Beschrijving | Onderdeelnummer |
---|---|
Afstandsstukset | 25285-08 |
Nokkenasserviceset | 17045-99D |
Bevestigingsset voor aandrijftandwiel | 25533-99A |
Nokkenasaandrijftandwiel met gleuf
| 25716-99 |
Olieregelingsset nokkenassteunplaat
| 94667-00 |
1. | ALLE modellen: Zie Afbeelding 1. Haal de nieuwe rollagerset voor de achterste nokkenas (H-D onderdeelnr. 8983) uit de nokkenasserviceset (onderdeelnr. 17045-99D, afzonderlijk verkrijgbaar) en installeer deze zoals wordt aangegeven in stap 2. OPMERKING Zie Afbeelding 2. Als er niet genoeg van de gleufas blootligt om het tandwiel te kunnen plaatsen, plaatst u het afstandsstuk (4) niet en gaat u verder naar stap 2e. Wanneer de binnenste loopring in het gefreesde gedeelte komt, verwijdert u de flensbout (5), de platte onderlegring (6) en het tandwiel en monteert u het geheel inclusief het afstandsstuk (4). Herhaal stap 2e om de binnenste loopring van het lager volledig te plaatsen. |
Afbeelding 1. Nokkenaslagers
Afbeelding 2. Plaats de binnenste loopring van het lager met de O-ring en drukring met behulp van het nokkenasaandrijftandwiel | ||||||||||||||||||||||||
MEDEDELING Om de drukring te centreren, moet u zorgen dat de O-ring in de ontlastgroef wordt geplaatst. De lagerkooi en motor kunnen beschadigd raken als de drukring niet wordt gecentreerd. (00473d) | ||||||||||||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Plaats de O-ring (5), drukring (4) en de binnenste loopring van het lager (3) als volgt op de achterste nokkenas: a. Zie Afbeelding 2. Om de drukring (2) op de juiste plaats te krijgen plaatst u de O-ring (3) in de schuurontlastgroef in het gleufeinde van de achterste nokkenas tussen het gefreesde gedeelte en het tandwiel van de secundaire nokkenas. Zorg dat u de O-ring niet uitrekt of breekt, want de O-ring is niet afzonderlijk verkrijgbaar en bij beschadiging ervan moet een nieuwe rollagerset voor de achterste nokkenas worden aangeschaft. b. Schuif de drukring omlaag over de achterste nokkenas totdat deze is gecentreerd op de O-ring in de schuurontlastgroef. c. Schuif de binnenste loopring (1) van het lager omlaag over de achterste nokkenas totdat deze in contact komt met de kraag van het gefreesde gebied. d. Plaats het afstandsstuk (4) van het tandwiel van de hoofdnokkenas en het tandwiel op de nokkenas, en bevestig deze met de dikkere platte onderlegring (6) en de lange flensbout (5) uit de bevestigingsset voor het aandrijftandwiel (onderdeelnr. 25533-99A, afzonderlijk verkrijgbaar). e. Wikkel een schone werkplaatsdoek om de nokkenas om een stevige grip te krijgen en om uw hand te beschermen tegen de scherpe randen van het tandwiel. Haal de flensbout aan totdat de binnenste loopring van het lager stevig contact maakt met de drukring (2). f. Controleer of de drukring op zijn plaats vastzit en niet kan worden gedraaid. Plaats de as indien nodig tussen messing klauwopzetstukken in een bankschroef en haal de flensbout verder aan totdat het gewenste resultaat wordt verkregen. g. Verwijder de flensbout, de platte onderlegring, het tandwiel en het afstandsstuk. OPMERKING Zie Afbeelding 1. De lagers van de voorste en achterste nokkenas zijn niet onderling verwisselbaar. Het achterste lager is een rollager en het voorste lager is een kogellager. De lagers kunnen lagers zijn die moeten worden ingedrukt en een losse passing hebben. Reinig indien nodig voorafgaand aan de plaatsing de buitenkant van het lager en breng Loctite 243 – blauw aan. Wees voorzichtig om te voorkomen dat er wat van het middel op de rollen of binnenkant van het lager komt. | |||||||||||||||||||||||||
