REMLICHT/ACHTERLICHT/RICHTINGAANWIJZER- EN KENTEKENPLAATVERPLAATSINGSSET, XL-MODELLEN
J048112015-04-14
ALGEMEEN
Setnummer
73279-10
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie, raadpleegt u de P&A-catalogus of het gedeelte Parts and Accessories (onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
Vereiste aanvullende onderdelen
Deze set is nodig om zadeltassets op specifieke modellen motorfietsen te kunnen monteren. Raadpleeg de P&A-catalogus of de rubriek Onderdelen en Accessoires op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig) voor beschikbare zadeltassets, modelgerelateerde informatie en vereiste aanvullende onderdelen.
Vereiste gereedschappen en materialen
De hulp van een assistent is nodig bij sommige van de verwijderings- en montageprocedures.
De montage van deze set wordt vergemakkelijkt met gebruik van een stekkerpen (Snap-On® TT600-3 of gelijkwaardig).
Voor een juiste montage van deze set moet Loctite® 271 draadborg- en afdichtmiddel – rood (H-D onderdeelnr. 99671-97) worden gebruikt.
Voor een juiste montage van deze set is smeermiddel voor elektrische contactpunten (H-D onderdeelnr. 99861-02 of gelijkwaardig) nodig.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
Dit instructieblad verwijst naar informatie in de servicehandleiding. Voor de bevestiging is een servicehandleiding voor dit modeljaar/model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
MONTAGE
Voorbereiding
1. Plaats een krik zodanig onder het frame dat de motorfiets rechtop en horizontaal staat.
WAARSCHUWING
Om te voorkomen dat de motorfiets per ongeluk start, met ernstig of dodelijk letsel tot gevolg, moet eerst de hoofdzekering worden verwijderd. (00251b)
2. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen van de hoofdzekering.
3. Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel te verwijderen.
4. Breng de achterzijde van de motorfiets omhoog zodat er geen gewicht meer rust op de schokdempers.
5. Volg de instructies in de servicehandleiding om alleen de onderste schokdemperbevestiging aan weerszijden van de motorfiets los te maken. Bewaar de bevestigingen voor de latere montage.
OPMERKING
Het kan zijn dat de bovenste schokdemperbevestiging verwijderd moet worden voor de montage bij bepaalde zadeltassen. Raadpleeg de instructies die met de zadeltassen meegeleverd zijn voor meer informatie.
6. Til de achterkant van de motorfiets hoger om onder aan het achterspatbord te kunnen komen.
Losnemen van elektrische aansluitingen
  1. Neem de ECM los uit de elektrische caddy zoals aangegeven in de servicehandleiding met de volgende uitzondering:
    1. Het is niet nodig de bedradingsstekker [78B] van de ECM los te nemen. De elektrische stekkers zijn in de servicehandleiding aangegeven met een getal en een letter tussen blokhaken. Leg de ECM voorzichtig naar links om bij de vierpolige stekkers [18] en [19] van de remlichten/achterlichten/richtingaanwijzers (STT) en de tweepolige stekker [40] van de kentekenplaatverlichting aan de onderzijde te kunnen komen.
  2. Identificeer en label de linker en rechter SST-draadboom voor de aansluitingen aan de zijde van de motorfiets.
  3. OPMERKING
    Noteer de bedradingskleuren en de locatie van de aansluitingen in de contacthuizen voordat de aansluitingen aan de lampzijde van de draadboom worden verwijderd.
  4. Verwijder de bedrading en de contactklem uit de STT-stekkers [18B] en [19B]. Neem de draden en de contactklemmen los van het contacthuis [40B] van de kentekenplaatverlichting. Leg de contacthuizen apart voor latere installatie.
Achterspatbord, verlichting en kentekenplaatsteun verwijderen
OPMERKING
Het montageblok, waarop de reflector is gemonteerd, is met dubbelzijdige tape op het achterspatbord bevestigd. Wees voorzichtig tijdens het verwijderen om krassen in de lak te voorkomen.
  1. Verwijder de achterreflector en het montageblok van de onderzijde van het achterspatbord. Verwijder alle lijmresten van de onderzijde van het spatbord.
