1 | Moerplaat |
2 | Frame |
3 | Onderlegring, plat, 3/8 inch |
4 | Borgmoer, 3/8-24 |
5 | Bovenste montagesteun |
6 | Onderlegring, plat, 5/16 inch |
7 | Schroef, 5/16-18 x 1-1/2 inch |
8 | Schroef, 3/8-24 x 1-1/4 inch |
9 | Schroef, 3/8-16 x 1-3/4 inch |
10 | Steun |
11 | Valbeugel |
12 | Schroef, 3/8-24 x 5 inch |
13 | Afstandsstuk, 3/4 x 1/8 inch (niet gebruiken indien uitgerust met frontbesturing) |
14 | Schroef, 3/8-24 x 5-1/2 inch |
15 | Motorbevestigingen |
1. | Zie Afbeelding 1. Verwijder de bouten (7, 8 of 9) en de platte onderlegring (6) vanaf de onderkant van het balhoofd. Gooi de originele bouten en de onderlegring weg. | |||||||||||
2. | Verwijder de twee bovenste motormontagebouten, onderlegringen en moeren en gooi ze weg. | |||||||||||
3. | Zie Afbeelding 1 en Afbeelding 2. Plaats de onderlegring (3) op de bout van 5-1/2 inch (14). Steek de bout (14) door een motorbevestiging, door afstandsstuk (13) (tenzij de valbeugel wordt geïnstalleerd op een voertuig met frontbesturing, mag u GEEN AFSTANDSSTUK GEBRUIKEN), door het offsetuiteinde van de steun (10) en (met een grote offset richting de standaardzijde van het voertuig) door de andere motorbevestiging. Plaats de onderlegring (3) uit de set op het uiteinde van de bout (14) en bevestig deze met de borgmoer (4). Controleer of de steun de bedrading niet beknelt. Bij modellen van 1986 en later moet u oppassen dat de steun niet in aanraking komt met de oliedrukschakelaar. | |||||||||||
4. | Zie Afbeelding 1. Plaats de bovenste montagesteun van de valbeugel (11) onder het balhoofd. |
Afbeelding 2. Posities van bevestigingsmaterialen– Modellen van eind 1984 en later | ||||||||||
5. | Plaats de platte onderlegringen (6) op de bouten (7, 8 of 9): a. Gebruik bij modellen van 1985 en eerder 5/16-18 x 1-1/2 inch bouten (7) en 5/16 inch onderlegringen (6) uit de set. b. Gebruik bij modellen van 1986 tot begin 1994 3/8-24 x 1-1/4 inch bouten (8) en 5/16 inch onderlegringen (6) uit de set. c. Hergebruik bij modellen van eind 1994 en later de standaard 3/8-16 x 1-1/4 inch bouten en onderlegringen. d. Gebruik bij XL 883-modellen van 1996 en later de 3/8-16 x 1-3/4 inch bouten (9) en 5/16 inch onderlegringen (6) uit de set. | |||||||||||
6. | Steek de bouten (7, 8 of 9) in de bovenste steun op de valbeugel (11) en draai ze in de moerplaat. | |||||||||||
7. | Bevestig de steun (10) aan de valbeugel (11) met de bout (12) en de borgmoer (4). | |||||||||||
8. | Haal de moer (4) op de bout (12) aan tot 44,7 N·m (33 ft-lb). | |||||||||||
9. | Haal de bout (7, 8 of 9) aan tot 25,7 N·m (19 ft-lb). | |||||||||||
10. | Haal de moer (4) op de bout (14) aan tot 44,7 N·m (33 ft-lb). | |||||||||||
11. | Verwijder bij modellen van 1986 de koppelingskabel van de koppelingshendel en leid de kabel door de valbeugel. Installeer de kabel bij de hendel en pas de speling aan volgens de procedure die wordt beschreven in de servicehandleiding voor XLH-modellen van 1986. | |||||||||||
12. | Draai de hendels volledig naar rechts en links en controleer of de koppeling en de remkabels niet worden gehinderd door de valbeugel. |
1 | Frame |
2 | Borgmoer, 3/8-24 |
3 | Bovenste montagesteun |
4 | Valbeugel |
5 | Steun |
6 | Borgring (origineel) |
7 | Onderlegring, plat (origineel) |
8 | Schroef, 5/16-18 x 1-1/2 (origineel) |
9 | Schroef, 3/8-24 x 5 inch |
10 | Afstandsstuk |
11 | Bout (origineel) |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Valbeugel | |
2 | Onderlegring, 5/16 x 15/16 x 3/16 (2) | 6336B |
3 | Schroef, 3/8-24 x 5-1/2 inch | 4413 |
4 | Borgmoer, 3/8-24 x 7/16 x 9/16 | 7775 |
5 | Steun | 49014-86A |
6 | Schroef, 3/8-24 x 5 inch | 4333 |
7 | Afstandsring, 3/4 x 1/8 | 5789 |
8 | Schroef, 5/16-18 x 1-1/2 inch (2) | 4816A |
9 | Schroef, 5/16-24 x 1-1/4 inch (2) | 45999-81A |
10 | Schroef, 3/8-16 x 1-3/4 inch (2) | 3554 |
11 | Onderlegring, 3/8 x 13/16 x 5/32 (niet afgebeeld) | 6474 |