3. | Alleen voor Touring- en Dyna-modellen van 1999: Plaats de olieregelingsset voor de nokkenassteunplaat (onderdeelnr. 94667-00, afzonderlijk verkrijgbaar) in de steunplaat van de staafstalen nokkenas nadat u de carterversie hebt gecontroleerd volgens de instructies in DIE set. | |||||||||||||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 1. Plaats het nieuwe kogellager voor de voorste nokkenas (6) en het rollager voor de achterste nokkenas (1) als volgt in de nokkenassteunplaat: a. Zie Afbeelding 3. Pak het (DE)MONTAGEGEREEDSCHAP NOKKENAS/NOKKENASLAGER (onderdeelnr. HD-43644). b. Leg de nokkenassteunplaat met de zijde van de ketting van de secundaire nokkenas omhoog gericht zodanig op het steunblok (1) dat de buitenste loopringen van het lager goed worden ondersteund. Eén hoek van het steunblok is geprofileerd om plaats te bieden aan de kettinggeleiderblokken die gegoten zijn in de voorkant van de steunplaat. c. Centreer het nieuwe lager op de lagerboring met de letters omhoog gericht. Schuif de geleideas van de lagerdrijver (3) door het lager en in het gat van het steunblok. d. Zie Afbeelding 4. Centreer de lagerdrijver (1) onder de persram. Druk op de drijver totdat het lager (2) stevig contact maakt met het verzonken gat in de nokkenassteunplaat (3). e. Herhaal de procedure om het tweede lager te plaatsen. | |||||||||||||||||||||||||
5. | Breng Loctite 243 – blauw aan op de schroefdraden van de vier bouten van de lagerborgplaat. Bevestig de lagerborgplaat aan de nokkenassteunplaat. Haal de bouten in een kruislings patroon aan tot 2,3–3,4 N·m (20–30 in-lbs). Alleen voor modellen van 2004 en eerder: Controleer of het gat in de borgplaat goed is uitgelijnd met de smering van de ketting van de secundaire nokkenas. |
Afbeelding 3. (De)montagegereedschap nokkenas en nokkenaslager
Afbeelding 4. Drukken van de lagers in de nokkenassteunplaat | ||||||||||||||||||||||||
6. | Leg de nokkenassteunplaat terug op het steunblok als u deze hebt verwijderd. Het blok ondersteunt de binnenste loopringen van de lagers terwijl de nokkenassen worden geplaatst. | |||||||||||||||||||||||||
7. | Zie Afbeelding 5. Breng de ponsmarkeringen op de tanden van de tandwielen (buitenoppervlakken) van de secundaire nokkenas op één lijn. Markeer met een kleurenmarkeerstift zorgvuldig de locaties van de ponsmarkeringen aan de binnenkant van de tandwieltanden. Deze markeringen dienen als hulpmiddel om de nokkenassen uit te lijnen wanneer deze in de lagers worden gedrukt. |
Afbeelding 5. Op één lijn brengen van de ponsmarkeringen op de tandwielen van de nokkenas. | ||||||||||||||||||||||||
8. | Leg de ketting van de secundaire nokkenas om de tandwielen van zowel de voorste als achterste nokkenas. Om de oorspronkelijke draairichting te behouden, moeten bij demontage de aangebrachte kleurmarkeringen op de kettingschakels in tegenovergestelde richting wijzen van de nokkenassteunplaat dan bij montage. | |||||||||||||||||||||||||
9. | Plaats de nokkenassen op de tegenoverliggende uiteinden van de kettingen en controleer daarna of de kleurmarkeringen aan de binnenkant van de tandwieltanden op één lijn liggen. OPMERKING Verwissel de nokkenassen niet bij het indrukken. De achterste nokkenas, te herkennen aan de gleufas, moet in het rollager aan de achterkant van de nokkenassteunplaat worden gedrukt. | |||||||||||||||||||||||||
10. | Houd de nokkenassen op hun plaats op de ketting met de kleurmarkeringen op één lijn en plaats de tandwieluiteinden van de nokkenassen in de lagers. | |||||||||||||||||||||||||
11. | Plaats de kom van de nokkenasdrijver ( Afbeelding 3 , item 2) alleen op het uiteinde van de voorste nokkenas. | |||||||||||||||||||||||||
MEDEDELING Houd tijdens het indrukken de geleider van de kettingspanner uit de buurt van de ketting om beschadiging van de kettingspanner te voorkomen. (00474b) | ||||||||||||||||||||||||||
12. | Centreer het uiteinde van de voorste nokkenas onder de ram en druk deze daarna langzaam een klein stukje in het lager. | |||||||||||||||||||||||||
MEDEDELING Zorg dat de achterste nokkenas tijdens het indrukken is uitgelijnd. Door een verkeerde uitlijning kan de binnenste loopring vastlopen op de lagerrollen waardoor het lager beschadigd kan raken. (00475b) | ||||||||||||||||||||||||||
13. | Oefen langzaam druk uit op de drijver op de voorste nokkenas, terwijl u de achterste nokkenas indien nodig heen en weer beweegt om de binnenste loopring tussen de lagerrollers te begeleiden. | |||||||||||||||||||||||||
