoek van het spatscherm in de richting van de achterband. Til het op om het spatscherm los te maken van het lipje op de achtervork. Haal de beschermkap van onder het spatbord weg. |
Afbeelding 25. Sireneconnector (Softail-modellen, BEHALVE FXCW/C) (aanzicht achterspatbord met verwijderd achterwiel) | ||||||||||||||||||||
3. | Zie Afbeelding 25. Verwijder de sireneconnector [142B] (2) uit de aansluiting in het montagegebied van de sirene (1) van het elektrische paneel. | |||||||||||||||||||||
4. | Steek de alarm connector [142B] (2) in het aansluitstuk van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 26. Richt de sirene (1) zoals afgebeeld, met kabelboomconnector (2) naar beneden en de geluidsschijf (5) naar buiten gericht. Leid de antennedraad van de sirene (6) zorgvuldig en klik de sirene vast in het elektrische paneel. a. omhoog voor de sirene, b. voor de bovenste achtervorkbuis en c. door opening in de linkerbovenhoek van het achterspatbord. | |||||||||||||||||||||
6. | Steek het snoer van de kabelboomkabel (4) in de kabelboomklem (3) om de kabelboom uit de buurt van andere onderdelen te houden. | |||||||||||||||||||||
7. | Indien nodig maak de connector bedrading met de bestaande bedrading vast met gebruik van een kabelriem (niet meegeleverd). | |||||||||||||||||||||
8. | Zie Afbeelding 27. Trek de antennedraad van de sirenepager voorzichtig omhoog door de spatbordopening. Leg de draad over het holle oppervlak aan de onderkant van de elektriciteitsbox. Let op waar het gedeelte van de draad met kleine diameter begint en waar dat punt op de elektriciteitsbox valt. OPMERKING De klittenbandsluiting kan iets in de spatbordopening uitsteken om ervoor te zorgen dat het hele dunne gedeelte van de pagerantenne beschermd is tegen contact met metaal. | |||||||||||||||||||||
9. | Reinig het holle oppervlak aan de onderkant van de elektriciteitsbox. Zie Zelfklevende strips. | |||||||||||||||||||||
10. | Afbeelding 1 Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (2). Bevestig de klittenband aan het gereinigde deel van de elektriciteitsbox, zodat het indien nodig in de spatbordopening kan worden geschoven. |
Afbeelding 26. Sirenemontage (Softail-modellen behalve FXCW, FXCWC)
Afbeelding 27. Montage van sireneantenne (Softail-modellen behalve FXCW en FXCWC) | ||||||||||||||||||||
11. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (1) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |||||||||||||||||||||
12. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (3) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. OPMERKING De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. | |||||||||||||||||||||
13. | Haak de sleuf aan de bovenkant van het spatscherm over het lipje op de achtervork. Installeer de beschermkap met de twee eerder verwijderde schroeven. Draai stevig vast. | |||||||||||||||||||||
14. | Modellen met zadeltassen: Installeer rechter zadeltas volgens instructies in de servicehandleiding. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat u de minkabel van de accu aansluit. | |||||||||||||||||||||
15. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van accukabels. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of ander corrosiewerend middel op de accupolen aan. | |||||||||||||||||||||
16. | Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. |
1. | Verwijder het achterspatbord. Zie de servicehandleiding. a. Ontkoppel de connector van de achterste kabelboom [7] helften. b. Verwijder de onderste bevestigingsbouten en sluitringen van het spatbord. c. Verwijder de bovenste bevestigingsschroeven en sluitringen van het spatbord. d. Verwijder het spatbord. | |||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 28. Maak de kabelboom (1) los dat aan de rechterkant van de afdekking van het elektrische compartiment is geklemd (spatscherm, al verwijderd op de foto) net voor het achterwiel. Verwijder twee inbusschroeven met ringen waarmee de afdekking is bevestigd. Verwijder de afdekking van het voertuig. | |||||||||||||||||
