1. | Zie Afbeelding 17. Pak de kussenhoes voor het bestuurderszadel (1), blaas (2) en riem (5). |
Afbeelding 1. Hoes en zak, groot kussen | ||||||||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 1. Plaats de hoes (1) met het zitoppervlak omhoog gericht en de zak (3) aan de linkerkant. Open de rits (2) om toegang te krijgen tot de binnenkant van de zak. | |||||||||||||||||||||||
3. | Binnen in de hoofdzak (3) is een tweede ingenaaide zak (4), die de handpomp (onderdeel van de blaas) op zijn plaats houdt. Bekijk de vorm en plaats van de binnenzak goed. Het stiksel aan de achterkant van de hoofdzak geeft de vorm en plaats van de binnenzak aan. | |||||||||||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 2. Steek de blaas (2) in de zadelkussenhoes (1), waarbij de blaascellen omhoog wijzen. Begin met het inbrengen van de handpomp en het ontluchtingsventiel in de hoofdzak (3) vanaf de binnenkant. a. De pomp/het ventiel moeten 90° worden gedraaid in de onderste linkerhoek van de hoofdzak om in de secundaire zak te passen. b. Als de handpomp (6) in de secundaire zak zit, gaat u door met het inbrengen van de pomp totdat deze zich op de juiste plaats in de zak bevindt. c. Plaats het ontluchtingsventiel (5) zodanig in de secundaire zak dat de ontluchtingsknop naar het borduursel van de zak wijst. |
Afbeelding 2. Blaas en hoes, groot kussen
Afbeelding 3. Riembevestiging, groot kussen | ||||||||||||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 3. Draai het geheel om zodat de textuur van de onderkant (1) omhoog wijst. Let op sleuven (3) en (4) in de voorkanten van de hoes. | |||||||||||||||||||||||
6. | Steek de ene hand in de hoes, tussen de onderkant van de hoes (1) en de platte bodem van de blaas. Zoek een van de sleuven (3). Steek het uiteinde van de riem (2) tegenover de gesp (5) door de sleuf aan de buitenkant van de hoes. | |||||||||||||||||||||||
7. | Steek de riem door de hoes. Zorg dat de riem zich niet verdraait. Lijn de riem vanaf de binnenkant van de hoes uit met de tegenoverliggende sleuf (4), en steek de riem door de sleuf naar buiten. | |||||||||||||||||||||||
8. | Plaats de riem in de hoessleuven met de gesp (5) dichtbij een van de sleuven. Maak de riem vast in de gesp. | |||||||||||||||||||||||
9. | Zie Afbeelding 4. Pas de riemlengte aan voor de installatie van het kussen op het betreffende zadel. Zie 'Installatie van kussen op zadel', later in deze instructies, om de juiste riemlengte te bepalen. | |||||||||||||||||||||||
10. | Nadat de riem goed is afgesteld, steekt u de gesp door de dichtstbijzijnde sleuf, zodat deze zich aan de binnenkant van de hoes bevindt. Trek de riem zo strak mogelijk aan. De riem moet plat liggen zonder verdraaiing. Binnenin de kussenhoes moeten de gesp en het uiteinde van de riem plat tussen de hoes en de platte bodem van de blaas liggen. |
Afbeelding 4. Riemlengte aanpassen en gesp opbergen, groot kussen
Afbeelding 5. Voltooid groot kussen | ||||||||||||||||||||||
11. | Zie Afbeelding 5. Zorg ervoor dat de blaas niet in de rits vast komt te zitten en sluit de rits (1). | |||||||||||||||||||||||
12. | Zie Afbeelding 6. Blaas het kussen voor de eerste keer op: Het definitieve opblaasniveau wordt bepaald nadat het kussen is geïnstalleerd. a. Blaas de blaascellen met de handpomp (1) op totdat de kussenhoes zich net begint te vullen. b. Verplaats de druk vanaf het uiteinde van het kussen (aan de andere kant van de zak, zie afbeelding) door het kussen op te rollen om het te laten leeglopen. Gebruik het ontluchtingsventiel (2) om de lucht te laten ontsnappen als u tijdens het oprollen weerstand voelt. c. Nadat u ongeveer de helft van het kussen (4) hebt opgerold, en de lucht hebt laten ontsnappen, zal het gedeelte nabij het uiteinde zijn opgebold (3). Laat het ontluchtingsventiel los en rol het kussen uit. Spreid het gedeeltelijk opgeblazen kussen uit zodat de druk evenredig wordt verdeeld. |
