1. | Ontkoppel de accukabels, de minkabel (-) eerst. | |||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 4. Verwijder de linker bestuurdersvoetsteun. Bewaar de voetsteun en bevestigingen voor later gebruik. Gooi de resterende bevestigingsmaterialen weg. | |||||||||||||||||
3. | Druk de gatafdekpluggen (8) uit de set in de schroefgaten op het frame, waar de standaard voetsteun was gemonteerd. | |||||||||||||||||
4. | Verwijder de pluggen uit de framesteun van de frontbesturing (I) en gooi deze weg. | |||||||||||||||||
5. | Verwijder het schakelpedaal (A) en linker schakelaarpen (D). Bewaar deze voor later gebruik. | |||||||||||||||||
6. | Zie Afbeelding 2. Verwijder de afdekking van de primaire kettingkast (6) en de behuizing van de primaire kettingkast (1). Raadpleeg de servicehandleiding voor uw model motorfiets voor de verwijderingsprocedures. OPMERKING Zie Afbeelding 1. Voordat u het schakelpedaal (1) verwijdert, is het noodzakelijk om de juiste stand van het pedaal te markeren. Teken met een markeerstift een punt (4) op het uiteinde van de sleufas (2) tegenover de gietstuksplitsing (3). Zo wordt het nieuwe schakelpedaal in dezelfde stand geïnstalleerd als het oude pedaal. |
Afbeelding 1. Stand schakelpedaal | ||||||||||||||||
7. | Draai, nadat de stand van het schakelpedaal is gemarkeerd, de schakelpedaalbout (5) los en verwijder het oude schakelpedaal. Haal het nieuwe schakelpedaal uit de set en bevestig deze op de sleufas in dezelfde stand als het oude schakelpedaal. |
Afbeelding 2. Afdekking van primaire kettingkast en behuizingsonderdelen | ||||||||||||||||
8. | Zie Afbeelding 4. Plaats een veerring (5) op de as van het schakelpedaal (4). Breng Loctite®-antivastloopsmeermiddel aan op de as en schuif de as in de schakelpedaalsteun (7). Bevestig de schakelpedaalsteun in de framemontagegaten met behulp van de Torx®-schroeven (10). Haal de schroeven aan tot 41–47 N·m (30–35 ft-lbs). | |||||||||||||||||
9. | Bevestig het voetrubber van het schakelpedaal aan de schakelpedaalsteun. | |||||||||||||||||
10. | Bevestig de nieuwe schakelstang (1) aan het schakelpedaal van de versnellingsbak (6) en het schakelpedaal (4). Haal aan tot 8–10 N·m (70–90 in-lbs). OPMERKING Nadat alle schakelpedaalonderdelen zijn gemonteerd, beweeg het schakelpedaal in alle richtingen en controleer of deze contact maakt met andere onderdelen. Plaats de primaire kettingkastbehuizing en controleer of er voldoende speling is met de stangonderdelen van het schakelpedaal. | |||||||||||||||||
11. | Zie Afbeelding 2. Haal de pakkingen en O-ringen uit de set en gebruik deze bij de montage van de behuizing van de primaire kettingkast (1) en de afdekking van de primaire kettingkast (6). Raadpleeg de servicehandleiding voor uw model motorfiets voor de installatieprocedures. |
Afbeelding 3. Installeren van de buitenste dekselplug | ||||||||||||||||
12. | Zie Afbeelding 3. Verwijder grondig al het vuil, vet en was rondom het gat van het primaire deksel (2). Breng Loctite 243 (Harley-Davidson onderdeelnr. 99642-97) aan rondom de opening (3). Plaats de gatafdekplug van het primaire deksel (4) in de opening. Verwijder aanwezige kleefstofresten van het oppervlak. Laat de Loctite 24 uur uitharden voordat u de motorfiets gebruikt. |
1. | Verwijder de rechter bestuurdersvoetsteun. Bewaar de voetsteun en bevestigingen voor later gebruik. | |
2. | Zie Afbeelding 5. Draai de tegenmoer van de remstang (26) bij de achterste hoofdremcilinder los. OPMERKING De hoofdcilinderzuiger is voorzien van platte delen voor het aanbrengen van een sleutel. Draai aan de platte zuigerdelen om de remstang uit de hoofdcilinder te draaien. | |
3. | Draai de hoofdcilinderzuiger uit de standaard remstang. | |
4. | Verwijder de standaard remstang en rempedaal en gooi deze weg. | |