  2. Verwijder de kentekenplaat van het voertuig (indien aanwezig). Bewaar de plaat en het bevestigingsmateriaal.
  3. OPMERKING
    Let op de locatie en de montagepositie van het bevestigingsmateriaal en bewaar het voor de montage in een later stadium.
  4. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het verwijderen en demonteren van het achterspatbord en de kentekenplaatsteun, met de volgende uitzonderingen:
    1. Het spatbord wordt niet volledig verwijderd van de motorfiets.
    2. Het is niet nodig het achterwiel omhoog te brengen en te verwijderen.
    3. Het is niet nodig de ECM-caddy en het verlengstuk van het achterspatbord te verwijderen. De zadelpen hoeft alleen losgedraaid te worden, niet verwijderd.
  5. Laat een helper het spatbord omhoog of omlaag bewegen om bij de achterste twee klinknagels aan de linkerzijde van de motorfiets te kunnen komen. Boor alleen aan de linkerzijde de klinknagels uit om de steun van de kentekenplaat te verwijderen.
  6. OPMERKING
    Wees voorzichtig bij het losmaken van de bedrading van de kentekenplaatverlichting van de steun en het spatbord.
  7. Verwijder de kentekenplaatverlichting van de kentekenplaatsteun. Bewaar de verlichting. De montagesteun en bouten kunnen weggegooid worden.
Kentekenplaatsteun monteren
  1. Zie Afbeelding 5. Neem de nieuwe kentekenplaatsteun (5), de verlichtingskap (6), de afstandsring (8) en de twee M4-bouten (7) uit de set en de kentekenplaatverlichting (A):
  • Verwijderd van de standaard (OE) kentekenplaatsteun, alleen modellen voor de VS.
  • Moet afzonderlijk worden aangeschaft bij alle andere modellen.
7. Zie Afbeelding 1. Bevestig de verlichting (1), de afstandsring (2) en de kap (3) op de kentekenplaatsteun (5) in de afgebeelde volgorde en zet de bouten (4) stevig vast.
8. Neem de STT-verplaatsingssteun (6), de twee bouten (7) en de twee platte onderlegringen (8) uit de set.
9. Breng een paar druppels Loctite 271 – rood aan op de schone schroefdraad. Bevestig de kentekenplaatsteun zoals afgebeeld op de steun en haal de bouten aan tot 13,6 N·m (120 in-lbs).
OPMERKING
Wanneer een metalen gereedschap wordt gebruikt voor het monteren van de zwarte moeren, bescherm dan de lak met een doek of papier om beschadiging te voorkomen.
10. Draai de zwarte moeren (9) handvast op de tapeinden aan beide zijden van de STT-verplaatsingssteun.
11. Haal de achterreflector (10) uit de set.
12. Reinig de plaats van de reflector op de kentekenplaatsteun met een mengsel van 50-70% isopropylalcohol en 30-50% gedestilleerd water. Laat het oppervlak goed drogen.
OPMERKING
De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de reflector goed aan de steun te laten hechten.
13. Trek de beschermstrook van de kleeflaag aan de achterkant van de reflector af. Plaats de reflector zorgvuldig in de juiste positie, horizontaal en verticaal in het midden, op het montagegedeelte van de steun en druk hem stevig op zijn plaats. Houd de reflector ongeveer 1 minuut op zijn plaats vast terwijl u gelijkmatige druk uitoefent.
OPMERKING
Gedurende TEN MINSTE 24 uur na het bevestigen van de reflector mag het oppervlak niet worden blootgesteld aan een stevige wasbeurt, sterke waterstralen of extreme weersomstandigheden.
De hechting neemt toe en bereikt zijn maximale sterkte na ongeveer 72 uur bij normale omgevingstemperaturen.
1Kentekenplaatverlichting
2Afstandsring
3Verlichtingskap
4Bolkopbout (2)
5Kentekenplaatsteun
6STT-verplaatsingssteun
7Zeskante bout (2)
8Platte onderlegring (2)
9Zwart geverfde moer (2)
10Achterreflector
11Vierkant gat in kentekenplaatsteun
Afbeelding 1. Monteren van de kentekenplaatverlichting
Bedrading achterlicht
1. Verwijder de STT-lampen uit de achterspatbordsteunafdekkingen volgens de instructies in de servicehandleiding.
OPMERKING
Breng, indien nodig, een beetje vloeibare zeep, ruitenreiniger of multifunctioneel smeermiddel aan op de draaduiteinden van de kentekenplaatverlichting en mantel. Trek de draden zo nodig met een trekveer of een stuk ijzerdraad door de buis.