14. | Wanneer de binnenste loopring op de achterste nokkenas een klein stukje in het rollager zit, oefent u druk uit op de drijver totdat de voorste nokkenas er volledig in zit. Indien nodig blijft u met een vinger op de achterste nokkenas drukken om ervoor te zorgen dat de eenheid haaks blijft en de binnenste loopring naar de geplaatste positie in het rollager beweegt. | |||||||||||||||||||||||||
15. | Zie de servicehandleiding en plaats een liniaal langs de ponsmarkering om te controleren of de timing van de nokkenassen goed op elkaar zijn afgesteld. | |||||||||||||||||||||||||
16. | Plaats de nieuwe sluitring in de groef aan het einde van de voorste nokkenas. | |||||||||||||||||||||||||
17. | Zie Afbeelding 6. Zorg dat de kettingspanners van de primaire en secundaire nokkenas worden gemonteerd zoals afgebeeld. Zijn deze niet correct gemonteerd, dan zullen de spanners niet goed functioneren. Monteer de kettingspanner voor de secundaire nokkenas. Haal de bevestigingen aan tot 10,2–13,6 N·m (90–120 in-lbs). Verwijder de borgklem van de kettingspanner. OPMERKING Vervang de oorspronkelijke O-ring tussen de nokkenassteunplaat en de krukas met de nieuwe O-ring (onderdeelnr. 11301) uit de nokkenasserviceset (onderdeelnr. 17045-99D, afzonderlijk verkrijgbaar). | |||||||||||||||||||||||||
18. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het installeren van de nokkenassteunplaat met de nieuwe oliepomp uit de set in plaats van met de oorspronkelijke oliepomp. | |||||||||||||||||||||||||
19. | Breng een dun laagje schone motorolie aan in de gleuven van de achterste nokkenas. |
Afbeelding 6. Primaire en secundaire nokkenaskettingspanners | ||||||||||||||||||||||||
20. | Plaats het tandwiel met gleuf op de achterste nokkenas. Alleen bij 1999 en 2000 Dyna-, 2000 Softail-, 1999 en 2000 Touring- en
2001 EFI Touring-modellen: Bij deze motorfietsen worden de oorspronkelijke stijl ketting en tandwielen van de hoofdnokkenas bij de nokkenaspositiesensor gebruikt. De rolkettingen en de tandwielen in DEZE set moeten worden weggegooid. Zie de servicehandleiding om het oorspronkelijke tandwiel met gleuf (onderdeelnr. 25716-99) en het afstandsstuk op de achterste nokkenas te installeren. Alleen voor 2001 t/m 2005 Dyna-, 2001 t/m 2006 Softail-, 2002 t/m 2006
Touring- en 2001 Touring-modellen met carburateur: Deze motorfietsen gebruiken de rolkettingen en tandwielen uit DEZE set. De nieuwe tandwielnokkenas van de rolketting vereist een dikker afstandsstuk. De afstandsstukset (onderdeelnr. 25285-08, afzonderlijk verkrijgbaar) bevat afstandsstukken van een juiste dikte. Selecteer een nieuw afstandsstuk die 0,508 mm (0.020 in) dikker is dan de originele voor een eerste beoordeling van de kettinguitlijning met de gegevens uit de diktetabel in de instructies die met de afstandsstukset zijn meegeleverd. OPMERKING Zie de servicehandleiding en controleer de uitlijning van de ponsmarkeringen van de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas. Controleer de uitlijning bij tandwielvlakken van de krukas en de hoofdnokkenas. Gebruik afstandsstukken uit de afstandsstukset (onderdeelnr. 25285-08) om de uitlijning op ±0,254 mm (0.010 in) te houden. | |||||||||||||||||||||||||
21. | Installeer de juiste stijl ketting van de hoofdnokkenas, zoals bij stap 20 wordt aangegeven. Zie Afbeelding 7. | |||||||||||||||||||||||||
22. | Installeer de primaire hydraulische spanner (6). Haal de bevestigingen aan tot 10,2–13,6 N·m (90–120 in-lbs). Verwijder de borgklem van de kettingspanner. |
Afbeelding 7. Nokkenassteunplaat | ||||||||||||||||||||||||
23. | Gebruik de nieuwe flensbout van het nokkenasaandrijftandwiel en de onderlegring (2), en de nieuwe krukasflensbout en platte onderlegring (4) uit de bevestigingsset voor het aandrijftandwiel (onderdeelnr. 25533-99A), dat afzonderlijk verkrijgbaar is. | |||||||||||||||||||||||||
WAARSCHUWING Gebruik een draadborgmiddel om de klembelasting op de flensbout te behouden. Een loszittende flensbout kan motorstoring veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. (00476c) | ||||||||||||||||||||||||||