1 | Handpomp voor opblazen van de blaas |
2 | Ontluchtingsventiel voor het laten leeglopen van de blaas |
3 | Opgebold gedeelte nabij het uiteinde |
4 | Opgerold, leeggelopen uiteinde |
1. | Zie Afbeelding 17. Pak de kussenhoes van het passagierszadel (3), de blaas (4) en twee riemen (5). |
Afbeelding 7. Hoes en zak, passagierszadelkussen | ||||||||||||||||||||||||
2. | Zie Afbeelding 7. Plaats de hoes (1) met het zitoppervlak omhoog gericht en de zak (3) aan de linkerkant. Open de rits (2) om toegang te krijgen tot de binnenkant van de zak. | |||||||||||||||||||||||||
3. | Binnenin de hoofdzak (3) is een tweede ingenaaide zak (4), die de handpomp (onderdeel van de blaas) op zijn plaats houdt. Bekijk de vorm en plaats van de binnenzak goed. Het stiksel aan de achterkant van de hoofdzak geeft de vorm en plaats van de binnenzak aan. | |||||||||||||||||||||||||
4. | Zie Afbeelding 8. Steek de blaas (2) in de kussenhoes van het passagierszadel (1), waarbij de blaascellen omhoog wijzen. Begin met het inbrengen van de handpomp en het ontluchtingsventiel in de hoofdzak (3) vanaf de binnenkant. a. Steek de handpomp/het ontluchtingsventiel recht in de secundaire zak (4), totdat de pomp op zijn plaats zit (5). b. Plaats het ontluchtingsventiel (6) zodanig in de secundaire zak dat de ontluchtingsknop naar het borduursel van de zak wijst. |
Afbeelding 8. Blaas en hoes, passagierszadelkussen | ||||||||||||||||||||||||
5. | Zie Afbeelding 9. Draai het geheel om zodat de textuur van de onderkant (1) omhoog wijst. Let op de twee sleufparen (3) en (4) in de tegenovergestelde hoeken van de hoes. | |||||||||||||||||||||||||
6. | Steek de ene hand in de hoes, tussen de onderkant van de hoes (1) en de platte bodem van de blaas. Zoek een van de sleuven (3). Steek het uiteinde van de riem (2) tegenover de gesp (5) door de sleuf aan de buitenkant van de hoes. | |||||||||||||||||||||||||
7. | Steek de riem door de hoes. Zorg dat de riem zich niet verdraait. Lijn de riem vanaf de binnenkant van de hoes uit met de tegenoverliggende sleuf (3), en steek de riem door de sleuf naar buiten. | |||||||||||||||||||||||||
8. | Herhaal dit met de tweede riem (2) en sleuven (4). | |||||||||||||||||||||||||
9. | Plaats een van de riemen in de hoessleuven met de gesp (5) dichtbij een van de sleuven. Maak de riem vast in de gesp. Plaats en maak de tweede riem op dezelfde manier met de gesp vast. |
Afbeelding 9. Riembevestiging, passagierszadelkussen
Afbeelding 10. Riemlengte aanpassen en gesp opbergen, passagierszadelkussen
Afbeelding 11. Voltooid passagierszadelkussen
Afbeelding 12. Eerste keer opblazen, passagierszadelkussen | ||||||||||||||||||||||||
10. | Zie Afbeelding 10. Pas de riemlengtes aan voor de installatie van het kussen op het betreffende passagierszadel. Zie 'Installatie van kussen op zadel', later in deze instructies, om de juiste riemlengte te bepalen. | |||||||||||||||||||||||||
11. | Nadat de riemen goed zijn afgesteld, steekt u de gespen door de dichtstbijzijnde sleuven, zodat deze zich aan de binnenkant van de hoes bevinden. Trek de riemen zo strak mogelijk aan. De riemen moeten plat liggen zonder verdraaiing. Binnenin de kussenhoes moeten de gespen en de uiteinden van de riemen plat tussen de hoes en de platte bodem van de blaas liggen. | |||||||||||||||||||||||||