2. Zie Afbeelding 1. Voer de mantel voor de bedrading van de kentekenplaatverlichting door het vierkante gat (11) aan de linkerzijde van de steun voor de kentekenplaat.
3. Zie Afbeelding 5. Voer de draad en de mantel door opening (C) in de STT-verplaatsingssteun (1) en druk de bedrading voorbij de Y-koppeling (D) aan de linkerzijde van de buis.
4. Neem drie nieuwe draden met aansluitingen, een zwarte (12), een paarse (11) en een blauwe (10) uit de set.
5. Voer het uiteinde zonder aansluiting van één draad door het linker tapeind met schroefdraad (E) van de STT-verplaatsingssteun. Voer de draad in de buis en druk de bedrading voorbij de Y-koppeling.
6. Voer het uiteinde zonder aansluiting van de tweede draad in het tapeind met schroefdraad via de binnenzijde van de bocht. Leid beide draden en de mantel voor de bedrading van de kentekenplaatverlichting in de buis totdat de tweede draad voorbij de Y-koppeling is.
7. Voer het uiteinde zonder aansluiting van de derde draad in het tapeind met schroefdraad via de binnenzijde van de bocht. Leid alle draden en de mantel door de buis totdat het uiteinde van de eerste draad uit de voorste opening links (F) komt. Blijf drukken en trekken tot de uiteinden van alle draden zichtbaar worden.
8. Trek de mantel van de bedrading van de kentekenplaatverlichting door de buis totdat de bedrading bij de kentekenplaatsteun strak ligt. Trek vervolgens de bedrading weer iets terug om te voorkomen dat er spanning op de bedrading komt te staan. Gebruik een kabelbinder (niet meegeleverd) om de mantel bij opening (C) vast te zetten aan de STT-verplaatsingssteun.
1Behuizing
2Lens
3Lamp
4Pakking
5Reflector
6Gloeilampfitting
7Veer
8Gat zonder schroefdraad
9Schroefdraadgat
10Zwarte draad
11Paarse draad
12Blauwe draad
13Mantel
14Vulplaatje
15Borgring
16Contramoer
17Gat in lampfitting
Afbeelding 2. Remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer (rechterzijde afgebeeld)
9. Zie Afbeelding 2. Steek het blad van een kleine schroevendraaier in de inkeping aan de onderkant van de lenskap (2) en draai het blad voorzichtig tot de lens uit de lampbehuizing (1) springt. Druk de gloeilamp (3) in en draai deze linksom om deze uit zijn aansluiting te verwijderen. Leg de lens en de gloeilamp apart voor latere montage.
OPMERKING
Noteer de plaats van de aansluitingen en de draadkleuren in de reflector met gloeilampfitting (6), voordat u ze losneemt. De paarse draad (11) moet zich het dichtst bij de pasnok op de gloeilampfitting bevinden. De nieuwe draden uit de set moeten in dezelfde holtes worden aangesloten.
10. Noteer de plaats en de kleuren van de twee draden in de reflector met gloeilampfitting (6). Schuif de lampfitting en de veer (7) uit de reflector (5). Verwijder de draden en de drukaansluitingen van de gloeilampfitting.
11. Steek een haakse pen of een 3 mm (7/64 in) inbussleutel door de uitsparing in de lampfitting in de opening (17). Trek de reflector uit het lamphuis. Neem de rubber pakking (4) los van de reflector of het huis.
12. Verwijder de massaklem en de zwarte draad (10) van de achterkant van de reflector. Leid de mantel (13) met de drie draden uit het gat zonder schroefdraad (8) in het lamphuis en gooi hem weg.
OPMERKING
Controleer of het vulplaatje, de borgring en de contramoer in exact dezelfde richting en volgorde zijn aangebracht als afgebeeld, voordat de draden door de remlicht-/achterlicht-/richtingaanwijzerbehuizing worden gevoerd.
