VOORREMBLOKKENSET
J026692005-12-20
ALGEMEEN
Setnummer
42831-04A
Modellen
Deze set past op alle XL-modellen van 2004 en later.
Vereiste aanvullende onderdelen
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor deze installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
Tabel 1. Setinhoud
Aantal
Beschrijving
Onderdeelnummer
2
Voorremblok
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
1
Borgklem
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
Er zijn geen serviceonderdelen beschikbaar bij deze set.
REMBLOKKEN
WAARSCHUWING
Vervang de remblokken altijd in sets, zodat een correcte en veilige remwerking is gegarandeerd. Als de remmen niet naar behoren werken, kan dit tot ernstig of dodelijk letsel leiden. (00111a)
OPMERKING
Zie Afbeelding 1. Vervang de remblokken (3) als het frictiemateriaal aan de voor- of achterremklauw tot op 1,0 mm (0,04 in) of minder boven de steunplaat (4) afgesleten is.
Zie Afbeelding 2. Vervang beide remblokken in een remklauw altijd als set, samen met de borgklem die op de beugel uit deze set wordt bevestigd. Zie VERVANGEN VAN REMBLOKKEN-VOOR in de servicehandleiding.
Zorg ervoor, dat u tijdens het controleren van de remblokken en remschijven, tevens de remleidingen op juiste doorvoer en tekenen van beschadiging inspecteert.
DIKTE, ZIJWAARTSE SLAG EN KROMTREKKEN VAN DE REMSCHIJF
OPMERKING
De minimum dikte van de remschijf is aan de zijkant hiervan ingeslagen. Vervang de remschijf als hij verder is afgesleten dan de minimum dikte of als hij diepe groeven heeft.
De maximum zijwaartse slag en het kromtrekken van de remschijf bedraagt 0,2 mm (0,008 in), gemeten nabij de buitendiameter.
Raadpleeg voor het vervangen van een of beide voorremschijven VOORWIEL in de servicehandleiding.
1Voorste remklauw (onderaanzicht)
2Remschijf
3Remblok (2)
4Steunplaat van remblok (2)
Afbeelding 1. Inspecteren van de remblokken
1Montagesteun
2Borgklem
Afbeelding 2. Borgklem van voorste remklauw
VERVANGEN VAN VOORREMBLOKKEN
OPMERKING
Verwijder de voorste remklauw(en) niet van de montagesteun, tenzij de montagepinnen van de remklauw onderhoud nodig hebben. Als u de remklauw van de montagesteun verwijdert, loopt u onnodig extra risico dat er vuil in de gaten van de montagepinnen terechtkomt en dat de remklauw tijdens het rijden schade oploopt.
1. Zie Afbeelding 3. Plaats de motorfiets zodanig dat de het reservoir van de voorste hoofdcilinder (1) horizontaal staat.
1Voorste hoofdremcilinder en reservoir
2Deksel
3Bout van deksel (2)
Afbeelding 3. Reservoir van de voorste hoofdremcilinder
2. Zie Afbeelding 4. Verwijder twee bouten (5), het reservoirdeksel (4), de membraanplaat (3) en het membraan (2) van het hoofdcilinderreservoir (1).
OPMERKING
Terwijl de zuigers in de remklauw worden teruggeduwd, kan het vloeistofpeil hoger stijgen dan het peilteken op ongeveer 6,4 mm (1/4 in) onder de bovenkant van het reservoir. Daarvoor moet u wellicht vloeistof verwijderen.
3. Druk tegen de zijkant van het remklauwhuis om het binnenste remblok (het blok dat het dichtst bij de remklauwzuigers zit) terug te duwen. Hierdoor worden de remklauwzuigers terug in hun boring geduwd.
OPMERKING
Zie Afbeelding 5. Let er bij het vervangen van de voorremblokken op dat de veer van het remklauwblok (42829-04) niet losraakt en eruit valt. Als dat toch gebeurt, zult u hem opnieuw moeten aanbrengen voordat u nieuwe remblokken installeert.
De voorste linker- en rechterremklauw (niet aanwezig op alle voertuigen) gebruiken niet dezelfde remblokkenset als de achterremklauw.
1Hoofdcilinder van de voorrem
2Membraan
3Membraanplaat
4Reservoirdeksel
5Bout (2)
Afbeelding 4. Deksel van hoofdcilinder van de voorrem
Afbeelding 5. Veer van voorste remklauwblok
1Voorste remklauw
2Montagesteun van de remklauw
3Plug van remblokpen
4Montagepinnen van remklauw
Afbeelding 6. Complete voorste remklauw
Afbeelding 7. Remblokpen (plug verwijderd)
4. Zie Afbeelding 6. Verwijder de plug van de remblokpen (3).
5. Zie Afbeelding 7. Draai los, maar verwijder de remblokpen niet.
OPMERKING
Trek de remblokpen tijdens de volgende stap niet volledig uit de remklauw. Het volledig verwijderen van de remblokpennen op dit moment kan zorgen voor moeilijkheden bij de montage.
6. Op het moment dat de zuigers volledig in hun boringen teruggeduwd zijn, trekt u de remblokpen een stukje naar buiten tot het buitenste remblok vrijvalt. Let op de oorspronkelijke positie van het remblok voor latere vervanging.
