1. | Zie Afbeelding 3. Verwijder de sluitring (4) uit de groef in de draaipen (A). | |||||||||||
WAARSCHUWING Houd uw vingers niet tussen de handhendel en de handgreep. Indien u uw hand verkeerd plaatst, dan kan het zijn dat u de hendel niet goed kunt bedienen. Dit betekent dat u de controle over de motor kunt verliezen, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00032a) | ||||||||||||
2. | Plaats een 4 mm (5/32 in) dik inzetstuk tussen de remhendel en de hendelsteun. OPMERKING Daarvoor kunt u een stukje golfkarton of het oog van een normale kabelbinder gebruiken. Zie Afbeelding 1. | |||||||||||
3. | Zie Afbeelding 3. Draai de klembouten van de hoofdremcilinder los. Draai de hoofdcilinder iets naar voren en schuif deze dan naar het midden van het stuur. | |||||||||||
4. | Verwijder de draaipen (A) en de standaard (OE) remhendel. Bewaar de draaipen voor latere montage. | |||||||||||
5. | Breng een kleine hoeveelheid GM-40M vet (H-D onderdeelnr. 42820-04) aan op de plaats waar de drukstift van de hoofdcilinder tegen de remhendel aan ligt. Breng GEEN vet aan op het contactoppervlak van de remlichtschakelaar van de hendel. Zie Afbeelding 2. Lijn het gat in de remhendel uit met het gat in de hoofdcilinderbeugel. Schuif vanaf de bovenkant de draaipen door de steun en de hendel. Zorg ervoor dat de drukstift (1) goed in het komvormige lipje (2) op de hendel zit. |
Afbeelding 1. Bescherm de remlichtschakelaar
Afbeelding 2. Drukstift hoofdcilinder en lipje remhendel | ||||||||||
6. | Zie Afbeelding 3. Plaats de draaipen (A) die u in stap 4 hebt verwijderd en een sluitring (4) uit de set. Vervang het inzetstuk zoals getoond in Afbeelding 1. | |||||||||||
7. | Schuif de hoofdremcilinder weer terug op zijn plaats. Haal de klembouten aan tot 7,9–9 N·m (70–80 in-lbs). | |||||||||||
8. | Verwijder het inzetstuk tussen de remhendel en de steun. Controleer of de voorrem goed werkt. Er mag geen speling in de handhendel zijn. Een geringe voorbelasting is toelaatbaar. | |||||||||||
WAARSCHUWING Controleer of het ontluchtingsgaatje van de hoofdremcilinder niet geblokkeerd is. Als het ontluchtingsgaatje geblokkeerd is, kunnen de remmen gaan slepen of vergrendelen en kunt u de controle over de motorfiets verliezen, waardoor ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. (00317a) | ||||||||||||
9. | Verwijder het hoofdcilinderreservoirdeksel om de juiste werking van het ontluchtingsgaatje te controleren. Knijp de remhendel in. Als alle interne componenten goed werken, zal er een klein beetje vloeistof door het vloeistofoppervlak in het reservoir omhoogkomen. | |||||||||||
10. | Monteer het hoofdcilinderdeksel. | |||||||||||
11. | Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motor niet. Knijp de voorremhendel in om de werking van het remlicht te controleren. |
Set | Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|---|
Set 34648-07 Gesleufd, chroom Handhendels | 1 | Remhendel (gesleufd, chroom) | 42916-06 |
2 | Koppelingshendel (gesleufd, chroom) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
Set 42275-07 Zwarte handhendels | 1 | Remhendel (zwart) | 42276-06 |
2 | Koppelingshendel (zwart) | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
Gezamenlijke onderdelen in ALLE sets | 3 | Bus, koppelingshendel | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
4 | Sluitring, remhendel | 11605 | |
5 | Sluitring, koppelingshendel | 11605 | |
Items genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen: | |||
A | Draaipen, rem | ||
B | Draaipen, koppeling | ||
C | Rol | ||
D | Busdoppen |