13. Plaats een borgring (15) op het tapeind met schroefdraad aan de linkerzijde, tegen de contramoer (16) die al op de STT-verplaatsingssteun geplaatst is. Plaats een zwart vulplaatje (14) in de richting zoals afgebeeld, op het tapeind.
14. Voer de draden vanuit het linker tapeind op de STT-verplaatsingssteun door het schroefdraadgat (9) in het lamphuis (1) en het midden van de rubberen pakking (4).
15. Schroef de lampbehuizing op het tapeind. Let er op dat tijdens het monteren van de lamp op het tapeind de draden niet in elkaar gedraaid of beschadigd worden. Lijn het vulplaatje uit ten opzichte van de gaten en de uitsparing in het lamphuis. De borgring past in het gat in het vulplaatje. Stel het lamphuis zo af dat de lens naar achteren wijst en parallel staat aan de grond. Draai de contramoer met de hand tegen de borgring terwijl u het huis in deze stand houdt.
16. Steek de aansluiting van de nieuwe zwarte draad (10) in de holte in de achterzijde van de reflector (5) tot hij op zijn plaats klikt. Steek de blauwe draad (12) en de paarse draad (11) door het midden van de reflector (5) en de veer (7) en steek de drukaansluitingen in de juiste sleuven en holtes in de reflector met gloeilampfitting (6).
17. Zet de lamp als volgt in elkaar:
a. Plaats de veer en de gloeilampfitting weer in de reflector en breng daarbij de pasnok op de gloeilampfitting in lijn met de uitsparing in de reflector.
b. Plaats de reflector in de rubberen pakking en breng daarbij de pasnok op de reflector in lijn met de uitsparing in de pakking.
c. Plaats de reflector en breng daarbij de nok op de reflector in lijn met de uitsparing in de lamp, en zorg ervoor dat er 50–100 mm (1–2 in) draad in het lamphuis aanwezig is. Trek voorzichtig de afzonderlijke draden naar de voorste opening in de STT-verplaatsingssteun om het overtollige draad uit de buis te verwijderen.
d. Druk met beide duimen gelijkmatig op de buitenrand van de reflector totdat deze goed aanligt.
e. Breng smeermiddel voor elektrische contacten royaal aan (H-D onderdeelnr. 99861-02) of gelijkwaardig op de contacten in de reflectorfitting en op de voet van de gloeilamp. Druk de gloeilamp naar binnen en draai deze rechtsom om de gloeilamp in de fitting te plaatsen.
f. Plaats de lens in de lampbehuizing en druk hem met de duimen aan, totdat hij op zijn plaats klikt. Draai de lens zo dat de uitsparing zich aan de onderkant van de lamp bevindt.
18. Zie Afbeelding 5. Haal de mantel (14) uit de set en snijd deze in twee gelijke stukken.
OPMERKING
Breng, indien nodig, een beetje vloeibare zeep, ruitenreiniger of multifunctioneel smeermiddel aan op de binnen- en buitenkant van de mantel.
19. Schuif aan beide zijden een stuk kabelmantel over de drie STT-lampdraden en in de voorste opening (F) in de STT-verplaatsingssteun. Blijf de mantel over de draden schuiven tot deze minstens het Y-stuk heeft bereikt of nog liever, helemaal tot aan het STT-lamphuis.
20. Herhaal stap 4 t/m 19 voor de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer aan de rechterzijde.
Achterspatbord, verlichting en kentekenplaatsteun monteren
1. Zie het bovenste inlegvel Afbeelding 5. Neem de steun voor de linker reflector (22) en de klinknagels (23) uit de set. Positioneer de steun op de linkerzijde van het spatbord en lijn de bevestigingsgaten uit met de gaten in het spatbord van de uitgeboorde klinknagels. Zie vergelijkbare steun aan de rechterzijde.