3. | Verwijder de sireneconnector [142B] uit de aansluiting (3) nabij de bovenkant van het elektrische paneel (2). |
Afbeelding 28. Elektrisch paneel (FXCW en FXCWC)
Afbeelding 29. Sirene montage (FXCW en FXCWC) | ||||||||||||||||
4. | Steek de alarm connector [142B] (2) in het aansluitstuk van de alarmbox totdat de connector stevig vastklikt. | |||||||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 29. Plaats de sirenebox (1) met de kabelboomconnector naar achteren gericht en de geluidsschijf (2) naar buiten gericht. Klik de alarmbox voorzichtig in de holte (3) aan de rechterkant van het elektrische paneel. | |||||||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 30. Leid de antenne van de sirenepager (1) omhoog naar de achterkant van de sirenebox. Leid de draad voorwaarts langs het pad van de draadbundel (3) langs de rechterkant van de accu van het voertuig (4). OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte (2) in contact komen met metalen delen van het voertuig. | |||||||||||||||||
7. | Stop de pagerantenne indien mogelijk tussen de kabelbinders (5) die de draadbundel vastzetten. Als dit niet het geval is, bevestig dan de pagerantenne aan de bedrading met nieuwe kabelbinders (niet meegeleverd). | |||||||||||||||||
8. | Plaats de rechter elektrische motorruimte. Installeer de eerder verwijderde schroeven en ringen. Koppel: 4,1–6,8 N·m (36–60 in-lbs) Bouten van het deksel | |||||||||||||||||
9. | Zie de servicehandleiding: a. zet het spatbord op zijn plaats. b. Installeer het montage materiaal van het spatbord losjes. c. Draai het bevestigingsmateriaal van het spatbord, in aangegeven volgorde, vast op het opgegeven koppel. d. sluit de connector van de achterste kabelboom [7] helften aan. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat u de minkabel van de accu aansluit. | |||||||||||||||||
10. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het aansluiten van accukabels. Breng een dunne laag H-D smeermiddel voor elektrische contacten, vaseline of ander corrosiewerend middel op de accupolen aan. | |||||||||||||||||
11. | Bevestig het zadel. Trek het zadel omhoog om te controleren of het goed vastzit. Zie de servicehandleiding. |
1 | Sireneantenne |
2 | Dunne gedeelte van de antenne |
3 | Draadbundel van de motorfiets |
4 | Voertuigaccu |
5 | Kabelbinders |
1. | Verwijder het zadel. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Verwijder de rechterzijafdekking. Zie de servicehandleiding. | |
3. | Verwijder de minkabel van de accu. Zie de servicehandleiding. | |
4. | Verwijder de accu. Zie de servicehandleiding. | |
5. | Verwijder de accubak. Zie de servicehandleiding. | |
6. | Verwijder BCM. Zie de servicehandleiding. | |
7. | Zie Afbeelding 31. Verwijder de sireneconnector uit de opslagpoort voor de sireneconnector (5) aan de achterzijde van de BCM houder (2). | |
8. | Verwijder de zwarte regenkap van de sireneconnector. | |
9. | Monteer de sirene. Zie de servicehandleiding. OPMERKING Controleer bij het installeren van de sirene dat de geluidsschijf (1) naar de achterkant van de BCM houder (2) is gericht. |
1 | Geluidschijf |
2 | Achterkant, BCM caddy |
3 | Alarmsirene |
4 | Sireneconnector |
5 | Opslagpoort sireneconnector |
6 | Lipje van de borgklem |
7 | Voorkant, BCM caddy |