24. | Installeer de nieuwe flensbouten en onderlegringen als volgt: a. Zorg dat de schroefdraden van de bout en onderlegring schoon en olievrij zijn en breng daarna Loctite 7649 reinigingsmiddel/primer op de schroefdraden aan. b. Breng Loctite 262 – rood aan op de flensboutschroefdraden. c. Breng een dun laagje schone motorolie aan op beide kanten van de platte onderlegringen. d. Draai de kleinere flensbout met platte onderlegring enkele slagen in om het tandwiel van de krukas aan het uiteinde van de krukas te bevestigen. e. Draai de grotere flensbout met platte onderlegring enkele slagen in om het tandwiel van de hoofdnokkenas aan het uiteinde van de hoofdnokkenas te bevestigen. f. Zorg voor het juiste blokkeergereedschap voor de toepassing: Bij 1999 en 2000 Dyna-, 2000 Softail-, 1999 en 2000 Touring- en 2001
EFI Touring-modellen: BLOKKEERGEREEDSCHAP TANDWIEL KRUKAS/NOKKENAS (onderdeelnr. HD-42314). Bij 2001 t/m 2005 Dyna-, 2001 t/m 2006 Softail-, 2002 t/m 2006
Touring- en 2001 Touring-modellen met carburateur: BLOKKEERGEREEDSCHAP VOOR DE NOKKENAS (HD-47941). ALLE modellen: Plaats het gereedschap tussen de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas om rotatie te voorkomen. Het handvat van het gereedschap wordt bedrukt met 'CRANK' (krukas) en 'CAM' (nokkenas) om de juiste stand aan te geven. g. Draai de flensbouten van de tandwielen van de krukas en de hoofdnokkenas aan tot de 20,3 N·m (15 ft-lbs). h. Draai elke flensbout één volledige slag los. i. Draai de flensbout van de krukas aan tot het uiteindelijke aanhaalmoment van de 32,5 N·m (24 ft-lbs). j. Draai de flensbout van het tandwiel van de hoofdnokkenas aan tot het uiteindelijke aanhaalmoment van de 46 N·m (34 ft-lbs). k. Verwijder het blokkeergereedschap van het tandwiel. OPMERKING Vervang de oorspronkelijke pakking van het nokkenasdeksel met de nieuwe pakking uit de nokkenasserviceset (onderdeelnr. 17045-99D, afzonderlijk verkrijgbaar). | |||||||||||||||||||||||||
25. | Raadpleeg de servicehandleiding voor het plaatsen van het nokkenasdeksel. OPMERKING Controleer of de contactsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat voordat u de accukabels aansluit. | |||||||||||||||||||||||||
WAARSCHUWING Sluit eerst de pluskabel (+) van de accu aan. Mocht de pluskabel (+) in contact komen met massa terwijl de minkabel (-) nog is aangesloten, dan kan de accu door de vonken die dan ontstaan, exploderen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00068a) | ||||||||||||||||||||||||||
26. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het aansluiten van de accukabels (de pluskabel eerst). Breng een dunne laag Harley-Davidson smeermiddel voor elektrische contacten (onderdeelnr. 99861-02), vaseline of corrosiewerend middel aan op de accupolen. | |||||||||||||||||||||||||
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||||||||||||||||||||||||||
27. | Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het bevestigen van het zadel. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Nokkenasplaat, hybride (bevat items 2 t/m 5) | 25400022 |
2 |
| 26400-82 B |
3 |
| 26210-99 |
4 |
| 601 |
5 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
6 | Lagerborgplaat | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
7 | Bout, zelftappend (4) | 68042-99 |
8 | Kettingspanner, aandrijfketting hoofdnokkenas | 39968-06 |
9 | Bout, bolkop, TORX (2) | 940 |
10 | Kettingspanner, aandrijfketting secundaire nokkenas | 39969-06 |
11 | Bout, inbus (2) | 4740A |
12 | Oliepomp (bevat items 13 t/m 18) | 26037-06 |
13 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
14 |
| 8873 |
15 |
| 26278-06 |
16 |
| 26281-06 |
17 |
| 26282-06 |
18 |
| 40323-00 |
19 | Primaire aandrijvingsset (bevat items 20 t/m 27) | 25585-06 |
20 |
| 25728-06 |
21 |
| 25673-06 |
22 |
| 25675-06 |
23 |
| 25566-06 |
24 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
25 |
| 6294 |
26 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
27 |
| Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen: | ||
A | Afstandsstuk, uitlijning tandwiel nokkenasaandrijving (uit afstandsstukset, afzonderlijk verkrijgbaar) |