2. Plaats de steun op het spatbord en steek de klinknagels vanaf de buitenzijde in het spatbord.
3. Alleen bij modellen voor de VS: De omgevingstemperatuur moet ten minste 16 °C (60 °F) zijn om de reflector goed aan de steun te laten hechten.
a. Pak de achterreflector (L), afzonderlijk aangeschaft.
b. Reinig de plaats van de reflector op de steun met een mengsel van 50-70% isopropylalcohol en 30-50% gedestilleerd water. Laat het oppervlak goed drogen.
c. Trek de beschermstrook van de kleeflaag aan de achterkant van de reflector af. Plaats de reflector zorgvuldig in de juiste positie, horizontaal en verticaal in het midden, op het montagegedeelte van de steun en druk hem stevig op zijn plaats. Houd de reflector ongeveer 1 minuut op zijn plaats vast terwijl u gelijkmatige druk uitoefent.
OPMERKING
Gedurende TEN MINSTE 24 uur na het bevestigen van de reflector mag het oppervlak niet worden blootgesteld aan een stevige wasbeurt, sterke waterstralen of extreme weersomstandigheden.
De hechting neemt toe en bereikt zijn maximale sterkte na ongeveer 72 uur bij normale omgevingstemperaturen.
4. Laat een helper het spatbord omhoog of omlaag houden, ongeveer in de positie waarin het spatbord uiteindelijk gemonteerd wordt. Zet de zadelpen handvast.
OPMERKING
Bij motorfietsen uitgerust met een H-D Smart-alarmsysteem: Controleer of de antennebedrading tussen het oliereservoir en het spatbord door loopt aan de rechterzijde van de motorfiets en niet klem zit tussen het spatbord en de dwarsbuis van het frame.
5. Als u zadeltassen of bevestigingspunten monteert:Als u GEEN zadeltassen of bevestigingspunten monteert:
a. Neem de bevestigingsmaterialen voor het spatbord uit de zadeltas- of bevestigingspuntset en monteer deze zoals in de instructies van die set staat vermeld.
b. Ga door naar stap 6.
c. Pak de eerder verwijderde standaard (OE) spatbordbevestigingsmaterialen.
d. Plaats een onderlegring op de schroefdraad en plaats de bouten door het voorste gat in het spatbord, de steun van het spatbord en het spatbord aan weerszijden van de motorfiets.
e. Draai de moer op de bout, maar draai hem nog niet volledig vast.
f. Zie Afbeelding 3. Controleer of de lip (3) op elke moerplaat (2) in de sleuf (4) in de spatbordbeugel (1) valt als de moerplaat met de achterste montagebout (5) wordt vastgezet.
g. Plaats een onderlegring op de schroefdraad en plaats de resterende bouten door het achterste gat in het spatbord, de steun van het spatbord en het spatbord aan weerszijden van de motorfiets.
h. Draai de plaatmoer met lipje op de bouten en draai de bouten zo ver vast dat de lipjes in de uitsparingen in de steun van het spatbord vallen.
1Spatbordbeugel
2Moerplaat (2)
3Lipje
4Sleuf
5Montagebout (2)
Afbeelding 3. Plaatmoer achterspatbord
6. Zie Afbeelding 4. Pak de achterspatbordsteunafdekkingen (3) die eerder verwijderd zijn, de STT-verplaatsingssteun (5) uit het vorige deel en twee 5/16-18 TORX®-bolkopbouten (6), de afstandsringen (7) en de zeskantige flensmoeren (8) uit de set.
1Achterspatbordsteun
2Achterspatbord
3Achterspatbordsteunafdekking
4Reflectorsteun
5Verplaatsingssteun achterlicht/remlicht/richtingaanwijzer
6TORX-bout
7Afstandsring
8Zeskantige flensmoer
Afbeelding 4. Achterspatbord
7. Plaats aan beide zijden van de motorfiets een afstandsring ter hoogte van het op één na achterste gat in de spatbordsteun, zoals afgebeeld. Gebruik (afplak)tape om de afstandsring vast te zetten op de steun van het achterspatbord (1). Maak een gat in de tape voor de bout.
8. Laat een helper de STT-verplaatingssteun op zijn plaats houden en plaats een bout in het voorste gat van de verplaatsingssteun, het op een na achterste gat in de spatbordsteunafdekking,de afstandsring, de spatbordsteun en het bevestigingsgat in het achterspatbord. Plaats de flensmoer op de schroefdraad maar draai de moer nog niet volledig vast.
