1. | Verwijder de schakelpedaalpen van het oorspronkelijke hielschakelpedaal als deze hergebruikt wordt. | |
2. | Verwijder het oorspronkelijke hielschakelpedaal of de schakelasafdekking. Bewaar de zeskantinbusbout. |
1. | Zie Afbeelding 1. Plaats het nieuwe hielschakelpedaal in zo'n positie dat de schroefinkeping in de gewenste hoek naar beneden wijst. OPMERKING Afhankelijk van het model motorfiets wordt het standaard hielschakelpedaal van boven of van onder af gemonteerd. Monteer een nieuw hielschakelpedaal zodat de montagebouten via de onderkant gemonteerd moeten worden. | |
2. | Schuif het pedaal in de getande schakelpedaalas, met de opening voor de bout uitgelijnd met de asinkeping. | |
3. | Breng Loctite 243 (blauw) aan op de bouten die eerder verwijderd waren.LOCTITE 243 GEMIDDELDE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (BLAUW) (99642-97) | |
4. | Plaats de bouten in de verzinkingsgaten. Aanhalen. Koppel: 32–35 N·m (24–26 ft-lbs) inbusbout OPMERKING Zorg ervoor dat het hielschakelpedaal volledig op de schakelpedaalas gemonteerd is en dat de toegepaste koppel de grenswaarden raakt, maar niet overschrijdt, voor een juiste montage. | |
5. | Breng Loctite 243 (blauw) aan op de schakelpedaalboutbedrading indien u gebruik maakt van de oorspronkelijke schakelpedaalpennen.LOCTITE 243 GEMIDDELDE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (BLAUW) (99642-97) | |
6. | Monteer de schakelpedaalpen aan de nieuwe schakelpedalen. Aanhalen. Koppel: 11–16,4 N·m (97–145 in-lbs) Schakelpedaalbout | |
7. | Controleer of het schakelpedaal correct werkt en nergens tegenaan komt. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Hendel, hielschakelpedaal | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Scharnierpen, hielschakelpedaal | 33897-07 |
3 | Veer | 33085-74 |
4 | Kogel | 8861 |
5 | Gaffelpen | 33806-08 |
6 | Sluitring | 11665 |