5. | Druk de gatafdekpluggen (8) in de schroefgaten op het frame waar het standaard rempedaal was gemonteerd. | |
6. | Bevestig de rempedaalsteun (18) aan het frame met de Torx-schroeven (10). Haal de schroeven aan tot 41–47 N·m (30–35 ft-lbs). | |
7. | Draai de tegenmoer (26) helemaal op de nieuwe remstang (25). | |
8. | Bevestig de remstang op de hoofdcilinderzuiger. | |
9. | Bevestig de remstang (25) in het nieuwe rempedaal (16) met behulp van de gaffelpen (24), onderlegring (22) en splitpen (20). Buig de poten van de splitpen rond de gaffelpenas. | |
10. | Breng een laagje Loctite-antivastloopsmeermiddel aan op de scharnieras van het rempedaal (19). | |
11. | Bevestig de scharnieras van het rempedaal (19), het rempedaal (16) en de gaffelpen van de voetsteun (21) aan de rempedaalsteun (18) met behulp van de lange Torx-schroef (23). Haal de schroef aan tot 44–47 N·m (32–35 ft-lbs). | |
12. | Steek een sleutel rondom de platte delen van de hoofdcilinderzuiger en draai de zuiger op de remstang totdat het rempedaal zover omhoog komt dat de juiste hoek voor de bestuurder is bereikt, waarbij ten minste de helft van de beschikbare schroefdraden op de remstang wordt gebruikt. Draai de tegenmoer vast tegen de hoofdcilinderzuiger. | |
13. | Bevestig het rempedaalrubber (15) aan het rempedaal (16) met behulp van de borgmoer (17). Haal de moer aan tot 6–9 N·m (50–80 in-lbs). | |
14. | Bevestig de standaard voetsteun aan de gaffelpen van de voetsteun (21) met behulp van de standaard bevestigingsmiddelen uit stap 1. | |
WAARSCHUWING Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a) | ||
15. | Sluit de accukabels aan, de pluskabel (+) eerst. | |
WAARSCHUWING Na het verrichten van onderhoud aan de remmen en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer 'gepompt' te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00279a) WAARSCHUWING Remmen zijn van cruciaal belang voor de veiligheid. Neem contact op met een Harley-Davidson-dealer indien de remmen moeten worden gerepareerd of vervangen. Remmen waaraan niet het juiste onderhoud is uitgevoerd, kunnen de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00054a) | ||
16. | Controleer of de remmen goed werken voordat u de motorfiets gebruikt. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Schakelstang | 34887-06 |
2 | Onderlegring, 5/16 x 11/16 x 1/16 inch | 6702 |
3 | Dopmoer, 5/16-18 borgmoer | 7736 |
4 | Schakelpedaal en -as (nieuw) | 33789-06 |
5 | Veerring | 34625-90 |
6 | Schakelpedaal | 33883-06 |
7 | Schakelpedaalsteun | 33695-03 |
8 | Gatafdekplug (4) | 740 |
9 | Primaire gatafdekplug | 90357-89 |
10 | Torx-schroef, 3/16-18 x 1,0 inch (4) | 4059 |
11 | Afdichtbevestigingen (5) | 5-786A |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set
inbegrepen: | ||
A | Schakelpedaal | Alleen verwijzing |
B | Onderlegring | Alleen verwijzing |
C | Bout | Alleen verwijzing |
D | Voetsteun (linkerzijde) | Alleen verwijzing |
E | Afdekking van primaire kettingkast | Alleen verwijzing |
F | Behuizing van primaire kettingkast | Alleen verwijzing |
G | Primaire dekselgat | Alleen verwijzing |
H | Schakelpedaal en -as (oud) | Alleen verwijzing |
I | Framesteun van de frontbesturing | Alleen verwijzing |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer | Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer | |
---|---|---|---|---|---|---|
15 | Rempedaalrubber | 42532-82 | 21 | Gaffelpen voetsteun | 42664-03 | |
16 | Rempedaal | 42542-03 | 22 | Onderlegring, 1/4 x 7/16 x 1/16 inch | 6099 | |
17 | Borgmoer, 1/4-20 | 7742 | 23 | Torx-schroef, 3/8-16 x 2-3/4 | 4339A | |
18 | Rempedaalsteun | 33697-03A | 24 | Gaffelpen | 42460-80B | |
19 | Scharnieras rempedaal | 42665-03 | 25 | Remstang | 41955-03A | |
20 | Splitpen | 515 | 26 | Tegenmoer, 5/16-24 | 7744 |