9. Herhaal stap 6 t/m 8 voor de tegenoverliggende kant van de motorfiets.
10. Draai de bevestigingsbouten van het spatbord in de onderstaande volgorde aan:
a. Haal de bout en zadelpen aan tot 10,8–17,6 N·m (8–13 ft-lbs).
b. Als u bevestigingspunten MONTEERT: Haal de voorste en achterste spatbordsteunbouten (met bevestigingspunten), aan beide zijden van het spatbord, aan tot 28,5–33,9 N·m (21–25 ft-lbs). Als u GEEN bevestigingspunten MONTEERT: Haal de voorste en achterste spatbordsteunbouten, aan beide zijden van het spatbord, aan tot 14,9–24,4 N·m (11–18 ft-lbs).
c. Centreer de verplaatsingssteun in verticale richting en haal de bouten van de verplaatsingssteun aan tot 28,5–33,9 N·m (21–25 ft-lbs).
d. Lijn de remlicht/achterlicht/richtingaanwijzers zodanig uit dat de lenzen recht naar achteren wijzen voor goede zichtbaarheid. Bescherm de afwerking van de zwarte moeren met een doek of papier om schade te voorkomen. Houd de lamphuizen in de juiste positie en haal de zwarte contramoeren links en rechts tegen de borgringen aan tot 14,9–24,4 N·m (8–13 ft-lbs).
Aansluiten van bedrading achterlicht
  1. Raadpleeg de aantekeningen die gemaakt zijn tijdens het verwijderen en plaats de aansluitingen van de bedrading van de kentekenplaatverlichting in de juiste uitsparing in de tweepolige contrastekker die eerder verwijderd is.
  2. Zie Afbeelding 5. Neem de verlengkabel voor de kentekenplaatverlichting (15), de pinhuizen (24) en (25) en het contacthuis (26) en (27) uit de set. Verbind bij modellen van 2013 en eerder onderdeel (24) en (26) met de uiteinden van de kabelboom (15). Verbind bij modellen van 2014 en later onderdeel (25) en (27) met de uiteinden van de kabelboom (15). Sluit het pinhuis aan op het contacthuis van de kentekenplaatverlichting.
  3. Voer aan de linkerzijde van de motorfiets de bedrading van de kentekenplaatverlichting met mantel door de drie bovenste klemmen (G) op de reflectorsteun (22), achter de brede plastic klem (J) op het plastic verlengstuk van het achterspatbord (spatlap) naar de voorzijde van het spatbord en vervolgens door de holte voor de bedrading (K) in het spatbord.
  4. Voer aan beide zijden de STT-bedrading en de mantel door de drie onderste klemmen (H) op de reflectorsteun, achter de brede plastic klem langs en door de holte voor de bedrading.
  5. Voer de STT-bedrading met mantel naar de vierpolige STT-connectors [18A] en [19A] van de bedrading van de motorfiets. Houd de bedrading 50–100 mm (2–4 in) langer dan noodzakelijk is om het maken van de aansluitingen te vergemakkelijken, en knip de resterende bedrading en mantel af.
  6. Neem de zes aansluitingen (13) uit de set en neem de vierpolige contacthuizen die van de oorspronkelijke bedrading verwijderd zijn.
  7. Volg de instructies in de servicehandleiding om de aansluitingen aan de bedrading voor het rem-/achterlicht en de richtingaanwijzers te krimpen. Raadpleeg de notities die u hebt gemaakt tijdens de demontagestappen en steek de STT-aansluitingen in de juiste uitsparingen in de contrastekkers.
  8. Sluit de contrastekkers aan op de stekkers ([18A], rechts en [19A], links) van de bedrading van de motorfiets. Stop de stekkers en bedrading terug in de ruimte onder het zadel.
  9. Plaats de ECM in de ECM-caddy en leg de bedrading goed en veilig onder het zadel.
Terugbrengen in rijklare toestand
OPMERKING
Monteer nu de bovenste schokdemperbevestigingen als deze zijn verwijderd voor de montage van de zadeltassen. Zie de instructies die meegeleverd zijn met de zadeltassen of de servicehandleiding voor meer informatie.