10. | Monteer de antennedraad van sirene. a. Zie Afbeelding 32. Leid de antennedraad van de sirene (2) door de opening van de sireneconnector (4) in de BCM caddy (1). b. Leid de antenne omhoog naar de rechterkant onder het zadel. Gebruik de BCM caddyvinger (3) om de antenne te ondersteunen. c. Zie Afbeelding 33. Reinig het oppervlak aan de rechterkant van de bovenste framedwarsbalk. Zie Zelfklevende strips d. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (2). Knip op maat en plak de klittenbandbevestiging op het schoongemaakte gedeelte van de framedwarsbalk. e. Zie Afbeelding 34. Buig uiteinde antennedraad (2). Plaats de antenne-eindelus in de klittenbandbevestiging (haakjes) (1). OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte in contact komen met metalen delen van het voertuig. f. Zie Afbeelding 1. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (4) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. |
1 | BCM-caddy |
2 | Antennedraad van sirene |
3 | BCM-caddyvinger |
4 | Opening sireneconnector |
1 | Antennelus |
2 | Antennekabel van sirene |
3 | Antennekabeleinde |
11. | Installeer BCM. Zie de servicehandleiding. | |
12. | Monteer de accubak. Zie de servicehandleiding. | |
13. | Monteer de accu. Zie de servicehandleiding. | |
14. | Rechter zijafdekking. Zie de servicehandleiding. | |
15. | Monteer de minkabel van de accu. Zie de servicehandleiding. | |
16. | Bevestig het zadel. Zie de servicehandleiding. |
1. | Verwijder de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding. | |
2. | Verwijder de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |
3. | Verwijder de rechterzijklep en afsluitklep. Zie de servicehandleiding. | |
4. | Zie Afbeelding 35. Verwijder uit BCM caddy (1): a. Acculader (9). b. Primaire Controller Zone Netwerk (CAN) bus (6). c. Secundaire CAN bus (10). d. Beveiligingssirene (2) uit de houder en draadhouder verwijderen. e. Verwijder Wielsnelheidssensor (WSS) connectorbehuizing (7) uit de caddy. | |
5. | Koppel WSS connector los. | |
6. | Verwijder de bouten (3). | |
7. | Til BCM caddy uit de accubox-caddy. | |
8. | Koppel BCM connectoren los. a. Koppel de camlock-connector (4) los. b. Koppel de connector (5) los. | |
9. | Zie Afbeelding 36. Verwijder BCM (1) uit BCM caddy (3). | |
10. | Zie Afbeelding 37. Installeer de beveiligingssirene (2) in BCM caddy (1). a. Zorg ervoor dat de sirene stevig achter de lipjes is gemonteerd. | |
11. | Zie Afbeelding 36. Installeer BCM op BCM caddy. | |
12. | Zie Afbeelding 35. Sluit BCM connectoren aan. a. Sluit de connector (5) aan. b. Sluit de camlock-connector (4) aan. | |
13. | Installeer het lipje op BCM caddy (1) in de accu-caddy. | |
14. | Plaats de bouten (3). Haal de bouten aan. Koppel: 7,7–9,4 N·m (68–83 in-lbs) | |
15. | Als BCM caddy volledig is verwijderd, sluit u BCM caddy-connectoren aan. | |
16. | Sluit de WSS connector aan. | |
17. | Monteer de antennedraad van sirene. a. Zie Afbeelding 33. Reinig het oppervlak aan de rechterkant van de bovenste framedwarsbalk. Zie Zelfklevende strips b. Zie Afbeelding 1. Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (2). Knip op maat en plak de klittenbandbevestiging op het schoongemaakte gedeelte van de framedwarsbalk. c. Zie Afbeelding 34. Buig uiteinde antennedraad (2). Plaats de antenne-eindelus in de klittenbandbevestiging (haakjes) (1). OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van het dunne gedeelte in contact komen met metalen delen van het voertuig. d. Zie Afbeelding 1. Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (4) aan het gedeelte met haakjes die op het frame is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. De resterende klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant wordt voor deze toepassing niet gebruikt. Deze kan worden weggegooid. | |
18. | Zie Afbeelding 38. Sluit de connector van de beveiligingssirene (1) aan op de beveiligingssirene (2). | |
19. | Installeer de afsluitklep en de rechterzijklep. Zie de servicehandleiding. | |
20. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |
21. | Monteer de linker zijafdekking. Zie de servicehandleiding. |
1 | BCM Caddy |
2 | Alarmsirene |
3 | Schroef (2) |
4 | Camlock-connector |
5 | Connector |
