1 | Schroefklauw |
2 | Beschermrubber |
3 | Kunststofknop |
1. | Haal een nieuwe demperbuis (2) uit de set en plaats de terugslagveer (D) over het onderste uiteinde. | |
2. | Schuif, met de slijtagering aan de bovenkant, de nieuwe demperbuis zodanig in de bovenste voorvorkpoot dat het buisuiteinde door het gat aan de onderkant van de bovenste voorvorkpoot (E) valt. Plaats de onderste aanslag (J) aan het onderste uiteinde van de demperbuis. | |
3. | Plaats de onderste voorvorkpoot (L) in de bovenste voorvorkpoothouder. Inspecteer de bus (K) (45866-84) en vervang indien nodig. Plaats de bus op de bovenste voorvorkpoot (E), indien deze eerder verwijderd werd. Schuif de bovenste voorvorkpoot in de onderste voorvorkpoot. OPMERKING Zorg ervoor dat de voorvorkveer wordt gemonteerd met het compacte gedeelte van de windingen naar de onderkant. | |
4. | Haal de nieuwe voorvorkveer (1) uit de set. Plaats de nieuwe voorvorkveer in de bovenste voorvorkpoot. | |
5. | Verwijder de voorvork uit de bovenste voorvorkpoothouder. | |
6. | Leg een werkplaatsdoek op de vloer, draai de voorvork ondersteboven en druk het uiteinde van de veer tegen de doek. | Afbeelding 2. Oliekeerring-/busgereedschap van de voorvork (HD-34634) Afbeelding 3. Monteren van de voorvorkoliekeerring |
7. | Bevestig de nieuwe schroef met de koperen pletring (O) (45405-75A, niet meegeleverd). Schuif de schroef door het gat aan de onderkant van de onderste voorvorkpoot en vervolgens in het uiteinde van de demperbuis. | |
8. | Druk de veer in om verdraaiing van de demperbuis te voorkomen en haal de schroef vervolgens aan tot 15–25 N·m (11–18 ft-lbs). | |
9. | Plaats de voorvorkpoot opnieuw in de voorvorkpoothouder en klem deze rondom de onderste voorvorkpoot. | |
10. | Pak, indien nodig, een nieuwe onderste voorvorkpootbus (I) (45940-84, niet meegeleverd). Smeer de binnendiameter van de onderste voorvorkpootbus in met schone vorkolie. Schuif de onderste voorvorkpootbus (I) omlaag in de bovenste voorvorkpoot. | |
11. | Schuif het afstandsstuk van de keerring (H) omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met de onderste voorvorkpootbus. Zorg ervoor dat het flensoppervlak van het afstandsstuk van de keerring naar boven wijst. | |
12. | Pak de nieuwe voorvorkoliekeerring (G) (45875-84A, niet meegeleverd). Smeer de binnendiameter van de voorvorkoliekeerring in met schone vorkolie. Schuif, met de lipjeschroefveerkant naar beneden gericht (naar de onderste voorvorkpoot), de oliekeerring omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met het afstandsstuk (H) van de onderste voorvorkpoot. | |
13. | Zie Afbeelding 2. Pak het INSTALLATIEGEREEDSCHAP VOOR DE VOORVORKOLIEKEERRING (HD-34634) en ga als volgt te werk: a. Schuif het installatiegereedschap voor de voorvorkoliekeerring omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met de voorvorkoliekeerring. b. Zie Afbeelding 3. Beweeg, terwijl u het gereedschap als een slaghamer gebruikt, de voorvorkoliekeerring (met afstandsstuk en geleidebus) omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat de sluitringgroef zichtbaar is in de binnendiameter van de onderste voorvorkpoot. c. Zie Afbeelding 6. Schuif de sluitring (F) omlaag in de bovenste voorvorkpoot totdat deze contact maakt met de voorvorkoliekeerring. Plaats de sluitring in de groef van de onderste voorvorkpoot. Spreid de sluitring niet en rek deze niet uit als u de bovenste voorvorkpoot bevestigt, omdat de ring anders kan worden verbogen of vervormd. | |
14. | Verwijder de voorvorkveer uit de bovenste voorvorkpoot. | |
15. | Klem, met de bovenste voorvorkpoot ondersteboven, de onderste voorvorkpoot (niet de bovenste voorvorkpoot) in de bovenste voorvorkpoothouder. OPMERKING Draai de nieuwe aftapschroef, indien deze eerder werd verwijderd, in de onderkant van de onderste voorvorkpoot. Haal de schroef aan tot 8–11 N·m (72–96 in-lbs). | |