12. | Zie Afbeelding 11. Zorg ervoor dat de blaas niet in de rits vast komt te zitten en sluit de rits (1). | |||||||||||||||||||||||||
13. | Zie Afbeelding 12. Blaas het kussen voor de eerste keer op: Het definitieve opblaasniveau wordt bepaald nadat het kussen is geïnstalleerd. a. Blaas de blaascellen met de handpomp (1) op totdat de kussenhoes zich net begint te vullen. b. Verplaats de druk van het uiteinde van het kussen (aan de andere kant van de zak, zie afbeelding) door deze op te rollen om het kussen te laten leeglopen. Gebruik het ontluchtingsventiel (2) om de lucht te laten ontsnappen als u tijdens het oprollen weerstand voelt. c. Nadat u ongeveer de helft van het kussen (4) hebt opgerold, en de lucht hebt laten ontsnappen, zal het gedeelte nabij het uiteinde zijn opgebold (3). Open het ontluchtingsventiel en rol het kussen uit. Spreid het gedeeltelijk opgeblazen kussen uit zodat de druk evenredig wordt verdeeld. |
14. | Stop, voor zover dit niet al is gebeurd, de riemgespen in de kussenhoes en corrigeer eventuele verdraaide of opgehoopte riemen. Zo voorkomt u dat de gespen de lak of de zadelbekleding beschadigen. |
Afbeelding 13. Groot kussen geïnstalleerd op bestuurderszadel
Afbeelding 14. Groot kussen geïnstalleerd op groot passagierszadel | ||||||||
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||||||||||
15. | Als het bestuurderszadel werd verwijderd, moet u de gebruikershandleiding raadplegen en het zadel installeren. |
1 | Onderkant van passagierszadel |
2 | Kruislings aangebrachte kussenriemen (2) |
3 | Kussenzak |
1. | Nadat het kussen voorafgaand aan de installatie voor de eerste keer is opgeblazen, moet u in de normale rijstand op het kussen gaan zitten, met de voeten op de treeplanken of voetsteunen. |
Afbeelding 16. Passagierszadelkussen in de breedte geïnstalleerd op een passagierszadel | ||||||
2. | Terwijl u op het zadel zit, past u de luchtdruk aan door het kussen met de handpomp op te blazen of lucht met het ontluchtingsventiel te laten ontsnappen totdat het kussen zover is ingedrukt dat er een speling van ongeveer 13 mm (½ in) tussen u en het zadeloppervlak aanwezig is. OPMERKING Blaas het kussen niet te veel op! Deze kussens werken het best met een minimumhoeveelheid lucht. Als ze te veel worden opgeblazen, ontstaat er een zwevend, onstabiel gevoel en wordt de druk c.q. lucht niet evenredig over het zadel verdeeld. | |||||||
3. | Controleer of het kussen voldoende is gevuld door uw gewicht te verplaatsen, d.w.z. door uw lichaam (niet het motorvoertuig) zijwaarts te bewegen. De lucht in het kussen moet van de ene naar de andere cel onder u stromen om de druk opnieuw te verdelen. a. Als u het zadel voelt voordat het kussen ongeveer 13 mm (½ in) is ingedrukt, moet u het kussen met de handpomp opblazen. b. Als u een zwevend gevoel heeft en het zadel pas raakt nadat het kussen meer dan 13 mm (½ in) wordt ingedrukt, moet u met het ontluchtingsventiel lucht uit het kussen laten ontsnappen. |
Set | Item | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|---|
Set 52000084A Bestuurderszadelkussen (groot) | 1 | Bestuurderszadelkussen (groot) | 52000087A |
2 | Blaas, groot bestuurderszadelkussen | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
5 | Riem, instelbaar | 52000088 | |
Set 52400060A Passagierszadelkussen | 3 | Hoes, passagierszadelkussen | 52400062A |
4 | Blaas, passagierszadelkussen | Niet afzonderlijk verkrijgbaar | |
5 | Riem, instelbaar (2) | 52000088 | |
Items genoemd in de tekst: | |||
A | Handpomp (opblazen) | ||
B | Ontluchtingsventiel (laten leeglopen) |