7. Zie Afbeelding 8. Installeer het nieuwe binnenste remblok (1) in dezelfde positie als het eerder verwijderde remblok. Zorg ervoor dat het voorste montagelipje (3) in de borgklem (5) valt, die in de sleuf (6) in de montagesteun van de remklauw (7) past, en dat het wrijvingsmateriaal van het remblok in de richting van de remschijf wijst.
8. Terwijl u het nieuwe binnenste remblok (1) op zijn plaats houdt, trekt u de remblokpen eruit en verwijdert u het buitenste remblok (2). Let op de oorspronkelijke positie van het remblok voor latere vervanging.
9. Installeer het nieuwe buitenste remblok (2) in dezelfde positie als het eerder verwijderde remblok. Zorg ervoor dat het voorste montagelipje (3) in de borgklem (5) valt, die in de sleuf (6) in de montagesteun van de remklauw (7) past, en dat het wrijvingsmateriaal van het remblok in de richting van de remschijf wijst.
10. Steek tijdelijk een boortje van 3,175 mm (1/8 in) in het remblokpengat in de remklauw om beide remblokken op hun plaats te houden.
11. Controleer de remblokpen op groefvorming en slijtage. Meet de diameter van de remblokpen op een gedeelte dat niet versleten is, en dan op een gedeelte met eventuele groefvorming of slijtage. Indien de slijtage dieper dan 0,28 mm (0,011 in) is, vervangt u de pen.
12. Duw de remblokken stevig tegen de veer van het remklauwblok, verwijder het boortje en breng de remblokpen aan. Haal aan tot 14,7-19,6 N·m (131-173 in-lb).
OPMERKING
Als de remblokpen niet past, controleert u het volgende:
  • U gebruikt een set remblokken, niet twee dezelfde remblokken.
  • De stand van de veer van het remklauwblok moet overeenkomen met Afbeelding 5.
  • Zie Afbeelding 8. De voorste montagelipjes (3) van de remblokken moeten volledig in de borgklem (5) vallen, die in de gleuf (6) in de montagesteun past.
  • De remblokken moeten stevig tegen de veer van het remklauwblok worden geduwd voordat de remblokpen wordt geïnstalleerd.
1Binnenste remblok
2Buitenste remblok
3Voorste montagelipje
4Gat van remblokpen
5Borgklem
6Sleuf
7Montagesteun van de remklauw
Afbeelding 8. Remblokken voor
13. Zie Afbeelding 6. Breng de plug van de remblokpen (3) aan. Haal aan tot 2,0-2,9 N·m (18-25 in-lb).
WAARSCHUWING
Na het verrichten van onderhoud aan de remmen en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer 'gepompt' te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00279a)
14. Knijp de remhendel een aantal keer in om de zuigers naar buiten te bewegen totdat deze met het binnenste remblok in aanraking komen. Controleer de positie van de zuigers tegen het remblok aan.
VOORZICHTIG
Indien DOT 5-remvloeistof in de ogen komt, kan dit irritatie, zwelling en rode ogen veroorzaken. Voorkom dat het in uw ogen komt. Spoel uw ogen bij contact met veel water uit en raadpleeg een arts. Indien grote hoeveelheden DOT 5-remvloeistof worden ingeslikt, kan dit het spijsverteringsstelsel irriteren. Raadpleeg een arts als u deze hebt ingeslikt. In goed geventileerde ruimten gebruiken. BUITEN BEREIK VAN KINDEREN HOUDEN. (00144b)
15. Zie Afbeelding 9. Controleer het remvloeistofpeil in het reservoir van de hoofdremcilinder. Voeg zo veel DOT 5 hydraulische siliconenremvloeistof aan het reservoir toe dat het vloeistofpeil gelijk komt met de ingegoten richel (1) op ongeveer 6 mm (1/4 in) onder de bovenrand aan de binnenzijde van het reservoir. Installeer het deksel op het hoofdcilinderreservoir.
16. Zie Afbeelding 4. Installeer het membraan (2), de membraanplaat (3), het reservoirdeksel (4) en de bouten (5) op het reservoir van de voorste hoofdremcilinder. Haal de bouten van het deksel aan tot 1,0-2,0 N·m (9-17 in-lb).
WAARSCHUWING
Na het repareren van het remsysteem dient u de remmen met lage snelheid te testen. Als de remmen niet goed functioneren kan testen bij hoge snelheden er toe leiden dat u de controle over de motorfiets kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00289a)
17. Test het remsysteem.
a. Draai de contactsleutel naar de stand AAN. Knijp de remhendel meerdere malen in, om de werking van het remlicht te controleren.
b. Maak een proefrit met de motorfiets. Indien de remmen sponsachtig aanvoelen, moet u het systeem ontluchten. Raadpleeg ONTLUCHTEN VAN HET HYDRAULISCH REMSYSTEEM in de servicehandleiding.
OPMERKING
Vermijd hard remmen gedurende de eerste 160 km (100 mi). Hierdoor kunnen de nieuwe remblokken zich aan de remschijven aanpassen.
1Ingegoten richel
2Kijkglas
Afbeelding 9. Vullen van het hoofdcilinderreservoir, voor