16. | Giet 375 mL Harley-Davidson type E vorkolie in de bovenste voorvorkpoot. | |
17. | Pomp de bovenste voorvorkpoot 10 keer om het systeem te ontluchten. | Afbeelding 4. Voorvorkoliepeilmeter (HD-59000B) Afbeelding 5. Verwijderen van de overtollige vorkolie |
18. | Stel het voorvorkoliepeil af op 161 mm (6,34 in) van de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot als de bovenste voorvorkpoot is ingedrukt en de hoofdveer is verwijderd. Ga als volgt te werk: a. Zie Afbeelding 4. Pak de VOORVORKOLIEPEILMETER (HD-59000B). b. Draai de duimschroef van de metalen ring los en beweeg het omhoog of omlaag langs de stang totdat de onderkant van de ring zich op 161 mm (6,34 in) van de onderkant van de stang bevindt. Draai de duimschroef vast. c. Druk de hendel op de cilinder helemaal in. d. Zie Afbeelding 5. Steek de stang in de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot totdat de metalen ring vlak op de bovenkant van de bovenste voorvorkpoot ligt. e. Trek de hendel naar buiten om voorvorkolie uit de bovenste voorvorkpoot te zuigen. Let op de voorvorkolie in de transparante buis als het in de cilinder wordt gezogen. f. Verwijder de stang uit de bovenste voorvorkpoot. Druk de hendel in de cilinder om overtollige vorkolie in een geschikte opvangbak te laten lopen. g. Herhaal, indien nodig, stap 18(c) t/m 18(f). Het oliepeil is correct als zichtbaar is dat er geen vorkolie meer uit de transparante buis wordt gezogen. | |
19. | Plaats de voorvorkveer in de bovenste voorvorkpoot met het compacte uiteinde naar beneden. OPMERKING Draai de O-ring NIET te strak aan omdat deze anders kan worden beschadigd. | |
20. | Plaats de nieuwe O-ring (C) (45845-77, niet meegeleverd) op de bovenste voorvorkpootplug (B). Druk de voorvorkveer in met het uiteinde van de bovenste voorvorkpootplug en draai de bovenste voorvorkpootplug in de bovenste voorvorkpoot. Haal de bovenste voorvorkpootplug aan tot 30–79 N·m (22–59 ft-lbs). | |
21. | Plaats een nieuwe vierkante keerring (4) (45733-48) op de voorvorkkapbout. Draai de voorvorkkapbout (A) vast in de bovenste voorvorkpootplug om te voorkomen dat voorvorkolie weglekt tijdens de procedure. | |
22. | Bevestig de askap (S), platte onderlegringen (P), borgringen (Q) en moeren (R) losjes op de tapeinden aan het uiteinde van de onderste voorvorkpoot. | |
23. | Herhaal stap 1 t/m 21 voor de linker voorvorkpoot. |
1. | Verwijder de voorvorkkapbout uit de voorvork. | |
2. | Raadpleeg de betreffende servicehandleiding en bevestig de voorvork aan de motorfiets. | |
WAARSCHUWING Telkens na het installeren van een wiel en alvorens met de motorfiets te gaan rijden, dienen de remmen een paar keer ingeknepen te worden om druk in het remsysteem op te bouwen. Onvoldoende remdruk kan de remwerking negatief beïnvloeden, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00284a) | ||
3. | Knijp de handremmen een paar keer in voordat u met de proefrit begint. | |
4. | Maak een proefrit met de motor om te controleren of de voorvork goed schuift en naar zijn plaats terugkeert. |
Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Voorvorkveer (2) | 46100-05 |
2 | Demperbuis (2) | 45796-05 |
3 | Ring, demperbuis (2) (meegeleverd met item 2, demperbuis) | 45859-77A |
4 | Vierkante keerring (2) | 45733-48 |
Item | Beschrijving (aantal) | Item | Beschrijving (aantal) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
A | Voorvorkkapbout | K | Bus | |||
B | Voorvorkpootplug | L | Voorvorkpoot, onderste | |||
C | O-ring | M | Afstandsstuk | |||
D | Terugslagveer | N | Aftapschroef | |||
E | Bovenste voorvorkpoot | O | Schroef met onderlegring | |||
F | Sluitring | P | Onderlegring | |||
G | Oliekeerring | Q | Borgring | |||
H | Afstandsstuk, keerring | R | Moer | |||
I | Bus, onderste voorvorkpoot | S | Askap | |||
J | Aanslag, olie | |||||
Raadpleeg de betreffende onderdelencatalogus voor
een volledige lijst van service-onderdeelnummers voor de
voorvork. |