6 | Primaire CAN bus |
7 | WSS Connectorbehuizing |
8 | WSS Connector |
9 | Battery Tender |
10 | Secundaire CAN bus |
1 | BCM Caddy |
2 | Alarmsirene |
1 | Connector veiligheid sirene |
2 | Alarmsirene |
1. | Zie Afbeelding 39. Pak beide zijden van de afdekking van de elektrische houder (1) stevig vast. Trek ze naar buiten om deze te verwijderen. | |
2. | Verwijder de elektrische draagbak schroef en de sluitring aan de voorkant (2). Verwijder twee elektrische draagbak schroeven en sluit ringen (7). OPMERKING Bij het verwijderen van de elektrische houder van het voertuig, moet u ervoor zorgen dat de bedradingsverbindingen niet worden verstoord. Trek houder alleen ver genoeg weg om de sirene te kunnen installeren. | |
3. | Haal alarm (5) uit de set. Kantel de bovenkant van de elektrische houder (3) iets weg van het voertuig. Draai het alarm zodat de alarmschijf (6) naar boven gericht is en de draadhouder naar het motorvoertuig gericht is zoals afgebeeld. | |
4. | Verwijder de kabelboom van de sirene van achter de elektrische houder. Verwijder de zwarte stofkap van de connector van de alarmsirene [142B]. | |
5. | steek de connector [142B] (2) in het alarm aansluitstuk totdat de connector stevig vastklikt. Plaats het alarm in de achterkant van de draagbak, onder de ontstekingsmodule (4). | |
6. | Installeer maar maak de elektrische draagbak schroef en de sluitring aan de voorkant (2) niet vast. Installeer bovenste elektrische draagbak schroeven en sluit ringen (7). a. Haal de bovenste bouten aan. Koppel: 11,3 N·m (100 in-lbs) Bovenste accuhouder b. Draai de voorste schroef vast. Koppel: 5,6 N·m (50 in-lbs) Voorste bout | |
7. | Leid de antennedraad van de sirenepager (8) a. onder de achterste dwarsbalk van het frame, b. tussen de dwarsbalk en achterspatbord. | |
8. | Reinig de bovenkant van de dwarsbalk. Zie Zelfklevende strips. | |
9. | Verwijder de beschermstrook van de kleeflaag van de klittenbandbevestiging (haakjes) (9). Bevestig de klittenband op het gereinigde gebied van de dwarsbalk. | |
10. | Leid de draad van de pagerantenne van de sirene (8) langs het midden van de geïnstalleerde helft van de klittenband. Recht de pagerantenne uit langs de lengte van de klittenband. OPMERKING Om ervoor te zorgen dat de pagerantenne goed werkt, mag geen enkel deel van de kleine diameter de metalen delen van het voertuig raken. | |
11. | Installeer de klittenband (lusjes) zonder plaklaag (10) aan het gedeelte met haakjes die op de dwarsbalk is geïnstalleerd, waarbij de draad van de pagerentenne wordt vastgeklemd om deze stevig op z'n plek te houden. OPMERKING Controleer of het contactslot in de stand OFF (Uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geïnstalleerd. | |
12. | Monteer de hoofdzekering. Zie de servicehandleiding. | |
13. | Installeer de afdekking van de elektrische houder. |
1 | Afdekking |
2 | Voorste bevestiger |
3 | Elektrische caddy |
4 | Ontstekingsmodule |
5 | Sirene |
6 | Geluidschijf |
7 | Bovenste bevestigingsmiddelen (2) |
8 | Antennedraad van sirene |
9 | Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag |
10 | Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) |
---|---|
1. | Zekeringblok |
2. | Elektrische caddy |
3. | Body control module (BCM) |
4. | Kap van de elektronische regelmodule (ECM) |
5. | Bout van de ECM-kap |
6. | Connector alarmsirene [142B] |
7. | Accuhouder |
8. | Accu |
9. | Alarmsirene |
10. | Geluidschijf |
11. | Haak (3) onder accubak |
12. | Sireneantenne |
13. | Rechter zijde rechtopstaande deel achterframe |
14. | Kabelbinder |
15. | Dikke gedeelte van de antenne |
16. | Dunne gedeelte van de antenne |
17. | Bovenste achterdwarsstang |
18. | Klittenbandbevestiging (haakjes) met kleeflaag |
19. | Klittenbandbevestiging (lusjes) met gladde achterkant |
20. | Richting detailweergave |
21. | Aanzichten in richting van de pijl (19) |