1 | Inbusbout (4) |
2 | Eindkap |
3 | Uitlaat |
1. | Zie Afbeelding 1. Monteer de bevestigingsring op de uitlaat met behulp van de vier inbusbouten. Haal aan tot 9,3–9,7 N·m (82–86 in-lbs). | |
2. | Herhaal dit voor de tegenoverliggende uitlaat. |
1 | Bevestigingsring |
2 | U-moer (3) |
3 | Inbusbout (4) |
4 | Verzonken bouten (3) |
5 | Eindkap |
1. | Zie Afbeelding 2. Schuif de drie U-moeren op de pasbussen van de bevestigingsring van de eindkappen op de uitlaat. | |
2. | Bevestig de bevestigingsring aan de uitlaat met behulp van de vier inbusdopbouten. Draai de bevestigingsring zo dat hij in de juiste stand staat voor de montage van uw specifieke type eindkap. Haal aan tot 9,3–9,7 N·m (82–86 in-lbs). | |
3. | Schuif de eindkap op het uitlaathuis. Zorg er daarbij voor dat de gaten in de eindkap zijn uitgelijnd met de U-moeren. | |
4. | Plaats de drie verzonken bouten en haal deze stevig aan. | |
5. | Herhaal dit voor de tegenoverliggende uitlaat. | |
MEDEDELING Veeg, na de installatie en voordat u de motor start, alle vingerafdrukken van de onderdelen van het uitlaatsysteem. Olie van uw handen kan permanente afdrukken op de laklaag van het uitlaatsysteem achterlaten. (00346a) | ||
6. | Veeg vingerafdrukken, olie en vuil van de eindkap en de demper. | |
7. | Plaats de demper volgens het instructieblad dat met de demper of de uitlaatsysteemset meegeleverd is. |