OLIEKOELER MET VENTILATORKOELING
J063542016-08-22
ALGEMEEN
Setnummer
62700204
Modellen
Voor modelgerelateerde informatie raadpleegt u de P&A-detailhandelcatalogus of het gedeelte 'Parts and Accessories' (Onderdelen en accessoires) op www.harley-davidson.com (alleen Engelstalig).
OPMERKING
Voor de werking van deze set is het noodzakelijk dat wordt gecontroleerd of de ventilatorbesturing van de oliekoeler in de stand 'ENABLED' (ingeschakeld) is gezet in de elektronische regelmodule (ECM) van de motorfiets. Deze controle kan ALLEEN worden uitgevoerd door een in de fabriek opgeleide monteur bij een Harley-Davidson-dealer, waarbij de meest recente versie van DIGITAL TECHNICIAN II, het computerondersteunde diagnostische softwarepakket, moet worden gebruikt.
WAARSCHUWING
De veiligheid van de berijder en de passagier is afhankelijk van de correcte montage van deze set. Volg de juiste stappen uit de servicehandleiding. Als u niet zeker weet of u de procedure correct kunt uitvoeren of als u niet beschikt over het juiste gereedschap, laat de installatie dan over aan een Harley-Davidson-dealer. Incorrecte montage van deze set kan ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben. (00333b)
OPMERKING
In dit instructieblad wordt verwezen naar informatie in de servicehandleiding. Voor installatie is een servicehandleiding voor uw model motorfiets vereist. Deze is verkrijgbaar bij een Harley-Davidson-dealer.
Setinhoud
Zie Tabel 1.
MONTAGE
Oliekoelerkap verwijderen
  1. Bedek het voorspatbord om de lak te beschermen.
  2. Verwijder de oliekoelerkap.
    1. Trek deze aan de onderkant naar voren om de pennetjes uit de doorvoertules te halen.
    2. Draai naar boven en licht de bovenste borgklem op.
  3. Plaats een opvangbak onder de oliekoeler.
Oliekoeler verwijderen
1. Zie Afbeelding 1. Ontkoppel de slangen (1, 6) van de oliekoeler (7).
2. Verwijder de bouten (2).
3. Schuif de oliekoeler omhoog om de borgklem (5) los te koppelen van de sleuf (3). Verwijder de oliekoeler.
4. Verwijder de beschermkap van de elektrische connector van de ventilator op de motorfiets.
5. Verwijder het uitlaatsysteem om toegang te krijgen tot de klem op de inlaatslang van de oliekoeler (1). Raadpleeg de servicehandleiding.
6. Verwijder de inlaatslang van de oliekoeler (1) van de motor.
7. Verwijder de inlaatslang van de oliekoeler (6) van de framebuis.
Montage
1. Zie Tabel 1. Monteer nieuwe doorvoertules (3) in de ventilator (4) waarbij het grootste deel van het doorvoertule naar de voorzijde van het voertuig wijst.
2. Monteer de inlaatslang van de oliekoeler (2) met een nieuwe klem (1) op de motor. Draai de klem nog niet volledig vast, maar laat deze enigszins los.
3. Monteer de uitlaatslang van de oliekoeler (5) met een nieuwe klem (6) op de framebuis. Draai de klem nog niet volledig vast, maar laat deze enigszins los.
4. Zie Afbeelding 1. Installeer de oliekoeler (8). Schuif de oliekoeler omlaag om de borgklem (5) in de sleuf (3) te brengen.
5. Pas LOCTITE 243 GEMIDDELDE STERKTE DRAADBORG- EN AFDICHTMIDDEL (BLAUW) (11100005) toe op de bouten (2). Plaats de bouten en haal ze aan tot 10,8–13,6 N·m (96–120 in-lbs)
6. Zie Tabel 1. Sluit de slangen aan op de oliekoeler en gebruik de nieuwe klemmen (1) en (6). Pas de slangen aan indien nodig.
7. Monteer alle klemmen 3,8 mm (0 in) vanaf het uiteinde van de slang. Aanhalen tot 0,9 N·m (8 in-lbs) .
8. Monteer het uitlaatsysteem. Raadpleeg de servicehandleiding.
9. Controleer met DIGITALE MONTEUR II (Onderdeelnummer:hd-48650) of de ventilator van de oliekoeler is ingesteld op “ENABLED”.
1Inlaatslang, motor naar oliekoeler
2Bout (2)
3Sleuf
4Framebuis
5Borgklem
6Uitlaatslang, oliekoeler naar framebuis
7Oliekoeler, niet ventilatorgekoeld
8Oliekoeler met ventilator
9Doorvoertule (2)
Afbeelding 1. Onderdelen oliekoeling
MEDEDELING
Het oliepeil kan bij een koude motor niet goed worden gemeten. Tijdens de inspectie voorafgaand aan het rijden, terwijl de motor op een vlakke ondergrond op de zijstandaard leunt, moet de olie bij een koude motor tussen de pijlen op de peilstok staan. Voeg bij een KOUDE motor geen olie toe om het peil tot de FULL-markering (vol) te brengen. (00185a)
MEDEDELING
Laat de motor niet draaien wanneer het oliepeil onder de bijvul-markering op de peilstok staat bij een motor die op bedrijfstemperatuur is. Het gevolg is een beschadigde motor. (00187b)
Voltooien
  1. Monteer de oliekoelerkap.
    1. Koppel de bovenste borgklem vast.
    2. Draai deze omlaag en terug om de pennetjes aan de doorvoertules te koppelen.
  2. Controleer het motoroliepeil. Raadpleeg de servicehandleiding voor de oliepeilprocedure.
  3. Raadpleeg DIGITAL TECHNICIAN of de handleiding Diagnosestellen aan elektrische systemen om te controleren of de ventilatorbediening goed werkt in combinatie met de ECM van de motorfiets.
OPMERKING
Plaats de klemmen in een positie waarin de oliefiltermontage niet belemmerd wordt. Controleer of de slangen zo zijn aangelegd dat ze niet in aanraking komen met het oliefilter of scherpe randen. In de slangen mogen geen scherpe hoeken of knikken zitten waardoor de oliestroom belemmerd kan worden.
SERVICEONDERDELEN
Afbeelding 2. Serviceonderdelen: Oliekoeler
Tabel 1. Serviceonderdelen
Onderdeel
Beschrijving (aantal)
Onderdeelnummer
1
Nr. 4 wormaandrijfklem, inlaatslang
9946
2
Inlaatslang, motor naar oliekoeler
62700143
3
Doorvoertule (2)
11692
4
Oliekoeler met ventilator
Niet afzonderlijk verkrijgbaar
Ventilator
26800095
Oliekoeler
62700133
5
Uitlaatslang, oliekoeler naar framebuis
62700144
6
Nr. 8 wormaandrijfklem, inlaatslang
9969