1. Volg de instructies in de servicehandleiding om de onderste schokdemperbevestiging vast te zetten aan weerszijden van de motorfiets.
2. Laat de krik zakken zodat de motorfiets op de zijstandaard staat.
WAARSCHUWING
Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b)
3. Raadpleeg de servicehandleiding om het zadel te monteren.
OPMERKING
Controleer of de contactsleutelschakelaar in de stand OFF (uit) staat voordat de hoofdzekering wordt geplaatst.
4. Raadpleeg de servicehandleiding en volg de instructies voor het plaatsen van de hoofdzekering.
5. Zet de contactsleutelschakelaar in de stand IGNITION (ontsteking), maar start de motor niet. Controleer of het achterlicht, het remlicht, de richtingaanwijzers en de kentekenplaatverlichting goed werken.
6. Plaats de kentekenplaat (indien aanwezig) op de motorfiets met de standaard (OE) bevestigingsmaterialen.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 5. Serviceonderdelen, achterste remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer- en kentekenplaatverplaatsingsset, XL-modellen
SERVICEONDERDELEN
Tabel 1. Serviceonderdelen
Item
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Verplaatsingssteun remlicht/achterlicht/richtingaanwijzer (STT)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
2
Bout, bolkop, TORX® , 5/16-18 x 41 mm (1⅝ in) lang (2)
3148
3
Afstandsring, 5,6 mm (0.22 in) dik (2)
5792
4
Zeskantige flensmoer, 5/16-18 (2)
7531
5
Kentekenplaatsteun
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
6
Kap, kentekenplaatverlichting
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
7
Zeskante inbusbout, bolkop, M4-0,7 x 8 mm (0.31 in) lang (2)
3146M
8
Afstandsring, kentekenplaatverlichting
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
9
Draadboomonderdelen, richtingaanwijzer (bevat items 10 t/m 14)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
10
  • Draad, blauw (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
11
  • Draad, paars (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
12
  • Draad, zwart (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
13
  • Contactklem, maat nr. 18-22 (6)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
14
  • Mantel
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
15
Verlengkabel, kentekenplaatverlichting
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
16
Vulplaatje, richtingaanwijzerbehuizing, zwart (2)
68864-10
17
Borgring, spiraalvormig, nominale binnendiameter 8 mm (5/16 in) (2)
7042
18
Zeskante contramoer, zwart, 5/16-24 (2)
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
19
Bout, zeskantig, 1/4-20 x 22 mm (⅞ in) lang (2)
3802W
20
Platte onderlegring, 6,4 mm (¼ in) nominale binnendiameter (2)
6235
21
Reflector (achter), rood
59988-72A
22
Steun, reflectorhouder (links)
68857-07
23
Popnagel (2)
8692
24
2-polige AMP-contactbehuizing
73152-96BK
25
3-polige AMP-contactbehuizing
73153-96BK
26
2-polig AMP-pinhuis
73102-96BK
27
3-polig AMP-pinhuis
73103-96BK
Onderdelen genoemd in de tekst, maar niet in de set inbegrepen:
A
Standaard (OE) uitrusting kentekenplaatverlichting (alleen VS-modellen)
Kentekenplaatverlichting, H-D onderdeelnr. 68183-07 (overige modellen)
B
Vierkant gat in kentekenplaatsteun
C
Invoeropening bedrading verlichting in buis STT-verplaatsingssteun
D
Y-koppeling (rechts en links) in STT-verplaatsingssteun
E
Invoeropening bedrading STT-verlichting (rechts en links) in STT-verplaatsingssteun
F
Voorste opening van buis voor verplaatsing richtingaanwijzer (rechts en links)
G
Bovenste klemmen (3) op reflectorsteun (item 22)
H
Onderste klemmen (3) op reflectorsteun (item 22)
I
Achterspatbord (opengewerkt aanzicht)
J
Brede bedradingsklem (rechts en links) op plastic achterspatbordverlenging (spatlap)
K
Doorvoeropening bedrading (rechts en links) in spatbord
L
Reflector linkerkant (rood), H-D-onderdeelnr. 69490-07 (vereist bij modellen voor de VS)