1. | Verwijder de hoofdzekering. Raadpleeg de servicehandleiding. OPMERKING Dek de gelakte delen af om de afwerking te beschermen. | |
2. | Verwijder de linker- en rechter zadeltassen. Raadpleeg de gebruikershandleiding. | |
3. | Bij modellen met Tour-Pak: Maak de montagebouten los. Plaats de Tour-Pak in de achterste stand. Haal de montageschroeven aan tot 6,8–8,1 N·m (60–72 in-lbs). Open de Tour-Pak. | |
4. | Bij modellen met spatbordsierstrips: verwijder de sierstrips van het achterspatbord. a. Breng een stuk tape aan op de punt van een normale schroevendraaier om verchroomde en gelakte oppervlakken te beschermen. b. Zie Afbeelding 1. Steek de punt van de schroevendraaier tussen de verchroomde bies en de rubberen sierstrip. c. Til de strip zover op dat u deze kunt pakken. Trek deze omhoog en van de rubberen sierstrip af. d. Trek de rubberen sierstrip, vanaf het andere uiteinde, van het spatbord af. e. Reinig met een mengsel van 50% isopropylalcohol en 50% gedestilleerd water. | Afbeelding 1. Verwijder van de sierstrip voor spatbord |
5. | Verwijder het zadel. Raadpleeg de servicehandleiding. | |
6. | Bij modellen met Tour-Pak: Raadpleeg de servicehandleiding. Maak de Tour-Pak los of verwijder deze. |
1. | Volg de instructies voor het installeren van de kabelboom met de connector (onderdeelnr. 69201599). Leid de draadboom onder het zadel. Verbind de elektrische connector van het zadel met de accessoireconnector (325B) achter het rechterzijpaneel. |
1. | Volg de instructies voor het installeren van de draadboom met de connector (onderdeelnr. 69200722). Leid de draadboom onder het zadel. Verbind de elektrische connector van het zadel met de accessoireconnector (4A) achter het linkerzijpaneel. |
1. | Zie Afbeelding 2. Verwijder de rubberen plug uit de accessoireconnector (1) onder het zadel. Leid de draadboom onder het zadel. Sluit de stekker van het zadel aan op de accessoireconnector De stekkers moeten met een hoorbare klik vergrendelen. |
Afbeelding 2. Locatie accessoireconnector (onder het zadel) |
1. | Zet losse draden met draadbinders vast. | |||||||
2. | Plaats het zadel op het frame. Controleer of de draadboom en de stekker niet tussen het zadel en het frame worden ingeklemd. | |||||||
WAARSCHUWING Trek het zadel na de montage even omhoog om er zeker van te zijn dat het in de positie is vergrendeld. Tijdens het rijden kan een loszittend zadel verschuiven, waardoor men de controle over de motorfiets kan verliezen met mogelijk ernstig of dodelijk letsel tot gevolg. (00070b) | ||||||||
3. | Bevestig het zadel. Zie de servicehandleiding. | |||||||
4. | Zie Afbeelding 3. Plaats de steunriem door de afgebeelde gaten te gebruiken. Bevestig deze met de beugels en schroeven die u eerder verwijderd hebt. | |||||||
5. | Draai de bouten aan tot 20–27 N·m (15–20 ft-lbs). |
Afbeelding 3. Steunriemmontagegaten | ||||||
6. | Als u een Tour-Pak los had gemaakt of verwijderd, moet deze nu weer worden vastgezet of gemonteerd. Zie de installatie-instructies of de servicehandleiding. | |||||||
7. | Monteer de hoofdzekering. Raadpleeg de servicehandleiding. |
Onderdeel | Beschrijving (aantal) | Onderdeelnummer |
---|---|---|
1 | Zadel | Niet afzonderlijk verkrijgbaar |
2 | Steunriem | 51051-09 |